Het Europees Openbaar Ministerie gaat ook in Nederland strafbare feiten opsporen en vervolgen die schade toebrengen aan de financiële belangen van de EU. Maar welke feiten precies? Hoe wordt zijn competentie afgebakend van de competentie van de nationale autoriteiten? En hoe wordt verzekerd dat het Europees OM niet alleen formeel, maar ook praktisch in staat is om de opsporingsonderzoeken uit te voeren waarvoor het bevoegd is? Deze bijdrage bespreekt de invoeringswet waarmee het Europees OM in de Nederlandse rechtsorde wordt ingebed, en de competentievragen die daarbij een rol spelen. Sommige punten zijn helder, maar andere leiden slechts tot vraagtekens. |
Artikel |
De opsporings- en vervolgingscompetentie van het Europees Openbaar Ministerie in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie, opsporing, subsidiefraude, corruptie, EU-strafrecht |
Auteurs | Mr. dr. W. Geelhoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het Europees arrestatiebevelToch nog mogelijkheden voor een goede verdediging? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | overlevering, Europees aanhoudingsbevel, opgeëiste persoon, kaderbesluit, HvJ EU |
Auteurs | Mr. W.R. Jonk en Mr. R. Malewicz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 12 mei 2004 is in Nederland de Overleveringswet van kracht, waarmee de procedure van uitlevering binnen de EU drastisch veranderde. Sindsdien is het Europees aanhoudingsbevel een populair middel voor lidstaten geworden om gezochte verdachten en veroordeelden naar hun grondgebied te krijgen. De rechtsbescherming voor opgeëiste personen is, onder meer door enkele uitspraken van het HvJ EU, allengs minder geworden. De bijstand in overleveringszaken vergt dan ook meer dan alleen het voeren van verweren in overleveringsprocedure zelf. Een proactieve houding, mogelijk zelfs in de fase voorafgaand aan het EAB, kan de opgeëiste persoon een gedwongen reis naar het buitenland besparen. |
Artikel |
In(ternet)filtratie: een roep om meer waarborgen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | digitale infiltratie, infiltratie(bevoegdheid), Lijst Ia Opiumwet, Operatie Bayonet, Hansa Market |
Auteurs | Mr. S.B.H. van Overveld, Mr. I.C. Smits en Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door middel van een grootschalige digitale infiltratieoperatie werd de dark market ‘Hansa’ in 2017 door de Nederlandse politie en het Openbaar Ministerie opgerold. De politie maakte gebruik van de bevoegdheid die haar op grond van artikel 126h Sv toekomt: de ‘klassieke’ infiltratiebevoegdheid. Kan deze infiltratiebevoegdheid zonder meer worden aangewend in een digitale context, of klinkt in dat geval een roep om meer waarborgen? |
Artikel |
‘Private enforcement’ van nalatigheid bij financieel-economische criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | financieel-economische criminaliteit, private enforcement, aansprakelijkheid, nalatigheid, risicomanagement |
Auteurs | F.J. Erkens FFE MEWI LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft, net als ieder ander land, groot belang bij goed werkende, gereguleerde handelsplatformen. De aantrekkelijkheid van handelsplatformen is mede afhankelijk van de kwaliteit van ‘public and private enforcement’ en juridische mogelijkheden om geschillen te beslechten. De afgelopen periode hebben grote Nederlandse ondernemingen de voorpagina’s van de kranten gehaald door hun (mogelijke) betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord of ‘private enforcement’ van financieel-economische criminaliteit bij ondernemingen wel voldoende resultaat kan opleveren om effectief te zijn en om benadeelde partijen te ondersteunen bij het verhalen van hun schade. |