In deze bijdrage worden de belangrijkste ontwikkelingen binnen het internationaal privaatrecht van de Caribische koninkrijksdelen die zich in de periode 2010-2020 hebben voorgedaan besproken. |
Artikel |
Kroniek internationaal privaatrecht Caribische koninkrijksdelen 2010-2020 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Internationaal privaatrecht, internationaal bevoegdheidsrecht, conflictenrecht, internationaal erkennings- en executierecht, internationaal privaatrecht |
Auteurs | Dr. mr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Kroniek burgerlijk procesrecht 2010-2020 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | procesrechtelijke ontwikkelingen |
Auteurs | Mr. Th. Veling |
SamenvattingAuteursinformatie |
Overzicht van ontwikkelingen in het burgerlijk procesrecht in het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Onder andere over griffierecht, waarheidsplicht, procestalen, suggestiebevoegdheid, procedure in hoger beroep, digitalisering en beslag. |
Artikel |
Nederlands Caribisch rechtspersonenrecht |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Rechtspersonenrecht, Caribisch recht, Boek 2 BW |
Auteurs | Mr. K. Frielink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage over het rechtspersonenrecht wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen op het terrein van wetgeving, rechtspraak en literatuur in de afgelopen 10 jaar. |
Artikel |
Het concordantiebeginsel en het internationaal privaatrecht van Aruba, Curaçao en Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aruba, Curaçao en Sint Maarten kennen, anders dan Nederland, geen uitgebreid stelsel van geschreven regels van commuun internationaal privaatrecht. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre de Caribische rechtspraktijk bij het in Nederland geldend commuun internationaal privaatrecht te rade kan, mag of moet gaan om de leemtes in de eigen rechtsorde op te vullen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | executoriale veilingen, onroerende zaken, notariaat, opbod |
Auteurs | Mr. H.Th.M. Burgers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden enkele incidenten en gewoonten besproken die zich bij executieveilingen hebben voorgedaan. Het artikel sluit af met twaalf conclusies ter voorkoming van incidenten, ongewenste handelwijzen en risico’s. |
Artikel |
Beschouwing van de bestaande regeling van commuun internationaal personen-, familie- en erfrecht van de Caribische gebiedsdelen van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | conflictenrecht, gewone verblijfplaats, Caribische gebiedsdelen Koninkrijk |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Caribische gebiedsdelen geldt met betrekking tot kwesties van personen-, familie- en erfrechtelijke aard als geschreven regel van conflictenrecht dat het daarop toepasselijke recht het recht is van de ‘gewone verblijfplaats’ van betrokkene(n). Bij de praktische toepassing van deze algemeen geformuleerde regel rijzen de nodige vragen. In deze bijdrage worden de belangrijkste daarvan besproken, om vervolgens met enige handreikingen te komen inzake de omgang daarmee. |
Artikel |
De toekomst van het concordantiebeginselEen onderzoek naar de vraag of het concordantiebeginsel zoals neergelegd in artikel 39 Statuut in de huidige vorm gehandhaafd moet blijven |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | concordantiebeginsel, Statuut, landsaangelegenheid, consultatieplicht, leemte in de wet |
Auteurs | E. van Keeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Heeft het concordantiebeginsel na de herstructurering van 10 oktober 2010 nog een toekomst? Een literatuuronderzoek heeft tot de volgende conclusies geleid. Het concordantiebeginsel moet blijven bestaan. De open norm van artikel 39 lid 1 Statuut moet gehandhaafd blijven, daar het een landsaangelegenheid betreft. Omdat er veel onbewuste discordantie plaatsvindt, moet artikel 39 lid 2 Statuut aangescherpt worden. Concordantie van rechtspraak moet bij een leemte in de wet in lijn met de juridisch meest zuivere visie van Lewin afgebakend worden in het Statuut onder andere met het oog op de machtenscheiding en de autonomie van de