Within orthodox-protestant schools in The Netherlands there is growing diversity and uncertainty about internal religious, cultural and social norms. Though orthodox-protestant schools are among the strongest semi-autonomous social fields, where it is difficult for equal treatment law to pervade, this growing diversity and uncertainty about internal norms can make this pervasion possible. The uncertainty about the meaning of the exception clause in equal treatment legislation for the appointment policy of religious schools also affects this. |
Zoekresultaat: 195 artikelen
Artikel |
Kroniek Privacyrecht2020 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2021 |
Auteurs | CHRISTIAAN ALBERDINGK THIJM, VITA ZWAAN, MARIEKE BERGHUIS e.a. |
Auteursinformatie |
Artikel |
Gelijkebehandelingswetgeving en identiteitsgebonden benoemingsbeleid van orthodox-protestantse scholenOnzekerheid over consistentie en het enkele feit |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Equal treatment / anti-discrimination, Orthodox-protestant schools, Religious norms, Semi-autonomous social fields, Uncertainty |
Auteurs | Mr. dr. Niels Rijke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | winstuitkering door zorgaanbieders, Unierecht, EVRM |
Auteurs | Dr. L.R. Glas LLM, prof. mr. J.W. van de Gronden en mr. dr. J.M. Veenbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Regulering van winstuitkering is een politiek discussiepunt. Het kan dan ook voorkomen dat regulering van winstuitkering tot een lappendeken aan wetgeving leidt. Dit artikel gaat na welke ruimte het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Unierecht laten om politieke compromissen te sluiten op het gebied van winstuitkering door zorgaanbieders. |
Artikel |
Kwantificering van de voor- en nadelen van duurzaamheidsafspraken onder artikel 6 lid 3 Mededingingswet |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | duurzaamheid, afspraken, KBA, WZA, capaciteitenbenadering |
Auteurs | Eva van der Zee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage richt zich op de mogelijkheden en beperkingen om voor- en nadelen van een duurzaamheidsafspraak te kwantificeren onder artikel 6 lid 3 Mededingingswet gebaseerd op de kosten-batenanalyse, de welzijnsanalyse en de capaciteitenbenadering. |
Artikel |
Publieke en private handhaving van het kartelverbod – een convergente toepassing van dezelfde norm? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | kartel, kartelverbod, publieke handhandhaving, private handhaving |
Auteurs | Ellen Römkens, Anke Prompers, Aron Bouman e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit tweeluik zal aan de hand van rechtspraak worden geïnventariseerd of ten aanzien van (a) het bewijzen van kartelafspraken en (b) de wijze van toerekening, we op het eerste oog kunnen spreken van een convergente toepassing van het kartelverbod door de Nederlandse bestuursrechter en de civiele rechter. |
Article |
|
Tijdschrift | European Employment Law Cases, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Applicable Law, Posting of Workers |
Auteurs | Gautier Busschaert en Pieter Pecinovsky |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article focuses on the posting of workers in the aviation industry. The main problem is that it is not clear in which situations the Posting of Workers Directive should be applied to aircrew (i.e. cabin crew and pilots). The aviation sector is characterised by a very mobile workforce in which it is possible for employees to provide services from different countries in a very short timeframe. This makes it, to a certain extent, easier for employers to choose the applicable social legislation, which can lead to detrimental working conditions for their aircrew. This article looks into how the Posting of Workers Directive can prevent some air carriers from unilaterally determining the applicable social legislation and makes some suggestions to end unfair social competition in the sector. This article is based on a research report which the authors drafted in 2019 with funding from the European Commission (hereafter the ‘Report’) |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Migration, EU migration law, time |
Auteurs | Gerrie Lodder |
SamenvattingAuteursinformatie |
