In faillissementen met een sterk maatschappelijk belang en/of waarbij er kennelijke aanwijzingen zijn van fraude moet het Openbaar Ministerie het onderzoek voeren in België. De curator heeft daarbij een ondersteunende rol, maar moet ook in andere gevallen door de rechter-commissaris gedwongen kunnen worden onderzoek te verrichten. Bij lege boedels moet de Staat de procedurekosten dragen. |
Zoekresultaat: 14 artikelen
Artikel |
Faillissementsfraude: een queeste naar remedies voor gedupeerden in België |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | faillissementsfraude, bestuursaansprakelijkheid, schuldeiserscontrole, financieringsproblematiek |
Auteurs | Mr. R. Verheyden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Praktijk |
Onttrekkingen door aandeelhouders en de (niet benijdenswaardige) rol van het bestuur |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | uitkeringen, bestuur, vennootschappelijk belang, bestuurdersaansprakelijkheid, art. 2:216 lid 2 BW |
Auteurs | Mr. R. Fluit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage geeft de auteur een overzicht van de grenzen die de wet en jurisprudentie thans stellen aan uitkeringen bij een bv. De nadruk ligt op de rol van het bestuur en meer in het bijzonder op de reikwijdte van zijn bevoegdheid om goedkeuring aan uitkeringen te weigeren. Indien het bestuur geen ruimte ziet om op basis van art. 2:216 lid 2 BW zijn goedkeuring te weigeren, maar het bestuur overigens wel van mening is dat door de uitkering het vennootschappelijk belang onevenredig wordt geschaad, welke middelen staan het dan ten dienste om de vennootschap te beschermen tegen deze uitkering. |
Artikel |
Een reactie op een reactie: artikel 2:210 lid 5 BW |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2016 |
Trefwoorden | vennootschapsrecht, faillissementsrecht, aansprakelijkheid te late deponering, artikel 2:210 lid 5 BW |
Auteurs | Mr. M.W. Josephus Jitta |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze reactie wordt ingegaan op de reactie van Schwarz en Wolf op de bijdrage van Van Hooff, waar het gaat om de gevolgen van artikel 2:210 lid 5 jo. artikel 2:248 lid 2 BW. Op grond van de rechtspraak van de Hoge Raad komt de auteur tot de conclusie dat de zorg van Schwarz en Wolf dat bij toepassing van artikel 2:210 lid 5 BW de sanctie van artikel 2:248 lid 2 BW eerder zou intreden dan zonder toepassing van artikel 2:210 lid 5 BW, ongegrond is. |
Artikel |
Perikelen rond de vaststelling en publicatie van de jaarrekening en aansprakelijkheid in het kader daarvan. Een reactie |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | vereenvoudigde vaststelling jaarrekening, publicatietermijn, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. C.A. Schwarz en Mr. dr. R.A. Wolf |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt bepleit dat de overeenkomstig artikel 2:210 lid 5 BW vereenvoudigd vastgestelde jaarrekening binnen acht dagen na haar vaststelling gedeponeerd moet worden om te voorkomen dat het onweerlegbare vermoeden van onbehoorlijk bestuur van artikel 2:248 lid 2 BW zal gelden en de bestuurder daardoor in een lastige(re) procespositie komt te verkeren. Beter zou zijn dat artikel 2:210 lid 5 BW geschrapt of gewijzigd wordt of dat statutair van deze bepaling wordt afgeweken. |
Artikel |
Aansprakelijkheid voor het boedeltekort en de publicatieplicht: wat is te laat deponeren? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, artikel 2:248 BW, publicatietermijn, vereenvoudigde vaststelling, Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening |
Auteurs | Mr. J.E.P.A. van Hooff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor jaarrekeningen die zien op boekjaren die starten op of na 1 januari 2016 gaat de maximale publicatietermijn van dertien naar twaalf maanden. Deze maximale termijn is de enige relevante termijn in het kader van artikel 2:248 BW. Ook bij vereenvoudigde vaststelling van de jaarrekening op grond van artikel 2:210 lid 5 BW. |
Redactioneel |
Voorwoord |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Discussie |
