Deze kroniek bevat een overzicht van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) en het Gerecht van de Europese Unie (Gerecht EU) op het gebied van het gezondheidsrecht in de afgelopen twee jaar. De precieze kroniekperiode is 1 april 2019 tot 1 november 2021. |
Zoekresultaat: 63 artikelen
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak Europees recht 2019-2021 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Mr. N.A.D. Groot, Mr. M.A.M. Verduijn en Mr. drs. J.J. Rijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De cyberverzekering: over incident response, boetes en ransomware |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | cybercriminaliteit, cybersecurity, cyberrisico, privacy, schade |
Auteurs | Mr. dr. N.M. Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage zet de auteur uiteen wat de cyberverzekering inhoudt en licht zij drie specifieke aspecten daarvan uit: incident-responsediensten als directe hulp bij een cyberincident, boetes van de Autoriteit Persoonsgegevens en losgeld bij ransomware. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, bewijsmedewerking, geschrift, bewijslast, bewijsstandaard |
Auteurs | Wannes Vandenbussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 april 2019 werd in België de eerste bouwsteen gelegd van een nieuw Burgerlijk Wetboek. Toen keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het federaal parlement de wet goed tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van Boek 8 ‘Bewijs’ in dat wetboek. De eerste grondige hervorming van het Belgische bewijsrecht sinds 1804 was daarmee een feit. Deze bijdrage schetst de vier hoofdlijnen die deze hervorming kenmerken: (1) het toegankelijk maken en codificeren van het geldende recht, (2) het bevestigen van het gereglementeerde bewijsstelsel, maar met de nodige versoepelingen, (3) het bewijsrecht aanpassen aan een moderne samenleving en (4) het verduidelijken van de regels inzake bewijslast en de bewijsstandaard. Tijdens de bespreking van deze hoofdlijnen wordt telkens ook aandacht besteed aan de gelijkenissen en verschillen met het Nederlandse bewijsrecht. |
Artikel |
Aandacht voor openheid en excuses: geen reden tot zorg! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Klachtrecht, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Andrea Zwart-Hink |
Auteursinformatie |
Artikel |
De kennisgevingsplicht van de verzekeraar in de zin van art. 7:929 lid 1 BWEnkele beschouwingen naar aanleiding van het Aegon/Kinderen H.-arrest |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2021 |
Trefwoorden | waarschuwingsplicht, levensverzekering, tweemaandentermijn, mededelingsplicht, verzekering |
Auteurs | Mr. dr. P.M. Leerink en Mr. dr. K. Engel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 5 februari 2021 heeft de Hoge Raad opnieuw een belangrijk arrest gewezen voor de verzekeringspraktijk. In dit arrest heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over de kennisgevingsplicht van art. 7:929 lid 1 BW, waaraan de verzekeraar die een beroep doet op schending van de precontractuele mededelingsplicht (art. 7:928 BW) zich moet houden. Auteurs bespreken het arrest van de Hoge Raad en de implicaties daarvan. |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2021 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |
Artikel |
Rellende jongeren & opnieuw een voorstel tot verruiming van de aansprakelijkheid van ouders‘May I have the check, please?’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | art. 6:169 BW, risicoaansprakelijkheid, kinderen, jeugdcriminaliteit, schade |
Auteurs | Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jeugdcriminaliteit, de daarbij veroorzaakte schade en de onverhaalbaarheid hiervan vormen vanzelfsprekend een maatschappelijke zorg. Het is echter de vraag of die zorg voldoende reden en rechtvaardiging is om de kwalitatieve aansprakelijkheid van alle ouders te verruimen, zoals thans wordt uitgewerkt en voorbereid door demissionair minister Dekker. De auteur bespreekt in dit artikel daarom de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders, in historisch en huidig perspectief, en geeft vervolgens haar opinie over de mogelijk toekomstige verruiming van deze kwalitatieve aansprakelijkheid. |
Artikel |
Het machtigingsvereiste: een machtig sturingsinstrument voor zorgverzekeraars? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | machtiging, toestemming, zorginhoudelijke criteria, zorgbehoefte, beoordeling |
Auteurs | Mr. M.E. Jannink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het machtigingsvereiste is voor zorgverzekeraars een krachtig sturingsinstrument, met name bij niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Het stelt hen in staat om vóóraf te beoordelen of verzekerden recht hebben op de voorgenomen zorg. De toetsing van zorgverzekeraars gaat daarbij soms echter verder dan wettelijk mogelijk lijkt. Voorts leiden recente arresten tot een intensievere beoordeling van machtigingsaanvragen. |
