De vaststelling van het csqn-verband wordt gezien als een feitelijke exercitie waar normatieve overwegingen geen rol spelen. In deze bijdrage wordt betoogd (1) dat dit onjuist is omdat normatieve overwegingen ook nu al een rol spelen, maar (2) dat deze overwegingen ten onrechte alleen ten gunste van het slachtoffer werken. |
Zoekresultaat: 60 artikelen
Artikel |
Niet meer en niet minderOver normatieve overwegingen bij het vaststellen van causaal verband |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | condicio sine qua non, schadevergoeding, hypothetisch scenario, billijkheid, geschonden norm |
Auteurs | W.Th. Nuninga LLM MJur |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Van Duwbak Linda naar Schietincident Alphen aan den RijnHR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1409 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | relativiteit, overheidsaansprakelijkheid, onrechtmatige daad, toerekening naar redelijkheid, causaal verband |
Auteurs | Prof. mr. A.J. Verheij |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad deed vorig jaar uitspraak in de procedure naar aanleiding van het Schietincident in Alphen aan den Rijn. In deze bijdrage staat vooral het oordeel omtrent de relativiteit centraal, maar tevens wordt aandacht besteed aan het condicio sine qua non-verband en art. 6:98 BW. |
Jurisprudentie |
Relativiteit en causaliteit naar aanleiding van het schietincident Alphen aan den RijnHR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1409 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | relativiteit, overheidsaansprakelijkheid, causale toerekening, letselschade, veiligheidsnorm |
Auteurs | Mr. drs. I. Haazen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De relativiteit bleek in eerdere jurisprudentie vaak een struikelblok bij overheidsaansprakelijkheid. Vooral bij publiekrechtelijke regelgeving heeft de wetgever zich dikwijls nauwelijks uitgelaten over de bescherming van individuele vermogensbelangen van burgers. De Hoge Raad onderzoekt in het hierna te bespreken arrest het doel en de strekking van de geschonden norm in de zaak over het schietincident in Alphen aan den Rijn. De overtreden norm die ziet op de veiligheid van de samenleving strekt zich ook uit tot de individuele vermogensbelangen van burgers. Bovendien rechtvaardigt een veiligheidsnorm een verregaande toerekening van schade en beperkt zich in beginsel niet tot letsel- en overlijdensschade. |
Artikel |
De veiligheidsnormering voor primaire waterkeringen onder de Omgevingswet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | waterveiligheid, primaire waterkeringen, normering, omgevingswaarden, Invoeringsbesluit Omgevingswet |
Auteurs | Mr. drs. ing. T. (Ton) Lavrijsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Primaire waterkeringen beschermen ons land tegen overstromingen. De Waterwet bevat normen voor deze waterkeringen. Deze normen krijgen met het Invoeringsbesluit Omgevingswet als omgevingswaarden een plek in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). In dit artikel wordt de voorgenomen inbouw van de waterveiligheidsnormen in het Bkl besproken. De parlementaire behandeling van deze normstelling in het stelsel van de Omgevingswet komt aan bod. Ook komt de kwalificatie van de omgevingswaarden als resultaatsverplichting aan de orde, evenals de uitzonderingen waar een beroep op kan worden gedaan als niet aan de omgevingswaarden wordt voldaan. |
Artikel |
Evaluatie PKB Ruimte voor de Rivier: juridisch-bestuurlijke lessen voor toekomstige grootschalige infrastructurele overheidsprojecten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Ruimte voor de Rivier, participatie, integrale besluitvorming, projectbesluit, bestuurlijke verhoudingen |
Auteurs | Mr. dr. M.N. (Marlon) Boeve, Mr. dr. G.M. (Berthy) van den Broek, Mr. dr. F.A.G. (Frank) Groothuijse e.a. |
Samenvatting |
