Dit artikel analyseert de duiding van de Bronner-criteria in het arrest van het Hof van Justitie in de zaak Slovak Telekom a.s./Commissie. Het artikel onderzoekt of het arrest parallel toegepast kan worden op de digitale economie en of er nog een rol voor de Bronner-criteria is nadat de voorgestelde regulering van de digitale economie van kracht wordt. |
Zoekresultaat: 25 artikelen
Mededinging |
Toegangsweigering in de digitale economie na de Slovak Telekom-uitspraak en onder de voorgestelde Digital Markets Act |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2021 |
Trefwoorden | Slovak Telecom, misbruik, leveringsweigering, digitale economie, platform |
Auteurs | Mr. S.J. The en Mr. W.W. Geursen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Antitrust opkrikken: het nieuwe artikel 19a van de Duitse Gesetz gegen Wettbewerbsbeschränkungen (GWB) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2021 |
Trefwoorden | Duitsland, artikel 19a GBW, Gesetz gegen Wettbewerbsbeschränkungen, Bundeskartellamt, digitale platforms |
Auteurs | Jens-Uwe Franck en Martin Peitz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 18 januari 2021 heeft de Duitse wetgever een wijziging van de Duitse mededingingswet (GWB) goedgekeurd, die een aantal wetswijzigingen bevat die de mededinging moeten beschermen in tijden van digitalisering. De belangrijkste vernieuwing is het mededingingsinstrument dat in artikel 19a GWB is vervat. Hiermee krijgt het Bundeskartellamt, de Duitse mededingingsautoriteit, nieuwe bevoegdheden wanneer het grote digitale platforms aanpakt. Het nieuwe instrument wijkt qua inhoud en procedure af van het traditionele mededingingsrecht en benadert de rol van een reguleringsinstrument dat op de digitale platformindustrie is gericht. |
Kroniek |
Kroniek economie in het mededingingsrecht 2020 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2021 |
Auteurs | Nicole Rosenboom, Anna den Boer en Lola Damstra |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Wanneer wordt een prijs op billijke wijze vastgesteld?HvJ EU 25 november 2020, zaak C-372/19, ECLI:EU:C:2020:959 (SABAM/Weareone.World en Wecandance) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2021 |
Auteurs | Jotte Mulder en Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze noot bespreken wij de uitspraak van het Hof van Justitie in SABAM/Weareone.World en Wecandance. De uitspraak draagt bij aan een verder gedifferentieerd jurisprudentieel kader voor onbillijke prijzen en voorwaarden. De uitspraak verrijkt de bestaande rechtspraak waarin de onderliggende berekeningsmethode van vergoedingenmodellen van collectieve beheersorganisaties op billijkheid worden getoetst. In navolging van de conclusie van advocaat-generaal Pitruzzella in deze zaak reflecteren wij tevens op de toepasbaarheid van het oordeel van het Hof van Justitie in farmaceutische en platformmarkten. |
Annotatie |
Geen like voor Facebook uit KarlsruheBundesgerichtshof 23 juni 2020, ECLI:DE:BGH:2020:230620BKVR69.19.0 (Facebook) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | misbruik, machtspostitie, Facebook, Bundesgerichtshof, Bundeskartellamt |
Auteurs | Marianne Meijssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 23 juni 2020 heeft het Duitse Bundesgerichtshof een uitspraak gewezen in een voorlopige voorzieningenprocedure tegen het Facebook-besluit van het Bundeskartellamt. Het Bundesgerichtshof heeft geen ernstige twijfels dat Facebook het Duitse mededingingsrecht schendt door persoonsgegevens over haar gebruikers te verwerken zonder hier toestemming voor te vragen. Deze noot bespreekt de analyse van het Bundesgerichtshof. Ook wordt er aandacht besteed aan de vraag of het gedrag van Facebook naar Europees of Nederlands mededingingsrecht eveneens verboden is. |
Mededinging |
