De richtlijn oneerlijke bedingen beoogt consumenten te beschermen tegen oneerlijke contractsvoorwaarden. Wat nu als de notaris wordt gevraagd om een akte te verlijden waarin een (mogelijk) oneerlijk beding staat? Dit artikel onderzoekt of de notaris gehouden is om de akte dan te verlijden, en of hij dan een waarschuwingsplicht respectievelijk inlichtingenplicht heeft ten aanzien van het (mogelijk) oneerlijke karakter van het beding. |
Zoekresultaat: 36 artikelen
Artikel |
De notaris en het Europese consumentenrechtMag de notaris een akte verlijden die een (mogelijk) oneerlijk beding bevat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, ministerieplicht, waarschuwingsplicht, informatieplicht, consumentenbescherming |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden en Mr. L.H. Rijpkema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | private handhaving, Kartelschade, ondernemingsbegrip, verjaring, causaal verband |
Auteurs | Mr. drs. T.S. Hoyer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de arresten Skanska, Cogeco, Otis en Sumal heeft het HvJ EU verder sturing gegeven aan het recht op schadevergoeding wegens een inbreuk op het Europees mededingingsrecht. Dit overzichtsartikel behandelt de invulling die het HvJ EU met deze arresten heeft gegeven aan de volgende aspecten: aansprakelijke partij, causaal verband en verjaring. |
Artikel |
Reikwijdte van de wettelijke bewijsvermoedens bij bestuurdersaansprakelijkheid in faillissementBespreking van HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1099 (X/Lonis q.q.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | hoofdelijke aansprakelijkheid, collectieve bestuursverantwoordelijkheid, causaal bewijsvermoeden, weerlegbaar bewijsvermoeden, kennelijk onbehoorlijk bestuur |
Auteurs | Mr. J.C.G. Straatman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest X/Lonis q.q. gaat over het causaal bewijsvermoeden van art. 2:248 lid 2 BW dat bepaalt dat kennelijk onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur wordt vermoed een belangrijke oorzaak van het faillissement te zijn. De Hoge Raad beslist dat bestuurders ook het causaal bewijsvermoeden kunnen ontzenuwen zonder een externe van buiten komende faillissementsoorzaak aannemelijk te maken. |
Artikel |
Publieke en private handhaving van het kartelverbod – een convergente toepassing van dezelfde norm? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | kartel, kartelverbod, publieke handhandhaving, private handhaving |
Auteurs | Ellen Römkens, Anke Prompers, Aron Bouman e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit tweeluik zal aan de hand van rechtspraak worden geïnventariseerd of ten aanzien van (a) het bewijzen van kartelafspraken en (b) de wijze van toerekening, we op het eerste oog kunnen spreken van een convergente toepassing van het kartelverbod door de Nederlandse bestuursrechter en de civiele rechter. |
Wetenschap |
De concernenquête na SNS |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | concernverhoudingen, rechtszekerheid, economische werkelijkheid, houders van (certificaten van) aandelen, Landis |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Jager |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn Landis-beschikking uit 2005 heeft de Hoge Raad de concernenquête gesanctioneerd, zodat aandeel- of certificaathouders van een moedermaatschappij de Ondernemingskamer (mede) bevoegdelijk, ex art. 2:346 lid 1 onder b of c BW, kunnen verzoeken om een onderzoek bij een daaronder hangende dochtermaatschappij. Vijftien jaar later heeft hij opnieuw een beschikking gegeven over deze enquête, en wel in de SNS-zaak. Die beschikking wordt in dit artikel onder de loep genomen. Met de Landis-beschikking is onze cassatierechter weggedobberd van de rechtszekerheid. In zijn SNS-beschikking roeit de Hoge Raad daar weer naartoe. Niettemin heeft hij die bestemming, de rechtszekerheid, nog niet bereikt. |
Actualia contractspraktijk |
Herziening consumentenrechten: verkenning van Richtlijn 2019/771 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 mei 2019 werd de Richtlijn Consumentenkoop aangenomen. Deze richtlijn gaat invloed hebben op de wettelijke regeling over conformiteit bij consumentenkoop. De richtlijn voorziet in een eigen conformiteitsregel en een eigen toepassingsbereik. In deze bijdrage wordt de richtlijn verkend en de invloed op de bestaande regeling besproken. |
Artikel |
De invloed van het EU-recht op het Nederlandse consumentenkooprecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, contractenrecht, EU-recht, koop (op afstand), informatieplicht |
Auteurs | Mr. S. van Beek en Prof. mr. H.N. Schelhaas |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt met een kritische blik een aantal belangrijke ontwikkelingen in het Nederlandse consumentenkooprecht geanalyseerd, die onder invloed van het EU-recht tot stand zijn gekomen. Hierbij passeren de regeling over de koop op afstand, de (remedies bij) non-conformiteit en de klachtplicht de revue. |
