Meer dan vijf jaar geleden verscheen het kritische advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de rechtsbescherming bij bestuurlijke boetes. In deze bijdrage wordt allereerst in grote lijnen de ontwikkeling van boetebevoegdheden en wetgeving geschetst. Vervolgens wordt het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State besproken Ten slotte wordt een aantal wetswijzigingen besproken die naar het oordeel van de auteurs noodzakelijk zijn. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | advies Raad van State, bestuurlijke boete, verhouding strafrecht-bestuursrecht, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. dr. A.R. Hartmann en Mr. dr. O.J.D.M.L. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De klassieke vermogensdelicten: nieuwe wijn in oude zakken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | diefstal, eigenmachtig, oplichting, wederrechtelijk, wegnemen |
Auteurs | Em. prof. mr. D.H. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wettelijke omschrijvingen van de klassieke vermogensdelicten – diefstal, verduistering, oplichting, afpersing – zijn niet of nauwelijks gewijzigd. De reden is dat de rechter sinds het Elektriciteitsarrest continu bereid is geweest om aan centrale wetsbegrippen als ‘enig goed’, ‘wegnemen’ en ‘wederrechtelijke toe-eigening’ een eigentijdse invulling te geven. Dit heeft geleid tot onderlinge overlappingen. Bij de diefstalbepaling heeft dit geresulteerd in het uit zicht raken van de grenzen van haar bereik en tot een spanningsveld bij de overlapping met de oplichtingsbepaling, die in de jurisprudentie juist met terughoudendheid wordt gehanteerd. Dit roept de vraag op of de wettelijke regeling moet worden herzien. |
Artikel |
Streven naar coherentie in de publieke sanctionering van financieel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | sociaaleconomisch strafrecht, financieel strafrecht, coherentie sanctiestelsels, WED, Wft |
Auteurs | Em. prof. mr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verhouding tussen de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhavingsstelsels worden benaderd vanuit het oogpunt van coherentie. In de strafrechtelijke sanctionering is de WED het centrale uitgangpunt. De auteur acht uiteindelijk deze wet nog steeds toekomstbestendig. Andere benaderingen verliezen aan coherentie. De auteur doet enkele voorstellen voor verbetering en aanpassing van artikel 1 en 59 WED. De bestuursrechtelijke benadering start bij de Wft als centrale wet, maar de sanctionering is minder gestructureerd als in het strafrecht. De auteur ziet verschillende sanctiefiguren opkomen in het strafrecht en in het bestuursrecht (art. 74 Sr, 257a e.v. Sv), die een samenvloeien van bestuur- en strafsancties mogelijk maken. De procedures zullen voorlopig gescheiden blijven. De auteur geeft afsluitend enkele vuistregels voor humaan sanctioneren. |
Artikel |
Van marxisme naar economisch strafrechtOver een persoonlijke, autobiografische band met een bijzonder rechtsgebied |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Economisch strafrecht, Karl Marx, scientific occupation with e. cr. law, professional occupation with e. cr. law, sanctions in e. cr. Law. |
Auteurs | Em. prof. mr. Th.A. de Roos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur presenteert autobiografische bronnen van zijn speciale aandacht voor, en professionele toewijding aan het terrein van economisch strafrecht. Hij werd op dat spoor gezet door de werken van Karl Marx, maar uiteindelijk ontdekte hij dat Marx maar weinig te bieden had als het om het recht gaat. Niettemin bleef zijn fascinatie voor de relatie tussen economie en (straf)recht. De auteur behandelt enkele – tegenwoordig belangrijke en intrigerende – voorbeelden die die fascinatie kunnen rechtvaardigen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | uit- en overlevering, kartelverbod, mededingingswet, lijstfeiten, dubbele strafbaarheid |
Auteurs | Mr. W.W. Geursen en Mr. J. Boonstra-Verhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland wordt het mededingingsrecht (nog steeds) bestuursrechtelijk afgedaan. De strafrechtelijke handhaving van dit rechtsgebied heeft de laatste jaren in andere landen een opmars gemaakt; ook in verschillende lidstaten van de Europese Unie. Hoewel in Nederland het mededingingsrecht een ‘strafrechtelijk verleden’ kent, werd deze handhavingsvorm weinig benut en/of was deze weinig succesvol en is hiervan afscheid genomen. Dat Nederland overtredingen van de mededingingswet nu niet strafrechtelijk sanctioneert, wil echter niet zeggen dat aan mededingingsrechtelijke overtredingen voor Nederlanders geen strafrechtelijke risico’s kleven. Indien dergelijke overtredingen door Nederlandse onderdanen in het buitenland effect hebben, omdat daar bijvoorbeeld de klanten van een kartel zijn gevestigd, kunnen Nederlanders alsnog – zij het in het buitenland – tegen strafrechtelijke vervolging en een veroordeling aanlopen. |
