De bijdrage bespreekt artikel 197 Sr (zwaar inreisverbod) en de vraagstukken die hebben geleid tot het staken van de vervolging van de overtreding van het zware inreisverbod vanwege de Europese en nationale uitspraken die de afgelopen jaren daarover zijn gedaan. In het arrest inzake JZ heeft het Hof van Justitie vervolgens met toepassing van de uitgangspunten van het arrest Ouhrami zijn fiat gegeven aan strafbaarstelling van illegaal verblijf van de vreemdeling die kennis heeft van een inreisverbod dat jegens hem is uitgevaardigd. De Hoge Raad heeft hierop in zijn arrest in de zaak JZ voortgeborduurd. De vraag dringt zich op of de strafbaarstelling van het negeren van een uitgevaardigd inreisverbod zich verdraagt met het lex certa-beginsel. Voorts worden er vragen gesteld bij de verhouding tussen de straf- en de bestuursrechter. Mocht in de praktijk opnieuw onduidelijkheid ontstaan omtrent de toepasselijkheid van dit artikel, dan lijkt het hoog tijd dat de Nederlandse wetgever artikel 197 Sr herschrijft. |
Zoekresultaat: 123 artikelen
Artikel |
De problemen rond de strafbaarstelling van het inreisverbod (artikel 197 Sr): een overzicht van tien roerige jaren sinds de implementatie in Nederland |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | inreisverbod, ongewenstverklaring, strafbaarstelling, lex certa-beginsel, evidentiecriterium |
Auteurs | Mr. A. (Aniel) Pahladsingh en Mr. E. (Eric) Druijf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Brexit |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2022 |
Trefwoorden | Brexit, Handels- en samenwerkingsovereenkomst (HSO), Verenigd Koninkrijk, internationale overeenkomst, externe betrekkingen |
Auteurs | Dr. J.E. Larik en Prof. dr. R.A. Wessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie (en Euratom) en het Verenigd Koninkrijk is ondertekend op 30 december 2020 en op 1 mei 2021 formeel in werking getreden. Terwijl het Terugtrekkingsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk kan worden gezien als de ‘echtscheidingsovereenkomst’, die voornamelijk alle kwesties behandelt die verband houden met een ordelijke uittreding van het Verenigd Koninkrijk, legt de Handels- en samenwerkingsovereenkomst de basis voor een nieuwe relatie tussen de twee partijen. Deze relatie is niet langer gebaseerd op een lidmaatschap dat wordt bepaald door de supranationale rechtsorde van de Europese Unie, maar op een pragmatisch partnerschap op basis van internationaal publiekrecht, of, zoals sommige Britse vertegenwoordigers blijven benadrukken, een relatie tussen ‘soevereine gelijken’. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, bewijsmedewerking, geschrift, bewijslast, bewijsstandaard |
Auteurs | Wannes Vandenbussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 april 2019 werd in België de eerste bouwsteen gelegd van een nieuw Burgerlijk Wetboek. Toen keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het federaal parlement de wet goed tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van Boek 8 ‘Bewijs’ in dat wetboek. De eerste grondige hervorming van het Belgische bewijsrecht sinds 1804 was daarmee een feit. Deze bijdrage schetst de vier hoofdlijnen die deze hervorming kenmerken: (1) het toegankelijk maken en codificeren van het geldende recht, (2) het bevestigen van het gereglementeerde bewijsstelsel, maar met de nodige versoepelingen, (3) het bewijsrecht aanpassen aan een moderne samenleving en (4) het verduidelijken van de regels inzake bewijslast en de bewijsstandaard. Tijdens de bespreking van deze hoofdlijnen wordt telkens ook aandacht besteed aan de gelijkenissen en verschillen met het Nederlandse bewijsrecht. |
Rechtsbescherming |
Het nieuwe rechtsstaatmechanisme: een panacee voor alle schendingen van EU-recht? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2021 |
Trefwoorden | grondrechten, rechtsbescherming, begroting, Conditionaliteitsverordening, rechtsstaat |
