In welke mate moet de rechter – meer in het bijzonder de Centrale Raad van Beroep (CRvB) – zijn ervaringen met wetgeving rechtstreeks terugkoppelen naar de wetgever? Bij ervaringen valt te denken aan geconstateerde leemtes of tegenstrijdigheden in wet- en regelgeving, aan strijd met hoger recht, aan problemen met overgangsrecht, of meer fundamenteel, aan de gevolgen van (grote) wetgevingsoperaties zoals de ‘decentralisaties’ in het sociaal domein. |
Artikel |
Is terugkoppeling naar de wetgever een taak van de bestuursrechter?Ja, maar op het juiste moment en op transparante wijze |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | rechter, wetgever, evaluatie, terugkoppeling, transparantie |
Auteurs | Mr. dr. R.M. van Male |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Europese kreukelzone van de wetgeverGoede wetgeving vanuit het EU- en EVRM-perspectief |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | EU, EVRM, wetgever, toetsing, Verenigbaarheid |
Auteurs | Mr. dr. A. Cuyvers en Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is een ‘goede wet’ voor de Nederlandse rechter vanuit het EU-recht en het EVRM bezien? Een ‘goede wet’ – daaronder mede begrepen de toelichting bij de wet – stelt de rechter afdoende in staat om (1) de verenigbaarheid van een wet met het EU-recht of het EVRM te beoordelen en (2) potentiële conflicten met het EU-recht of het EVRM constructief op te lossen zonder te hoeven grijpen naar ‘zware’ opties. Maar hoe, en tot op welke hoogte, kan of moet de wetgever rekening houden met de Europese taak en habitat van de Nederlandse rechter, zowel qua inhoud als qua motivering van wetgeving? En welke wetgevende kreukelzone mag de rechter onder Europees recht en het EVRM aan de wetgever laten alvorens in te grijpen? Ter beantwoording van deze vragen gaat deze bijdrage in op de verschillende vereisten die het EU-recht en het EVRM stellen aan goede wetgeving, waarbij mede wordt ingegaan op de structuur van de stapsgewijze toetsing door de Europese Hoven van nationale wetgeving. |
Artikel |
De naleving van wetstechnische aanwijzingen bij ministeriële regelingen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | wetgevingstechniek, Aanwijzingen voor de regelgeving, ministeriële regelingen |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage doet de auteur verslag van zijn onderzoek naar de wetstechnische kwaliteit van 28 ministeriële regelingen die in november en december 2017 in de Staatscourant verschenen. Bekeken is in hoeverre deze regelingen afwijkingen bevatten van de wetstechnische aanwijzingen uit de Aanwijzingen voor de regelgeving zoals die vóór 1 januari 2018 golden. Over het geheel genomen lijkt de wetstechnische kwaliteit van ministeriële regelingen te zijn verbeterd ten opzichte van de bevindingen uit eerdere onderzoeken uit 2002 en 2004. Het aantal onvolkomenheden is uiteindelijk immers tamelijk gering en geringer dan bij de eerdere onderzoeken. Nog steeds zijn er echter tamelijk veel onvolkomenheden in het opschrift en het slotformulier. Ook de terminologie ‘bedoeld’ en ‘als bedoeld’ en bijlagen verdienen de aandacht. Opvallend is verder dat de verplichting om in de toelichting melding te maken van het afwijken van de vaste verandermomenten of van de minimuminvoeringstermijn vaak niet wordt nageleefd. |