De auteur bespreekt de belangrijkste actualiteiten op het terrein van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Daarbij is in het bijzonder aandacht geschonken aan de rol van deze verzekering binnen de letselschade. Daarnaast komt het karakter van de AOV aan orde, de schending van de mededelingsplicht, het begrip arbeidsongeschiktheid en de claimbehandeling. |
Zoekresultaat: 21 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | abeidsongeschiktheidsverzekering., schending mededelingsplicht, begrip arbeidsongeschiktheid, claimbehandeling |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Uiteenlopende jurisprudentie over gedwongen toerekening van verjaarde schulden |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | verdeling nalatenschap, verjaarde geldlening, verrekening |
Auteurs | Mr. E.J. Moll |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is uiteenlopende jurisprudentie van de gerechtshoven over het onderwerp verrekening van verjaarde leningen in familieverband bij afwikkeling van nalatenschappen. De auteur heeft dit onderwerp onderzocht door bestudering van jurisprudentie en literatuur. Zijn conclusie is dat de gedwongen toerekening van schulden bij de verdeling van de nalatenschap ten onrechte gezien wordt als verrekening. De gedwongen toerekening is geen verrekening, maar tenietgaan van een verbintenis door vermenging. Wanneer een vordering van een erflater op één van zijn erfgenamen is verjaard, is tenietgaan door vermenging niet mogelijk, ondanks artikel 6:131 lid 1 BW, waarin bepaald is dat verrekening ook mogelijk is met een verjaarde tegenvordering. Dit onderwerp is relevant omdat veel over nalatenschappen wordt geprocedeerd, waarbij regelmatig oude niet-afgeloste leningen binnen de familie onderwerp van geschil zijn. |
Jurisprudentie |
Relativiteit en causaliteit naar aanleiding van het schietincident Alphen aan den RijnHR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1409 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | relativiteit, overheidsaansprakelijkheid, causale toerekening, letselschade, veiligheidsnorm |
Auteurs | Mr. drs. I. Haazen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De relativiteit bleek in eerdere jurisprudentie vaak een struikelblok bij overheidsaansprakelijkheid. Vooral bij publiekrechtelijke regelgeving heeft de wetgever zich dikwijls nauwelijks uitgelaten over de bescherming van individuele vermogensbelangen van burgers. De Hoge Raad onderzoekt in het hierna te bespreken arrest het doel en de strekking van de geschonden norm in de zaak over het schietincident in Alphen aan den Rijn. De overtreden norm die ziet op de veiligheid van de samenleving strekt zich ook uit tot de individuele vermogensbelangen van burgers. Bovendien rechtvaardigt een veiligheidsnorm een verregaande toerekening van schade en beperkt zich in beginsel niet tot letsel- en overlijdensschade. |
Artikel |
De invloed van schending van de civielrechtelijke zorgplicht door de beleggingsdienstverlener op de toetsing van de overige vereisten van onrechtmatige daad en wanprestatie |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | MiFID (II), civielrechtelijke zorgplicht, beleggingsdienstverlener, causaal verband, eigen schuld |
Auteurs | Mr. I.P.M.J. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als een beleggingsdienstverlener zijn civielrechtelijke zorgplicht schendt, dan beïnvloedt dat feit vervolgens de toetsing van de overige vereisten van wanprestatie en onrechtmatige daad (relativiteit, causaal verband, schade en eigen schuld). In dit artikel komt aan de orde hoe die toetsing wordt beïnvloed en welke betekenis bij die toetsing aan de toezichtrechtelijke regels zou moeten toekomen. |
Artikel |
Schade begroten met plussen en minnen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | schadebeperkingsplicht, eigen schuld, voordeelstoerekening, voordeelsverrekening |
Auteurs | Mr. J.B.R. Regouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van rechtspraak van de Hoge Raad wordt besproken hoe de rechtsfigurent schadebegroting, schadebeperkingsplicht (eigen schuld) en voordeelstoerekening met elkaar samenhangen. De auteur betoogt dat zowel benutte als onbenutte vrijgekomen verdiencapaciteit relevant is voor de omvang van de vergoedbare schade bij onrechtmatige daad of wanprestatie. |
Artikel |
Voordeelstoerekening: leuker kunnen wij het niet maken, wel inzichtelijker |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | artikel 6:100 BW, voordeelstoerekening, schadeverweer, toerekening naar redelijkheid, eenzelfde gebeurtenis, condicio sine qua non |
Auteurs | Mr. S.S.Y. Engelen en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft op 8 juli 2016 in zijn arrest TenneT/ABB een nieuwe maatstaf geformuleerd voor voordeelstoerekening. Hierbij komt hij expliciet terug op zijn eerdere rechtspraak over dit leerstuk, zoals neergelegd in artikel 6:100 BW. De nieuwe maatstaf geeft niet alleen meer houvast bij de beoordeling van een beroep op voordeelstoerekening, maar schakelt het leerstuk van voordeelstoerekening bovendien gelijk met de wijze waarop de omvang van de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:95 tot met 6:98 BW dient te worden vastgesteld. In deze bijdrage bespreken de auteurs de inhoud en implicaties van de nieuwe maatstaf voor personenschadezaken. |
