Het artikel bespreekt naar aanleiding van het overzichtsarrest van de Hoge Raad de belangrijkste aandachtspunten die bij de beoordeling van de vordering van de benadeelde partij een rol kunnen spelen, en gaat in op het belang van de uitspraak. Het arrest draagt bij aan de rechtseenheid tussen strafrechters en hun civiele collega’s, maar biedt ook aanknopingspunten voor creatieve vorderingen en procestactiek. De relevantie van het arrest zit verder in de onderstreping door de Hoge Raad dat een inhoudelijke beoordeling van de vordering in het strafproces voor de benadeelde partij van groot belang is. |
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Max den Blanken, Maike Bouwman, Rachel Bruinen e.a. |
Artikel |
Kroniek Materieel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Frezia Aarts, Rachel Bruinen, Dirk Dammers e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | benadeelde partij, schadevergoeding, strafprocedure, shockschade, rechtstreekse schade |
Auteurs | Mr. A.J.J.G. Schijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wetgeving straf- en strafprocesrecht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Caribisch, Antillen, Wetgeving, Strafrecht, Strafprocesrecht |
Auteurs | Mr. J.H.J. Verbaan en mr. B.A. Salverda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba is al enige tijd een herziening gaande van het straf- en strafprocesrecht. Onlangs is door de commissie herziening Wetboek van Strafvordering een vernieuwd concept aangeboden aan de ministers van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In dit artikel wordt de huidige stand van zaken van de strafwetgeving en de wetgeving op het gebied van het strafprocesrecht weergegeven. In het artikel is betoogd een snelle invoering van het vernieuwde strafprocesrecht wenselijk en noodzakelijk is. Ook voor de invoering van het strafprocesrecht geldt het beginsel ‘lites finiri oportet’. |
Artikel |
Bada Bing Bada BoomOverpeinzingen over omkoping en belastingfraude in het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Ambtelijke omkoping, Belastingfraude, Una via, Ne bis in idem |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt en Mr. M. Coenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderzoek Bada Bing worden een parlementariër en de eigenaar van een bordeel veroordeeld voor ambtelijke omkoping. De eigenaar wordt tevens veroordeeld voor belastingfraude. In deze bijdrage gaan wij nader in op een aantal aspecten dat in deze zaken aan de orde was. Daarbij hebben we ons beperkt tot de invulling van de omkoping in de zaak van de parlementariër en de formele aspecten die speelden bij de belastingfraude. Deze aspecten springen het meest in het oog gezien de overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse (fiscale) strafrechtspleging. |
Artikel |
Buitengerechtelijke afdoening van financieel-economische strafzaken op Curaçao |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Buitengerechtelijke afdoening, Transactie, Curaçao, Openbaar Ministerie, Fraudezaken |
Auteurs | Mr. D.S. Schreuders en mr. N. Van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties met het OM in financieel-economische en fraudezaken op Curaçao volgen grotendeels dezelfde procedure als Nederlandse strafzaken op het gebied van fraude en kennen dezelfde uitgangspunten en kenmerken. Toch zijn er ook verschillen tussen de transactieregelingen in Nederland en in Curaçao. In deze bijdrage wordt een beschrijving gegeven van de wijze van afdoening buiten de rechter om van financieel-economische strafzaken en fraudezaken, zoals die op Curaçao plaats kan vinden. Het artikel beoogt tevens (mede op basis van praktijkervaringen) inzicht te geven in dit sluitstuk van de strafrechtspleging vanuit een rechtsvergelijkend perspectief ten opzichte van Nederland. Met het oog op het komende Caribische Wetboek van Strafvordering en de modernisering van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering is het immers buitengewoon interessant om de verdere ontwikkelingen in de schikkingspraktijk van het OM Curaçao en de overige overzeese gebiedsdelen de komende tijd scherp in de gaten te houden. |
Artikel |
Wegwijs door het Caribisch fiscaal strafrechtThe game is changing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Belastingfraude, Fiscaal strafrecht, Pleitbaar standpunt, ATV-richtlijnen, opzet |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Cariben is het fiscale strafrecht volop in ontwikkeling. Zo zijn de bevoegdheidsverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst en de inkeerregeling als vervolgingsuitsluitingsgrond onderwerpen die steeds meer aan bod komen. Ook een beroep op het pleitbaar standpunt doet zijn intrede in het Caribische fiscale strafrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. |
