Een ruimtelijk ontwikkelingsplan is geen beschikking als bedoeld in de WarBES. Daartegen staat derhalve krachtens die wet geen beroep bij de bestuursrechter open. Dat doet er evenwel niet aan af dat bij bijzondere wet kan worden geregeld dat tegen vaststelling van zo’n ontwikkelingsplan beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld. De auteur betoogt aan de hand van wetsgeschiedenis en -vergelijking dat in artikel 13 lid 3 WgroBES tegen de vaststelling van een ontwikkelingsplan beroep bij de bestuursrechter is opengesteld, ondanks de daarin gebruikte misleidende term ‘beschikking’. |
Artikel |
Beroep bij de administratieve rechter tegen vaststelling van een ontwikkelingsplan in de BES |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | ruimtelijk ontwikkelingsplan, besluit van algemene strekking, algemeen verbindend voorschrift, bijzondere wet, beroep |
Auteurs | Mr. C. Taal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De nieuwe erfrechtelijke penshonado-regeling? |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | erfrecht, penshonado, legitieme portie, interregionaal, conflictregels |
Auteurs | Anita C.E. Sewberath Misser LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een artikel dat is afgeleid van de afstudeerscriptie van de auteur met als titel De invloed van de afschaffing van de legitieme portie op het interregionaal erfrecht binnen het Koninkrijk der Nederlanden. |
Artikel |
Het fenomeen aanwijzing in de zin van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | aanwijzing, financieel, Cft, toezicht, Rijkswet |
Auteurs | Mr. Marloes H. Kempes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 oktober 2010 is het land Nederlandse Antillen ontmanteld en zijn de nieuwe staatkundige verhoudingen in werking getreden. In het kader van deze staatkundige wijzigingen heeft Nederland zich bereid verklaard schulden van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden te saneren, om op die wijze de nieuwe entiteiten bij te staan bij het creëren van een financieel gezonde uitgangspositie. Ter voorkoming van financiële problemen is overeengekomen dat er toezicht zal worden uitgeoefend door een onafhankelijk orgaan, het College financieel toezicht. Sinds 10 oktober 2010 zijn er twee colleges van kracht. Het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba op grond van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten op grond van de (consensus-)Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten. De beide colleges worden ondersteund door een gemeenschappelijk secretariaat, kantoorhoudende op Curaçao en op Sint Maarten. |
Artikel |
Nieuwe strafwetgeving: de stand van zaken |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Wetboek van Strafrecht, Caribisch Wetboek van Strafvordering, Constitutioneel Hof, straf- en strafprocesrecht, stand van zaken strafwetgeving |
Auteurs | Mr. Joost H.J. Verbaan en Mr. Barbara A. Salverda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de (aankomende) nieuwe strafwetgeving van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en het gebied van de BES. Beide auteurs maken deel uit van het Antilliaanse projectteam van professor De Doelder. Dit projectteam heeft bijstand verleend bij de totstandkoming van het nieuwe Wetboek van Strafrecht (zelfstandig voor elk van de landen), alsmede bij de herziening van het Caribisch Wetboek van Strafvordering (eenvormig). Met het moderniseren van de teksten wordt in alle landen nieuwe strafwetgeving gecreëerd, met uiteraard de nodige wijzigingen in bestaande praktijk tot gevolg. |
Artikel |
Contractuele verrekening tijdens faillissement |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | faillissement, contractueel, verrekening |
Auteurs | Mr. Robert M. Bottse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Contractueel kan van het bepaalde in afdeling 6.1.12 BW worden afgeweken. De verrekeningsbepalingen van afdeling 6.1.12 BW zijn in faillissement onverkort van toepassing mits niet strijdig met de bijzondere verrekeningsbepalingen van artikel 49, 50 en 51 Faillissementsbesluit (Fb). Op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad kan een nauwkeurig raamwerk van regels worden onderscheiden waar het gaat om het toepassingsbereik van artikel 49 en 50 Fb. In deze bijdrage richt de auteur zich op de vraag in hoeverre een contractueel beding waarbij wordt afgeweken van de bepalingen van afdeling 6.1.12 BW van kracht blijft tijdens faillissement. |