Artikel |
De opsporings- en vervolgingscompetentie van het Europees Openbaar Ministerie in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie, opsporing, subsidiefraude, corruptie, EU-strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. W. Geelhoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Openbaar Ministerie gaat ook in Nederland strafbare feiten opsporen en vervolgen die schade toebrengen aan de financiële belangen van de EU. Maar welke feiten precies? Hoe wordt zijn competentie afgebakend van de competentie van de nationale autoriteiten? En hoe wordt verzekerd dat het Europees OM niet alleen formeel, maar ook praktisch in staat is om de opsporingsonderzoeken uit te voeren waarvoor het bevoegd is? Deze bijdrage bespreekt de invoeringswet waarmee het Europees OM in de Nederlandse rechtsorde wordt ingebed, en de competentievragen die daarbij een rol spelen. Sommige punten zijn helder, maar andere leiden slechts tot vraagtekens. |
Artikel |
Het Europees arrestatiebevelToch nog mogelijkheden voor een goede verdediging? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | overlevering, Europees aanhoudingsbevel, opgeëiste persoon, kaderbesluit, HvJ EU |
Auteurs | Mr. W.R. Jonk en Mr. R. Malewicz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 12 mei 2004 is in Nederland de Overleveringswet van kracht, waarmee de procedure van uitlevering binnen de EU drastisch veranderde. Sindsdien is het Europees aanhoudingsbevel een populair middel voor lidstaten geworden om gezochte verdachten en veroordeelden naar hun grondgebied te krijgen. De rechtsbescherming voor opgeëiste personen is, onder meer door enkele uitspraken van het HvJ EU, allengs minder geworden. De bijstand in overleveringszaken vergt dan ook meer dan alleen het voeren van verweren in overleveringsprocedure zelf. Een proactieve houding, mogelijk zelfs in de fase voorafgaand aan het EAB, kan de opgeëiste persoon een gedwongen reis naar het buitenland besparen. |
Artikel |
Cybersecurity anno 2020Het is niet de vraag of je gehackt wordt, maar wanneer |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | cybercrime, cybersecurity, ransomware, (cyber)verzekeringen, losgeld |
Auteurs | Mr. N. van der Voort en Mr. W.M. Warnaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds enkele jaren neemt de dreiging van ransomware wereldwijd toe. Deze kwaadaardige gijzelsoftware kan elke organisatie treffen die geen of onjuiste maatregelen neemt. De laatste jaren is er een nieuwe trend zichtbaar: gerichte aanvallen met gebruik van ransomware op bedrijven (veelal grote multinationals) die een hoger losgeldbedrag kunnen en in sommige gevallen noodzakelijkerwijs zullen betalen. Deze trend is het afgelopen jaar veelvuldig door de media onder de aandacht gebracht en bedrijven zagen zich massaal genoodzaakt na te denken over het afsluiten van een zogenoemde cyberverzekering, met de achterliggende gedachte zich hiermee te beschermen tegen potentiële gevolgschade. |
Artikel |
Partiële of geschoonde teruggave van gegevensdragersNaar een gemoderniseerde beslagregeling voor elektronische gegevensdragers |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | inbeslagname gegevensdragers, partiële teruggave, geschoonde teruggave, verzoek om teruggave gegevens |
Auteurs | Mr. dr. D.A.G. van Toor en Mr. D. van Os |
SamenvattingAuteursinformatie |
In strafzaken is het verzamelen van elektronisch bewijsmateriaal vaak essentieel voor de waarheidsvinding. Voor de gegevensdrager eindigt de strafrechtelijke reis echter niet als de informatie op de gegevensdrager is geanalyseerd en vervolgens eventueel als bewijsmateriaal in een strafzaak is gebruikt. Naar Nederlands recht rust het beslag op de gegevensdrager en niet op de (voor de strafzaak relevante) gegevens. Dit betekent dat – na inbeslagname van de gegevensdrager – de autoriteiten de beschikking verkrijgen over alle gegevens die op de gegevensdrager staan opgeslagen. Wanneer over de gegevensdrager een beslissing wordt genomen, volgen de daarop opgeslagen gegevens het lot van de gegevensdrager. De verdachte is bij verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer dan zowel zijn gegevensdrager als de daarop opgeslagen gegevens kwijt. |
Artikel |
