In deze bijdrage wordt middels een eerste, verkennende jurisprudentieanalyse inzichtelijk gemaakt wat speelt op het gebied van vergoeding van immateriële schade in de context van shockschade na inwerkingtreding van de Wet vergoeding affectieschade. De uitspraken zijn geanalyseerd op basis van de cumulatie van de shock- en affectieschadevordering, de hoogte van de vergoeding van immateriële schade in geval van een shockschadevordering, de niet-ontvankelijkheid van de shockschadevordering, het confrontatievereiste en het vereiste van geestelijk letsel. Aan dit laatste vereiste komt in deze bijdrage bijzondere aandacht toe bij bespreking van het juridisch kader. |
Zoekresultaat: 146 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | geestelijk letsel, cumulatie, hoogte, niet-ontvankelijkheid, confrontatievereiste |
Auteurs | Mr. A.M. Overheul |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De rechtsstaat en het geldInnovatie en financiering van de (appel)rechtspraak |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Modernisering Wetboek van Strafvordering, Tweede Kamerverkiezingen, Politiek en strafrecht, Rechtspraak, Beleid |
Auteurs | Mr. A. (Ton) de Lange, Mr. W.E.C.A. (Wim) Valkenburg en Mr. J. (Jessica) van der Vegte |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs van deze bijdrage signaleren dat in Polen en Hongarije de rechtsstaat wankelt. Nu is de rechtsstatelijke situatie in Polen en Hongarije weliswaar niet te vergelijken met die van ons land, toch is ook die niet onaantastbaar. Kwetsbaar in dit opzicht is de financiering van de rechtspraak. Zo kan de principiële vraag worden gesteld of de onafhankelijkheid van de derde staatsmacht wel voldoende is geborgd nu deze binnen de begroting van de uitvoerende macht valt, in casu het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het huidige financieringssysteem knelt überhaupt. Voor deze bijdrage is vooral relevant dat het financieringssysteem niet voorziet in een adequaat budget voor de noodzakelijke innovatie. Die noodzaak is er voortdurend en zeker nu. |
Artikel |
Art. 81 Wet RO: de stand van zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | cassatie, Hoge Raad, motivering, rechtsvorming |
Auteurs | Tom van Malssen en Coen van Schaijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage brengt de huidige art. 81 Wet RO-toepassingspraktijk van de civiele kamer van de Hoge Raad in kaart, mede tegen de achtergrond van de invoering van art. 80a Wet RO en de gespecialiseerde cassatiebalie in 2012. De bijdrage signaleert enkele verschuivingen in het type 81-zaken, de wijze waarop het parket in 81-zaken concludeert en de samenstelling waarin de Hoge Raad de zaken afdoet. Deels laten deze verschuivingen zich op het conto schrijven van de Wet versterking cassatierechtspraak, maar deels zouden zij hun oorzaak ook elders kunnen vinden, bijvoorbeeld in de zelfverklaarde focus van de Hoge Raad op rechtsvorming. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak Scheidsgerecht GezondheidszorgVan medisch specialisten, ziekenhuis en governance |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | maatschap, ontbinding, opzegging, medisch-specialistisch bedrijf, Governancecommissie Zorg |
Auteurs | Mr. T.A.M. van den Ende |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 1998 zijn in deze kroniek steeds de belangrijkste uitspraken van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg behandeld. In de laatste twee kronieken is die focus verschoven naar zowel uitspraken van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg als uitspraken van de civiele rechter. De vorming van de medisch-specialistische bedrijven heeft gezorgd voor een andere dynamiek binnen het ziekenhuis. Meer dan voorheen zien we in de jurisprudentie van de civiele rechter maatschapsgeschillen, opzeggingen, toegangsontzeggingen en geschillen die de governance van het ziekenhuis raken. |
Boekbespreking |
Cassatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Freerk Vermeulen |
Auteursinformatie |
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Annotatie |
Annotatie bij Hoge Raad 20 december 2019, zaaknr. 19/02852, ECLI:NL:HR:2019:2036 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Prof. dr. G.R. de Groot |
Auteursinformatie |
Artikel |