Artikel |
Als ik nu sorry zeg, beken ik dan schuld?Bespreking van het proefschrift van mr. L.A.B.M. Wijntjens |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | excuses, aansprakelijkheid, erkennen fout, bewijswaarde, uitlegregel |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het proefschrift van mr. L.A.B.M. Wijntjens dat ziet op welke wijze civiele procedures en tuchtprocedures de positieve rol die excuses op zichzelf kunnen spelen, belemmeren of stimuleren. Wijntjens concludeert dat er twee juridische belemmeringen zijn: de mogelijkheid dat met het aanbieden van excuses aansprakelijkheid wordt erkend, en de mogelijkheid dat rechters de met excuses gepaard gaande uitingen als vaststaand feit aannemen. Een oplossing zou volgens Wijntjens de introductie van een ‘uitlegregel’ zijn. Deze uitlegregel zou moeten inhouden dat excuses door de ontvanger niet mogen worden opgevat als een erkenning van aansprakelijkheid. |
Artikel |
De verklaring voor recht, voldoende belang(rijk)?Over het belang bij declaratoire vordering na afwijzing condemnatoire vordering |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | proceseconomie, processueel belang, genoegdoening, rechtsherstel, subjectief recht |
Auteurs | Dr. P. Gillaerts en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een recent arrest van de Hoge Raad bevestigt het zelfstandige belang bij een verklaring voor recht als genoegdoening voor een rechtsschending, ook indien de daarop voortbouwende veroordelende vorderingen stranden. In dit licht duiden de auteurs de speelruimte bij de declaratoire vordering in het verbintenissenrecht. |
Artikel |
Leiden bedingen die de vennootschap als enig opdrachtnemer aanwijzen tot uitsluiting van persoonlijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar, en kan dat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, exoneratie, kanalisering, opdrachtnemerschap |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beroepsbeoefenaars kunnen met hun opdrachtgever overeenkomen dat het kantoor waaraan zij zijn verbonden als enig opdrachtnemer heeft te gelden. De vraag is in hoeverre daarmee ook de persoonlijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar kan worden uitgesloten. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag in hoeverre het uitsluiten van persoonlijke aansprakelijkheid door beroepsbeoefenaars mogelijk is. |
Artikel |
Langverwachte (on)duidelijkheid over de (on)redelijkheid van aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het gebruik van medische hulpzaken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | state of the art, ontwikkelingsrisico, gebrekkige implantaten, aansprakelijkheid arts en ziekenhuis, CE-markering |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 19 juni 2020 deed de Hoge Raad uitspraak in twee kwesties waarin de aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het gebruik van een ongeschikte medische hulpzaak centraal stond. De auteur gaat in op de betekenis van deze uitspraken in het licht van eerdere jurisprudentie op dit terrein en geeft haar visie op de bruikbaarheid van de uitspraken in de praktijk. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | zelfrijdende auto, herstelgerichte schadeafwikkeling, procedurele rechtvaardigheid, directe verzekering, WA-direct |
Auteurs | Mr. dr. K.A.P.C. van Wees en Prof. mr. dr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nieuwe ontwikkelingen, zoals de opkomst van de zelfrijdende auto en het groeiende inzicht in het anti-therapeutische effect van de afwikkeling van letselschade, leiden tot het hernieuwd overdenken van ons compensatiesysteem voor verkeersongevallen. Het Verbond van Verzekeraars begint in 2021 met WA-direct, een eerste innovatieve stap, nog op basis van het huidige aansprakelijkheidsrecht maar met het oog op meer. In dit artikel worden deze ontwikkelingen besproken en met elkaar in verband gebracht. De mogelijkheden van een stelsel van directe schadeverzekering worden vergeleken met die van het aansprakelijkheidsrecht en WA-direct. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Personenschade, Aanspraak uitkering |
Auteurs | Mr. P.C. Knijp |
Auteursinformatie |
Artikel |
Compensatie van misdrijfschade: veel beweging, voldoende inzicht en visie?Verslag van het symposium van 24 september 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, misdrijven, verzekering, solidariteit, voeging benadeelde partij |
