Het Nederlandse rechtssysteem biedt partijen in het economisch verkeer handvatten om benodigde informatie boven tafel te krijgen, ook als deze zich bij een derde bevindt. Bij overnamecontracten kan worden gedacht aan artikel 843a Rv, dat een partij een grondslag biedt om in en buiten rechte kennis te nemen van een (schriftelijk bewijsmiddel) dat haar in beginsel wel bekend is, maar niet in haar bezit is. In vennootschapsrechtelijke verhoudingen is van belang het recht van de algemene vergadering op inlichtingen op grond van artikel 2:107/217 lid 2 BW. |
Artikel |
Contractuele informatierechten in overnamecontracten en aandeelhoudersovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Artikel 843a Rv, exhibitieplicht, informatierechten, overnamecontracten, aandeelhoudersovereenkomsten |
Auteurs | Mr. L.J.E. Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Franchiseprognoses volgens de zaak Street-One: aansprakelijkheid halverwege Paalman/Lampenier en de Nederlandse Franchise Code? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | franchise, prognose, Nederlandse Franchise Code, Paalman/Lampenier, zorgplicht |
Auteurs | Mr. M. Raas en mr. R.B. Musters |
Auteursinformatie |
Artikel |
Dwalen over franchise |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Franchise, Dwaling, Omzetprognose, Onderzoeksplicht, Mededelingsplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoekt de auteur hoe de omzetprognoses naar huidig recht worden getoetst en welke rol het dwalingleerstuk speelt. Daarbij wordt gekeken of de regeling over onderzoek en mededeling in de NFC van invloed is op de wijze waarop omzetprognoses worden getoetst. |
Artikel |
Derdenwerking van exoneratiebedingen: een inkadering van het redelijkheidsoordeel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Derdenwerking, Exoneratiebedingen, Rechtszekerheid, Engels contractenrecht |
Auteurs | Mr. P.F. Salome |
SamenvattingAuteursinformatie |
Derdenwerking van exoneratiebedingen dient te worden gerechtvaardigd door de ‘aard van het desbetreffende geval’. Gezichtspunten spelen daarbij een rol. De literatuur is kritisch op de rechtspraak van de Hoge Raad en de door hem geformuleerde gezichtspunten: het zou resulteren in een gebrek aan houvast. In deze bijdrage wordt ingegaan op de toepassing van de gezichtspunten in de rechtspraak. Hieruit volgt een ‘diffuus beeld’. Na een uitstap naar het Engelse contractenrecht wordt een aanbeveling gedaan om het leerstuk van (meer) rechtszekerheid te voorzien. |
Artikel |
Opteren voor de Netherlands Commercial Court |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | NCC (Netherlands Commercial Court), Forumkeuze, internationale handelsgeschillen, Naamsbekendheid, Hof Amsterdam |
Auteurs | J. Hoeben LLM, Prof. mr. A.L.M. Keirse en M.D. Reijneveld LLB |
SamenvattingAuteursinformatie |
Internationale contracten leiden tot internationale handelsgeschillen. Deze kunnen onder meer worden beslecht bij een commercial court. In Nederland wordt momenteel een Netherlands Commercial Court (NCC) opgericht. Dit introduceert een keuze voor (contracts)partijen voor een nieuw forum voor beslechting van internationale handelsgeschillen in de Engelse taal, waarbij de belangen van snelheid, efficiëntie en goede financierbaarheid centraal staan. Dit artikel verkent de positieve aspecten van de NCC en houdt de contractspraktijk de mogelijkheid voor om te opteren voor dit nieuwe forum. |
Artikel |
Grensoverschrijdend contracteren binnen de Europese Unie: de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken gebaseerd op het beginsel van wederzijds vertrouwen, getoetst aan het EVRM |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | wederzijds vertrouwen, Brussel I, erkenning, tenuitvoerlegging, EVRM |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Emaus |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor een rechtsgeding tussen contractspartijen afkomstig uit twee of meer EU-lidstaten is in de Brussel I Verordening herschikking bepaald welke rechter in de zaak bevoegd is, en ook dat de erkenning en tenuitvoerlegging van de door het gerecht van herkomst gegeven ‘beslissing’ automatisch dient te geschieden. Die automatische erkenning en tenuitvoerlegging is gebaseerd op het Unierechtelijke beginsel van ‘wederzijds vertrouwen in de rechtsbedeling in de Unie’. Het is de balans tussen deze eenvoudige erkenning en tenuitvoerlegging enerzijds en de weigering om dat te doen vanwege dringende redenen anderzijds die in dit artikel naar aanleiding van de recente zaak Avotiņš/Letland centraal staat. |