Nogmaals, de vereenvoudigde vaststelling van de jaarrekening in het nieuwe bv-rechtReactie op B. Verkerk, Verwarring over de vereenvoudigde vaststelling van de jaarrekening, O&F 2013-2, p. 68 e.v. |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Auteurs | Prof. mr. C.A. Schwarz en T. Verkade RA |
Auteursinformatie |
Discussie |
Naschrift |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Auteurs | Mr. B. Verkerk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Verwarring over de vereenvoudigde vaststelling van de jaarrekening |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | jaarrekening, vaststelling, publicatie, publicatietermijn, accountantscontrole, decharge |
Auteurs | mr. B. Verkerk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Art. 2:210 lid 5 BW stelt bv’s waarvan alle aandeelhouders tevens bestuurder zijn, in staat op vereenvoudigde wijze de jaarrekening vast te stellen. Naar aanleiding van dit artikel zal in deze bijdrage worden ingegaan op de volgende vragen: |
Redactioneel |
Voorwoord |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2013 |
Artikel |
Complicaties bij de ‘vereenvoudigde’ vaststelling van de jaarrekening (ex art. 2:210 lid 5 BW) |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2012 |
Trefwoorden | vaststelling jaarrekening, decharge, openbaarmaking, accountantsverklaring |
Auteurs | Mr. G.C. van Eck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de toepassing van de vereenvoudigde wijze van vaststelling van de jaarrekening van de BV op grond van artikel 2:210 lid 5 BW kunnen complicaties optreden. De regeling kan leiden tot een onbedoelde decharge en een verkorting van de uiterste termijn voor de openbaarmaking van de jaarrekening. De regeling houdt evenmin rekening met titel 9 van Boek 2 BW en het verplichte onderzoek van de jaarrekening door een accountant. |
Praktijk |
Uitkeren aan aandeelhouders, (hoe) kunnen we dat doen?Een overzicht na afsluiting van een rumoerig wetgevingsproces |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | FlexBV, artikel 2:216 BW, uitkeren aan aandeelhouders, crediteurenbescherming |
Auteurs | Mr. I.C.P. Groenland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een van de onderwerpen uit de FlexBV wetgeving die op 1 oktober 2012 van kracht is geworden en waar sinds de aanvang van het wetgevingsproces het meest over is geschreven, zijn de uitkeringen aan aandeelhouders. De aanpassing van artikel 216 wordt door de regering beschouwd als basis voor een evenwichtig systeem van crediteurenbescherming. Toch bleek het vinden van draagvlak voor de regeling omtrent uitkeringen een hele dobber. Sinds 1 oktober 2012 hebben we te maken met het nieuwe artikel 2:216 BW bij uitkeringen aan aandeelhouders. De regels veranderen, maar naar inschatting van de auteur verandert voor de meeste vennootschappen het speelveld niet ingrijpend. Een kritiekpunt van de auteur is dat hoewel de striktere formulering van de verhouding tussen aandeelhoudersvergadering en bestuur aansluit bij de gangbare opvattingen over corporate governance, de vastlegging in een dwingendrechtelijke regeling niet zo wenselijk is. Een ruimer kader voor afwijking van de gekozen wettelijke systematiek was wenselijk geweest voor de praktijk. |
Artikel |
Splitsing en de onbereikbare vrijstelling van een accountantsverklaring |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2011 |
Trefwoorden | accountantsverklaring, vrijstelling, splitsing, inbreng, deskundige |
Auteurs | Mr. K. van Zundert |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in deze bijdrage de vrijstelling van de accountantsverklaring als bedoeld in artikel 2:94a/94b lid 3 BW bij een juridische splitsing. |
Artikel |
Verkrijging van eigen aandelen door de besloten vennootschap nader bezien in het licht van de derde tranche |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 5 2006 |
Trefwoorden | vennootschap, aandeel, bestuurder, verkrijgingprijs, aandeelhouder, balans, nietigheid, bestuurdersaansprakelijkheid, bestuursaansprakelijkheid, hoofdelijke aansprakelijkheid |
Auteurs | D.C. Hoorn |