De Vereeniging voor Wijsbegeerte des Rechts (VWR) is opgericht op 28 december 1918. Zij had tot doel de studie van de rechtsfilosofie en het maatschappelijk leven. Deze studie moest tevens relevant zijn voor de rechtspraktijk. Vanaf haar oprichting kende de VWR een sterke internationale oriëntatie, aanvankelijk gericht op Duitsland, later vooral op het Verenigd Koninkrijk en de VS. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw beleefde de VWR wat betreft belangstelling en ledenaantal haar hoogtepunt. In 2016 besloot zij – na een gestage neergang – de band met de Nederlandstalige (praktijk)jurist weer aan te halen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | oprichting, doelstelling, band met de rechtspraktijk, rechtsfilosofie en rechtstheorie, internationalisering (van Duits naar Engels) |
Auteurs | Corjo Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | parlement, openbaarheid, politieke architectuur, Schmitt, Van der Pot |
Auteurs | Bastiaan Rijpkema |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de waarde van het instituut parlement verkend. Daartoe analyseert de auteur eerst een lezing die de Nederlandse staatsrechtsgeleerde C.W. van der Pot in 1925 over dit thema hield bij de VWR. Vervolgens wordt Van der Pots opvatting gecontrasteerd met de diametraal tegengestelde benadering van Carl Schmitt, die zich, rond dezelfde tijd, over dit vraagstuk boog in Duitsland. Tot slot schetst de auteur, via een alternatieve, wellicht excentrieke, interpretatie van Schmitt waar een belangrijke waarde van het moderne parlement zou kunnen liggen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Radbruch, Kisch, Langemeijer, Toetsingsarrest, VWR |
Auteurs | Wouter Veraart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoe was het met de Nederlandse rechtsfilosofie gesteld in de eerste jaren na de bevrijding? In die periode lag binnen de Vereniging voor Wijsbegeerte des Rechts (VWR) het accent op de verhouding tussen recht en gerechtigheid in het licht van het recente verleden. Dit artikel bespreekt interventies van drie actieve VWR-leden in de jaren 1946-1949: C.M.O. van Nispen tot Sevenaer, I. Kisch en G.E. Langemeijer. Gelet op het sterke accent op de relatie tussen recht en moraal in deze periode, is het niet verwonderlijk dat de rechtsfilosofie van Gustav Radbruch destijds binnen de VWR veel bijval kreeg. Wat was Radbruchs invloed op deze drie rechtsfilosofen? Het artikel besluit met een bespreking van de herdenkingsrede die VWR-voorzitter M.P. Vrij in 1949 uitsprak bij het dertigjarig bestaan. Deze rede markeert het eindpunt van vier jaar van intensieve aandacht voor de rechtsfilosofische implicaties van de ervaring van juridisch onrecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | rechtstheorie, rechtsfilosofie, universitair beleid, Vlaanderen, professionalisering |
Auteurs | Mark Van Hoecke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na een beperkte Vlaamse participatie tussen 1935 en 1970, kwam er een geleidelijke verankering van de VWR in Vlaanderen, met een grote bloei in de jaren tachtig en negentig, met jonge professoren die voltijds actief waren op het gebied van de rechtsfilosofie en/of de rechtstheorie. Na 2000 vermindert de inbreng van Vlaanderen echter in belangrijke mate. Er wordt nog vrij veel gepubliceerd in R&R/NJLP, maar nauwelijks nog door professionele rechtsfilosofen of rechtstheoretici. Institutioneel wordt de internationale (Engelstalige) dimensie van de VWR versterkt (redactieraad, sprekers), maar vermindert de Vlaamse aanwezigheid in redactie, redactieraad en bestuur. De Vlaamse aanwezigheden op VWR-vergaderingen zijn vaak eenmalig en steeds minder van professionele rechtsfilosofen of rechtstheoretici. De afbouw van de leerstoelen en zelfs van het onderwijs in deze domeinen in Vlaanderen is de belangrijkste verklaring hiervoor. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Thomas Jacobus de Jong |
Samenvatting |
In deze bijdrage staat de activiteit van bewijzen in strafzaken centraal. Betoogd wordt dat de vigerende rationalistische opvatting van strafrechtelijk bewijzen eraan voorbij gaat dat het bewijzen zich allereerst voltrekt op een vóór-reflectief niveau. Het primaire blikveld van de mens is namelijk niet het objectiverende kennen, zoals in de rationele bewijstheorieën wordt voorondersteld, maar de praktische relatie tot de wereld. In dit kader wordt eerst de filosofische achtergrond van de rationalistische bewijsopvatting in kaart gebracht, in het bijzonder de invloed van Aristoteles en Descartes. Vervolgens worden de daaruit voortkomende bevindingen aan de hand van ideeën en inzichten die zijn ontleend aan de existentiële fenomenologie kritisch gewaardeerd. Dit leidt tot de uiteenzetting van een hermeneutische opvatting van strafrechtelijk bewijzen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | onrecht, Slachtofferrechten, Benjamin, Shklar |