Strafrecht |
De uitleg van het begrip rechterlijke autoriteit bij de uitvaardiging van een Europees arrestatiebevel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | rechterlijke autoriteit, Europees arrestatiebevel, onafhankelijkheid officier van justitie, overlevering, rechter-commissaris |
Auteurs | Mr. dr. J.W. van der Hulst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 mei 2019 heeft het Hof van Justitie bij prejudiciële beslissing in drie zaken een uitspraak gedaan over de uitleg van het begrip ‘rechterlijke autoriteit’ in verband met het uitvaardigen van een Europees arrestatiebevel. Met een rechterlijke autoriteit wordt volgens het Hof van Justitie niet bedoeld het openbaar ministerie van een lidstaat dat niet onafhankelijk is van de uitvoerende macht, met name de minister van Justitie. Dit betekent dat in Nederland de Overleveringswet moet worden gewijzigd in de zin dat het uitvaardigen van een EAB voortaan is voorbehouden aan een rechterlijke autoriteit. Ook de Rechtbank Amsterdam moet zich beraden op de behandeling van lopende verzoeken tot overlevering afkomstig van niet-rechterlijke autoriteiten van andere lidstaten. |
Artikel |
De beslispraktijk van het Schadefonds Geweldsmisdrijven: een kwalitatieve studie naar de beoordeling van verzoeken tot tegemoetkoming |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | slachtoffers, geweldscriminaliteit, schade, tegemoetkoming, beslispraktijk |
Auteurs | Mara Huibers MSc., Prof. dr. mr. Maarten Kunst en Dr. mr. Sigrid van Wingerden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Victims who suffer severe damages due to the act of a violent crime can request state compensation from the Dutch Violent Offences Compensation Fund (VOCF). VOCF workers who decide on these requests use their discretionary powers to translate the VOCF’s rules and policy into concrete actions. This study investigated (1) to what extent these VOCF workers match Lipsky’s definition of street-level bureaucrats and (2) what routines and heuristics they use to deal with time and information constraints. On the basis of document analysis and interviews, we found that the decision makers of the VOCF can to a certain extent be seen as street-level bureaucrats. To make decisions timely, some of them use routines such as the ‘downstream orientation’. This means that they award requests for compensation if they think that the applicant would be able to successfully contest a rejecting decision. To deal with a lack of information, they sometimes include a review clause in the text of a rejection decision. The use of heuristics was not found among the lawyers who decide in first instance, but in case of appeal hearings heuristics such as the affect and representativeness heuristic seem to play a role in the decision-making process. Future research should investigate whether these routines and heuristics lead to disparities in outcomes. |
Artikel |
Een voorzet voor de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht in lijn met het IVRK en met oog voor de knelpunten in de praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | jeugdige verdachten, buitengerechtelijke afdoening, IVRK, jeugdstrafzitting, EU-Richtlijn procedurele waarborgen jeugdige verdachten |
Auteurs | Mr. dr. J. uit Beijerse en Mr. C.L. van der Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een voorzet gedaan om de modernisering van het jeugdstrafprocesrecht nog meer in lijn te brengen met de uit het IVRK voortvloeiende eisen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de plaats van het jeugdstrafprocesrecht in het voorgestelde wetboek, aan de bijzondere positie van de buitengerechtelijke afdoening van jeugdstrafzaken door het Openbaar Ministerie en worden voorstellen gedaan met het oog op diverse zich in de jeugdstrafprocespraktijk voordoende knelpunten. |
Artikel |
Ontslag van de bestuurder van de stichting door de rechterWie is de belanghebbende? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | belanghebbende, tweekringenleer, toezicht bestuur, stichting, hoedanigheid verzoeker |
Auteurs | Mr. A.M. Dumoulin-Siemens LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wie wordt ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot ontslag van de stichtingsbestuurder? De auteur analyseert het nieuwste arrest van de Hoge Raad hierover. De conclusie luidt dat de Hoge Raad de bestendige jurisprudentie over de reikwijdte van het belanghebbendebegrip bevestigt en wellicht iets verruimt. |
Artikel |