Auteurs bespreken de planologische kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB RvR) en geven antwoord op de vraag welke juridisch-bestuurlijke lessen voor toekomstige grootschalige infrastructurele overheidsprojecten getrokken kunnen worden. De PKB RvR is – anders dan vele andere door de overheid uitgevoerde grootschalige en ingrijpende infrastructurele projecten – vrijwel tijdig met het bereiken van de voorgenomen doelstellingen en binnen het oorspronkelijk budget uitgevoerd. Onderzocht zijn welke juridisch-bestuurlijke aspecten daaraan hebben bijgedragen. Auteurs gaan in op een zestal aspecten: decentralisatie en interbestuurlijke vormgeving, integraliteit van besluitvorming, participatie van burgers en marktpartijen, projectorganisatie, snelheid en coördinatie van besluitvorming, flexibiliteit in besluitvorming en kwaliteit van besluitvorming. |
Serie-artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | mijnbouwschade, schadevergoedingsrecht, regelgeving, aansprakelijkheidsrecht, bestuursrecht |
Auteurs | Mr. dr. J.E. van de Bunt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt het concept-Wetsvoorstel Instituut mijnbouwschade Groningen, dat een exclusieve publieke regeling voor het vergoeden van alle soorten schade door gaswinning in Groningen in het leven wil roepen, kritisch tegen het licht gehouden. Zal het wetsvoorstel de eerder gerezen problemen voor gedupeerden kunnen oplossen? Leidt publieke schadeafwikkeling niet tot nieuwe problemen? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | secundaire aansprakelijkheid, Alphen aan den Rijn, schietpartij, relativiteit, zorgplicht |
Auteurs | Mr. K.L. Maes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 maart 2018 is de politie door het Gerechtshof Den Haag aansprakelijk gehouden voor de door de slachtoffers en nabestaanden geleden letsel- en overlijdensschade vanwege het ten onrechte verstrekken van de wapenvergunning aan Tristan van der V., nadat deze aansprakelijkheid eerder op relativiteitsgronden strandde bij de Rechtbank Den Haag. In het onderhavige artikel worden beide uitspraken besproken en de afwijkende oordelen tegen elkaar afgezet. De kritieken waarmee met name het vonnis is ontvangen, geven bovendien aanleiding om de daarmee verweven secundaire aansprakelijkheidsproblematiek nader onder de loep te nemen. Want waarom hield de rechtbank de aansprakelijkheidsdeur zo krampachtig dicht, en zet het hof deze desondanks (meer) open? |
Jurisprudentie |
Nieuw licht op de arbeidsrechtelijke omkeringsregel?HR 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:536 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, werkgeversaansprakelijkheid, asbest, arbeidsrechtelijke omkeringsregel |
Auteurs | Mr. Veneta Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij beantwoording van de vraag of causaal verband aanwezig is tussen de asbestblootstelling en het ontstaan van mesothelioom, en of ter vaststelling hiervan de arbeidsrechtelijke omkeringsregel moet worden toegepast, is – overeenkomstig de arresten HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 (SVB/Van der Wege) en ECLI:HR:2013:BZ1721 (Lansink/Ritsma) – van belang dat het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden niet te onzeker dan wel te onbepaald dient te zijn. De Hoge Raad bekrachtigt het oordeel van het hof dat de enkele blootstelling aan asbest onvoldoende is om toepassing te geven aan de omkeringsregel. De in de eerdergenoemde arresten vastgestelde regels gelden ook bij schade als gevolg van mesothelioom. Ook hier kan het causaal verband te onzeker of te onbepaald zijn wanneer de werknemer ook buiten de werkzaamheden aan asbest blootgesteld is geweest. Daarom komt, gelet op hetgeen in het algemeen bekend is omtrent de ziekte mesothelioom en haar oorzaak, betekenis toe aan (1) de duur en de intensiteit van de blootstelling bij deze werkgever, en in voorkomend geval (2) de duur en de intensiteit van andere blootstelling(en) aan asbest gedurende de latentieperiode en (3) de verhouding tussen (1) en (2). |
Artikel |
Scheidslijnen tussen kansschade, proportionele aansprakelijkheid en de omkeringsregelEnkele praktische opmerkingen over verschillen tussen deze drie leerstukken naar aanleiding van HR 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2786 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, bewijs, kansschade, beroepsfout, schade |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het hier te bespreken arrest, waarin aan de orde was of een ziekenhuis aansprakelijk is voor schade als gevolg van een te laat uitgevoerde operatie, geeft aanleiding voor enkele gedachten over en praktische wenken voor de afbakening van kansschade, proportionele aansprakelijkheid en de omkeringsregel ten opzichte van elkaar. De drie figuren komen hier samen. Getracht wordt de grenzen nader in kaart te brengen. |
