Arbeidsmigratie is in de EU een belangrijk en actueel onderwerp. Enerzijds, omdat steeds meer landen in de EU te kennen geven dat ze voor het op peil houden van het arbeidspotentieel hun toevlucht moeten nemen tot het aantrekken van arbeidsmigranten van buiten de EU. Anderzijds blijkt dat er regelmatig sprake is van uitbuiting van deze arbeidsmigranten. In EU-wetgeving in het algemeen en de regulering van migratie van onderdanen van derde landen (derdelanders) naar de EU in het bijzonder wordt aandacht besteed aan de kwetsbare positie van derdelanders en een eerlijke behandeling. Het doel van migratiewetgeving is echter met name ook het beheersen van migratie, het bestrijden van illegale migratie en het stimuleren van economische ontwikkeling. Deze verschillende doelen kunnen met elkaar botsen. In dit artikel wordt onderzocht wat de invloed is van de EU-migratiewetgeving op de uitbuiting van arbeidsmigranten. |
Zoekresultaat: 4 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Arbeidsrechtelijke Annotaties x
Artikel |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Migratie, Derdelanders, Arbeidsuitbuiting |
Auteurs | Mr. drs. Gerrie Lodder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
Wettelijke maximering van de vertrekvergoeding onder de Wbfo: géén verplichting voor de rechter tot ambtshalve toepassingHR 1 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:818 |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Wbfo, Vertrekvergoeding, ambtshalve toepassing, openbare orde |
Auteurs | Mr. drs. A.M. Helstone |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 juni 2018 (ECLI:NL:HR:2018:818) heeft de Hoge Raad zich voor het eerst uitgelaten over de procesrechtelijke status van het wettelijk maximum voor de vertrekvergoeding van bestuurders ex artikel 1:125 lid 2 Wft. Volgens de Hoge Raad is deze bepaling geen regel van openbare orde die ex artikel 25 Rv ambtshalve door de rechter zou moeten worden toegepast. In deze annotatie worden de relevante gezichtspunten voor de verplichting tot ambtshalve toepassing ex artikel 25 Rv geanalyseerd. Tevens wordt stilgestaan bij de oorsprong en de doelstellingen van de beloningsnormen van de Wft en de Europese regels. Hiermee wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de bredere gedachtevorming over de duiding van wettelijke beloningsnormen als onderdeel van publiekrechtelijke regulering in het civiel procesrecht en de hiervoor geldende rechterlijke toetsing. |
Jurisprudentie |
Collectieve acties uit solidariteit, als correlarium van de vrijheid van collectief overleg (artikel 6 ESH) en van de vrijheid van vakvereniging (artikel 11 EVRM)HR 31 oktober 2014, JAR 2014/298 (Enerco) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Staking, Enerco, Solidariteit, Euopees Sociaal Handvest, EVRM |
Auteurs | F. Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
HR 31 oktober 2014, JAR 2014/298 (Enerco) |
Jurisprudentie |
Het grondrecht op snuiven, of de grenzen aan de gezagsbevoegheidHR 14 september 2007, JAR 2007/250 (Hyatt/Dirksz) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 01 2008 |
Trefwoorden | ontslag op staande voet, inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, grondrechten, gezagsbevoegdheid werkgever, alcohol- en drugsbeleid werkgever. |
Auteurs | W.L. Roozendaal |