Artikel |
Skanska, de onderneming en de laedens: gamechanger of buitencategorie? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | kartelschade, Skanska, ondernemingsbegrip, economische continuïteit, follow-on litigation |
Auteurs | Mr. S.L. Boersen en Mr. S. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europese Hof van Justitie oordeelde in het Skanska-arrest van 14 maart 2019 dat de vraag wie aansprakelijk is voor de schade die is veroorzaakt door een kartelinbreuk wordt beantwoord aan de hand van het Unierechtelijke ondernemingsbegrip. In dit artikel wordt onderzocht wat de effecten zijn van dit oordeel. |
Artikel |
Faillissementsfraude: een queeste naar remedies voor gedupeerden in België |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | faillissementsfraude, bestuursaansprakelijkheid, schuldeiserscontrole, financieringsproblematiek |
Auteurs | Mr. R. Verheyden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In faillissementen met een sterk maatschappelijk belang en/of waarbij er kennelijke aanwijzingen zijn van fraude moet het Openbaar Ministerie het onderzoek voeren in België. De curator heeft daarbij een ondersteunende rol, maar moet ook in andere gevallen door de rechter-commissaris gedwongen kunnen worden onderzoek te verrichten. Bij lege boedels moet de Staat de procedurekosten dragen. |
Artikel |
Eens gekweten blijft gekweten?De Hoge Raad over het verschil tussen betaling, bewijs van betaling en kwijtschelding |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2018 |
Trefwoorden | kwijting, kwitantie, kwijtschelding, afstand, vaststellingsovereenkomst |
Auteurs | Mr. J.B.R. Regouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een kwijtingsverklaring is in beginsel slechts een bewijs van betaling, behoudens tegenbewijs. Het verlenen van kwijting houdt niet automatisch een kwijtschelding in. Voor kwijtschelding is een afspraak vereist dat het verschuldigde bedrag niet hoeft te worden voldaan, of een vaststellingsovereenkomst over de omvang van een onzekere of betwiste schuld. |
Annotatie |
Goldman Sachs/Europese Commissie. Private equity in het vizier van mededingingsautoriteitenGerecht 12 juli 2018, zaak T-419/14, ECLI:EU:T:2018:445 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | private equity, investeerder, toerekening, aansprakelijkheid, bewijsvermoeden |
Auteurs | Robin Struijlaart en Mark Brabers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 juli 2018 heeft het Gerecht een beroep van Goldman Sachs tegen een boetebesluit van de Commissie verworpen. Dit arrest maakt (nogmaals) duidelijk dat private equity-investeerders een reële kans lopen om aansprakelijk te worden gesteld voor kartelgedrag van hun portfolio-ondernemingen. De toets die de Commissie en het Gerecht uitvoeren, komt er in essentie op neer dat volstaat dat de moederonderneming zeggenschap heeft in de zin van het concentratietoezicht en dat er bewijs is dat zij die zeggenschap aantoonbaar heeft uitgeoefend. Veel investeerders zullen aan die beide criteria voldoen en bevinden zich dus in de gevarenzone. |
Jurisprudentie |
Nieuw licht op de arbeidsrechtelijke omkeringsregel?HR 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:536 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, werkgeversaansprakelijkheid, asbest, arbeidsrechtelijke omkeringsregel |
Auteurs | Mr. Veneta Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij beantwoording van de vraag of causaal verband aanwezig is tussen de asbestblootstelling en het ontstaan van mesothelioom, en of ter vaststelling hiervan de arbeidsrechtelijke omkeringsregel moet worden toegepast, is – overeenkomstig de arresten HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 (SVB/Van der Wege) en ECLI:HR:2013:BZ1721 (Lansink/Ritsma) – van belang dat het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden niet te onzeker dan wel te onbepaald dient te zijn. De Hoge Raad bekrachtigt het oordeel van het hof dat de enkele blootstelling aan asbest onvoldoende is om toepassing te geven aan de omkeringsregel. De in de eerdergenoemde arresten vastgestelde regels gelden ook bij schade als gevolg van mesothelioom. Ook hier kan het causaal verband te onzeker of te onbepaald zijn wanneer de werknemer ook buiten de werkzaamheden aan asbest blootgesteld is geweest. Daarom komt, gelet op hetgeen in het algemeen bekend is omtrent de ziekte mesothelioom en haar oorzaak, betekenis toe aan (1) de duur en de intensiteit van de blootstelling bij deze werkgever, en in voorkomend geval (2) de duur en de intensiteit van andere blootstelling(en) aan asbest gedurende de latentieperiode en (3) de verhouding tussen (1) en (2). |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Kartelschade, Richtlijn schadeclaims wegens mededingingsinbreuken, Implementatiewet privaatrechtelijke handhaving, Passing-on verweer, Voordeelstoerekening |