Artikel |
De Eilandsverordening Bevordering Openbare Orde en Bescherming Gemeenschap en het technisch keuren van voertuigen voor Karnaval en Seú. |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | openbare orde, Wegenverkeersverordening, voertuigtechnische keuringen, rechtsbescherming voertuigkeuringen, optochtvergunningen |
Auteurs | Mr. Wendy A.M. Hu-a-ng |
SamenvattingAuteursinformatie |
Elk jaar worden op Curaçao optochten op de openbare weg georganiseerd zoals Karnaval en Seú. De wettelijke grondslag voor het verlenen van vergunningen voor deze evenementen is vervallen. Niettemin dienen voertuigen die gebruikt worden voor Karnaval en Seú uit veiligheidsoverwegingen technisch goedgekeurd te zijn. In dit artikel wordt ingegaan op deze aspecten en anderen zoals de bevoegdheid van de minister, de rechtsbescherming van de keuringplichtige en de noodzaak van een wettelijke regeling op het gebied van de openbare orde. |
Artikel |
Aandelen zonder stemrechtIs in het Curaçaose recht de positie van de houder van aandelen zonder stemrecht voldoende beschermd? Een vergelijking met het Nederlandse recht |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Mr. H.Th.M. Burgers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel worden de regelingen van stemrechtloze aandelen van de Nederlandse flex-bv vergeleken met die van de aandelen zonder of met beperkt stemrecht bij de Antilliaanse nv en bv. Aandacht wordt besteed aan de bepalingen in beide wetgevingen ter bescherming van de aandeelhouder zonder of met beperkt stemrecht. De algemene conclusie is dat de aandeelhouder zonder of met beperkt stemrecht in het Curaçaose Boek 2 BW minder beschermd is dan de houder van stemrechtloze aandelen in de Nederlandse flex-bv. De Nederlandse regeling is derhalve geen klakkeloze overneming van de 25 jaar eerder in Curaçao ingevoerde regeling van aandelen zonder of met beperkt stemrecht. |
Artikel |
Zorgvuldig en bedachtzaamDe eerste uitspraak van het Constitutioneel Hof Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Mr. G.A.H. Bakhuis, Mr. H. Nummerdor, Mr. S. Philipsen e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de eerste uitspraak van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten centraal. Allereerst worden de mogelijkheden van constitutionele toetsing in het Koninkrijk der Nederlanden geschetst. Aansluitend wordt de toetsingsbevoegdheid van het Hof besproken zoals die is opgenomen in de Staatsregeling van Sint Maarten. Daarna wordt ingegaan op de uitgangspunten die het Hof kiest bij de uitoefening van deze bevoegdheid. Op basis van hetgeen is beschreven, concluderen de auteurs dat het Hof zijn ruime bevoegdheid zorgvuldig en bedachtzaam heeft ingekaderd. |
Artikel |
Grove schuld en opzet in het Curaçaose belastingrecht |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Mr. Siegfried G. Kenswil |
SamenvattingAuteursinformatie |
Indien de belastingplichtige grove schuld of opzet kan worden toegerekend, mag de Belastingdienst een vergrijpboete opleggen. Deze vergrijpboete kan bij opzettelijk handelen oplopen tot 100% van het te weinig betaalde belastingbedrag. Dit artikel tracht inzicht te geven in de invulling van deze strafrechtelijke begrippen in de Curaçaose fiscale praktijk. De kwalificatie van grove schuld of opzet is casuïstisch, waarbij de bewijslast bij de Belastingdienst ligt. Grove schuld is omschreven als een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid dat mede grove onachtzaamheid omvat. Opzet is omschreven als het willens en wetens handelen of nalaten. Indien sprake is van een pleitbaar standpunt, kan de belastingplichtige geen verwijt worden gemaakt. Wanneer een belastingplichtige zijn belastingzaken laat behartigen door een adviseur, kan de schuld van de adviseur niet zonder meer worden toegerekend aan de belastingplichtige. |