Google Android: mag men een gegeven paard toch in de bek kijken? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Google, platforms, machtspositie, misbruik, koppelverkoop |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie en Mr. B.A. Verheijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Google Android-besluit heeft de Europese Commissie aan Google een recordboete opgelegd wegens misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU. In het besluit staat Android, het besturingssysteem van Google voor smartphones en tablets, centraal. Google biedt dit aan via een open source-model. Het besluit stelt een machtspositie van Google vast op verschillende digitale markten: (1) de markt voor licenseerbare besturingssystemen voor slimme mobiele apparaten, (2) de markt voor Android appstores en (3) de markt voor algemene zoekdiensten op het internet (Google Search). Volgens de Commissie heeft Google met verschillende gedragingen, waaronder exclusiviteitsbetalingen en koppelverkoop, haar positie op laatstgenoemde markt, waarop zij inkomsten genereert via online advertenties, willen beschermen. De Commissie kwalificeert deze gedragingen als misbruik in de zin van artikel 102 VWEU. De auteurs analyseren het besluit en de inzet van het mededingingsrechtelijke instrument misbruik van een economische machtspositie in deze complexe digitale omgeving. Daarbij gaan zij in het bijzonder ook in op het bijzondere verdienmodel van Google ten aanzien van Android, waarbij innovatieve technologie kosteloos ter beschikking wordt gesteld in ruil voor restricties die erop zijn gericht de Googlediensten die advertentie-inkomsten genereren een zo groot mogelijk bereik te garanderen. |
Artikel |
Concurrentie en duurzaamheid gaan hand in hand |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | duurzaamheid, artikel 101 VWEU, concurrentie, artikel 6 Mw, Mededingingsrecht |
Auteurs | Eric van Damme |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage belicht de auteur de onderwerpen mededinging, duurzaamheid en klimaatverandering vanuit economisch perspectief en probeer hij te duiden wat de bijdrage van de economische wetenschap aan de discussie over mededinging en duurzaamheid zou kunnen zijn. Zijn belangrijkste stelling is dat mededinging niet slechts een instrument is, maar een publiek belang dat bescherming verdient, dat onze Mededingingswet dit belang onvoldoende beschermt en dat de ACM zich sterker als hoeder van dit belang zou moeten opstellen. |
Column |
Marktafbakening. Best belangrijk. |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Auteurs | Matthijs Visser |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Het Hongaarse banken-arrest: vlees doch vis en een eendentest voor doelbeperkingen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | VWEU, doelbeperking, Paroxetine |
Auteurs | Ruben Elkerbout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het Hongaarse banken-arrest van het Hof van Justitie over het concept van de doelbeperking. |
Digitale markten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | online platformen, vrij verkeer van diensten, aansprakelijkheid, Digital Single Market |
Auteurs | Prof. dr. V. Mak |
SamenvattingAuteursinformatie |
De uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Airbnb Ireland geeft aanleiding tot een herbezinning op de Richtlijn elektronische handel. Deze richtlijn uit 2000 lijkt onvoldoende toegerust om het hoofd te bieden aan de complexe problemen die ontstaan door de groeiende aanwezigheid van grote online platformen op Europese consumentenmarkten. Deze noot bespreekt de kwalificatie van platformdiensten als ‘dienst van de informatiemaatschappij’ en de daaraan gekoppelde regels voor aansprakelijkheid en mogelijke beperkingen van het vrij verkeer van diensten door nationale regelgeving. |
Artikel |
Vereist artikel 7:425 BW menselijke tussenkomst of kan een online platform ook bemiddelen? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Bemiddeling, lastgeving, Duinzigt, Booking.com, Prikbord, Twee heren, 7:417 7:425 7:427 7:428 |
Auteurs | Mr. N. Huppes en Mr. drs. T.L. Wildenbeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hof Amsterdam oordeelt dat Booking.com niet bemiddelt omdat zij slechts de administratieve afhandeling verzorgt van de overeenkomst die ‘direct’ tussen de gebruikers van haar platform tot stand komt. In deze bijdrage wordt door de auteurs gesignaleerd dat dit oordeel wringt met de huidige rechtspraktijk en voor onduidelijkheid zorgt over de vraag hoe moet worden bepaald of een platform bemiddelt, dan wel als een ‘elektronisch prikbord’ functioneert, en daarmee buiten het wettelijk regime over bemiddeling valt. De rechtszekerheid is gediend met heldere criteria en de auteurs betogen dat het omslagpunt bij de openbaarmakingsfunctie ligt. Een platform dat aanbieders slechts de mogelijkheid biedt om zich te presenteren aan geïnteresseerden om te zoeken, heeft enkel een openbaarmakingsfunctie en bemiddelt niet. Gaat de betrokkenheid van het platform bij de totstandkoming van overeenkomsten verder, dan is het platform in beginsel als tussenpersoon werkzaam bij het tot stand brengen van overeenkomsten en bemiddelt het in de zin van artikel 7:425 BW. Anders dan Hof Amsterdam menen de auteurs daarom dat Booking.com bemiddelt. |