Artikel |
‘Elk nadeel heb z’n voordeel’: (bewijslast)problematiek rondom het passing-on verweer in kartelschadezaken |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2016 |
Trefwoorden | bewijslast, passing-on verweer, kartelschadezaken, schadeverweer, voordeelstoerekening |
Auteurs | Rogier Meijer en Erik-Jan Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van het arrest TenneT/ABB, de Richtlijn en de Implementatiewet ingegaan op de manier waarop wordt omgegaan met het bewijs in kartelschadezaken, in het bijzonder bij het passing-on verweer. |
Artikel |
Het voorontwerp van de implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2015 |
Trefwoorden | privaatrechtelijke handhaving, Europees mededingingsrecht, schadevergoeding, inbreuk op het mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het voorontwerp van de implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht is ter consultatie gepubliceerd. Het voorontwerp strekt tot omzetting van de richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht. In deze bijdrage bespreekt de auteur aan de hand van het voorontwerp de voorgestelde wijzigingen in het BW en Rv. |
Artikel |
De Richtlijn betreffende schadevergoedingsacties wegens inbreuken op de mededingingsregels |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2014 |
Trefwoorden | wetgeving, Richtlijn, civiele handhaving, mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. Edmon Oude Elferink en Mr. Bram Braat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 17 april 2014 heeft het Europees Parlement de Richtlijn betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie aangenomen (Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 april 2014 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie, A7-0089/2014). Deze richtlijn brengt met zich dat de lidstaten dienen te waarborgen dat het verhaal van schade in verband met schending van het kartelverbod en het verbod van misbruik van economische machtspositie wordt gefaciliteerd. In dit artikel wordt enerzijds een toelichting gegeven op de totstandkoming van de richtlijn en anderzijds besproken welke wetswijzigingen, if any, de Nederlandse wetgever dient door te voeren teneinde aan de verplichtingen uit hoofde van de richtlijn te voldoen. |
Artikel |
Voordeelverrekening na het Verhaeg/Jenniskens-arrest |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Verhaeg/Jenniskens, vergoeding, letselschade, sommenverzekering, Hoge Raad |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 28 november 1969 heeft de Hoge Raad als algemeen uitgangspunt bepaald dat uitkeringen uit hoofde van sommenverzekeringen niet verrekend mogen worden bij de vergoeding van letselschades. De Hoge Raad achtte het bestaan van een sommenverzekering een aangelegenheid die de laedens niet aangaat. De praktijk was echter weerbarstiger. |
Jurisprudentie |
De (on)toelaatbaarheid van het passing on-verweer: TenneT c.s./ABB c.s. |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | schadevergoeding, artikel 101 lid 1 VWEU, passing on, doorberekeningsverweer |
Auteurs | Mr. drs. R.W.E. van Leuken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij vonnis van 16 januari jl. heeft de Rechtbank Oost-Nederland (zittingsplaats Arnhem) ABB Ltd. en dochtermaatschappij ABB B.V. veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan TenneT TSO B.V. en Saranne B.V. wegens schending van artikel 101 lid 1 VWEU. De vaststelling van de schade geschiedt ex artikel 6:97 BW op abstracte wijze; het beroep door gedaagden op het passing on-verweer (of doorberekeningsverweer) wordt expliciet verworpen. In het hiernavolgende bespreek ik dit onderdeel van het vonnis, en vergelijk het met een recente uitspraak van het Duitse Bundesgerichtshof. |
Artikel |
Kroniek civiele rechtspraak mededingingsrecht 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | kroniek, civiele rechtspraak, mededinging |
Auteurs | Mr. S. Tuinenga en prof. mr. J.S. Kortmann |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden door Nederlandse civiele rechters in 2012 gewezen uitspraken waarin het Nederlandse en/of Europese mededingingsrecht aan de orde kwam, besproken. Net als in de kronieken van vorige jaren wordt ook aandacht besteed aan enkele belangwekkende uitspraken met betrekking tot schadevergoedingsvorderingen op basis van mededingingsrechtelijke overtredingen. Waar het in het verleden vooral buitenlandse uitspraken betrof, bracht het afgelopen jaar ook de eerste belangwekkende uitspraken van Nederlandse rechters op dit gebied. |
Artikel |