De sprekende gelijkenis besprokenOver de toepassing van het sprekende gelijkenis-criterium uit de Regeling wapens en munitie in de rechtspraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Sprekende gelijkenis, Regeling wapens en munitie, Wet wapens en munitie, Categorie I, ten zevende, Nepwapens |
Auteurs | Mr. M.E. Veerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voorwerpen die een ‘sprekende gelijkenis’ vertonen met echte wapens vallen onder de categorie wapens van de WWM waarvoor de strengste restricties gelden. Maar wanneer is sprake van een sprekende gelijkenis, en wanneer niet? De sprekende gelijkenis is in literatuur en rechtspraak herhaaldelijk bekritiseerd en wordt wel bestempeld als een vaag criterium, niet in de laatste plaats omdat de interpretatie van het criterium in de praktijk sterk uiteen zou lopen. Deze bijdrage bevat een onderzoek naar de toepassing van de sprekende gelijkenis in de feitenrechtspraak en verstrekt op basis daarvan enkele aanbevelingen voor de omgang met dit criterium in de rechtspraktijk. |
Artikel |
De sluitingsbevoegdheid van artikel 13b Opiumwet: een mogelijk vervolgingsbeletsel voor het Openbaar Ministerie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Bestuurlijk sanctierecht, Bestuursstrafrecht, Openbaar Ministerie, Opiumwet |
Auteurs | Mr. dr. drs. Benny van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
According to article 13b of the Dutch Drug Act, the mayor is authorized to close homes and buildings in case of violation of this act. The closure of these homes and buildings is considered as an administrative sanction with no punitive aim. However, in certain cases it is possible that the application of this sanction could to be considered as a criminal charge. If so, this might have consequences for a possible criminal prosecution, because of the concept that no legal action can be instituted twice for the same cause (ne bis in idem-principle). This could lead to the situation that the Dutch Public Prosecution Service might lose its right to prosecute. In the combat of ‘undermining criminality’ this would be a major upset. |
Artikel |
Misbruik van de wrakingsregeling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Wraking, Misbruik, Burgerlijk procesrecht, Verschoning, Onpartijdigheid |
Auteurs | Annemarie van der Kruk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen de rechterlijke macht en de literatuur leeft het beeld dat vaker dan voorheen op oneigenlijke wijze gebruik wordt gemaakt van de wrakingsregeling. Of dat daadwerkelijk zo is, kan vanwege het ontbreken van empirisch onderzoek niet worden vastgesteld. In 2018 heeft een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die eventuele oneigenlijke wrakingsverzoeken kunnen terugdringen. De Hoge Raad heeft op 25 september 2018 heldere criteria geschetst voor het toetsingskader van wrakingskamers. Daarnaast hebben de voorzitters van de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal een globale voorzet gedaan voor wijziging van de wrakingsregeling. Beide ontwikkelingen waren aanleiding voor het schrijven van dit artikel. |
Artikel |
Klagen over collega’s binnen het tuchtrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | tuchtrecht, klachtgerechtigde, BIG-geregistreerde klager |
Auteurs | Mr. C.A. Bol, mr. E. Steendam Visser en prof. mr. J.C.J. Dute |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt nagegaan hoe er in de tuchtrechtelijke jurisprudentie vorm gegeven wordt aan de rol van de BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar die in die hoedanigheid klaagt over een collega. Geconstateerd wordt dat de tuchtrechter niet altijd eenduidig en helder toetst op welke gronden een beroepsbeoefenaar in die hoedanigheid toegang heeft tot de procedure. Gewezen wordt op de wenselijkheid van consistente en heldere toetsing van de ontvankelijkheid, zowel ten aanzien van de vraag wanneer een beroepsbeoefenaar klachtgerechtigd is als ten aanzien van de vraag wanneer het verweten handelen binnen de reikwijdte van het tuchtrecht valt. |
Artikel |
Geschilbeslechting onder de Wkkgz: de theorie in de praktijkOver de regels van geschilbeslechting en bindend advies, de mogelijkheden tot vernietiging van het bindend advies en enkele praktijkperikelen in dat verband |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | klachtenprocedure, geschilprocedure, bindend advies, informatieplicht, bewijsregels |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wettelijke regeling omtrent de klachten- en geschilprocedure vervat in de Wkkgz roept in de praktijk vragen op. In dit artikel wordt ingegaan op een aantal van die vragen. Voorts wordt gepoogd de vragen te beantwoorden waarbij de wettelijke kaders omtrent het bindend advies, de informatieplicht, het bewijsrecht en het personen- en familierecht worden betrokken. |