In november 2018 wees het Hof van Justitie van de Europese Unie twee belangrijke arresten: Bauer en Max-Planck. Het Hof van Justitie kent hierin horizontale directe werking toe aan het recht op vakantie dat in artikel 31 lid 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is opgenomen. Eveneens introduceert Max-Planck een inspanningsplicht voor de werkgever om ervoor te zorgen dat de werknemer vakantie opneemt voordat het recht op vakantie kan vervallen. In deze bijdrage worden de arresten kritisch besproken. |
Zoekresultaat: 38 artikelen
Annotatie |
Op reis met de vakantiewetgeving: het Handvest biedt nieuw uitzicht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Vakantie, Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Horizontale directe werking, Inspanningsplicht, Richtlijn 2003/88 |
Auteurs | Mr. drs. J.R. Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Derde wetsvoorstel voor personenvennootschappen: modernisering nu echt in zicht? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | personenvennootschappen, wetsvoorstel, ondernemingsrecht, modernisering, rechtspersoonlijkheid |
Auteurs | Mr. M.F.E. de Waard-Preller en Mr. S.S.M. Rutten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2019 is het wetsvoorstel ter modernisering van de personenvennootschappen met een nieuwe titel 13 voor Boek 7 BW ter consultatie voorgelegd. In deze bijdrage bespreken de auteurs de hoofdlijnen van het consultatievoorstel en een aantal voor hen opvallende thema’s. Waar relevant maken zij hierbij een vergelijking met het huidige recht en het voorstel van de Werkgroep Personenvennootschappen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | personenvennootschap, rechtspersoonlijkheid, vennotenaansprakelijkheid, afgescheiden vermogen, LLP |
Auteurs | Mr. Chr.M. Stokkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recente ambtelijk voorontwerp tot modernisering van het personenvennootschapsrecht geeft te veel complexiteit. Dit komt vooral door het ontbreken van een vennootschapstype zonder rechtspersoonlijkheid en een volwaardig alternatief voor de LLP. Daarnaast kan meer bij het algemene vermogensrecht worden aangesloten, zoals bij de vormgeving van vruchtgebruik en pandrecht op vennootschapsaandelen. |
Artikel |
Salaire différéOok in de nalatenschap van een DGA? |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 7 2019 |
Auteurs | Prof. mr. dr. W. Burgerhart |
Artikel |
Uitgesteld loon. Vereenzelvigen of niet? |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 9 2019 |
Trefwoorden | Testament |
Auteurs | Prof. mr. dr. W. Burgerhart |
Artikel |
Erfrechtelijke plaatsvervulling en aanwas in het versterferfrecht? Verticale en horizontale doorschuiving! |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | plaatsvervulling, aanwas, horizontale en verticale doorschuiving, intestaaterfrecht, versterferfrecht |
Auteurs | Mr. dr. R.E. Brinkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur betoogt dat in het versterferfrecht de formulering van de plaatsvervulling allerlei vragen oproept; datzelfde geldt bij de ‘aanwas’ ten behoeve van andere erfgenamen bij versterf (als een erfgenaam bijvoorbeeld onwaardig is of zijn erfrecht vervallen wordt verklaard). De auteur poogt aan de hand van de termen verticale en horizontale doorschuiving de werking van de wettelijke regelingen te verduidelijken en geeft een proeve van een nieuwe wettekst. |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht 2017-2018 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Robert Hendrikse en Leonie Rammeloo |
Artikel |
Verzamelbesluit aanmerkelijk belang en erfrecht |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 10 2018 |
Auteurs | Prof. mr. dr. W. Burgerhart |
Artikel |
De postmortale stichting; blijft onbekend ook onbemind? |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 40 2017 |
Trefwoorden | Testament |
Artikel |
De nieuwe relatievermogensrechtelijke ‘ondernemingsregeling’Ter zake des doods en in overgangsrechtelijk perspectief |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 39 2017 |
Trefwoorden | Huwelijkse voorwaarden |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Prof. mr. J. de Boer |