Artikel |
Noot bij HR 22 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2452 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | tuchtrecht, civiel recht, beroepsaansprakelijkheid, maatstaf, motivering |
Auteurs | Mr. F.T. Serraris |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 22 september 2017 onderstreept de Hoge Raad dat indien de civiele rechter in beroepsaansprakelijkheidszaken afwijkt van het oordeel van de tuchtrechter, hij dit oordeel voldoende begrijpelijk dient te motiveren. De auteur bespreekt dit arrest en – meer in het algemeen en in praktische zin – de verhouding tussen tucht- en civielrechtelijke uitspraken. |
Artikel |
Schuld en schadevergoedingHoe kleurt de zwaarte van de schuld van de aansprakelijke partij het schadevergoedingsdebat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | schuld, opzet, schade(vergoeding), redelijkheid, aard van de aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. A.I. Schreuder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het schadevergoedingsrecht duikt de mate van de schuld van de aansprakelijke partij steeds op als (mogelijk) relevante factor. Bezien wordt hoe dit element het schadevergoedingsdebat kleurt. De conclusie luidt dat de betekenis van deze factor uiteindelijk beperkt lijkt, vooral omdat hij zich alleen in uiterste vormen goed laat onderscheiden. |
Artikel |
Projectbesluitvorming voor natte waterstaatswerken op grond van de Waterwet en de Omgevingswet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Waterwet, ruimtelijke ordening, waterrecht |
Auteurs | Mr. dr. F.A.G. (Frank) Groothuijse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel beschrijft de auteur de verschillende besluiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg of wijziging van waterstaatswerken door de beheerder. Op basis van de jurisprudentie wordt besproken hoe deze besluiten zich tot elkaar verhouden en op welke wijze de rechtsbescherming is geregeld. |
Artikel |
Kroniek Bestuursprocesrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2016 |
Auteurs | Jan Coen Binnerts en Marieke Dankbaar |
Artikel |
Aansprakelijkheid van de (letselschade)advocaat voor informatieverzuimen: het bewijs van de zorgplichtschending en de (ontbrekende) eigen schuld van de cliënt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | informatieverzuim, (letselschade)advocaat, bewijs, aanvullende stelplicht, uitsluiting eigen schuld |
Auteurs | Prof. mr. I. Giesen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beroepsbeoefenaar – en dus ook de letselschadeadvocaat – die een informatieverplichting schendt, zal enigszins op zijn aansprakelijkheidsrechtelijke tellen moeten passen als het om het bewijs van die zorgplichtschending en het (bewijs van het) causaal verband gaat. Maar daar is die advocaat nog redelijk ‘beschermd’. Geraakt een cliënt voorbij die hindernissen, dan is het echter snel afgelopen: eigen schuld als verweer mag niet meer in beeld komen, althans mag slechts een marginale rol spelen, zo wordt betoogd. |
Artikel |
Het wetsvoorstel affectieschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | affectieschade, immateriële schade, claimcultuur, letselschade |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 juli 2015 heeft de Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) een nieuw wetsvoorstel voor vergoeding van affectieschade bij de Tweede Kamer ingediend Het artikel bespreekt dit wetsvoorstel en de consequenties die dit wetsvoorstel voor het medische aansprakelijkheidsrecht heeft. Het huidige wettelijke kader wordt geschetst en vervolgens worden de bepalingen van het wetsvoorstel besproken en de consequenties daarvan voor het medische aansprakelijkheidsrecht. |
Jurisprudentie |
