Twee jaar na inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming zet de auteur in dit artikel een aantal recente ontwikkelingen op het gebied van gegevensverwerking en -bescherming op de werkvloer uiteen. In het eerste deel van het artikel gaat zij in op de meer institutionele aspecten waaronder de evaluatie van de (U)AVG. De auteur ziet ingrijpende ontwikkelingen op het gebied van wetgeving en toezicht zoals de voorgenomen wetgeving over het gebruik van alcohol- en drugstesten op de werkvloer en de ontwikkelingen op het gebied van biometrie waaronder een hoge boete van Autoriteit Persoonsgegevens voor het gebruik van de vingerscan bij toegangscontrole. In deel 2 van dit artikel zal de huidige stand van de rechtspraak worden afgezet tegen de strengere normen uit de AVG. |
Artikel |
De AVG en ontslag: twee jaar na inwerkingtreding AVG |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Algemene Verordening Gegevensbescherming, Privacy, Ontslag, Arbeidsverhouding, Normenkader |
Auteurs | mr. Karolina Dorenbos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | g-grond, verstoorde arbeidsverhouding, ontbinding arbeidsovereenkomst, redelijke grond, ontslag |
Auteurs | mr. Maarten van Kempen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage analyseert de ontwikkeling van bijna vijf jaar literatuur en jurisprudentie met als doel te bezien hoe de rechtspraktijk is omgegaan met de verstoorde arbeidsverhouding als redelijke grond voor ontslag. |
Artikel |
Conflicten bij pensioenontslag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | pensioenonstslag, pensioenontslagbeding, doorwerken, pensioenleeftijd, ouderenregeling |
Auteurs | mr. Cornelien Donner-Broersma |
SamenvattingAuteursinformatie |
De centrale vraag in dit artikel is tegen welke juridische discussies werkgevers kunnen aanlopen indien zij de leeftijd van de werknemer als reden hanteren voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst dan wel het aftoppen van de vergoeding in een sociaal plan. Voor het beantwoorden van deze vraag worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld: het pensioenontslagbeding, een ouderenregeling in een sociaal plan en een vermeend recht op doorwerken. Vervolgens worden – mede aan de hand van de in dit artikel aangehaalde jurisprudentie – enkele aanbevelingen voor werkgevers geformuleerd. |
Artikel |
Het in mindering brengen van inzetbaarheidskosten op de transitievergoeding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Transitievergoeding, Inzetbaarheidskosten, Artikel 7:673 lid 6 sub b BW, Bredere inzetbaarheid, Scholing |
Auteurs | mr. Erik Steenis en Mr. Bart Hopmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de mogelijkheid om inzetbaarheidskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding op grond van artikel 7:673 lid 6 sub b BW. Door de auteurs is onderzocht of de regeling in zijn huidige vorm effectief bijdraagt aan het bevorderen van de transitie van werk-naar-werk en het verhogen van de bredere inzetbaarheid van werknemers in Nederland. Dit lijkt niet het geval te zijn. De wijzigingen die zijn voorgesteld met de WAB lijken daar ook geen verandering in te brengen. Het artikel sluit af met een reeks aanbevelingen, waarmee de effectiviteit van de regeling kan worden vergroot. |
Artikel |
De generatieregeling; bezint eer ge begint? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | generatieregeling, langer doorwerken, seniorenregeling, deeltijdpensioen, aow |
Auteurs | mr. Cornelien Donner Broersma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Niet alle werknemers zijn in staat om tot aan de gestegen AOW-leeftijd te blijven werken. Voor hen kan een zogenoemde generatieregeling uitkomst bieden; oudere werknemers werken minder uren terwijl hun pensioenopbouw en (een deel van) het loon over de niet gewerkte uren door de werkgever worden gecontinueerd. Generatieregelingen zijn niet uniform; de praktijk laat een veelvoud aan regelingen zien. Wel geldt een uniform fiscaal en juridisch kader. In dit artikel ga ik in op de toepasselijke fiscale en juridische wet- en regelgeving van een generatieregeling en formuleer ik enkele aandachtspunten voor werkgevers die een generatieregeling willen opzetten. |
Artikel |
Ernstig verwijtbaar gedrag van bestuurders als reden voor ontslag en aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Bestuurders, Ernstig verwijt, artikel 7:673 lid 7 sub c BW, artikel 2:9 BW, Samenloop |
Auteurs | Mr. Huib Schrama en Mr. Klaas Wiersma |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever heeft bij de e-grond en bij de toets van ernstige verwijtbaarheid van artikel 7:673 lid 7 sub c BW (waardoor de aanspraak op een transitievergoeding vervalt) geen concreet onderscheid gemaakt tussen een bestuurder en een ‘gewone’ werknemer. Die toets vergt een aparte beoordeling van het handelen van de bestuurder en lijkt los te staan van de toets of sprake is van ernstig verwijt dat is vereist voor interne bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 2:9 BW. Niettemin zijn rechters geneigd een link te leggen tussen beide maatstaven, waarbij zij veelal de norm voor (on)behoorlijk bestuur vooropstellen. Dit kan een aandachtspunt zijn bij het ontslag van een bestuurder. |
Artikel |
De dringende reden en ernstige verwijtbaarheid; twee afwegingen op basis van de omstandigheden van één geval |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Ernstige verwijtbaarheid, Transitievergoeding bij ontslag op staande voet, Dringende reden, Ontslag op staande voet, Bagateldelict |
Auteurs | prof. mr. Stefan Sagel en mr. Rik van Haeringen |
