Terrorism can only be brought to an end if Islam and the Muslim community are enlisted as allies in combating it. Underlying militant jihadism is a violent interpretation of Islam which can best be challenged with the assistance of Islam and the Muslim community. Since the effects of the current state-led approach are questionable, while its criminal law component is close to exceeding the limits set by the rule of law and turns Muslims into a suspect community, it is important to test by way of a pilot whether an approach based on Islam can reap more promising results. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | islam, moslimgemeenschap, terrorisme, gemeenschapsinitiatief, rehabilitatie |
Auteurs | Prof. Tom Zwart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De betekenis van grondwettelijke grondrechten voor de wetgever: dode letter of zelfstandig ijkpunt? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Grondwet, beperkingssystematiek, constitutionele toetsing |
Auteurs | Mr. dr. L.C. Groen en Prof. mr. L.F.M. Verhey |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit de letterlijke tekst van de grondrechtenbepalingen in de Grondwet volgt strikt genomen alleen de eis dat een grondrechtsbeperking op een formele wet moet zijn gebaseerd. Hieruit moet echter niet worden afgeleid dat er geen materiële vereisten gelden waaraan beperkingen van grondwettelijke grondrechten moeten voldoen: het grondwettelijk wetsbegrip leent zich voor een materiële invulling. Uit diverse passages in de parlementaire stukken blijkt dat de grondwetgever deze materiële invulling ook voor ogen had, en ook in de ontwikkelingen na de grondwetsherziening van 1983 zijn daarvoor aanknopingspunten te vinden. Met een dergelijke invulling kan de toetsing aan de Grondwet in het wetgevingsproces meer inhoud en diepgang krijgen. Het artikel beschrijft dit en biedt handvatten voor deze toetsing. |
Artikel |
Hetzelfde ≠ gelijkAandachtspunten bij elektronische zittingen: een arbitragerechtelijk perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Bas van Zelst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse arbitragerecht geeft een scheidsgerecht de discretionaire bevoegdheid om te beslissen dat een hoorzitting ‘langs elektronische weg’ wordt gevoerd. Deze bijdrage beoordeelt het idee dat deze bevoegdheid van verplichte aard is. De bevoegdheid van arbiters om voor een elektronische hoorzitting te kiezen, is volgens haar beperkt door de fundamentele beginselen van het procesrecht, met name het gelijkheidsbeginsel. Het artikel somt relevante overwegingen op bij de keuze voor een elektronische hoorzitting in arbitrageprocedures met Nederlandse zetel en is van mening dat dergelijke overwegingen, gezien hun fundamentele karakter, ook van toepassing kunnen zijn in procedures voor de Nederlandse nationale rechtbanken. |
Artikel |
Religie, belangenafweging en neutraliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Religie, Belangenafweging, Neutraliteit, Beperkingen, Proportionaliteit, Staatsrecht |
Auteurs | Mr. dr. Jos Vleugel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Restrictions imposed by the state on the exercise of religion are always the result of a weighing of interests by a judge, an administrative body or a legislator. This weighing of interests is strongly influenced by the context within the exercise of religion take place. In this article four different spheres are distinguished: the internal religious sphere, the public sphere, the sphere of private institutions and the government sphere. The particular relationship that these spheres have with neutrality characterizes the balancing of interests. This explains and justifies why wearing religious clothing may be restricted in some situations and not in others. |
Artikel |
The Netherlands Commercial Court - an attractive venue for international commercial disputes? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | mr. P.E. Ernste en mr. F.E. Vermeulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article discusses the Netherlands Commercial Court from the perspective of lawyers and examines whether the NCC will be an attractive venue for international commercial discputes. |
Artikel |
Safe havens voor onrechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingenVeiligheid en het toezicht op irreguliere migratie via hulpverleningsorganisaties |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | unauthorized migrants, civil society, safety, migration control, policing non-citizens, NGOs |
Auteurs | prof. dr. Richard Staring en Mieke Kox MA |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nongovernmental organizations (NGOs) within Dutch civil society provide material and immaterial assistance to unauthorized migrants in the Netherlands. Based on long-term qualitative fieldwork in the life worlds of unauthorized migrants, the authors describe how the migrants experience these NGOs as a safe haven where they feel at home and secure for the risks of apprehension and deportation. We argue that these safe havens are also beneficial for the society at large. These NGOs contribute to preventing unauthorized migrants from sleeping in public places and employing illegitimate survival strategies. In addition, the NGOs’ empowerment of these migrants is advantageous for their willingness to access healthcare and employ legal rights. Recent attempts of the Dutch government to restrict the number of these NGOs, lead amongst other things to NGOs who are increasingly focusing on the unauthorized migrants’ return. We argue that these governmental efforts of controlling unauthorized migration through NGOs, will result in unauthorized migrants loosing trust in these safe havens. Ultimately, this governmental control through NGOs will have a negative impact on feelings of security in the society at large as it fundamentally diminishes the significance of these NGOs in civil society for unauthorized migrants without offering an alternative. |