Verwerping beroep omkeringsregelHof Arnhem-Leeuwarden 31 maart 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:2353 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | zorgplicht, risicoaansprakelijkheid, causaal verband, omkeringsregel |
Auteurs | Mr. M. Jongkind |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ouders stellen de camping aansprakelijk voor gehoorschade van hun zoon. Op 12 juni 2003 zou de zoon in het zwembad van de camping besmet zijn geraakt met de PA-bacterie. Daarna is geconstateerd dat een filter van het zwembad defect was. De ouders stellen dat de camping haar zorgplicht heeft geschonden, alsmede dat de camping risicoaansprakelijk is op grond van artikel 6:175, 6:174 of 6:173 BW. Met betrekking tot het causaal verband wordt een beroep gedaan op de omkeringsregel. Het gerechtshof oordeelt dat geen sprake is van risicoaansprakelijkheid ex artikel 6:175 BW. Het beroep op de omkeringsregel wordt verworpen. |
Artikel |
Bijstand als schadepost |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Participatiewet, WWB, bijstandsuitkering, letselschade, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. A.S. Oude Hergelink en Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Schadevergoedingen en de bijstandswet vormen geen gelukkig paar. Immers, voordat iemand een beroep op de bijstand zoals geregeld in de Participatiewet kan doen, moet er geen sprake meer zijn van vermogen boven de vrijlatingsgrens. Waarom schade vergoeden als de gemeente vervolgens de bijstand beëindigt? In deze bijdrage wordt aan de hand van wetgeving, gemeentelijke regelgeving en jurisprudentie besproken wat de gevolgen voor het recht op bijstand (kunnen) zijn wanneer een bijstandsgerechtigde een letselschadevergoeding ontvangt. Op 16 april 2014 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld dat indien het onderhavige letselschadeslachtoffer haar aanspraak op een bijstandsuitkering (deels) zou verliezen, dat aangemerkt diende te worden als schade en die schade voor vergoeding door de aansprakelijke partij in aanmerking komt. Deze uitspraak werpt een nieuw licht op de problematiek. |
Artikel |
Relativiteitsperikelen: Wet wapens en munitie geen schild tegen concrete (vermogens)schade? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, relativiteitsbeginsel, schadevergoeding, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 februari 2015 heeft de Rechtbank Den Haag vonnis gewezen in de procedure die was aangespannen door slachtoffers van het schietincident in Alphen aan den Rijn tegen de politieregio Hollands Midden. De rechtbank oordeelde dat de politieregio in strijd handelde met de Wet wapens en munitie maar niet aansprakelijk is jegens de slachtoffers omdat niet aan het relativiteitsvereiste is voldaan. In deze bijdrage wordt het vonnis van de rechtbank besproken en worden er enkele kanttekeningen geplaatst bij het (relativiteits)oordeel van de rechtbank. |
Ex-neuroloog; strafvervolging; hulpeloosheid; voorwaardelijke opzet; mishandeling |
Jurisprudentie |
Zorgplichtschending bij beroepsziekten; bewijsproblemen bij het causaal verband: de arbeidsrechtelijke omkeringsregel en het leerstuk van proportionele aansprakelijkheidHR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1721 (Lansink/Ritsma) en HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 (SVB/Van de Wege) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | beroepsziekten, zorgplicht, schending, omkeringsregel, proportionele aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. Chr.H. van Dijk en Mr. L.L. Veendrick |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 7 juni 2013 heeft de Hoge Raad twee belangrijke arresten gewezen over de aansprakelijkheid van de werkgever bij beroepsziekten ex artikel 7:658 BW. De arbeidsrechtelijke omkeringsregel wordt in de arresten van 7 juni 2013 wederom nader vormgegeven. Ook komt de zorgplicht van de werkgever bij beroepsziekten in deze beide arresten aan de orde. Tot slot wijdt de Hoge Raad enige overwegingen aan het leerstuk van proportionele aansprakelijkheid dat speelt bij onzeker causaal verband tussen de normschending en de schade. Reden genoeg dus om bij deze beide arresten stil te staan. |