Auteurs | Mr. T.P.J.N. van Rijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste maanden werd de Unie opgeschrikt door wetgeving in Hongarije en Polen die door veel lidstaten werd beschouwd als ernstige schending van de rechtsstaat. Er kwamen reacties dat dergelijke inbreuken op de waarden van de EU niet geaccepteerd konden worden en dat beide landen daarvoor via het nieuwe rechtsstaatmechanisme gekort moesten worden in hun subsidies uit de EU-begroting en met name het herstelinstrument. In deze bijdrage ga ik na wat het rechtsstaatmechanisme precies inhoudt en in hoeverre inbreuken op het EU-recht en met name de waarden die in artikel 2 VEU zijn neergelegd daarmee gesanctioneerd kunnen worden. De auteur komt in de analyse tot de conclusie dat dit niet zo eenvoudig is als sommigen aanvankelijk dachten. |
Artikel |
De Overleveringswet op de helling: de herimplementatie van Kaderbesluit 2002/584/JBZ |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2021 |
Trefwoorden | Kaderbesluit 2002/584/JBZ, EAB, Overleveringswet, Herimplementatiewet, kaderbesluitconforme uitleg |
Auteurs | Prof. mr. dr. V.H. (Vincent) Glerum |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Overleveringswet strekt tot uitvoering van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. Deze wet bevatte een groot aantal gebreken. Een deel daarvan was aangetoond in arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De op 1 april 2021 in werking getreden Herimplementatiewet beoogde de Overleveringswet in overeenstemming met die arresten te brengen. Deze bijdrage |
Artikel |
Kroniek Straf(proces)recht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2021 |
Auteurs | Nikki Alberts, Rachel Bruinen, Dirk Dammers e.a. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2021 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J.S. Boeser, mr. J. Boonstra e.a. |
Rechtsbescherming |
De financiële crisis en de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie als rechtsbeschermingsinstrumentArrest in de gevoegde zaken Chrysostomides en Bourdouvali |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2021 |
Trefwoorden | financiële crisis, Eurogroep, toegang tot de Unierechter, niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie |
Auteurs | Mr. M.K. Bulterman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 2012 verleent het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) financiële steun aan lidstaten die in financiële nood verkeren, wanneer deze nood zo groot is dat dit de financiële stabiliteit van de eurozone in gevaar brengt. Om voor steun in aanmerking te komen moeten lidstaten aan strenge voorwaarden voldoen en ingrijpende maatregelen nemen. Die maatregelen kunnen ook individuele burgers en bedrijven hard treffen. Dat roept de vraag op welke rechtsbescherming het Gerecht en het Hof van Justitie kunnen bieden aan gedupeerde particulieren. Het arrest in de gevoegde zaken Chrysostomides en Bourdouvali van 16 december 2020 is de recentste uitspraak in een serie arresten die hierover meer duidelijkheid geven. Dit arrest is met name van belang vanwege het oordeel van het Hof van Justitie over de positie van de Eurogroep binnen het institutionele kader van de Unie en de mogelijkheid de rechtmatigheid van de handelingen van de Eurogroep in een direct beroep bij de Unierechter ter discussie te stellen. |
Rechtsbescherming |
Een nieuw EU-sanctieregime tegen ernstige schendingen van de mensenrechten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2021 |
Trefwoorden | EU-sancties, mensenrechten, rechtsbescherming, implementatie |
Auteurs | Prof. dr. C.M.J. Ryngaert en Prof. dr. R.A. Wessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In december 2020 nam de Europese Unie een Global Human Rights Sanctions Regime aan. Het nieuwe sanctieregime past binnen de ambities van de EU om een bijdrage te leveren aan de wereldwijde bescherming van mensenrechten. Dit artikel bespreekt de behoefte aan dit regime, zijn reikwijdte, de geboden rechtsbescherming en de implementatie door de lidstaten. De auteurs stellen onder meer dat het juridisch onduidelijk is waarom het nodig was dit regime in te stellen. Ook vragen zij zich af of de politieke besluitvorming die ten grondslag ligt aan het regime, voldoende in staat is om rechtstatelijke waarborgen te garanderen. |