De gevolgen van beëindiging van agentuurovereenkomsten (vertraagd) verduidelijkt |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Mr. H.E. Urlus |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het verrekenen van voordeel bij effectenleaseovereenkomsten‘Geen kwestie van droge logica, maar veeleer van materiële waardering, weging en wenselijkheid’ |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2011 |
Trefwoorden | voordeelstoerekening, art. 6:100 BW, art. 6:101 BW, serieschadeclausule, billijkheidscorrectie |
Auteurs | Mr. E.A.J. Nederlof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over een nieuwe uitspraak van de Hoge Raad van 29 april 2011 over voordeelsverrekening (art. 6:100 BW). Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met de ‘serieschadeclausule’ in verzekeringspolissen en een uitspraak van de Rechtbank Utrecht, waarin de onderhavige problematiek via de billijkheidscorrectie (art. 6:101 BW) werd opgelost. |
Jurisprudentie |
Voordeelsverrekening bij letselschadeHR 1 oktober 2010, LJN BM7808 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | sommenverzekering, schadeverzekering, voordeelsverrekening, arbeidsongeschiktheidsverzekering, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na veertig jaar heeft de Hoge Raad zich opnieuw uitgesproken over het antwoord op de vraag of een uitkering op grond van een sommenverzekering bij letselschade moet worden verrekend of niet. Het meest recente arrest daarover dateert uit 1969. Het arrest van 1 oktober 2010 verdient bespreking, omdat het (veel) meer richting geeft aan de discussie, of en zo ja, in hoeverre een uitkering uit hoofde van een sommenverzekering bij letselschade voor verrekening in aanmerking komt en wat dat voor invloed heeft op voor die verzekering in de loop der tijd betaalde premie. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | winstafdracht, abstracte schadeberekening, concrete schade, begroting van schade, punitive damages |
Auteurs | Mr. dr. T.E. Deurvorst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door dubbelzinnig taalgebruik in artikel 6:104 BW en een tweeslachtige parlementaire doelstelling wordt dit artikel weinig toegepast in de praktijk. Op 18 juni 2010 heeft de Hoge Raad in twee arresten – Setel/AVR en Ymere/X – artikel 6:104 BW aanzienlijk ruimer geïnterpreteerd in verschillende opzichten. De rechter wordt nu veel vrijheid gegund bij het bepalen van een vergoeding in het geval dat de benadeelde schade heeft geleden en de aansprakelijke winst heeft genoten, mits de vergoeding de vermoedelijke schade niet aanmerkelijk overschrijdt. Aan de begroting van de vermoedelijke schade worden echter geen hoge eisen gesteld. Te verwachten valt daarom dat justitiabelen geen flauw idee zullen hebben hoe groot de vergoeding zal zijn wanneer de rechter overgaat tot toepassing van artikel 6:104 BW. Daardoor komen de rechtszekerheid en een eerlijke rechtsbedeling op de tocht te staan. |
Artikel |
Voordeelsverrekening bij letselschade van uitkeringen uit hoofde van particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | voordeelsverrekening, arbeidsongeschikheidsverzekering, Schadeverzekering, sommenverzekering |
Auteurs | Mr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Heeft eenzelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet dat voordeel, voor zover dit redelijk is, bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening worden gebracht. Dat uitgangspunt, ook wel geheten ‘voordeelsverrekening’, is neergelegd in artikel 6:100 BW. In de praktijk van alledag komt dit meer dan eens voor. In het algemeen wordt het ook billijk geacht dat bij de begroting van de schadevergoeding met dit voordeel rekening wordt gehouden. De benadeelde moet immers schadeloos worden gesteld; dat wil zeggen zijn volledige schade behoort te worden vergoed, maar hij behoort niet te worden verrijkt. |
Artikel |
Proportionele aansprakelijkheid bij blootstelling aan asbestvezels en tabaksrook: Bespreking van HR 31 maart 2006, RvdW 2006, 328 (Karamus/Nefalit) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 03 2006 |
Trefwoorden | Schade, Aansprakelijkheid, Werknemer, Werkgever, Asbest, Delinquent, Risico, Toerekening, Eigen schuld, Vergoeding |
Auteurs | Keirse, A.L.M. |
Artikel |
Voordeelstoerekening bij ontbinding van een duurovereenkomst‘Een zelfde gebeurtenis’ en ‘abstracte’ schadeberekening: what’s in a name? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2009 |
Trefwoorden | voordeelstoerekening, schadevergoeding bij ontbinding duurovereenkomst, art. 6:100 BW, abstracte schadevergoeding |
Auteurs | B.A.X. van Asten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van HR 10 juli 2009, RvdW 2009, 847 (Vos/TSN) worden in deze bijdrage twee interessante aspecten van voordeelstoerekening besproken: wat onder ‘een zelfde gebeurtenis’ in de zin van artikel 6:100 BW moet worden verstaan en de verhouding tussen de methode van schadeberekening (concreet of abstract) en de toepassing van voordeelstoerekening. |
Titel |
Planschadevergoeding |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 02 2004 |
Trefwoorden | bestemmingsplan, schadevergoeding, gemeente, ruimtelijke ordening, vergoeding |
Auteurs | Willems, P. en Erkens, M. |