States apply different material conditions to attract or restrict residence of certain types of migrants. But states can also make use of time as an instrument to design more welcoming or more restrictive policies. States can apply faster application procedures for desired migrants. Furthermore, time can be used in a more favourable way to attract desired migrants in regard to duration of residence, access to a form of permanent residence and protection against loss of residence. This contribution makes an analysis of how time is used as an instrument in shaping migration policy by the European Union (EU) legislator in the context of making migration more or less attractive. This analysis shows that two groups are treated more favourably in regard to the use of time in several aspects: EU citizens and economic- and knowledge-related third-country nationals. However, when it comes to the acquisition of permanent residence after a certain period of time, the welcoming policy towards economic- and knowledge-related migrants is no longer obvious. |
Artikel |
Smallsteps versus Heiploeg: wat is de stand van zaken? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | pre-pack, overgang van onderneming, Richtlijn 2001/23/EG, werknemersbescherming, voortzetting activiteiten |
Auteurs | Mr. V.M. van Erpers Roijaards |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na het Europese Hof in het Smallsteps-arrest heeft de Hoge Raad zich in de Heiploeg-zaak onlangs uitgesproken over de arbeidsrechtelijke gevolgen van een doorstart die is voorbereid middels een pre-pack. Opvallend is dat deze uitspraken uiteenlopen. Daarom legt de auteur in deze bijdrage het Heiploeg-arrest langs de meetlat van het Smallsteps-arrest en beziet zij wat de implicaties van het Heiploeg-arrest zijn. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Vrijheid in het internationaal privaatrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | Partijautonomie, Consumentenbescherming, aansprakelijkheid van multinationals, tweede-generatieverordeningen, Arbeidsovereenkomsten |
Auteurs | Prof. dr. V. Van Den Eeckhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele aantekeningen vanuit ipr-perspectief geformuleerd omtrent ‘vrijheid’ én vrijheidsbeperking. Gefocust wordt op diverse actuele thema’s. Daarbij worden zowel directe als indirecte verschijningsvormen van vrijheid blootgelegd. Een verkenning van de verhouding van ‘vrijheid’ tot ‘bescherming van kwetsbare partijen’ blijkt te nopen tot waakzaamheid bij regulering. |
Vrij verkeer |
Beperkingen van het verblijfsrecht van EU-burgers en hun familieleden in de lidstaten van de EU: Uit het oog, maar niet uit het hart? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | EU-burgerschap, Burgerschapsrichtlijn, voldoende middelen eis, uitzettingsmogelijkheden, gezinshereniging |
Auteurs | Mr. dr. H. van Eijken en H.H.C. Kroeze LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht van vrij verkeer en verblijf van EU-burgers en hun familieleden in de EU wordt geregeld door de Burgerschapsrichtlijn. Dit recht is echter niet absoluut en kan worden geweigerd of ingetrokken wanneer een EU-burger onvoldoende inkomsten heeft om voor zichzelf en voor zijn familie te zorgen. Familieleden die geen EU-nationaliteit bezitten, hebben een recht om te verblijven in een gastlidstaat, wanneer zij hun familielid, die EU-burger is, begeleiden of zich bij deze EU-burger voegen. In de twee zaken die in dit artikel centraal staan, worden deze twee voorwaarden voor het verblijfsrecht van EU-burgers en hun familieleden door het Hof van Justitie nader uitgelegd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | verkeersveiligheid, aansprakelijkheid, verkeersverzekering |
Auteurs | Mr. dr. K.A.P.C. van Wees |
SamenvattingAuteursinformatie |
De huidige technologische ontwikkelingen op het terrein van de voertuigautomatisering stellen het bestaande publiekrechtelijk reguleringsinstrumentarium op de proef. Daarbij spelen met name de snelheid van de ontwikkelingen, de onzekerheid over de veiligheidseffecten en de nieuwsoortige aard van de technologie en de daaraan verbonden risico’s een rol. Een van de vragen die daarbij rijst, is die naar het potentieel van het aansprakelijkheidsrecht om als aanvullend of substituut-reguleringsinstrument te fungeren. Het antwoord op die vraag is, in ieder geval in theorie, positief. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Preventieve toetsing van ontslagen op de a-grond door het UWV, Vrijheid van vestiging, Vrijheid van ondernemerschap |