Nederlands Caribisch financieel recht |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Caribisch financieel recht, Toezichtrecht, Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Centrale Bank van Aruba |
Auteurs | Mr. K. Frielink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage over het Caribisch financieel recht wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen op het terrein van wetgeving, rechtspraak en literatuur in de afgelopen 10 jaar. |
Actualia |
Jeugdhulp en jeugdbescherming |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Mr. T. de Vette |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Anneloes Kuiper-Slendebroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor het evenwicht tussen de staatsmachten, maar ook voor de ontwikkeling van internationaal recht, is de wijze waarop de nationale rechter zijn rol vervult van belang: gedraagt hij zich als rechtsvormer of als een rechtshandhaver? Zowel de legitimatie en vorming van het internationale recht als de handhaving van de internationale verplichtingen van de Staat op nationaal niveau zijn hiervan afhankelijk. Deze belangen worden bezien vanuit internationaal perspectief en uiteengezet aan de hand van recente jurisprudentie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Urgenda, Miller v. Secretary of State, Norm of judicial apoliticality, Ronald Dworkin, Judicial restraint |
Auteurs | Maurits Helmich |
SamenvattingAuteursinformatie |
Few legal theorists today would argue that the domain of law exists in isolation from other normative spheres governing society, notably from the domain of ‘politics’. Nevertheless, the implicit norm that judges should not act ‘politically’ remains influential and widespread in the debates surrounding controversial court cases. This article aims to square these two observations. Taking the Miller v. Secretary of State and Urgenda cases as illustrative case studies, the article demonstrates that what it means for judges to adjudicate cases ‘apolitically’ is itself a matter of controversy. In reflecting on their own constitutional role, courts are forced to take a stance on substantive questions of political philosophy. Nevertheless, that does not mean that the ‘norm of judicial apoliticality’ should therefore be rejected. The norm’s coherence lies in its intersocial function: its role in declaring certain modes of judicial interpretation and intervention legitimate (‘legal’/‘judicial’) or illegitimate (‘political’). |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Prof. mr. dr. J. de Boer |
Auteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Asiel- en Vreemdelingenrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2020 |
Auteurs | Eva Bezem, Dora Brouwer, Anna Cleuters e.a. |
Artikel |
Over gewetensbeslissingen en het probleem van subjectiviteit bij rechterlijke oordeelsvorming |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | rechterlijke beslissing, Geweten, Subjectiviteit, Objectivering, Motivering |
Auteurs | Mr. dr. Tom van Malssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article delineates the problem of judicial subjectivity in so-called ‘hard cases’. Decisions in such cases are essentially decisions of conscience, which in principle can escape the control mechanisms of objectivation and justification. This leads to the question as to the attributes of a good judge. |
Annotatie |
Gedeeltelijke beëindiging en het toetsingsmoment in ontslagzakenHR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 (werkneemster/Schoonmaakbedrijf Victoria B.V.) en ECLI:NL:HR:2020:284 (werknemer/werkgever) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Gedeeltelijke ontbinding, Ex tunc, Ex nunc, Vermindering arbeidsduur, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2020 wees de Hoge Raad een tweetal beschikkingen waarin de vraag naar de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding en het toetsingsmoment van ontbindingsbeschikkingen in hoger beroep centraal stond. Op beide punten was nadere richting gewenst. De Kolom-beschikking kon vermoeden dat een belangrijke stap gezet was richting de mogelijkheid van een gedeeltelijke ontbinding. Niets blijkt minder waar, getuige het oordeel in de Victoria-beschikking, of toch…? Ook de vraag naar het toetsingsmoment van ontslagzaken in hoger beroep heeft de gemoederen beziggehouden. De Hoge Raad komt niet tot een uniform antwoord. Gaat het om een afgewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing in hoger beroep ex nunc; gaat het om een toegewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing ex tunc. Deze bijdrage onderwerpt de twee beschikkingen aan een nadere analyse. |