Auteursinformatie |
Artikel |
‘Je wist toch dat ik je bedonderde?’De verjaring van de vordering van de rechtspersoon op zijn bestuurder |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2017 |
Trefwoorden | toerekening van kennis, bestuurdersaansprakelijkheid, verjaring |
Auteurs | Mr. drs. B.M. Katan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een frauderende bestuurder kan meer dan vijf jaar verborgen houden dat hij de rechtspersoon schade heeft toegebracht. Als zijn kennis geldt als die van de rechtspersoon, verjaart de rechtsvordering van de rechtspersoon op de bestuurder voordat iemand anders de fraude ontdekt. Maar volgens de auteur werkt het zo niet. |
Artikel |
Het fideicommis en de rechtspersoon als bezwaarde of verwachter |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | fideicommis, rechtspersoon, bezwaarde/verwachter, fideicommissaire erfstelling, fideicommissair legaat |
Auteurs | Mr. dr. R.E. Brinkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat over de combinatie van een fideicommis met een rechtspersoon als bezwaarde of verwachter. De conclusie luidt dat een fideicommissaire erfstelling met een rechtspersoon niet mogelijk is. Dat betekent dat steeds art. 4:140 lid 1 BW van toepassing is: als de rechtspersoon bezwaarde of verwachter is, wordt de verkrijging van de bezwaarde na dertig jaar na het overlijden van de insteller onvoorwaardelijk. Bepaalde fideicommissaire legaten kunnen een oplossing bieden voor bovenstaand probleem. De testateur doet er dan ook goed aan zorgvuldig te beschrijven wie op welke wijze welke rechten en plichten krijgt. |
Artikel |
Het willekeurige karakter van de verboden beschikkingen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | verboden beschikking, willekeurig karakter, curatoren |
Auteurs | Mr. H.J. de Jonge |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op het willekeurige karakter van de verboden beschikkingen in het erfrecht. Men kan zich afvragen waarom een curator niet uitgesloten is van het genieten van voordeel uit een uiterste wilsbeschikking van zijn curandus. Men zou zich op het standpunt kunnen stellen dat artikel 4:57 lid 1 BW van overeenkomstige toepassing is op testamentaire bevoordelingen van een onder curatele gestelde ten behoeve van zijn curator. De heersende opvatting in de literatuur is echter dat er geen sprake is van een overeenkomstige onbevoegdheid. De auteur meent dat er voldoende argumenten zijn om de vraag naar een wettelijke regeling (opnieuw) aan de orde te stellen. |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2016 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Leonie Rammeloo, Marianne Valk e.a. |
Artikel |
DSM/Fox en uitleg van notariële akten – (nog) geen ‘vloeiende overgang’ van overeenkomst naar notariële akte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | uitleg, Haviltex, DSM/Fox, overeenkomst, notariële akte |
Auteurs | Prof. mr. drs. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de uitleg van notariële akten. Ingegaan wordt op het toepasselijke uitlegcriterium voor onder meer registergoederenakten, grossen, huwelijkse voorwaarden, uiterste wilsbeschikking, statuten en schenkingen, mede in het uitlegkader van het arrest DSM/Fox. |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2015 |
Auteurs | Mr. Jan de Boer |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Erfrechtelijke consequenties van een vaststelling van het vaderschap |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | niet-erkend biologisch kind, legitieme portie, schenking, artikel 1:207 lid 5 BW |
Auteurs | Prof. mr. E.A.A. Luijten en Prof. mr. W.R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een niet-erkend biologisch kind van een erflater stelt na de dood van de laatste een vordering in tot betaling van zijn legitieme portie jegens erflaters erfgenaam en jegens een derde, van wie het kind aanneemt dat deze bevoordeeld is door een schenking van erflater. De rechtbank wijst de vordering op beide wederpartijen toe ex artikel 1:207 lid 5 BW; de hoogte van hetgeen het kind toekomt, dient nader te worden bepaald. |