Sinds inwerkingtreding van de WAMCA kent de collectieve actie een procedurele tweedeling in een ontvankelijkheidsfase en een inhoudelijke fase. Inhoudelijke behandeling van de vordering vindt ingevolge art. 1018c lid 5 Rv pas plaats indien en nadat de rechter over de ontvankelijkheid heeft beslist. De vraag is in hoeverre de twee fasen los van elkaar kunnen worden gezien, nu elementen van de ontvankelijkheidstoets nauw zijn verweven met de inhoudelijke beoordeling. De auteur maakt een vergelijking met de Amerikaanse federale class action, die een soortgelijke problematiek kent, en betoogt dat een genuanceerde toepassing van art. 1018c lid 5 Rv aangewezen is. |
Zoekresultaat: 2676 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | WAMCA, ontvankelijkheidsbeslissing, class certification |
Auteurs | Pim Wissink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Boekbespreking |
Mandatory family protection |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | legitieme, internationaal, rechtsvergelijking |
Auteurs | Mr. drs. M.R. Beuker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze boekbespreking analyseert de auteur het boek Mandatory family protection. Dit derde boek in een serie over rechtsvergelijkend erfrechtelijk onderzoek handelt over de dwingende bescherming die verschillende landen toekennen aan familieleden van erflaters. Diverse auteurs beschrijven de nationale regelingen van Europese landen, landen met een common law-stelsel, China en islamitische landen. Daarnaast is een aantal hoofdstukken gewijd aan historische en rechtsvergelijkende aspecten van dwingende erfrechtelijke bescherming. Duidelijk wordt dat het erfrecht constant in beweging is; stelsels met een legitieme portie zoeken flexibiliteit, terwijl rechtszekerheid gezocht wordt door stelsels met aanspraken gebaseerd op behoeften van familieleden. |
La présente contribution vise à analyser les développements jurisprudentiels de la Commission européenne des droits de l’homme et de la Cour européenne des droits de l’homme en matière d’interruption de grossesse. Nous formulons une réponse à la question suivante: vu de l’évolution de la jurisprudence, quelles conclusions pouvons-nous tirer sur la position actuelle de la Cour européenne des droits de l’homme sur la question du droit et de l’accès à l’avortement? À travers une analyse des décisions et arrêts rendus par la Commission et la Cour, nous étudions la façon dont les différents intérêts et droits s’articulent, à savoir ceux de la femme enceinte, du père potentiel, de l’enfant à naître et de la société. Au terme de cette étude, nous déterminons la marge d’appréciation dont jouissent les états membres en la matière, ainsi que la manière dont la Cour réalise une balance des différents intérêts en présence. |
Artikel |
Groene ketenaansprakelijkheidGeen ontkomen aan |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | georganiseerde misdaad, ecologische misdaad, corruptie, fraude, Oekraïne |
Auteurs | Em. prof. dr. P.C. van Duyne |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt verslag gedaan van onderzoek naar ontbossing in Oekraïne. Uit door Earthsight en plaatselijke onderzoeksjournalisten uitgevoerd onderzoek blijkt dat een groot deel van het naar de EU uitgevoerde hout onwettig gewonnen is, mogelijk gemaakt door corruptie van hooggeplaatste ambtenaren. De in de EU gebruikte duurzaamheidscertificaten blijken de lading niet te dekken. Voorgesteld wordt een systeem van objectieve risicoaansprakelijkheid voor elke schakel in de handelsketen in te voeren: van oorsprong tot eindhandelaar. |
Artikel |
Van marxisme naar economisch strafrechtOver een persoonlijke, autobiografische band met een bijzonder rechtsgebied |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Economisch strafrecht, Karl Marx, scientific occupation with e. cr. law, professional occupation with e. cr. law, sanctions in e. cr. Law. |
Auteurs | Em. prof. mr. Th.A. de Roos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur presenteert autobiografische bronnen van zijn speciale aandacht voor, en professionele toewijding aan het terrein van economisch strafrecht. Hij werd op dat spoor gezet door de werken van Karl Marx, maar uiteindelijk ontdekte hij dat Marx maar weinig te bieden had als het om het recht gaat. Niettemin bleef zijn fascinatie voor de relatie tussen economie en (straf)recht. De auteur behandelt enkele – tegenwoordig belangrijke en intrigerende – voorbeelden die die fascinatie kunnen rechtvaardigen. |
Artikel |
Het Toezichtkader Goed Bestuur: van toegevoegde waarde of gereed voor ‘ontregeling’? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Governancecode Zorg, Wet toetreding zorgaanbieders, governance, Inspectie gezondheidszorg en jeugd (IGJ), toezicht |
Auteurs | Mr. B.A. van Schelven |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt onderzocht welke rol het Toezichtkader 2016 speelde in het toezicht van de IGJ op de governance van zorginstellingen en of het nieuwe Toezichtkader 2020 de IGJ voldoende handvatten biedt om te voorzien in de politieke en maatschappelijke wens tot een steviger extern sluitstuk op de governance van zorginstellingen. |
Artikel |
