Kwaliteit van wetgeving is cruciaal voor het vertrouwen van burgers in de overheid en daarmee voor het draagvlak van die overheid. Toch is dit te vaak een onderbelicht element in het wetgevingsproces. Dit geldt zeker tijdens een kabinetsformatie en het opstellen van een regeerakkoord. Maar ook gedurende een kabinetsperiode krijgt de kwaliteit van wetgeving niet altijd de aandacht die nodig is. Dit artikel gaat in op de wijze waarop in een regeerakkoord beter rekening kan worden gehouden met die kwaliteit. Ook tijdens het reguliere beleidsproces zijn er verschillende instrumenten en mogelijkheden om tijdig de kwaliteit van wetgeving als onderdeel van het wetgevingsproces te borgen. Daarbij wordt uitgebreider stilgestaan bij een uniek wetgevingsproces in de jaren negentig. |
Zoekresultaat: 47 artikelen
Artikel |
Regeerakkoord en kwaliteit van wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | wetgevingskwaliteit, wetgevingsproces, kabinet-Rutte IV, kabinetsformatie, Coalitieakkoord 2021-2025 |
Auteurs | R.K. Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Veranderend karakter van pensioen leidt tot meer zorgplichten voor pensioenfondsen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | pensioenuitvoerders, keuzebegeleiding, pensioenstelselherziening, financiële toezichtregelgeving, civielrechtelijke zorgplicht |
Auteurs | Mr. M.E.J. Bracco Gartner |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het nieuwe pensioenstelsel wordt pensioen meer individueel. Pensioen gaat daardoor steeds meer op een gewoon financieel product lijken. Dit heeft gevolgen voor de verhouding tussen de pensioenuitvoerder en zijn deelnemers. Niet alleen nemen de publiekrechtelijke zorgplichten toe, ook de civielrechtelijke zorgplichten zullen toenemen. |
Artikel |
Streven naar coherentie in de publieke sanctionering van financieel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | sociaaleconomisch strafrecht, financieel strafrecht, coherentie sanctiestelsels, WED, Wft |
Auteurs | Em. prof. mr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verhouding tussen de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhavingsstelsels worden benaderd vanuit het oogpunt van coherentie. In de strafrechtelijke sanctionering is de WED het centrale uitgangpunt. De auteur acht uiteindelijk deze wet nog steeds toekomstbestendig. Andere benaderingen verliezen aan coherentie. De auteur doet enkele voorstellen voor verbetering en aanpassing van artikel 1 en 59 WED. De bestuursrechtelijke benadering start bij de Wft als centrale wet, maar de sanctionering is minder gestructureerd als in het strafrecht. De auteur ziet verschillende sanctiefiguren opkomen in het strafrecht en in het bestuursrecht (art. 74 Sr, 257a e.v. Sv), die een samenvloeien van bestuur- en strafsancties mogelijk maken. De procedures zullen voorlopig gescheiden blijven. De auteur geeft afsluitend enkele vuistregels voor humaan sanctioneren. |
Interview |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | DNB, financieel toezicht |
Auteurs | Joep Beckers en Anna Merz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor deze aflevering van het estafette-interview spraken Joep Beckers en Anna Merz namens de redactie van Tijdschrift voor Toezicht met Else Bos, sinds 1 juli 2018 toezichtdirecteur en voorzitter toezicht bij De Nederlandsche Bank. Mede naar aanleiding van de suggesties van Monique Verdier, vicevoorzitter in de raad van bestuur en Katja Mur, lid van de raad van bestuur bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die we interviewden voor nummer 2020-3 van Tijdschrift voor Toezicht, spraken wij met Else Bos over de belangrijkste uitdagingen voor toezichthouders, de impact van de coronacrisis, duurzaamheid en digitalisering. |
Wetenschap en praktijk |