Kroniek |
Kroniek economie in het mededingingsrecht 2018 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Nicole Rosenboom, Anna den Boer en Maurice de Valois Turk |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Over marktdefinitie en bewijslast in de moderne economie: het Amerikaanse Hooggerechtshof in Amex |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | Amerikaans Hooggerechtshof, netwerkeffecten, tweezijdige markt, bewijslast, digitale economie |
Auteurs | Jotte Mulder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onder leiding van de Amerikaanse Staat Ohio heeft een groep van staten American Express aangeklaagd voor een overtreding van de Amerikaanse antitrustregels. De zaak draait om de mededingingsrechtelijke beoordeling van verticale restricties die worden opgelegd aan een groep afnemers van Amex. Amex hanteert zogenoemde ‘anti-steering’ voorwaarden die winkeliers verbiedt op enigerlei wijze concurrerende creditcards aan te prijzen of te bevoordelen in de winkel. De uitspraak van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten geeft aanleiding tot een reflectie op de wijze waarop binnen een mededingingsrechtelijke analyse moet worden omgegaan met indirecte netwerkeffecten op tweezijdige platformmarkten, met name vanuit het perspectief van de rol van marktdefinitie en bewijslast. |
Annotatie |
Wat is een nadeel voor de mededinging en wie bepaalt dat? Over de rol van deskundigen en de bewijsstandaard in het kader van discriminatie door een dominant platformRechtbank Amsterdam 21 maart 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:1654 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | misbruik van een economische machtspositie, deskundigenrapport, discriminatie, uitsluiting, digitale economie, platform markt |
Auteurs | Jotte Mulder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam ziet op een langslepend conflict tussen Funda en VBO makelaars. De rechtbank stelt op basis van een deskundigenrapport vast dat Funda in het bezit is van een machtspositie. De uitspraak is interessant vanwege de belangrijke rol van het deskundigenrapport en de centraal staande schadetheorie die atypisch is en aanleiding geeft tot enige reflectie op de verhouding tussen zogenoemde uitsluitings- en exploitatie/discriminatoire vormen van misbruik en de verschillende bewijsstandaarden die daarvoor gelden. |
Uit het veld |
Beoordeling van datamacht in het mededingingstoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2-3 2018 |
Auteurs | Robert Stil, Douwe Meindertsma en Inge van der Linden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebruik van data levert belangrijke voordelen voor ondernemingen en consumenten. Het roept echter ook de maatschappelijke vraag op of verzameling en gebruik van data kunnen leiden tot marktmacht (‘datamacht’). Het risico daarop wordt bepaald door: (1) het belang van data als input, (2) de beschikbaarheid en repliceerbaarheid van data, (3) het belang van schaal- en netwerkeffecten en (4) de concurrentiesituatie op de markt waarvoor data een input vormen. Het mededingingstoezicht beschikt over de instrumenten om in specifieke situaties het ontstaan van datamacht als gevolg van concentraties te voorkomen en misbruik van datamacht te beëindigen of te bestraffen. Tot nu toe hebben die situaties zich in de praktijk nog weinig voorgedaan. |
Artikel |
Innovatieconcurrentie na Dow/Dupont: floreert innovatie in garages of in Silicon Valley? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5-6 2017 |
Trefwoorden | concentratiecontrole, innovatie, prospectieve analyse, Dow/DuPont, Richtsnoeren horizontale fusies |
Auteurs | Mattijs Bosch en Marianne Meijssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aandacht voor innovatie in fusiezaken is niet nieuw. Wel valt op dat de Commissie kijkt naar mogelijk mededingingsbeperkende gevolgen die steeds verder in de toekomst liggen. In de recente Dow/DuPont-zaak onderzocht de Commissie bijvoorbeeld of de fusie innovatieconcurrentie in markten die niet of nog niet bestaan zou beperken. Daarbij richtte zij zich op concurrentie in innovation spaces en in de industrie als geheel. Dergelijke ‘theories of harm’ lijken nu nog alleen toegepast te worden in volwassen industriën. Het is echter niet uit te sluiten dat ze (bijvoorbeeld) ook worden toegepast op digitale sectoren. De vraag rijst (i) of innovatiebeleid niet beter vastgelegd moet worden in de Commissie-richtsnoeren en (ii) hoe Dow/DuPont zich verhoudt tot de eis dat de Commissie een zorgvuldige prospectieve analyse dient te maken. |