Caribische landen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | dekkingsgeschillen, uitleg polisvoorwaarden, redelijkheid en billijkheid, verzekeringsovereenkomst, Geschillencommissie Verzekeringen Curaçao |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de uitspraak van de Geschillencommissie Verzekeringen Curaçao van 6 november 2015 verkent dit artikel de stand van zaken met betrekking tot de wijze(n) waarop een dekkingsgeschil tussen verzekeraar en verzekerde (kan) worden beslecht. Aangetoond wordt dat dit met name een kwestie van uitleg van de verzekeringsovereenkomst is, maar dat ook de redelijkheid en billijkheid een – afzonderlijke – rol kan spelen. Voor de toepassing van beide leerstukken is van belang eerst vast te stellen onder welke omstandigheden de verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen en wat de aard van de polisvoorwaarde(n) die in geding zijn is. |
Artikel |
Lokale invulling van open normen |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | concordantiebeginsel, wetgeving, rechtspraak, uitleg, systematiek |
Auteurs | Mr. J. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in het artikel concordantie van wetgeving en in rechtspraak, alsmede eventuele Europese invloeden in de West via het concordantiebeginsel. |
Artikel |
Een legal transplant in het Curaçaose belastingrechtDe komst van de winstbelasting naar Curaçao |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Landsverordening op de winstbelasting 1940, legal transplant, vrijstellingen, Indische vennootschapsbelasting, winstbelasting Curaçao |
Auteurs | Mr. P.E. Muller en Prof. mr. L.J.J. Rogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staan de auteurs stil bij de komst van de winstbelasting naar Curaçao. Ze gaan in op de betekenis van de legal transplant en de Indische voorloper hiervan. Ook de vrijstellingen in de huidige wettekst met betrekking tot aan olie gerelateerde werkzaamheden zullen aan bod komen. Tot slot concluderen de auteurs dat er sprake is van een legal transplant in de oorspronkelijke betekenis van het woord. De Curaçaose winstbelasting is bijkans een kopie van de Indische vennootschapsbelasting. |
Artikel |
De begrafenis- en crematiewetgeving van Curaçao, Aruba, Sint Maarten en de BES-eilanden |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | begrafeniswetgeving, crematiewetgeving, concordantiebeginsel, rechtsvergelijking, Wet op de lijkbezorging |
Auteurs | Mr. W.A.M. Hu-a-ng |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de auteur stil bij de juridische procedure van het cremeren en begraven. De auteur zal daarbij ingaan op de gelijkenissen en verschillen in de relevante wetgeving van Aruba, Curaçao en de rest van het Koninkrijk. |
Artikel |
Enkele opmerkingen over de invoering van de Curaçaose Landsverordening inzake concurrentie en de instelling van een Curaçaose mededingingsautoriteit |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, mededingingsautoriteit, Landsverordening Concurrentie, Fair Trade Authority Curaçao, handhaving |
Auteurs | Mr. dr. P.S. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het Curaçaose mededingingsrecht centraal. Er zal worden stilgestaan bij (i) de achtergronden voor invoering van de Landsverordening Concurrentie op Curaçao en de vraag in hoeverre kleinere jurisdicties als die van Curaçao (überhaupt) regels nodig hebben die de economische mededinging reguleren en aan banden leggen, (ii) de belangrijkste verschillen en overeenkomsten tussen de Landsverordening Concurrentie en de Nederlandse Mededingingswet en (iii) de vraag hoe de publiek- en privaatrechtelijke handhaving van de nieuwe landsverordening eruit zal (kunnen gaan) zien. |
Artikel |
Bij een honderdste verjaardag: over rechtsmacht van de burgerlijke rechter in de Cariben op grond van de regel ‘distributie is attributie’ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | rechtsmacht, distributie, attributie, artikel 103b Rv |