De overtredingen betreffende de veldpolitie: overheveling naar het bestuursrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | keuzefactoren, boetestelsels, overtredingen, bestuursstrafrecht, handhaving |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Titel VII van het Derde Boek van het Wetboek van Strafrecht zijn de overtredingen betreffende de veldpolitie neergelegd. De meeste van deze strafbepalingen, met uitzondering van het bekende artikel 461 Sr, hebben een exotisch en niet-alledaags karakter. De handhaving van deze delicten geschiedt thans door bijzondere opsporingsambtenaren. Een toetsing aan de keuzefactoren, zoals deze zijn geformuleerd in het Nader rapport bestuurlijke boetestelsels en het Integraal afwegingskader, laat zien dat de artikelen 458, 459 en 460 Sr in aanmerking kunnen komen om te worden overgeheveld naar het bestuursrecht. Dit geldt niet voor het bekende artikel 461 Sr. |
Artikel |
Rare jongens die strafrechtelijke beginselenDe invloed van het strafrecht op het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | fundamentele rechten, mededingingsrecht, ne bis in idem, rechtszekerheid, lex mitior |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Veenbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het mededingingsrecht is veel discussie over de waarborgen die van toepassing zijn. Zo beargumenteren ondernemingen vaak dat mededingingsautoriteiten hun fundamentele rechten hebben geschonden. Het is dan aan de rechters om te bepalen of dit inderdaad het geval is. In dit artikel wordt gekeken of er bij de ontwikkeling van deze waarborgen inspiratie wordt gehaald uit het strafrecht. |
Artikel |
‘Private enforcement’ van nalatigheid bij financieel-economische criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | financieel-economische criminaliteit, private enforcement, aansprakelijkheid, nalatigheid, risicomanagement |
Auteurs | F.J. Erkens FFE MEWI LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft, net als ieder ander land, groot belang bij goed werkende, gereguleerde handelsplatformen. De aantrekkelijkheid van handelsplatformen is mede afhankelijk van de kwaliteit van ‘public and private enforcement’ en juridische mogelijkheden om geschillen te beslechten. De afgelopen periode hebben grote Nederlandse ondernemingen de voorpagina’s van de kranten gehaald door hun (mogelijke) betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord of ‘private enforcement’ van financieel-economische criminaliteit bij ondernemingen wel voldoende resultaat kan opleveren om effectief te zijn en om benadeelde partijen te ondersteunen bij het verhalen van hun schade. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | interne onderzoeken, zelfmelding, medewerking, corruptie, transactie |
Auteurs | Mr. M. Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland is in 2019 hernieuwde aandacht ontstaan voor de interne onderzoekspraktijk, waaruit blijkt dat zowel de minister als het OM en de FIOD positief staan tegenover de interne onderzoekspraktijk. In het artikel pleit de auteur om Nederlands beleid te ontwikkelen met daarin incentives voor ondernemingen om deze vorm van medewerking te stimuleren. Tevens onderzoekt de auteur de noodzaak om de rechten van betrokkenen in het interne onderzoek vast te leggen. De auteur concludeert dat het aangewezen lijkt aan te sluiten bij de praktijk zoals ontwikkeld in de VS, waarbij in het geval van sturing door de autoriteiten aan het interne onderzoek onder dwang afgelegde verklaringen niet tegen de betrokkene mogen worden gebruikt in een strafrechtelijke procedure. |
Artikel |
Mediation in fiscale strafzaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | fiscaal strafrecht, mediation, mediationwetgeving, herstelrecht, bemiddeling in het strafrecht |
Auteurs | Mr. R. Vos en Mr. D.C. Molenaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mediation als buitengerechtelijke geschiloplossing is niets nieuws. Zeker in commune strafzaken is mediation een steeds vaker voorkomende vorm van geschilbeslechting, met in veel gevallen een positief resultaat. Dat kan gelegen zijn in het feit dat bemiddeling (mediation) als enig rechtsgebied een wettelijke basis kent in artikel 51h Sv. |
Artikel |
