Een benadeelde sluit met zijn belangenbehartiger een no-cure-no-payovereenkomst. Moet bij de begroting van de buitengerechtelijke kosten op grond van art. 6:96 lid 2 sub b en c BW rekening worden gehouden met die overeenkomst? De omstandigheden van het geval legitimeren dat het redelijk is dat de kosten zijn gemaakt. |
Verfijn uw zoekresultaat
Artikel |
De no-cure-no-payovereenkomst in verhouding tot de redelijkheidstoets bij de begroting van buitengerechtelijke kostenEen analyse van HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2797 (De Jonge/Scheper Ziekenhuis) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2014 |
Trefwoorden | no cure, no pay, contingency fee, dubbele redelijkheidstoets, buitengerechtelijke kosten, maatstaf art. 6:96 lid 2 BW |
Auteurs | Dr. Drs. D.L.M.T. Dankers-Hagenaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toont 1 gevonden tekst
U kunt door de volledige tekst zoeken naar alle artikelen door uw zoekterm in het zoekveld in te vullen. Als u op de knop 'Zoek' heeft geklikt komt u op de zoekresultatenpagina met filters, die u helpen om snel bij het door u gezochte artikel te komen. Er zijn op dit moment twee filters: rubriek en jaar.