Leveranciers van elektriciteit en warmte in financiële moeilijkheden: een verkenning van de wettelijke regelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | energie, warmtewet, banken, noodsituatie, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. P. van Asperen en Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de regelingen uit de Elektriciteitswet 1998 en de Warmtewet die gericht zijn op het voorkomen van financiële problemen dan wel de toezichthouder de mogelijkheid geven in te grijpen als dat nodig is. Deze regelingen zijn bedoeld ter bescherming van afnemers tegen die situaties waarbij een leverancier van elektriciteit of warmte in de financiële problemen komt. Zij vergelijken deze regelingen met de regelingen uit de Wet op het financieel toezicht of Europese regelgeving gericht op het voorkomen van financiële problemen bij banken. De auteurs kiezen voor deze vergelijking met banken omdat deze ondernemingen, net als bij elektriciteit en warmte, een maatschappelijke functie kunnen vervullen. De vraag die zij stellen, is of de regelingen voor banken een inspiratiebron kunnen zijn voor het waarborgen van de belangen van de afnemers van elektriciteit en warmte. |
Artikel |
Toezicht en compliance |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Regulatoir toezicht, Financiële instellingen, Caribisch toezichtrecht, Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Centrale Bank van Aruba |
Auteurs | Mr. K. Frielink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage over het toezicht op financiële instellingen wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen op het terrein van wetgeving, rechtspraak en literatuur in de afgelopen 10 jaar. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2019 |
Trefwoorden | verzekeraar, noodregeling, DNB, afwikkeling, bail-in |
Auteurs | Mr. B. Bierman en Mr. P. Kerckhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bierman en Kerckhaert onderzoeken de Conservatrix-casus en gaan in op de vraag of er, na de introductie van de Wet herstel en afwikkeling verzekeraars, lessen uit deze zaak zijn te trekken. Uiterst actueel, nu een aantal verzekeraars de afgelopen jaren (bijna) in de problemen is gekomen, meest recent Yarden in oktober 2019. |
Casus |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | beloning, beloningsbeleid, bonuscap, Wbfo, Wet beheerst beloningsbeleid financiële ondernemingen |
Auteurs | Mr. E.S. Sijmons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ruim vier jaar geleden trad de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) in werking, waarmee een breed pakket aan beloningsregels is geïntroduceerd voor alle financiële ondernemingen. In 2018 is de Wbfo geëvalueerd met voorgenomen wijzigingen tot gevolg. Daarnaast is vanuit politieke hoek een aantal voorstellen tot aanscherpingen gedaan als reactie op maatschappelijke ontwikkelingen. Dit artikel biedt een overzicht van deze ontwikkelingen. De uitkomsten van de evaluatie bieden geen concrete aanknopingspunten voor de recente voorstellen over vaste beloning en ook schort het vaak aan deugdelijke onderbouwing van de noodzaak van de voorgestelde regels. De nieuwe regels met betrekking tot de niet-cao-uitzondering op de bonuscap en met betrekking tot proportionaliteit brengen daarentegen duidelijkheid voor marktpartijen en zijn daarom vanuit juridisch perspectief toe te juichen. |
Redactioneel |
Klimaatverandering en de rol van DNB |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Mr. V.Y.E. Caria |
Auteursinformatie |
Artikel |
Nationale aansprakelijkheidsbeperking financiële toezichthouders vanuit Unierechtelijk perspectief: een ingekaderde beperkingHvJ EU 4 oktober 2018, C-671/16 (Kantarev) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, lidstaataansprakelijkheid, wettelijke aansprakelijkheidsbeperking, toezichthoudersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In onderhavig artikel wordt ingegaan op de betekenis van het Kantarev-arrest (HvJ EU 4 oktober 2018) voor het Nederlandse recht op het gebied van de aansprakelijkheid van financiële toezichthouders en in het bijzonder voor de huidige aansprakelijkheidsbeperking die is neergelegd in art. 1:25d Wft. |
Recent |
Iets meer klachten |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Vergeving, liefde, woede, vergelding, strafrecht |