Artikel |
Het wijzigingsrecht als koninklijke weg naar interne wendbaarheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | wijziging, Interne wendbaarheid, deeltijdontslag, voorwaarden |
Auteurs | mr. Nicola Gundt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt bezien in hoeverre het wijzigingsrecht van de werkgever in de lege lata en de lege ferenda kan bijdragen aan de wens tot meer bedrijfsinterne flexibiliteit. Voorwaarde voor de wijziging als functionerend arbeidsmarktinstrument is de aanwezigheid van heldere en duidelijke criteria voor de toepassing van dit instrument. Deze criteria worden aan de hand van rechtspraak en doctrine onderstaand geformuleerd. De criteria betreffen zowel de vraag wanneer een werkgever een wijziging mag inzetten als hoe een dergelijke wijziging inhoudelijk wordt vormgegeven. Een tweede, even belangrijke vraag betreft de waarborgen voor werknemers indien een werkgever gebruik maakt van een wijzigingsbevoegdheid. In dit kader worden ook procedurele waarborgen in het buitenland onderzocht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | verhoorbijstand, rechtsbijstand, consultatiebijstand, politieverhoor, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. J.H.J. (Joost) Verbaan en Mr. L.E. (Laura) Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de rechtspositie van de raadsman tijdens het politieverhoor. De advocaat heeft sinds de uitspraak in de zaak Salduz/Turkije het recht voorafgaand aan het politieverhoor aanwezig te zijn bij het verhoor. Het recht tot rechtsbijstand strekt zich ook uit tot aanwezigheid tijdens het verhoor. De invulling van dat rechtsbijstandsrecht tijdens het verhoor is geregeld in het Besluit inrichting en orde politieverhoor. De auteurs bespreken in dit artikel de houdbaarheid van die regeling. Uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) lijken te suggereren dat deze invulling te eng is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | mensenhandel, uitbuiting, rechtsvorming, machtenscheiding, rechtszekerheid |
Auteurs | Mr. dr. L.B. (Luuk) Esser |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad drukt de laatste vier jaar een belangrijk stempel op de reikwijdte van de strafbaarstelling van mensenhandel, die is opgenomen in artikel 273f Sr. Zo heeft hij het wetsartikel in belangrijke mate afgebakend door in een deel van de delictsomschrijvingen het bestanddeel ‘uitbuiting’ in te lezen. Wat zijn de implicaties van de door de Hoge Raad gekozen oplossingsrichting en hoe kunnen de door hem gemaakte keuzes worden gewaardeerd? |
Wetenschap |
Verschuivend paradigma in corporate governance bij vijandige overnamesReflecties van rechters, bestuurders en commissarissen, een lid van de Monitoring Commissie en een institutionele belegger tegen de achtergrond van ontwikkelingen op de kapitaalmarkt en in de jurisprudentie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | langetermijnwaardecreatie, corporate governance, shareholder- en stakeholdermodel, vijandige overnames, vennootschappelijk belang |
Auteurs | Mr. dr. J. Nijland, Dr. T.L.M. Verdoes, Dr. M.P. Lycklama à Nijeholt e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De recente ontwikkelingen in de Nederlandse jurisprudentie en de herziening van de Corporate Governance Code zouden kunnen dienen als een belangrijke katalysator voor meer ‘duurzame’ overnamebesluiten door het benadrukken van het belang van langetermijnwaardecreatie. De auteurs interviewden belangrijke actoren in overnameconflicten om hun visie te geven op de kansen en bedreigingen van langetermijnwaardecreatie. De reflecties zijn in lijn met de ontwikkelingen en aldus doorgedrongen in het maatschappelijke speelveld. Concrete invulling geven aan langetermijnwaardecreatie is complex vanwege de uiteenlopende visies op het vennootschappelijke belang: de shareholders, stakeholders en de entiteit. Dit schept echter ook de ruimte om autonoom invulling te geven aan langetermijnwaardecreatie. |