Auteurs | Prof. mr. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage onderzoekt de vraag of ons Nederlandse systeem van de preventieve toetsing door het UWV van ontslagen die het gevolg zijn van bedrijfseconomische omstandigheden als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub a BW (de a-grond) in overeenstemming is met het Unierecht. Een nauwgezette analyse van de rechtspraak van het HvJ EU, waaronder in het bijzonder het AGET Iraklis-arrest uit 2016, wijst uit dat de aanwijzingen die het HvJ geeft omtrent de uitlegging van het Unierecht, in het bijzonder ten aanzien van de toepassing van de vrijheid van vestiging in samenhang met de vrijheid van ondernemerschap, repercussies hebben voor het Nederlandse systeem van de preventieve toetsing van ontslagen op de a-grond. De conclusie luidt dat de toetsing door het UWV van het besluit van de ondernemer dat de arbeidsplaats van een werknemer is vervallen door beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of structureel vervalt door maatregelen die om bedrijfseconomische redenen noodzakelijk zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering, strijdig is met het Unierecht en daarom achterwege moet blijven. De oorzaak ligt bij het ontbreken van concrete, objectieve en controleerbare uitvoeringsbepalingen. De toetsing van de vervolgvraag betreffende de ontslagvolgorde lijkt wel te voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de rechtspraak van het HvJ EU. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, februari 2020 |
Auteurs | Caranina Colpaert LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De grote toestroom van migranten en asielzoekers in de EU houdt vandaag nog steeds verschillende regelgevers wakker. Niet alleen de nationale overheden, maar ook de EU-regelgevers zoeken naarstig naar oplossingen voor de problematiek. Daartoe trachten de EU-regelgevers het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) bij te werken. |
Artikel |
Wet overgang van onderneming in faillissement: wat heeft de werknemer eraan? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Pre-pack, Werknemersrechten, Vakbond, Doorstart, Overgang van onderneming |
Auteurs | mr. Jola Boot en Mr. Jeroen Ipenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs benaderen het Voorontwerp van de ‘Wet overgang van onderneming in faillissement’ vanuit het werknemersperspectief. De auteurs zoeken naar en geven een antwoord op de vraag wat de werknemer heeft aan het Voorontwerp. Toepassing van het Voorontwerp op de Smallsteps-zaak leidt er volgens de auteurs toe dat de ontslagen Estro-werknemers slechter af zijn onder het Voorontwerp. De auteurs benoemen diverse (arbeidsrechtelijke) bezwaren die kleven aan het Voorontwerp en constateren dat het Voorontwerp op diverse plaatsen (mogelijk) in strijd is met Richtlijn 2001/23/EG. De auteurs geven een aantal aanbevelingen om het Voorontwerp vanuit het werknemersperspectief te verbeteren. |
Annotatie |
Het discriminatieverbod als katalysator van de negatieve vrijheid van religie in identiteitsgebonden organisatiesHvJ EU 17 april 2018, C-414/16 (Vera Egenberger/Evangelisches Werk für Diakonie und Entwicklung eV) en HvJ EU 11 september 2018, C-68/17 (IR/JQ) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Kaderrichtlijn 2000/78, Discriminatie op basis van godsdienst of overtuiging, Identiteitsgebonden organisaties, Toegang tot de rechter, Proportionaliteit |