Europese productnormen en privaatrechtelijke normstellingBespreking van het proefschrift van mr. G.M. Veldt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | contractuele verhoudingen, productveiligheid, productaansprakelijkheid, redelijkheid en billijkheid, ongeschreven recht |
Auteurs | Mr. dr. P.W.J. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Productnormen vormen een belangrijke wijze waarop de handel in goederen in de Europese Unie gereguleerd wordt. Deze bijdrage bespreekt het recente proefschrift van Gitta Veldt, waarin zij de betekenis analyseert van Europese productnormen voor contractuele en buitencontractuele verhoudingen tussen gebruikers van het eindproduct en de aanbieders daarvan. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Ontslagrecht, Rechtsvergelijking, Dismissal law |
Samenvatting |
|
Van de redactie |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Artikel |
Gratie: een bestuursbevoegdheid getoetstEen beschouwing naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 6 november 2020 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | gratieprocedure, bestuursbevoegdheid, levenslange gevangenisstraf, review mechanisme / herbeoordelingsmechanisme, artikel 3 EVRM |
Auteurs | Prof. mr. dr. H.E. (Herman) Bröring en Mr. dr. W.F. (Wiene) van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland is het verlenen van gratie een bevoegdheid van de Kroon en heeft de rechter die de straf heeft opgelegd daarbij een zwaarwegende stem. Als het gaat om een lange gevangenisstraffen is het minder vanzelfsprekend geworden dat de minister die stem volgt. Hij wijkt dan af van het gerechtelijk advies. De afgelopen jaren zijn dergelijke afwijkende beslissingen aan de burgerlijke rechter voorgelegd. Deze heeft nu reeds enkele malen de minister bevolen zijn beslissing te herroepen. De vraag is echter welke ruimte de burgerlijke rechter heeft om de beslissing van de minister te toetsen en in verband daarmee: in hoeverre de minister eigenlijk van het gerechtelijk advies mag afwijken. Deze vragen worden in dit artikel vanuit bestuursrechtelijk perspectief benaderd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Family & Law, januari 2021 |
Trefwoorden | Private intercountry adoptions, surrogacy, ECHR, UNCRC, the best interests of the child |
Auteurs | dr. E.C. Loibl |
SamenvattingAuteursinformatie |
Within the past half century, a market in adoptable children has emerged. The imbalance between the demand for and the supply of adoptable children, combined with the large sums of Western money, incite greedy actors in poor countries to illegally obtain children for adoption. This renders intercountry adoption conducive to abuses. Private adoptions are particularly prone to abusive and commercial practices. Yet, although they violate both international and national law, German and Dutch family courts commonly recognize them. They argue that removing the child from the illegal adopters would not be compatible with the rights and best interests of the individual child concerned. In 2017, the ECtHR rendered a ground-breaking judgement in Campanelli and Paradiso v. Italy. In this case, the Court dealt with the question as to whether removing a child from the care of an Italian couple that entered into a surrogacy agreement with a Russian clinic, given that surrogacy is illegal in Italy, violated Article 8 ECHR. Contrary to previous case law, in which the ECtHR placed a strong emphasis on the best interests of the individual child concerned, the Court attached more weight to the need to prevent disorder and crime by putting an end to the illegal situation created by the Italian couple and by discouraging others from bypassing national laws. The article argues that considering the shifting focus of the ECtHR on the prevention of unlawful conduct and, thus, on the best interests of children in general, the German and Dutch courts’ failure to properly balance the different interests at stake in a private international adoption by mainly focusing on the individual rights and interests of the children is difficult to maintain. --- In de afgelopen halve eeuw is er een markt voor adoptiekinderen ontstaan. De disbalans tussen de vraag naar en het aanbod van adoptiekinderen, in combinatie met grote sommen westers geld, zet hebzuchtige actoren in arme landen ertoe aan illegaal kinderen te verkrijgen voor adoptie. Dit maakt interlandelijke adoptie bevorderlijk voor misbruik. Particuliere adoptie is bijzonder vatbaar voor misbruik en commerciële praktijken. Ondanks het feit dat deze privé-adopties in strijd zijn met zowel internationaal als nationaal recht, worden ze door Duitse en Nederlandse familierechtbanken doorgaans wel erkend. Daartoe wordt aangevoerd dat het verwijderen van het kind van de illegale adoptanten niet verenigbaar is met de rechten en belangen van het individuele kind in kwestie. In 2017 heeft het EHRM een baanbrekende uitspraak gedaan in de zaak Campanelli en Paradiso t. Italië. In deze zaak behandelde het Hof de vraag of het verwijderen van een kind uit de zorg van een Italiaans echtpaar dat een draagmoederschapsovereenkomst met een Russische kliniek is aangegaan, in strijd is met artikel 8 EVRM, daarbij in ogenschouw genomen dat draagmoederschap in Italië illegaal is. In tegenstelling tot eerdere jurisprudentie, waarin het EHRM sterk de nadruk legde op de belangen van het individuele kind, hechtte het Hof meer gewicht aan de noodzaak om de openbare orde te bewaken en criminaliteit te voorkomen door een einde te maken aan de illegale situatie die door het Italiaanse echtpaar was gecreëerd door onder andere het omzeilen van nationale wetten. Het artikel stelt dat, gezien de verschuiving in de focus van het EHRM op het voorkomen van onwettig gedrag en dus op het belang van kinderen in het algemeen, de Duitse en Nederlandse rechtbanken, door met name te focussen op de individuele rechten en belangen van de kinderen, er niet in slagen om de verschillende belangen die op het spel staan bij een particuliere internationale adoptie goed af te wegen. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | Habeas corpus, common law, detainee, Consitution, liberty |
