De huidige juridische infrastructuur om parlementair wangedrag dat verder gaat dan onparlementair taalgebruik effectief aan te pakken ontbreekt. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat fracties op dit punt vaak rechter in eigen zaak spelen en dikwijls meer bezig lijken met imagobescherming dan met een zorgvuldige afhandeling van klachten, en anderzijds met het feit dat klagen over grensoverschrijdend gedrag door mensen in een afhankelijkheidspositie thans weinig juridische waarborgen kent. Dit terwijl het ook voor beklaagde parlementariërs in de praktijk vaak aantrekkelijker lijkt om de eer aan zichzelf te houden en extern onderzoek niet af te wachten. |
Zoekresultaat: 1089 artikelen
Objets trouvés |
Parlementair wangedrag |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | parlementaire integriteit, grensoverschrijdend gedrag, klachtprocedure, Gündogan-affaire |
Auteurs | R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Beschikkingen ten behoeve van tussenbeidekomende personen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | stromannen, artikel 4:62 BW, steunstichtingen, Verbod omzeilen |
Auteurs | Mr. H.J. de Jonge |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de tussenbeidekomende persoon uit artikel 4:62 lid 2 BW. De strekking van deze bepaling is te voorkomen dat een erflater uiterste wilsbeschikkingen maakt met de bedoeling dat de daarin begunstigde personen het aan hen vermaakte doen strekken ten voordele van een uitgesloten persoon als bedoeld in artikel 4:57-59 en 4:61 BW. In de rechtspraak blijkt artikel 4:62 lid 2 BW vooral een rol te spelen bij stichtingen die gelieerd zijn aan een verzorgingsinstelling (steunstichtingen). |
De stelling |
Er moet een fatsoenlijke wettelijke regeling komen over het functioneren van Kamerfracties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Constitutioneel Recht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | Gündoğan/Volt, Kamerfracties, autonomie, verenigingsvrijheid, politieke partijen |
Auteurs | G. Leenknegt |
SamenvattingAuteursinformatie |
De stelling in deze aflevering van TvCR luidt: ‘In de zaak Gündoğan/Volt wreekte zich het ontbreken van een fatsoenlijke wettelijke regeling over het functioneren van Kamerfracties.’ Gert-Jan Leenknegt pleit voor deze stelling. Omdat die wettelijke regeling op dit moment ontbreekt, ging het vonnis van de rechtbank in dit geval te ver. |
De stelling |
De zaak Gündoğan/Volt: rechter, politiek en de zoektocht naar institutionele grenzen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Constitutioneel Recht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | Gündoğan/Volt, Kamerfracties, rechterlijke terughoudendheid, institutioneel instrumentarium, wetgevingsbevel |
Auteurs | M.J. Vetzo |
SamenvattingAuteursinformatie |
De stelling in deze aflevering van TvCR luidt: ‘In de zaak Gündoğan/Volt wreekte zich het ontbreken van een fatsoenlijke wettelijke regeling over het functioneren van Kamerfracties.’ Max Vetzo pleit tegen deze stelling. Volgens hem schuilt het probleem niet in het ontbreken van objectieve wettelijke normen, maar in institutionele onduidelijkheid over de vraag welke rol de rechter in geschillen over het fractielidmaatschap van Kamerleden toekomt. |
Wetenschap |
De beursvennootschap van de toekomst |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | ondernemingsrecht, duurzaamheid, ESG, stakeholders, kapitaalmarkt |
Auteurs | S.B. Garcia Nelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur beschrijft in dit artikel zijn visie op de toekomst van de beursvennootschap in de komende vijf jaar. Thema’s die daarbij in vogelvlucht worden bezien, zijn: (1) duurzaamheid en ESG-aspecten bij beursvennootschappen, (2) maatschappelijke belangen en de taakopdracht van bestuurders en commissarissen, (3) de invloed van stakeholders op de strategie, (4) de bredere toegang tot de kapitaalmarkt, (5) de harmonisering en digitalisering van transparantie en verantwoording, en (6) de convergentie tussen de bv en de nv. De hoop is dat deze ontwikkelingen bijdragen aan een rechtssysteem dat het duurzame succes van ondernemingen faciliteert, en daarmee aan oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. |
Artikel |
De juridische implicaties van een knowledge qualifier in garantiebepalingen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | knowledge qualifier, Naar ‘beste weten’, garantiebepalingen, uitleg, toerekening van kennis |
Auteurs | Mr. C.C. Groenhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