De strafrechtelijke aanpak van fraude op online handelsplatformsModernisering van klassieke strafbaarstellingen in het licht van de digitale wereld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | online handelsfraude, fraude met nieuwe betaalmethoden, digitalisering, verkopersbedrog |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om strafrechtelijke aansprakelijkheid te vestigen voor fraude op online handelsplatforms, in het bijzonder de strafbaarstelling van verkoopfraude op handelsplatforms en het voorstel tot strafbaarstelling van fraude met nieuwe betaalmethoden. Het artikel maakt inzichtelijk hoe onze (analoge) wetgeving steeds verder wordt aangepast op gedragingen die zich afspelen in de digitale wereld, maar laat tevens zien dat deze ‘nieuwe’ gedragingen in de kern niet veel afwijken van de bestaande gedragingen in de offline wereld. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Fake news, nepnieuws, desinformatie, uitingsdelicten, online platforms |
Auteurs | Mr. ir. A.P. Engelfriet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Fake news, oftewel nepnieuws, is als fenomeen haast niet meer weg te denken uit het discours over de online media. Steeds luider klinkt ook de roep om dergelijke valse berichtgeving ‘aan te pakken’, bij voorkeur via het strafrecht. Maar wat is nu precies nepnieuws en waarom is het zo’n probleem? En welke mogelijkheden kent het strafrecht om deze berichtgeving juridisch te bestrijden? |
Artikel |
Het belang van privacy in het strafrechtOver (on)terechte exposure op Rechtspraak.nl en de gevolgen daarvan |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | anonimiseringsrichtlijn, AVG, privacy, publicatie, persoonsgegevens |
Auteurs | Mr. G.M. Boezelman en Mr. J.R.J. Gijsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Strafrechtelijke beslissingen worden (doorgaans) gepubliceerd op Rechtspraak.nl. Dit is positief voor de rechtsontwikkeling, maar in sommige gevallen kan publicatie ertoe leiden dat betrokkenen identificeerbaar zijn, ook wanneer de anonimiseringsrichtlijn van de Rechtspraak wordt toegepast. Dit leidt tot een procesrisico voor procesdeelnemers. Dat geldt met name voor procesdeelnemers die geen verdachte zijn, en wanneer het gevallen betreft waarin het opsporingsonderzoek nog niet is afgerond. Hoe gaat de Rechtspraak hiermee om en hoe verhoudt een en ander zich tegen de recente ontwikkelingen op het gebied van (Europees) privacyrecht? |
Artikel |
Feitelijk leidinggeven in het milieustrafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | milieustrafrecht, feitelijk leidinggeven, artikel 51 Sr, milieu, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. T.W. Veenendaal en Mr. M. Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel ‘Feitelijk leidinggeven in het milieustrafrecht’ geven Tara Veenendaal en Marleen Velthuis een overzicht van de belangwekkende jurisprudentie van de afgelopen twee jaar, waaruit kan worden afgeleid hoe het Openbaar Ministerie en de rechter in het milieustrafrecht omgaan met de vervolging van de vermeende feitelijk leidinggevers aan gedragingen door de rechtspersoon. De recente jurisprudentie komt aan de hand van een aantal thema’s aan de orde. Daarna wordt ingegaan op de gepubliceerde transacties van milieuovertredingen door ondernemingen en in hoeverre de rol van natuurlijke personen daarin terugkomt. Het artikel sluit af met een verwachting voor de toekomst. |
Artikel |
Recente ontwikkelingen witwassen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Hoge Raad, witwassen, witwasbestrijding, handhaving, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.B.S. Dorant en Mr. A. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De witwasbepalingen in ons Wetboek van Strafrecht zijn ruim geformuleerd. Dat faciliteert een door de politiek en justitie gewenste stevige aanpak van het fenomeen. In de praktijk is gebleken van een geïntensiveerde handhaving van witwassen. Het OM grijpt veelvuldig en graag naar het delict – ook in gevallen waarin de toegevoegde waarde niet aanstonds begrijpelijk is. Dat maakt de afbakening van het delict des te belangrijker. De Hoge Raad voorzag in materiële rechtsbescherming en beperkte in de afgelopen jaren het toepassingsbereik van de witwasbepalingen. Wij bespreken de meest recente witwasjurisprudentie van de Hoge Raad en bezien hoe ons hoogste rechtscollege ‘in de (wed)strijd’ zit. |
Artikel |
Afgedwongen informatie van de gefailleerde in strafzaken en de poortwachtersfunctie van de strafrechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Faillissementswet, nemo tenetur-beginsel, startinformatie, art. 359a Sv, fraudebestrijdende rol curator |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
De gefailleerde is op grond van de in de Faillissementswet vastgelegde plichten tot inlichting en medewerking gehouden mee te werken aan het onderzoek van de curator. Dit onderzoek kan leiden tot een strafrechtelijke aangifte. |