Auteurs | Jacques Claessen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article the author discusses the book Anger and Forgiveness written by the well-known and influential American philosopher Martha Nussbaum. In the opinion of the author Anger and Forgiveness is a provocative and challenging book. In the book, Nussbaum makes a distinction between conditional and unconditional forgiveness, she relates conditional forgiveness to the logic of retribution and she disapproves retribution and, by extension, conditional forgiveness on moral grounds. Her disapproval of retribution and conditional forgiveness is related to her disapproval of (vindictive) anger, which in her opinion is intrinsic part of retribution and conditional forgiveness. According to Nussbaum, anger – transitional anger excluded – has to be replaced by unconditional love; only conduct that stems from unconditional love can be qualified as moral. Sometimes unconditional forgiveness can be seen as a form of unconditional love. Subsequently, Nussbaum applies her ideas on anger, retribution, forgiveness and love to the political domain, to which also criminal law belongs. Nussbaum pleads for a criminal law system empty of anger and retribution; in Nussbaum’s criminal law system there is only room for prevention, grace and human welfare – all stemming of unconditional love. Nussbaum’s Anger and Forgiveness offers an alternative view on concepts such as anger, retribution, forgiveness and love, concepts which are important within the context of criminal law and restorative justice. The author argues that, although the reader can certainly learn from Nussbaum’s ideas as explained in Anger and Forgiveness, the radicality of her ideas inevitably causes criticism; Nussbaum holds a very idealistic perspective that neglects the human condition. Instead of ruling out anger and retribution, the author advocates a criminal law system that is capable of canalizing anger and transforming vindictive anger into transitional anger. Furthermore, he pleads for a criminal law system that makes forgiveness possible without forcing victims to forgive. For that reason restorative justice practices need to be incorporated into the criminal law system. In sum, to a certain extent Nussbaum and Claessen share the same moral ideals, but they disagree on the path leading tot those ideals. Where Nussbaum opts for a top-down approach, Claessen opts for a bottom-up approach which respects the human condition. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2018 |
Trefwoorden | klimaatverandering, aansprakelijkheid, klimaatrisico’s, De Nederlandsche Bank |
Auteurs | Mr. W. Kloosterman en Mr. M. Kuilman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De gevolgen van klimaatverandering worden ook in Nederland steeds meer zichtbaar. Deze bijdrage gaat in op de (mogelijke) claimrisico’s en aansprakelijkheden voor financiële ondernemingen als het gevolg van klimaatverandering, overige verschijningsvormen van klimaatrisico’s en de vraag of de prudentiële toezichthouder klimaatrisico’s in het toezicht kan betrekken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | ambtshalve, consumentenbescherming, financieel toezichtrecht, gedragstoezicht, B2C |
Auteurs | Mr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de vraag of de door het HvJ EU geformuleerde verplichting tot ambtshalve toepassing van consumentenbeschermende bepalingen ook moet gelden voor financieel toezichtrecht, voor zover de bepalingen daarvan ook ten dele de particuliere belegger beogen te beschermen. |
Artikel |
Zekerheidsrechten vanuit rechtseconomisch perspectief |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | zekerheidsrechten, rechtseconomie |
Auteurs | Mr. R. Bloemink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op de rechtseconomische rechtvaardiging voor de beschikbaarheid van zekerheidsrechten. Op basis van rechtseconomische inzichten wordt een aantal veelgebruikte argumenten voor de beschikbaarheid van (ruime) zekerheidsrechten ter discussie gesteld. Tegelijk wordt een drietal alternatieve argumenten voor de beschikbaarheid van ruime en gemakkelijk te vestigen zekerheidsrechten naar voren gebracht, bestaande uit het transparantieaspect, het exclusiviteitsaspect en het verruimingsaspect. |
Artikel |
Eerste uitspraak over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank en nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2017 |
Trefwoorden | SSM-bankentoezicht, prudentieel toezicht, Europese Centrale Bank, nationale toezichthouders, Administrative Board of Review (ABoR) |
Auteurs | Mr. A.W.M. van Toor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het eerste arrest over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism (SSM) is van principiële aard. Het Gerecht oordeelt dat het SSM-bankentoezicht een exclusieve bevoegdheid van de ECB is en dat de nationale toezichthouders deze taak ten aanzien van niet-significante banken decentraal uitoefenen. Hoewel dit oordeel voor de hand lag, doet het vragen rijzen over de uitoefening van nationale bevoegdheden door de ECB en over de ministeriële verantwoordelijkheid voor het SSM-toezicht van de nationale toezichthouder. Verder verduidelijkt het arrest de betekenis van de adviezen van de Administrative Board of Review (ABoR) voor de motivering van ECB-toezichtbesluiten. |