De rechtbank Amsterdam (28 augustus 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:6379) heeft in 2019 uitspraak gedaan over het gevolg van een knowledge qualifier in garantiebepalingen. In dit artikel wordt ter achtergrond eerst aandacht besteed aan garanties in overnamecontracten en waarop wordt teruggevallen wanneer er geen garanties zijn overeengekomen. Vervolgens worden de juridische implicaties van de toevoeging van een knowledge qualifier uitvergroot en worden de variaties hierin geanalyseerd. Tot slot wordt voornoemde uitspraak van de rechtbank besproken. Concluderend worden knowledge qualifiers niet altijd eenduidig uitgelegd en is het verstandig dat partijen het een en ander goed overeenkomen om zo veel mogelijk onduidelijkheid te voorkomen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | parlementaire fractie, schorsing, ontzetting, informele vereniging, afdeling |
Auteurs | Mr. K.H.M. de Roo en Mr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De uitspraak Gündoğan/Volt Nederland roept vragen op over de verhouding tussen de Tweede Kamerfractie enerzijds en de politieke vereniging anderzijds. Hoewel de fractie geen informele vereniging is, staat deze daarmee niet buiten het verenigingsrecht: het bestuur is op grond van de restbevoegdheid tot schorsing van het fractielidmaatschap bevoegd. |
Artikel |
Representativiteit onder de WAMCA |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | collectieve actie, ontvankelijkheid, representativiteitsvereiste, The Privacy Collective, claimorganisatie |
Auteurs | Mr. drs. T.S.F. Hautvast |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de invoering van de WAMCA dient iedere claimorganisatie voldoende representatief te zijn, wil zij ontvankelijk zijn in haar collectieve actie. Het is onduidelijk wat het representativiteitsvereiste inhoudt en wat de toegevoegde waarde daarvan is. Bovendien kan een strikte toepassing van dit vereiste de doelstellingen van de collectieve actie ondermijnen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | Zwagerman, aandelenemissie, artikel 2:8 BW, belangenverstrengeling, informatieplicht |
Auteurs | Mr. L.H.K. Peereboom-Bogers en Mr. M. Westra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op een vennootschap rust een bijzondere zorgvuldigheidsplicht jegens al haar aandeelhouders, ook wel de Zwagerman-norm genoemd. In deze bijdrage besteden de auteurs aandacht aan deze bijzondere zorgvuldigheidsplicht van de vennootschap en bieden zij praktische handvatten ten aanzien van de concrete uitwerking van de bijzondere zorgvuldigheidsplicht voor bestuurders. |
Mededinging |
De Normal Conduct of Business-clausule na Altice |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2022 |
Trefwoorden | concentratietoezicht, aanmeldingsplicht, opschortingsplicht, Normal Course of Business |
Auteurs | Mr. H.M.H. Speyart |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest in de zaak Altice heeft het Gerecht (op een kleine vermindering na) de boete in stand gelaten die de Commissie aan Altice had opgelegd nadat deze vóór aanmelding en goedkeuring zeggenschap had verworven over PT Portugal. Het arrest is met name van belang voor de mogelijkheid om in de fusie- en overnamepraktijk Normal Conduct of Business-clausules overeen te komen ter bescherming van de waarde van de doelwitonderneming tussen ondertekening en levering. |
Artikel |
Vernietiging en herroeping van een vonnis van de KNVB ArbitragecommissieDe zaak Ceasar Sports Account B.V./Tissoudali |
Tijdschrift | Voetbal- & Sportjuridische Zaken, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | arbitrage, bedrog, herroeping, vernietiging, intermediair |
Auteurs | Eva Milou Moison en Bob Wanders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het vonnis van de arbitragecommissie van de KNVB in de zaak Ceasar Sports Account B.V./Tissoudali is bij het hof herroepen wegens bedrog. Dat komt niet vaak voor. Dit artikel bespreekt het arrest, de verplichting tot arbitrage en de procedure voor vernietiging en herroeping van arbitrale vonnissen. |
Artikel |
‘Plaats uw BV in het digitale winkelmandje.’ Op naar de online oprichting |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2022 |
Trefwoorden | digitale oprichting, digitalisering notariaat, elektronische notariële akte, Richtlijn (EU) 2017/1132 |
Auteurs | Mr. drs. M.C. Brzezinski |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van een EU-richtlijn wordt het mogelijk om een BV volledig online op te richten. Ondernemers kunnen dan op een digitaal passeerplatform met elektronische handtekeningen een elektronische notariële akte van oprichting ondertekenen bij de notaris. De auteur bespreekt het proces volgens het in de zomer van 2021 geconsulteerde conceptwetsvoorstel. |
Artikel |
Geldigheid van besluiten (1) |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Lisette van der Gun |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2022 |
Trefwoorden | bestuur, vennootschappelijk belang, bevoegdheidsverdeling, Rijnlands model, algemene vergadering |