Auteurs | Mr. dr. M.R. Hebly en Prof. mr. S.D. Lindenbergh |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de afgelopen decennia is in toenemende mate ingezet op ‘emancipatie’ van slachtoffers van misdrijven. Op het punt van compensatie zijn uiteenlopende maatregelen genomen vanuit de gedachte dat de dader moet vergoeden wat hij heeft veroorzaakt. Onderzoeken op dit terrein laten niet alleen verschillende vragen open, maar roepen ook nieuwe vragen op. Wie draagt uiteindelijk welke schade? Wat komt er van verhaal terecht? Wordt misdrijfschade met de daartoe beschikbare middelen efficiënt gecompenseerd? Kan het ook anders? Deze en dergelijke vragen kwamen aan de orde tijdens het op 24 september 2019 te Rotterdam gehouden symposium ‘Compensatie van misdrijfschade – solidariteit, verzekering, verhaal’. |
Artikel |
De zorgplicht van de assurantietussenpersoon en onderverzekeringHR 6 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1298 (Sauna Peize/Rabobank) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | verzekerde waarde, onderdekking, accresclausule, brandverzekering, verzekering tegen bedrijfsstagnatie |
Auteurs | Mr. M.J. Bruins Slot CPL |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Sauna Peize/Rabobank-arrest oordeelt de Hoge Raad over de zorgplicht van de assurantietussenpersoon in relatie tot onderverzekering. Een complexe zaak, waarin niet direct duidelijk is of sprake is van onderverzekering met inachtneming van de accresclausule. Wat mag van een redelijk bekwame en redelijk handelende assurantietussenpersoon worden verwacht? |
Artikel |
Aansprakelijkheid van de Staat voor ‘zuiveringsacties’ op Zuid-Sulawesi en doorwerking van de redelijkheid en billijkheid in ons verjaringsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | verjaring, redelijkheid en billijkheid, gezichtspuntencatalogus, Van Hese/De Schelde, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. M. Bredenoord-Spoek |
SamenvattingAuteursinformatie |
In oktober 2019 wees het gerechtshof Den Haag arrest in de pijnlijke kwestie van de executies en martelingen tijdens de koloniale oorlog. Het oordeelde dat een beroep van de Staat op de voltooide verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het arrest geeft aanleiding om het leerstuk van de redelijkheid en billijkheid in het verjaringsrecht te beschouwen. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak civiel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid hulpverlener, causaal verband, behandelovereenkomst |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden in het kort de belangrijkste uitspraken besproken in de periode van 15 juni 2017 tot en met 15 juni 2019. Daarbij wordt eerst ingegaan op de diverse gronden waarop de aansprakelijkheid van de hulpverlener kan worden gebaseerd. Voorts wordt ingegaan op de productaansprakelijkheid, het causaal verband, en de jurisprudentie inzake polisdekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Andere uitspraken die in de kroniek worden besproken hebben betrekking op: (voorlopige) deskundigenberichten, inzage in het medisch dossier, het beëindigen c.q. niet-aangaan van de geneeskundige behandelovereenkomst en immateriële schadevergoeding. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2019 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, Insolventie, Maclou-norm |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft de persoonlijke aansprakelijkheid van de faillissementscurator, de bewindvoerder in surseance en de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling. Het relevante juridische kader wordt besproken, evenals diverse scenario’s waarin persoonlijke aansprakelijkheid aan de orde kan komen. Dit geschiedt aan de hand van gepubliceerde en niet-gepubliceerde rechtspraak. Het artikel beoogt daarmee een algemeen overzicht te geven van de (on)mogelijkheden om persoonlijke aansprakelijkheid te vestigen. |
Artikel |
De verhaals(on)mogelijkheden van de WAM-verzekeraar bij (joy)rijden zonder rijbewijsBijdrage naar aanleiding van Hof Arnhem-Leeuwarden 23 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9273 en Hof Arnhem-Leeuwarden 9 april 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3129 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | joyriding, artikel 185 lid 2 WVW 1994, verhaalsrecht WAM-verzekeraar, familieverweer, artikel 7:962 lid 3 BW |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
In krap een halfjaar tijd deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in twee vergelijkbare zaken, waarin sprake was van joyriding door een jeugdig familielid van de verzekeringnemer en waarbij de betrokkene reed zonder (geldig) rijbewijs. In beide zaken trachtte de WAM-verzekeraar van het betrokken voertuig de aan derde-benadeelden gedane uitkeringen te verhalen. Een belangrijk verschil: de ene verzekeraar richtte zich tot zijn eigen verzekerde, de andere verzekeraar richtte zich tot de joyrider. Aan de hand van de beide arresten belicht deze bijdrage de verhaalsmogelijkheden van een WAM-verzekeraar in geval van joyriden zonder (geldig) rijbewijs. |