Samenvatting |
In een uitspraak van 30 maart 2018 maakte de Hoge Raad een einde aan de discussie over de vraag of een terecht gegeven ontslag op staande voet onder de Wwz kan samengaan met de verschuldigdheid van een transitievergoeding. De cassatierechter besliste dat het wettelijke systeem zich niet verzet tegen zulke samenloop. In al die gevallen waarin de door de rechter aangenomen dringende reden niet als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer kwalificeert, is de transitievergoeding verschuldigd. De vraag komt dan vervolgens wel op, wanneer van die ernstige verwijtbaarheid sprake is. Deze bijdrage beoogt de praktijk enige handvatten aan te reiken voor de beantwoording van die vraag. Net als bij de beoordeling of sprake is van een dringende reden, zullen ook hier de omstandigheden van het geval beslissend zijn. Maar hoewel er een grote mate van overlap is tussen de gezichtspunten die in aanmerking moeten worden genomen bij de afwegingen of sprake is van (i) een dringende reden en (ii) ernstige verwijtbaarheid, moeten de beide beoordelingen om verschillende redenen toch goed van elkaar worden onderscheiden. In de eerste plaats omdat bepaalde gezichtspunten in de beide wegingen voor verschillende partijen kunnen spreken. In de tweede plaats omdat aan bepaalde gezichtspunten die de Hoge Raad relevant acht in het kader van artikel 7:678 BW, geen gewicht toekomt in het kader van de op artikel 7:673 lid 7 onder c BW gestoelde weging van de ernstige verwijtbaarheid. Tot slot geldt bij weer andere van die gezichtspunten, dat het maar net van de omstandigheden van het geval afhangt, of zij ook van betekenis zijn voor de beoordeling of sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Kortom: een genuanceerde benadering is vereist. |
Artikel |
De OR en de benoeming en het ontslag van bestuurders en commissarissenAnnotatie bij: Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 18 juli 2018, JAR 2018/217 (Eneco) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | bestuurder, Ontslag, enquêterecht, ondernemingsraad |
Auteurs | dr. Ilse Zaal en mr. Constant van Tuyll |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op verzoek van de ondernemingsraad oordeelde de Ondernemingskamer dat bij Eneco sprake was van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid, onder meer omdat sprake was van schending van medezeggenschapsrechten. In deze annotatie bespreken auteurs de reikwijdte van dit arrest. Zij gaan met name in op het adviesrecht ten aanzien van de benoeming en het ontslag van de bestuurder. |
Artikel |
AVG en ontslag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Algemene Verordening Gegevensbescherming, Privacy, Ontslag, Arbeidsverhouding, Normenkader |
Auteurs | mr. Karolina Dorenbos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Algemene Verordening Gegevensbescherming bevat voor werkgevers strengere regels voor rechtmatige verwerking van werknemersgegevens; en voor werknemers meer waarborgen omtrent de bescherming van hun persoonsgegevens. |
Artikel |
Vertrouwen in gelijkheid in de transitievergoeding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Transitievergoeding, Gelijkheid, AOW, Arbeidsongeschikt, Overbruggingsregeling |
Auteurs | mr. Joanne Marijnissen en mr. Janine Weel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het nieuwe kabinet wil door middel van een aantal wijzigingen meer balans brengen in de transitievergoeding. De auteurs behandelen verschillende (uitzonderings)regelingen en toetsen deze regelingen aan de doelstellingen van de transitievergoeding. Besproken wordt of de wetgever voor meer gelijkheid zou kunnen zorgen. |
Artikel |
Vertrouwen in het ontslag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Ontslag, Ontslaggronden, Cumulatie, Payroll |
Auteurs | prof. mr. Ronald Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op de in het regeerakkoord 2017 voorgestelde maatregelen ten aanzien van ontslag. Voorts gaat hij in op het recent verschenen wetsvoorstel ten aanzien van payrolling. |
Artikel |
Discriminatoir ontslag in de diverse samenleving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Ontslag, Gelijke behandeling, Diversiteit, Discriminatie, College voor de Rechten van de Mens |
Auteurs | mr. Marieke ten Broeke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In onze diverse maatschappij bestaat veel aandacht voor het tegengaan van discriminatie, bijvoorbeeld in het proces van werving en selectie. In deze bijdrage onderzoekt de auteur aan de hand van rechtspraak en oordelen van het College voor de Rechten van de Mens welke rol discriminatie een rol speelt bij de beëindigingen van arbeidsovereenkomsten. Op grond van de onderzochte zaken wordt geconcludeerd dat een beroep op de gronden geslacht of chronische ziekte en handicap het vaakst aan de rechter of het College worden voorgelegd, waarbij het bij discriminatie op grond van geslacht meestal gaat om discriminatie wegens zwangerschap. |
Artikel |
De h-grond voor managers en directeuren: for better or for worse? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | h-grond, managers, directeuren, ontslag, ‘verschil van inzicht’ / inzicht |
Auteurs | mr. Chiraz Muradin |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ontslag van managers en directeuren wordt veelal gebaseerd op de h-grond, het in de wetsgeschiedenis genoemde ‘verschil van inzicht’ en andere relatief vage omstandigheden als een ‘vertrouwensbreuk’; ‘tegenvallende resultaten’ of ‘gebrek aan draagvlak’. Dat heeft inmiddels tot de nodige jurisprudentie geleid. |