Auteurs | Prof. dr. F. Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de hier besproken arresten buigt het Europese Hof van Justitie zich voor de tweede maal sedert de arresten Achbita en Bougnaoui (2017) over de draagwijdte van discriminatie op basis van godsdienst of overtuiging. Stond in de hiervoor genoemde arresten de vraag centraal of de indirecte discriminatie die een hoofddoekverbod in een neutrale organisatie impliceert kon worden gerechtvaardigd, dan botsen in de hier besproken arresten een sollicitant en een werknemer in identiteitsgebonden organisaties op het ethos van die organisatie. De vraag staat centraal in welke mate een identiteitsgebonden organisatie zich op dat ethos kan beroepen om een kandidaat te weigeren die géén lid is van een protestants kerkgenootschap, en om een arts te ontslaan die na het aangaan van een kerkelijk huwelijk dat noch werd nietig verklaard, noch door de dood van zijn voormalige echtgenote werd ontbonden een tweede civiel huwelijk aanging. In deze bijdrage wordt de wijze waarop het Europese Hof van Justitie met dergelijke loyaliteitsconflicten omgaat vergeleken met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De verruimde mogelijkheid die identiteitsgebonden organisaties hebben om directe discriminatie op basis van geloof of overtuiging te rechtvaardigen wordt vergeleken met de gemene rechtvaardiging van directe discriminatie. Een ander punt van aandacht is de vergelijking tussen deze verruimde rechtvaardiging van directe discriminatie én de rechtvaardiging van beperkingen van de vrijheid van godsdienst. De oordelen van het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens worden beschouwd in het licht van deze Luxemburgse jurisprudentie. |
Energie |
Vergeet de effectbeoordeling niet: het beginsel van energiesolidariteit en leveringszekerheid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | energiesolidariteit, solidariteitsbeginsel, artikel 194 VWEU, Nord Stream, Gasrichtlijn |
Auteurs | Dr. L.S. Reins |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 september 2019 heeft het Gerecht van de Europese Unie arrest gewezen in zaak T-883/16, Polen/Commissie. Dit artikel bespreekt de belangrijkste elementen van het arrest, met name in het kader van het energiesolidariteitsbeginsel en de daaruit, aldus het Gerecht, voortvloeiende verplichting om een effectbeoordeling met betrekking tot de energieleveringszekerheid van andere lidstaten uit te voeren in het geval van vrijstellingsbesluiten op grond van de Derde Gasrichtlijn. Hierbij wordt onder meer besproken of het Gerecht met zijn interpretatie van dit beginsel de uitvoerende macht, dat wil zeggen de nationale regelgevende instantie en de Commissie, tot meer concrete actie heeft willen doen bewegen. |
Op 29 juli 2018 trad Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018, betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen, in werking. Zoals de titel doet vermoeden stelt deze richtlijn voorschriften vast voor een gemeenschappelijk kader om voorafgaand aan de invoering van nieuwe of de wijziging van bestaande reglementering van beroepen, de evenredigheid van die bepalingen te beoordelen. De lidstaten dienen de richtlijn uiterlijk op 30 juli 2020 te hebben omgezet. |
Artikel |
Zorgplicht: omgevingsrechtelijk instrument van de toekomst?‘Een goed gekozen zorgplicht leidt tot wetgeving die aanmerkelijk bestendiger is dan gedetailleerde regels …’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | handhaving, zorgplicht, voorzorgplichten |
Auteurs | Prof. dr. F.P.C.L. (Frans) Tonnaer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op enkele belangrijke aspecten van de zorgplicht in het omgevingsrecht, zoals handhaafbaarheid en toepasbaarheid van het instrument van de zorgplicht in de verschillende gedaanten onder de komende Omgevingswet en AMvB’s. |
Asiel en migratie |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | Schengengrenscode, vervoerderssancties, politiecontroles, grenscontroles |
Auteurs | Dr. J.J. Rijpma |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Touring Tours oordeelt het Hof van Justitie dat de verplichting tot het controleren van de verblijfsstatus van internationale buspassagiers binnen het Schengengebied geschaard kan worden onder het begrip (politie)controles binnen het Schengengebied. Hoewel deze in principe zijn toegestaan onder de Schengengrenscode, hebben de controles in casu een effect dat gelijk is aan controles aan de binnengrenzen en zijn daarom in strijd met het Unierecht. Dit artikel plaatst vraagtekens bij de keuze van het Hof van Justitie om de controles aan te merken als politiecontroles en plaatst het arrest in de bredere context van de spanning tussen mobiliteit en veiligheid in de nasleep van de vluchtelingencrisis. |