Jurisprudentie |
Noot bij Rb Rotterdam, sector bestuur, 31 juli 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:5635 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | integriteitsvragen financieel management, bestuurlijke afdoening, voorgenomen publicatie van uitspraak, procedurele tekortkoming, vergelijking bestuursrechtelijke en strafrechtelijke afdoening |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De hierboven afgedrukte uitspraak in een van de rechterlijk procedures van DNB tegen de Delta Lloyd c.a. is uitdrukking van de lange tijd geheerst hebbende onmin tussen DNB als toezichthouder en Delta Lloyd (die overigens naar het schijnt, na de komst van een nieuw management, enigszins lijkt te verdwijnen, al bemoeide DNB zich onlangs nog met de op stapel staande, maar lange tijd betwiste emissie door Delta Lloyd). |
Artikel |
Vernietiging van overeenkomsten op grond van laesio enormis, dwaling of misbruik van omstandighedenProefschrift van mr. I.H. van Loo |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | laesio enormis, wilsgebreken, nadeel, redelijkheid en billijkheid, iustum pretium |
Auteurs | Mr. dr. P.S. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze recensie wordt het proefschrift Vernietiging van overeenkomsten op grond van laesio enormis, dwaling of misbruik van omstandigheden van Igor van Loo besproken. De recensent heeft waardering voor de gedurfde visie van Van Loo ten aanzien van de rol van nadeel c.q. gelijkwaardigheid van prestaties in het contractenrecht, maar plaatst kritische kanttekeningen vanuit methodologisch en juridisch-dogmatisch perspectief. |
Praktijk |
AIFMD: veranderd toezicht op beheerders van beleggingsinstellingen in Nederland |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | AIFMD, beheerders, beleggingsinstellingen |
Auteurs | R.J. Boogaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de inwerkingtreding van de AIFMD in de Nederlandse regelgeving is het toezichtregime voor beheerders van beleggingsinstellingen ingrijpend veranderd. Nu het stof rond de eerste implementatieperikelen is neergedaald, kan een tussenbalans worden opgemaakt van de gevolgen van de AIFMD voor de Nederlandse fondsenpraktijk. Dit artikel behandelt ten eerste de vraag welke entiteiten onder de reikwijdte van de AIFMD vallen, en welke daarvan uitgezonderd zijn. Vervolgens wordt ingegaan op de regimes die voor Nederlandse beheerders gelden, met name het ‘lichte’ registratieregime van art. 2:66a Wft, het ‘volledige’ vergunningsregime van art. 2:65 Wft en het grandfathering-regime. Tot slot worden de regimes behandeld die gelden voor buitenlandse beheerders van beleggingsinstellingen die in Nederland actief (willen) zijn door Nederlandse beleggingsinstellingen te beheren of door beleggingsinstellingen aan Nederlandse beleggers aan te bieden. |
Casus |
Governance en bescherming van banken |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | banken, publiek belang, publiek aandeelhouderschap, privatisering, Interventiewet, overheidsinvloed, vijandige overnames, beschermingsconstructies, certificering |
Auteurs | Prof. mr. D.F.M.M. Zaman, Mr. G.M. Portier en Mr. dr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de vraag welke publiek- en privaatrechtelijke mogelijkheden er bestaan om op permanente wijze een bank (of andere financiële instelling) te beschermen tegen beleid dat niet gericht is op het publieke belang. Daarbij worden mogelijke publiek- en privaatrechtelijke instrumenten vergeleken en geplaatst in een nationaal- en Europeesrechtelijk kader. Aangezien publiekrechtelijke instrumenten uit hoofde van de Interventiewet slechts onder bepaalde voorwaarden inzetbaar zijn (dreigende insolventie van de onderneming of instabiliteit van het financieel stelsel) en traditionele beschermingsconstructies slechts kunnen worden ingezet ter voorkoming van vijandige overnames, zien de auteurs mogelijkheden voor het gebruik van aanvullende privaatrechtelijke instrumenten ter stimulering van beleid van banken gericht op het publieke belang. |