Auteurs | Chuks Okpaluba en Anthony Nwafor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Long before the coming of the Bill of Rights in written Constitutions, the common law has had the greatest regard for the personal liberty of the individual. In order to safeguard that liberty, the remedy of habeas corpus was always available to persons deprived of their liberty unlawfully. This ancient writ has been incorporated into the modern Constitution as a fundamental right and enforceable as other rights protected by virtue of their entrenchment in those Constitutions. This article aims to bring together the various understanding of habeas corpus at common law and the principles governing the writ in common law jurisdictions. The discussion is approached through a twelve-point construct thus providing a brief conspectus of the subject matter, such that one could have a better understanding of the subject as applied in most common law jurisdictions. |
Artikel |
De digitale algemene vergadering binnen Nederlandse beursvennootschappen: een volwaardig alternatief? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | digitalisering, empirie, statutenonderzoek, aandeelhoudersrechten, Tijdelijke wet Covid-19 |
Auteurs | Mr. I. Öncü |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in de praktijk als in de literatuur leeft de vraag of de digitale aandeelhoudersvergadering als volwaardig alternatief kan dienen voor de klassieke (fysieke) algemene vergadering. In dit artikel concludeert de auteur dat dit slechts bij een kleine groep beursvennootschappen het geval is. Deze vennootschappen waarborgen namelijk dat ieder aandeelhoudersrecht behouden blijft wanneer digitaal wordt vergaderd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | aandeelhouderskapitalisme, werknemersaandelen, medezeggenschap, structuurregeling, certificering van aandelen |
Auteurs | Mr. J.E. Devilee |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden twee van de drie wetsvoorstellen voor een ‘eerlijke economie’ aan een kritische evaluatie onderworpen. Uit de historische en actuele schets die volgt, blijkt dat de wens om tot versterking van de positie van werknemers te komen bijzonder toepasselijk is in het huidige tijdsgewricht, waarin de factor arbeid op verschillende niveaus aan betekenis heeft ingeboet. |
Artikel |
De rol van de fairness opinion in de uitkoopprocedureNoot bij Hof Amsterdam (OK) 14 januari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:300 (Fortuna) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | waardering, valuation, ondernemingskamer, informatieverschaffing |
Auteurs | Mr. L.H.J. Baijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij een op 14 januari 2020 gewezen arrest hebben minderheidsaandeelhouders in de uitkoopprocedure van Fortuna succesvol verzet ingesteld tegen het arrest van 30 oktober 2018 en hebben zij tevens de subsidiair gevorderde uitkoopprijs aangevochten. In deze noot bespreekt de auteur de rol van de fairness opinion in deze uitkoopprocedure. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | strategic culture, international law, ISIS, interdisciplinari, parliamentary debates |
Auteurs | Martin Hock |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article presents an interdisciplinary comparison of British and German legal arguments concerning the justification of the use of force against the Islamic State in Iraq and Syria (ISIS). It is situated in the broader framework of research on strategic culture and the use of international law as a tool for justifying state behaviour. Thus, a gap in political science research is analysed: addressing legal arguments as essentially political in their usage. The present work questions whether differing strategic cultures will lead to a different use of legal arguments. International legal theory and content analysis are combined to sort arguments into the categories of instrumentalism, formalism and natural law. To do so, a data set consisting of all speeches with regard to the fight against ISIS made in both parliaments until the end of 2018 is analysed. It is shown that Germany and the UK, despite their varying strategic cultures, rely on similar legal justifications to a surprisingly large extent. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | wrongful convictions, right to claim innocence, reopening of criminal proceedings, miscarriage of justice, revision of final judgment |