Artikel |
Kroniek IT-recht 2020 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Esther van Genuchten, Robert van Schaik en Reinoud Westerdijk |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, schending, schadevergoeding |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM of Hof) heeft in de periode van september 2019 tot en met augustus 2020 weer diverse uitspraken gedaan over gezondheidsrechtelijke onderwerpen. Veel uitspraken borduren voort op of geven een nadere uitleg aan zaken waarover het Hof zich eerder heeft gebogen. Tegelijkertijd komt uit de uitspraken van afgelopen jaar het beeld naar voren dat het Hof in toenemende mate belang hecht aan de beschermingsplicht van de overheid, in het bijzonder bij gedetineerden, psychiatrische en verstandelijk beperkte patiënten en personen die anderszins kwetsbaar zijn. |
Wetenschap en praktijk |
Leveranciers van elektriciteit en warmte in financiële moeilijkheden: een verkenning van de wettelijke regelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | energie, warmtewet, banken, noodsituatie, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. P. van Asperen en Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de regelingen uit de Elektriciteitswet 1998 en de Warmtewet die gericht zijn op het voorkomen van financiële problemen dan wel de toezichthouder de mogelijkheid geven in te grijpen als dat nodig is. Deze regelingen zijn bedoeld ter bescherming van afnemers tegen die situaties waarbij een leverancier van elektriciteit of warmte in de financiële problemen komt. Zij vergelijken deze regelingen met de regelingen uit de Wet op het financieel toezicht of Europese regelgeving gericht op het voorkomen van financiële problemen bij banken. De auteurs kiezen voor deze vergelijking met banken omdat deze ondernemingen, net als bij elektriciteit en warmte, een maatschappelijke functie kunnen vervullen. De vraag die zij stellen, is of de regelingen voor banken een inspiratiebron kunnen zijn voor het waarborgen van de belangen van de afnemers van elektriciteit en warmte. |
Jurisprudentie |
Kansschade: een bewogen leerstukHR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1223 en Rb. Den Haag 8 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | (letsel)schade, kansschade, zorgvuldigheidsnorm, proportionele aansprakelijkheid, condicio sine qua non-verband |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in het Srebrenica-arrest als in het Faro-vonnis, twee tamelijk verschillende zaken, is een veroordeling tot vergoeding van kansschade uitgesproken voor onzorgvuldig handelen. In zijn Srebrenica-uitspraak stelde de Hoge Raad de kleine, maar niet verwaarloosbare kans voor de bewuste groep mannelijke vluchtelingen om uit handen te blijven van Bosnische Serviërs (als Dutchbat naar behoren zou zijn opgetreden) vast op 10%, waar het hof nog was uitgekomen op 30%. De rechtbank kwam in de Faro-zaak tot een kleine, maar niet verwaarloosbare kans van 20% op een beter resultaat bij de destijds met Martinair gevoerde onderhandelingen als de Raad voor de Luchtvaart niet onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Een algemeen, voor alle gevallen toepasbaar, minimumpercentage voor kansschade lijkt niet aanwijsbaar. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | uit- en overlevering, kartelverbod, mededingingswet, lijstfeiten, dubbele strafbaarheid |