Auteurs | Prof. mr. B. Kemp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn oratie gaat Kemp in op de spanning die binnen de vennootschap bestaat tussen de vennootschapsleiding die het belang van de vennootschap moet behartigen en de aandeelhouders die – volgens de heersende leer – hun eigen belang mogen behartigen. Mede op grond van rechtseconomische gedachten doet hij een aanzet tot hoe de bevoegdheidsverdeling binnen de vennootschap verder kan worden vormgegeven. |
Artikel |
De oprichterscommissie van beursvennootschap CM.com |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | beschermingsconstructie, inrichtingsvrijheid, vennootschapsorgaan, vennootschapsbelang, oligarchische besluitvormingsclausules |
Auteurs | J. Oppatja |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beursvennootschap CM.com koos bij haar beursgang voor een bijzondere structuur. Om de actieve betrokkenheid van haar oprichters te waarborgen, is een oprichterscommissie in het leven geroepen. De oprichterscommissie heeft verschillende statutaire bevoegdheden. De auteur onderzoekt of de structuur binnen de grenzen van de wet blijft. |
Artikel |
Sirowa: kon de Ondernemingskamer wel anders? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | uitkoop, artikel 1 EP EVRM, waardebepaling, artikel 2:201a BW, aandeelhoudersgeschil |
Auteurs | Mr. M.H.J. van Rest |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit commentaar behandelt de auteur de Sirowa-uitspraak. Zij stelt zich de vraag of de Ondernemingskamer wel anders kon oordelen dan zij heeft gedaan. Haar conclusie is van niet en zij geeft een tip voor de praktijk die (advocaten van) uitkopers kunnen gebruiken in toekomstige procedures. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | class action, massaschade, afwikkeling, exclusieve belangenbehartiger, rechtsmiddel |
Auteurs | Elselique Hoogervorst, Carla Klaassen en Albert Knigge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan het instellen van een rechtsmiddel in een WAMCA-procedure is weinig aandacht besteed in de parlementaire geschiedenis en literatuur. In deze bijdrage wordt een aantal vragen met betrekking tot hoger beroep en cassatie in een collectieve actie besproken, zoals welke partijen een rechtsmiddel kunnen instellen, wat rechtens is als niet door of tegen alle partijen hoger beroep wordt ingesteld, tegen welke beslissingen een rechtsmiddel kan worden ingesteld, welke complicaties tussentijds hoger beroep meebrengt en of de bijzondere procedureregels van titel 14A Rv ook in hoger beroep en cassatie moeten gelden. Geconcludeerd wordt dat nadere wetgeving gewenst is. |
Redactioneel |
De empirische bestudering van het recht |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Danielle Chevalier |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | erkenning, genoegdoening, slachtofferparticipatie |
Auteurs | Dr. C.J. Ruppert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de Nederlandse overheid allerlei collectieve schaderegelingen gemaakt. Het overgrote deel van deze schaderegelingen wordt uit de publieke middelen gefinancierd. In een onlangs verschenen onderzoek worden de 44 Nederlandse regelingen voor collectieve schade geanalyseerd. De algemene uitkomst is dat veel van deze regelingen hun doel voorbijschieten. Ze zijn niet goed doordacht en onvoldoende uitgewerkt. Ook geven ze slachtoffers lang niet altijd voldoende erkenning voor wat hun is overkomen. In dit artikel wordt ingegaan op het in het onderzoek gehanteerde beoordelingskader en op de schaderegelingen die werden ingesteld naar aanleiding van seksueel misbruik en geweld in de jeugdzorg. Geconcludeerd wordt dat hier wel geheel of gedeeltelijk gecompenseerd werd, maar dat slachtoffers slechts deels erkenning en genoegdoening kregen. In deze schaderegelingen zaten weeffouten die in de toekomst moeten worden vermeden. Algemene lessen voor de toekomst zijn om beter te luisteren en zo veel mogelijk aan te sluiten bij wat slachtoffers wensen, om de uitvoering van een collectieve schaderegeling niet louter bureaucratisch en formalistisch te doen verlopen, om ruimte te creëren waardoor uitzonderingen mogelijk zijn ten faveure van de slachtoffers, en om de uitvoering te monitoren en collectieve schaderegelingen periodiek te evalueren. |
Artikel |
Oprichtersrechten bij een SPF |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | SPF, oprichtersrechten, trust, statuten, inbrenger |
Auteurs | Mr. H.Th.M. Burgers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In statuten van duizenden stichtingen particulier fonds (SPF) wordt bepaald dat de in de statuten vastgelegde rechten van de oprichter overdraagbaar zijn. Artikel 3:83 lid 1 en 3 BW lezende komt men tot de conclusie dat zulks niet mogelijk is. |