Auteurs | Mr. R.F. van den Heuvel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vuistregel ‘distributie is attributie’ heeft inmiddels beperkingen, die met name zichtbaar worden als toepassing ervan leidt tot het moeten baseren van rechtsmacht van de burgerlijke rechter op artikel 103b Rv. Dat artikel kan niet dienen als grondslag voor rechtsmacht. Andere rechtsgeldige grondslagen voor rechtsmacht, die met toepassing van de regel ‘distributie is attributie’ over het hoofd worden gezien, zijn te vinden in het internationale recht. Wanneer men de internationale of interregionale bevoegdheidsvraag beantwoordt vóór toe te komen aan de relatieve bevoegdheidsvraag (top down in plaats van bottom up), vermijdt men vast te lopen in de beperkingen van de vuistregel. |
Artikel |
De effectiviteit van de dwangsom als instrument ter bevordering van de nakoming van bestuursrechtelijke uitspraken |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | bestuursrecht, naleving, uitspraken, dwangsom, beslagverbod |
Auteurs | Mr. K.R. Concincion |
SamenvattingAuteursinformatie |
Juridische geschillen kunnen in een democratische rechtstaat voorgelegd worden aan een onafhankelijke en onpartijdige rechter die dan een voor partijen bindende uitspraak doet. Binnen de door de wetgever gestelde grenzen, kan deze rechter bepalen dat de procespartij die een uitspraak niet uitvoert een dwangsom zal verbeuren. De verminderde effectiviteit van een zodanige dwangsom in het bestuursrecht wordt in dit artikel nader toegelicht aan de hand van onder andere de regels van het bestuurs(proces)recht en de jurisprudentie. |
Artikel |
Ontbinding of opzegging van de huurovereenkomst wegens wanbetaling |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Huurovereenkomst, Huur woonruimte, Beëindiging wegens huurachterstand, Drie maanden |
Auteurs | Mr. W.J. Noordhuizen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deel 12 van de Studiereeks Nederlands-Antilliaans en Arubaans Recht (SNAAR), over het Nederlands-Caribisch huurrecht, werd opgemerkt dat een huurachterstand van ten minste drie maanden, waarbij op korte termijn geen concreet zicht bestaat op volledige afbetaling van het openstaande bedrag, doorgaans voldoende is om de huur te beëindigen. Een dergelijke vooropstelling komt men in de rechtspraak wel tegen. In de praktijk kan het door de verschillende procedures die aan ontruiming voorafgaan (doorgaans) meer dan drie maanden duren voordat de verhuurder weer over de woonruimte kan beschikken. Tijdens het wetgevingsproces zijn daarover in Sint Maarten vragen gesteld. Waar komt die driemaandentermijn vandaan? En is die (nog) wel gerechtvaardigd? |
Artikel |
Over de rol van leemtes in de wet bij de ontwikkeling van concordante rechtspraak |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Concordantie van rechtspraak, Leemte in de wet |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In welke gevallen ontwikkelt de burgerlijk rechter in het Caribische deel van het Koninkrijk concordante rechtspraak? Schr. onderzoekt deze vraag aan de hand van rechtspraak over de begrippen ‘leemte in de wet’ en ‘concordantie van rechtspraak’. De conclusie is dat leemtes in de wet er in soorten en maten zijn en dat de aard van de leemte in de wet in sommige gevallen direct of indirect gezichtspunten kan opleveren die van belang zijn bij de beoordeling van deze vraag. |
Artikel |
Autonomie: geen recht zonder verantwoordelijkheid |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Koninkrijksrecht, staatsstructuur, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, Koninkrijksaangelegenheden, autonomie |
Auteurs | Mr. R.R. Santos do Nascimento |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de 21ste eeuw blijkt meer dan ooit dat verzorging van het algemeen welzijn een verantwoordelijkheid is die staten niet onafhankelijk kunnen dragen. Dit brengt de noodzaak van steeds meer onderlinge afstemming en samenwerking met zich. Tegen deze achtergrond onderzoekt de auteur hoe de autonomie van de Caribische Landen binnen het Koninkrijk moet worden opgevat, waarbij hij tot de conclusie komt dat de belangen van burger en Koninkrijk met zich brengen dat autonomie begrepen moet worden als meer dan enkel een recht dat Nederland dient te eerbiedigen: autonomie is ook en vooral een plicht met de daaraan noodzakelijk gekoppelde verantwoordelijkheden. |