Auteurs | Mr. W.W. Geursen en Mr. J. Boonstra-Verhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland wordt het mededingingsrecht (nog steeds) bestuursrechtelijk afgedaan. De strafrechtelijke handhaving van dit rechtsgebied heeft de laatste jaren in andere landen een opmars gemaakt; ook in verschillende lidstaten van de Europese Unie. Hoewel in Nederland het mededingingsrecht een ‘strafrechtelijk verleden’ kent, werd deze handhavingsvorm weinig benut en/of was deze weinig succesvol en is hiervan afscheid genomen. Dat Nederland overtredingen van de mededingingswet nu niet strafrechtelijk sanctioneert, wil echter niet zeggen dat aan mededingingsrechtelijke overtredingen voor Nederlanders geen strafrechtelijke risico’s kleven. Indien dergelijke overtredingen door Nederlandse onderdanen in het buitenland effect hebben, omdat daar bijvoorbeeld de klanten van een kartel zijn gevestigd, kunnen Nederlanders alsnog – zij het in het buitenland – tegen strafrechtelijke vervolging en een veroordeling aanlopen. |
Objets trouvés |
De rechtsstaat in discussie |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Primaat wetgever, trias, dikastocratie, verticaal machtsevenwicht, COVID-19 |
Auteurs | Prof. dr. R.A.J. van Gestel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens de Raad van State zou de rechtsstaat in Nederland niet wezenlijk in gevaar zijn, zou de balans tussen de instituties die invulling moeten geven aan de rechtsstaat (wetgever, bestuur en rechter) tot nu toe verzekerd zijn en zou er voldoende draagvlak onder de bevolking bestaan. Daarom zou er ook geen reden zijn voor een ‘alarmerende toon’. Deze stellingen worden nauwelijks onderbouwd, staan maatschappelijk ter discussie en miskennen dat Nederland geen eiland is, maar onderdeel uitmaakt van een meergelaagde internationale rechtsorde. Het beeld dat de Raad daarbij heeft van de scheiding der machten behoeft dringend bijstelling. |
Artikel |
De materiële wijzigingen van de geschillenregeling onder het voorontwerp Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | toetsingsnorm, uitstoting, uittreding, duurzame ontwrichting, verwijtbaarheid |
Auteurs | Mr. J.A.G. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage behandelt de auteur de materiële wijzigingen van de geschillenregeling van het voorontwerp. Het voorontwerp is een stap in de goede richting naar een effectieve(re) geschillenregeling, maar komt niet aan alle bezwaren tegemoet. |
Artikel |
Bescherming tegen verwatering |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | antiverwateringsbeding, uitgifte, voorkeursrecht, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. M. Brons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een minderheidsaandeelhouder kan worden geconfronteerd met diverse nadelige gevolgen van een emissie van aandelen in het kapitaal van de BV waarin hij participeert, terwijl de wet hem daartegen vaak onvoldoende beschermt. De auteur bespreekt verschillende vormen van contractuele of statutaire bescherming tegen (de negatieve effecten van) verwatering. |
Artikel |
Neurenberg als wegbereider voor het internationale strafrecht |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Neurenburg Tribunaal, Internationaal strafrecht, Oorlogsmisdrijven, Tweede Wereldoorlog |
Auteurs | Prof. mr. H.G. (Harmen) van der Wilt |
SamenvattingAuteursinformatie |
De 75-jarige herdenking van de historische verrichtingen van het Neurenberg Tribunaal biedt een mooie gelegenheid om de balans op te maken van de staat van het internationale strafrecht. In het licht van de grillige veranderingen in de opvattingen over de normatieve en politieke levensvatbaarheid van internationaal strafrecht wordt in dit essay ingegaan op bijdrage van het Neurenberg Tribunaal aan de ontwikkeling van het internationale strafrecht. |
Artikel |
Kroniek IT-recht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2020 |
Auteurs | Esther van Genuchten, Robert van Schaik en Reinoud Westerdijk |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | FDI, screening, veiligheid, bescherming |
Auteurs | Mr. L. Gasseling |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 19 maart 2019 is de Screeningverordening aangenomen, waarmee een kader verschaft is voor coördinatie en samenwerking tussen lidstaten en de Europese Commissie ten aanzien van de screening van FDI. In dit artikel bespreekt de auteur investeringsscreening in de EU en VS, en of de Screeningverordening een stap is in de richting van een Europese CFIUS. |