Auteurs | Wojciech Jasiński Ph.D., habilitation en Karolina Kremens Ph.D. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wrongful convictions and miscarriages of justice, their reasons and effects, only rarely become the subject of academic debate in Poland. This article aims at filling this gap and providing a discussion on the current challenges of mechanisms available in Polish law focused on the verification of final judgments based on innocence claims. While there are two procedures designed to move such judgment: cassation and the reopening of criminal proceedings, only the latter aims at the verification of new facts and evidence, and this work remains focused exactly on that issue. The article begins with a case study of the famous Komenda case, which resulted in a successful innocence claim, serving as a good, though rare, example of reopening a case and acquitting the convict immediately and allows for discussing the reasons that commonly stand behind wrongful convictions in Poland. Furthermore, the article examines the innocence claim grounds as regulated in the Polish criminal procedure and their interpretation under the current case law. It also presents the procedure concerning the revision of the case. The work additionally provides the analysis of the use of innocence claim in practice, feeding on the statistical data and explaining tendencies in application for revision of a case. It also presents the efforts of the Polish Ombudsman and NGOs to raise public awareness in that field. The final conclusions address the main challenges that the Polish system faces concerning innocence claims and indicates the direction in which the system should go. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | taakgerelateerd ongeoorloofd handelen, noble cause corruption, politie, leiderschap, ethiek |
Auteurs | Robin Christiaan van Halderen en Benjamin Rafaël van Gelderen |
SamenvattingAuteursinformatie |
The aim of the present research was to gain insight into the topic of ‘task-related rule-breaking behavior’ (TRB) among Dutch police officers. TRB is a more refined alternative for the concept of noble cause corruption and has been defined as: police officers breaking rules or formal agreements for the purpose of acting in a manner that contributes to the lawful police task. Qualitative research has been conducted within one of the ten regional police forces in the Netherlands. Results show that TRB appears to be a relatively common phenomenon during policework. Behaviors are categorized in sixteen categories and five overarching outlines. In addition, attention is given to several important factors that could be related to TRB being distinguishable between police officers’ individual responsibility and organizational factors. To handle TRB, it is recommended to pay attention to the police officers’ approach of judging and rationalizing their own behavior, their level of knowledge, and social skills. Furthermore, organizational structure (i.e., spam of control) and police leadership may, among other factors, play an important role in encouraging TRB. Especially the way supervisors deal with police officers’ professional autonomy needs specific attention in order to reduce TRB. Autonomy needs guidance in the form of clear orders followed by feedback and coaching. Also, an active form of ethical leadership is needed. An action framework is presented that could be helpful to supervisors to judge and thereby reduce forms of TRB. |
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Covid-19, staatssteun, mededingingsregels, Tijdelijke Kaderregeling, Tijdelijk Raamwerk |
Auteurs | Mr. M.C. van Heezik, Mr. drs L.N.M. van Uden en Mr. L.G.J. Fiorilli |
SamenvattingAuteursinformatie |
De mededingingsregels, waaronder de staatssteunregels, bieden ruimte aan overheden en ondernemingen om de ingrijpende economische gevolgen als gevolg van de Covid-19-crisis op te vangen. In tijdelijke kaders heeft de Europese Commissie uiteengezet welke bijzondere steunmaatregelen en welke samenwerkingsvormen tussen concurrerende ondernemingen zijn toegestaan. Om snel ingrijpen mogelijk te maken heeft de Commissie voorzien in flexibele procedures die op korte termijn rechtszekerheid bieden. In deze bijdrage bespreken wij de specifieke invulling van de mededingingsregels in de tijdelijke kaders en gaan wij in op de vraag wat de tijdelijke materiële en procedurele flexibiliteit betekent voor de toekomst van deze regels. |
Staatssteun |
De zaak TenderNed: de reikwijdte van overheidsgezag en het staatssteunrechtelijke economische-activiteitenbegrip |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | economische activiteit, ondernemingsbegrip, overheidsgezag, overheidsaanbestedingen, staatssteun |
Auteurs | Mr. G.J. van Midden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt het arrest TenderNed besproken, waarin het Hof van Justitie oordeelde dat het aanbieden van applicaties ter ondersteuning van aanbestedende diensten bij de uitvoering van hun aanbestedingsactiviteiten niet onder de staatssteunregels valt. Met het aanbieden van TenderNed wordt namelijk uitvoering gegeven aan overheidsgezag en daarom is geen sprake van een economische activiteit waarop de staatssteunregels van toepassing zijn. In dit artikel onderzoekt de auteur de in deze arresten gegeven interpretatie van het begrip ‘overheidsgezag’. |