Artikel |
De rechtspraak van het Hof van Justitie op het gebied van het mededingingsrecht: ontwikkelingen in de jaren 2013 en 2014 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2015 |
Trefwoorden | Mededingingsbeperkende afspraken, Misbruik van een economische machtspositie, Ondernemingsbegrip, Procedureel, Fundamentele rechtsbeginselen |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en Mr. E.L.G. Mattioli |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderhavige artikel staan centraal de belangrijkste ontwikkelingen in de rechtspraak van het Hof van Justitie die zich in de jaren 2013 en 2014 hebben voorgedaan op het gebied van het mededingingsrecht. In verband met de enorme productie van arresten en beschikkingen door het Hof van Justitie op dit terrein komen uitsluitend de meest in het oog springende zaken aan bod |
Artikel |
Platgeslagen platformsMFN’s problematisch? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | netwerkeffecten, transactiekosten, toetreding, tweezijdige markten, free riding, most favoured nation clauses, boekingssites |
Auteurs | Matthijs Visser en Jan Kees Winters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Online platforms verlagen transactiekosten en maken gebruik van positieve externe effecten door vragers en aanbieders samen te brengen. Om investeringen in platforms tegen ‘free riding’ te beschermen, kunnen platforms met de aanbieders die op het platform actief zijn ‘most favoured nation’-clausules bedingen of soortgelijke afspraken maken. Aangezien mededingingsautoriteiten door heel Europa dergelijke clausules te lijf (willen) gaan, is het van belang om de economische kant nog eens te benadrukken. |
Artikel |
Het Europees ‘Betaalpakket’ – Gevolgen voor de interne markt en het betalingsverkeer in Nederland |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | markt, Betaaldienstenrichtlijn, IV Verordening, MasterCard, interbancaire vergoedingen |
Auteurs | J.D. Mathis, LL.M. Mr. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ‘Betaalpakket’ zal de nodige harmonisatie en rechtszekerheid bieden voor de verwezenlijking van een ware ‘interne betaalmarkt’ voor girale transacties binnen de EU. Door de invoering van ‘caps’ van 0,2 procent en 0,3 procent op interbancaire vergoedingen voor debit- en creditcardtransacties zullen de kosten van acceptatie op Europees niveau dalen. Deze ‘caps’ en aanvullende maatregelen in de herziene Betaaldienstenrichtlijn zullen op Europees niveau onder andere een gelijk speelveld creëren voor betaaldienstaanbieders en de toetreding van nieuwe spelers bevorderen. Naar verwachting zal de efficiëntie van het Europees betalingsverkeer als gevolg daarvan toenemen ten voordele van de consument en de handel. |
Jurisprudentie |
Microsoft/Skype: Gerecht oordeelt over concentratie op een innovatieve marktArrest Gerecht 11 december 2013, zaak T-79/12, Cisco Systems en Messagenet/Commissie, n.n.g. |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | concentratiecontrole, innovatieve markt, groot marktaandeel, conglomeraateffect |
Auteurs | Mr. Maarten de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest van 11 december 2013 in de zaak Microsoft/Skype laat het Gerecht de goedkeuring door de Europese Commissie van de overname van Skype door Microsoft in stand. De uitspraak is van belang omdat uitdrukkelijk wordt gesteld dat een hoog marktaandeel geen indicatie van marktmarkt hoeft te zijn in een dynamische, innovatieve markt. Daarbij wordt ook relevant geacht dat de diensten van Skype gratis worden aangeboden. Volgens het Gerecht zijn ondernemingen zeer beperkt in het uitoefenen van marktmacht als de gebruikers de verwachting hebben dat de dienst gratis beschikbaar blijft en zij eenvoudig kunnen overstappen naar andere aanbieders. Het arrest gaat ook in op de conglomeraateffecten van de overname. Het Gerecht bevestigt dat de bewijslast voor het aannemen van conglomeraateffecten hoog is, zeker in een dynamische markt waar de ontwikkelingen speculatief kunnen zijn. |