Auteurs | Nanda Oudejans en Antony Pemberton |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel de rechtspositie van slachtoffers de afgelopen decennia verstevigd lijkt, blijft de relatie tussen slachtoffer en strafrecht ongemakkelijk. Rechtswetenschappers tonen zich bezorgd dat de toenemende aandacht voor de belangen van slachtoffers uitmondt in ‘geïnstitutionaliseerde wreedheid.’ Deze zorg wordt echter gevoed door een verkeerd begrip van slachtofferschap en heeft slecht begrepen wat het slachtoffer nu eigenlijk van het recht verlangt. Deze bijdrage probeert de vraag van het slachtoffer aan het recht tot begrip te brengen. Wij zullen de onrechtservaring van het slachtoffer conceptualiseren als een ontologisch alleen en verlaten zijn van het slachtoffer. Het aanknopingspunt om de relatie tussen slachtoffer en recht opnieuw te denken zoeken wij in deze verlatenheid. De kern van het betoog is dat het slachtoffer (mede) in het recht beschutting zoekt tegen deze verlatenheid, maar ook altijd onvermijdelijk tegen de grenzen van het recht aanloopt. Van een rechtssysteem dat zich volledig uitlevert aan de noden van slachtoffers kan dan ook geen sprake zijn. Integendeel, het recht moet zijn belang voor slachtoffers deels zien in de onderkenning van zijn eigen beperkingen om onrecht te keren, in plaats van de onrechtservaring van het slachtoffer weg te moffelen, te koloniseren of ridiculiseren. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Stoicism, Roman Law, Theory of Language, Syllogisms, Classical Jurisprudence |
Auteurs | Pedro Savaget Nascimento |
SamenvattingAuteursinformatie |
This paper uses Stoic theory of language to gain more insight into Roman lawyer Proculus’s legal opinions on the meaning and understanding of ambiguous testaments, wills and dowries. After summarizing Stoic theory of language, the paper discusses its reception in Roman jurisprudence and situates Proculus in a Stoic legal/philosophical context. The meat of the article lies in the re-examination of Proculus’s legal opinions on ambiguities in light of Stoic theory of language, through: (1) the analysis of a case demonstrating that Proculus’s embeddedness in Stoic doctrine went beyond his technical competence in propositional syllogisms, going into the territory of Stoic physical materialism and, (2) the investigation of four cases that reveal how his approach to problems of ambiguity in unilateral legal acts converges with the Stoic conception of the parallelism between speech and thought. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Paul Scholten, dialectiek, existentialisme, Artificiële Intelligentie, ethische theologie |
Auteurs | Wim Borst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bekend kenmerk van Scholtens beschouwingswijze was zijn dialectiek. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | migratierecht, vreemdelingen, tijd, identiteit, vanzelfsprekend worden |
Auteurs | Martijn Stronks |
Samenvatting |
In dit artikel wordt langs wijsgerige weg de verhouding tussen tijd, identiteit en het verlenen van (sterkere) verblijfsaanspraken aan migranten onderzocht en verhelderd door een nieuwe betekenis van de term worteling voor te stellen. Want wat is worteling nu eigenlijk? Het is de relatie tussen menselijke tijd, worteling en het migratierecht die in dit artikel filosofisch wordt uitgediept. Dit om te verklaren waarom we in het migratierecht vreemdelingen in het algemeen na verloop van tijd sterkere aanspraken verlenen. In dit artikel wordt betoogd dat het verblijf van vreemdelingen op het grondgebied ervoor zorgt dat hun leven aldaar na verloop van tijd een vanzelfsprekend onderdeel uitmaakt van hun identiteit, en van het leven van anderen. Het is dit vanzelfsprekend worden van mensen door de tijd dat de grond is voor het bestaan van formele tijdscriteria voor insluiting in het migratierecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Individualism, EU Citizenship, Depoliticisation, Mobile Individualism, Citizenship and Form of Life |
Auteurs | Aristel Skrbic |
SamenvattingAuteursinformatie |
The central aim of this article is to analyse the manner in which the legal structure of EU citizenship subjectifies Union citizens. I begin by explicating Alexander Somek’s account of individualism as a concept which captures EU citizenship and propose to update his analysis by coining the notion of mobile individualism. By looking at a range of CJEU’s case law on EU citizenship through the lens of the purely internal rule and the transnational character of EU citizenship, I suggest that movement sits at the core of EU citizenship. In order to adequately capture this unique structure of citizenship, we need a concept of individualism which takes movement rather than depoliticisation as its central object of analysis. I propose that the notion of mobile individualism can best capture the subjectivity of a model EU citizen, a citizen who is a-political due to being mobile. |