Met de per 1 juli 2016 geïntroduceerde wijzigingen van de Aanbestedingswet 2012 is het kader voor aanbestedingsrechtelijke uitsluitingsgronden gewijzigd. In dit artikel staan de uitsluitingsgronden centraal die voor beoefenaars van het mededingingsrecht relevant zijn. Met name wanneer ACM boetes oplegt wegens overtreding van (sectorspecifieke) regelgeving, gaan deze uitsluitingsgronden in latere aanbestedingen een rol spelen. Aspecten van een besluit die een impact hebben op de aanbestedingsrechtelijke kansen van ondernemingen zijn onder meer: de duur van de overtreding, de aard van de overtreding, de wijze van afdoening, de rechtspersonen waaraan de overtreding wordt toegerekend, de publicatiedatum en de mate van verwijtbaarheid. |
Artikel |
Aanbestedingsrechtelijke uitsluitingsgronden en het mededingingsrecht: wat moet een mededingingsjurist weten van de mogelijkheden tot uitsluiting in het aanbestedingsrecht? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2016 |
Trefwoorden | aanbesteding, uitsluitingsgronden, ernstige fout, valse verklaring, proportionaliteit |
Auteurs | Maurice Esssers en Robert Fröger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Verplichte sportarbitrage als uitbuitingsmisbruik: de Pechstein-zaak door de lens van artikel 102 VWEU |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Claudia Pechstein, arbitrageclausule, Hof van Arbitrage voor Sport, artikel 102 VWEU, misbruik |
Auteurs | Ben Van Rompuy |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met zijn uitspraak in de Pechstein-zaak legde het Duitse Oberlandesgericht München (OLG) een bom onder de fundamenten van de internationale sportrechtspraak. Volgens het OLG maakte de Internationale Schaatsunie misbruik van haar machtspositie door aan de schaatser Claudia Pechstein een arbitrageclausule ten gunste van het Hof van Arbitrage voor Sport (CAS) verplicht op te leggen. Hoewel het OLG enkel nationaal mededingingsrecht toepaste, analyseren we in deze bijdrage de zaak vanuit het perspectief van het Europees mededingingsrecht. Immers, indien het eenzijdig opleggen van CAS-arbitrageclausules – een gangbare praktijk van internationale sportbonden – ook misbruik vormt in de zin van artikel 102 VWEU, zouden de praktische implicaties voor de toekomst van het CAS nog verregaander zijn. |
Artikel |
Jurisprudentie inzake misbruik economische machtspositie: de stand van zaken na Intel en Post Danmark II |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Intel, Post Danmark II, kortingsregeling, artikel 102 VWEU, misbruik |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ruim een jaar geleden wees het Gerecht zijn arrest in de Intel-zaak. In dit arrest haakte het Gerecht aan bij de aloude jurisprudentie van het Hof van Justitie over de beoordeling van conditionele kortingsregelingen onder artikel 102 VWEU. Weliswaar bleef de beschikking van de Commissie in stand, maar de beleidsvernieuwingen die de Commissie heeft geïntroduceerd met de Richtsnoeren van de Commissie uit 2009 voor handhavingsprioriteiten bij de toepassing van artikel 102 VWEU op vormen van uitsluitingsmisbruik werden door het Gerecht deels impliciet, deels zelfs expliciet terzijde geschoven. Onlangs heeft het Hof van Justitie zich in het Post Danmark II-arrest kunnen uitspreken over de toepassing van artikel 102 VWEU op een conditionele kortingsregeling. Doel van deze bijdrage is een uitvoeriger overzicht te geven van de huidige stand van zaken. |