Auteurs | Mr. dr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur in op een aantal recente ontwikkelingen op het gebied van de private handhaving van het mededingingsrecht. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de nieuwe wettelijke bepalingen als gevolg van de implementatie van de richtlijn inzake schadeclaims wegens mededingingsinbreuken alsmede enkele noemenswaardige ontwikkelingen in de jurisprudentie op het gebied van kartelschade. |
Artikel |
Art. 2:11 BW, doorgeefluik van bestuurdersaansprakelijkheid. Hoe diep kan een bestuurder vallen?Bespreking van het proefschrift van mr. C.E.J.M. Hanegraaf |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | art. 2:11 BW, doorbraak, normatieve reikwijdte 2:11 BW, personele reikwijdte 2:11 BW, eerste- en tweedegraads bestuurder |
Auteurs | Mr. R.J. Laméris en Mr. S.C.M. van Thiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift van Hanegraaf gaat over art. 2:11 BW, dat bepaalt dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is. In deze bijdrage wordt het proefschrift besproken en van commentaar voorzien. |
Artikel |
‘Elk nadeel heb z’n voordeel’: (bewijslast)problematiek rondom het passing-on verweer in kartelschadezaken |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2016 |
Trefwoorden | bewijslast, passing-on verweer, kartelschadezaken, schadeverweer, voordeelstoerekening |
Auteurs | Rogier Meijer en Erik-Jan Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van het arrest TenneT/ABB, de Richtlijn en de Implementatiewet ingegaan op de manier waarop wordt omgegaan met het bewijs in kartelschadezaken, in het bijzonder bij het passing-on verweer. |
Artikel |
Afstemming in de eenentwintigste eeuw: de rol van bewijsvermoedens voor onderling afgestemde feitelijke gedraging door deelname aan online platforms |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2016 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, bewijsvermoeden, procedurele autonomie, onderling afgestemde feitelijke gedraging |
Auteurs | Prof. mr. A. Gerbrandy en T. Binder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Eturas werd het Hof van Justitie gevraagd om een nadere uitleg te geven aan het begrip ‘afstemming tussen ondernemingen’ in de zin van een onderling afgestemde feitelijke gedraging (art. 101 lid 1 VWEU). Het belang van dit arrest ligt ten eerste in de constatering dat afstemming plaats kan vinden door middel van deelname van ondernemingen aan een online platform beheerd door een derde (niet-concurrerende) partij, en ten tweede in de verdere verfijning van de toelaatbaarheid van bewijsvermoedens; meer specifiek van de grenzen die het onschuldbeginsel daaraan stelt. |
Jurisprudentie |
Europese ontwikkelingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Mr. dr. A.G.F. Ancery |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het voorontwerp van de implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2015 |
Trefwoorden | privaatrechtelijke handhaving, Europees mededingingsrecht, schadevergoeding, inbreuk op het mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het voorontwerp van de implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht is ter consultatie gepubliceerd. Het voorontwerp strekt tot omzetting van de richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht. In deze bijdrage bespreekt de auteur aan de hand van het voorontwerp de voorgestelde wijzigingen in het BW en Rv. |
Artikel |
De rechterlijke lijdelijkheid in rook opgegaan? De ambtshalve toepassing van de consumentenkoopregels nader toegelicht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2015 |
Trefwoorden | consumentenkoop, ambtshalve toetsing, gemengde overeenkomsten, klachtplicht, bewijsvermoeden |
Auteurs | Mr. dr. A.G.F. Ancery en Mr. dr. drs. C.M.D.S. Pavillon |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent heeft het HvJ vragen over consumentenkoop beantwoord. Deze bijdrage bespreekt de rol van de rechter bij de kwalificatie van de overeenkomst en de vraag wie als consument wordt aangemerkt. Daarnaast wordt ingegaan op de stelplicht en bewijslast bij de klachtplicht en het bewijsvermoeden van art. 7:18 lid 2 BW. |
Artikel |
Lang verwacht, stil gezwegen, nooit gedacht, toch gekregen: de definitieve richtlijn betreffende schadevorderingen wegens mededingingsinbreuken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | kartelschade, inbreuk op mededingingsrecht, aansprakelijkheid, richtlijn betreffende schadevorderingen, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. dr. E.-J. Zippro en Mr. dr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 november 2014 is de Europese richtlijn betreffende schadevorderingen wegens mededingingsinbreuken aangenomen. In deze bijdrage geven de auteurs een overzicht van de richtlijn en wordt de richtlijn vergeleken met het huidige Nederlandse recht, waarbij de auteurs aangeven of het Nederlandse recht naar hun mening dient te worden aangepast om de richtlijn te implementeren. |