Artikel |
De verschuivende functies van de Awb |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | harmonisatie, rechtseenheid, borging van rechtsstatelijkheid |
Auteurs | Prof. dr. B.J. Schueler |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in op een van de drie hoofdcategorieën van rechtseenheid die Stip en Zijlstra onderscheiden, namelijk de rechtseenheid die ziet op het voorkomen van verschillende uitleg en toepassing van dezelfde rechtsnormen binnen een rechtsorde. De auteur bespreekt de vijf belangrijkste redenen om algemene regels van bestuursrecht in de Awb op te nemen in plaats van een regeling te maken voor deelterreinen. Hij bespreekt deze redenen vanuit vijf invalshoeken: rechtseenheid, kenbaarheid, voorspelbaarheid, efficiëntie van wetgeving en borging van rechtsstatelijkheid. In het huidige tijdsgewricht zijn met name die laatste twee van belang door twee ontwikkelingen. Ten eerste proberen bestuur en wetgevers de slagkracht van het bestuur te vergroten. De Awb waarborgt dat burgers de middelen houden die nodig zijn om voor hun belangen en rechten op te komen. Ten tweede komt door verschuivingen het zwaartepunt in wetgeving steeds meer bij het bestuur te liggen: normstelling wordt meer bestuurlijk ingekleurd, de rechter wordt op afstand gezet en de wetgever laat inhoudelijke regelgeving over aan het bestuur. Dit werpt een nieuw licht op de waarborgfunctie van de Awb, die het handelen van het bestuur normeert. |
Artikel |
De enquêteprocedure als verzoekschriftprocedure en het kort geding als dagvaardingsprocedure, de verschillen en onderlinge verhouding |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | kort geding, enquêteprocedure, dagvaarding, verzoekschrift, voorzieningen |
Auteurs | Mr. B. Kemp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over de verschillen tussen de enquêteprocedure als verzoekschriftprocedure en het kort geding als dagvaardingsprocedure. In beide procedures kunnen voorlopige ordemaatregelen worden verkregen, maar er bestaan belangrijke verschillen. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld het belang dat in de procedure centraal staat alsmede de rol die belanghebbenden spelen. |
Artikel |
De brug tussen wetenschap en opsporingspraktijkOnderzoek naar de toepassing van sociale netwerkanalyse in de opsporing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | social network analysis (SNA), big data, criminal investigation, intelligence |
Auteurs | Drs. Paul Duijn en Dr. Peter Klerks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Social network analysis (SNA) has taken its place in the field of criminology, although among Dutch criminologists the emphasis remains on conceptual contributions. Meanwhile, the world of criminal investigation and intelligence has witnessed the development of a blossoming SNA-practice. The emergence of big data makes SNA an indispensable tool to exploit the oceans of data in a meaningful way. Unfortunately, when it comes to employing SNA, academia and the investigations and intelligence domains remain separated. While Dutch analysts adopt scientific ideas and concepts, they rarely contribute to the body of literature; confidential SNA reports remain inaccessible. Shedding light on over forty SNA related internal police studies, this article bridges the gap between Dutch academic criminologists and ‘pracademics’ in law enforcement. |
Artikel |
De aanvulling en verbetering van uitspraken – een onderzoek naar het toepassingsbereik van art. 31 en 32 Rv |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Procesrecht, Aanvulling, Verbetering, Apparaatsfout, Deformalisering |
Auteurs | mr. drs. P.A. Fruytier en mr. L.V. van Gardingen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zoeken de auteurs aan de hand van de systematiek van art. 31 en 32 Rv en de daaraan ten grondslag liggende beginselen naar de grenzen van deze bepalingen. Zij gaan vervolgens in op een aantal grensgevallen: (a) reparatie van apparaatsfouten, (b) verbetering van eigen rechtsoverwegingen door de Hoge Raad en (c) aanvulling door de rechter van gemiste gronden en weren. Voor fatale apparaatsfouten pleiten de auteurs voor aanvaarding van een termijn van veertien dagen na de uitspraak waarbinnen partijen de rechter op de fout kunnen wijzen. De andere grensgevallen kunnen volgens hen deels onder de werking van art. 31 Rv en/of art. 32 Rv gebracht worden. |
Artikel |
Zorgvuldig en bedachtzaamDe eerste uitspraak van het Constitutioneel Hof Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Mr. G.A.H. Bakhuis, Mr. H. Nummerdor, Mr. S. Philipsen e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de eerste uitspraak van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten centraal. Allereerst worden de mogelijkheden van constitutionele toetsing in het Koninkrijk der Nederlanden geschetst. Aansluitend wordt de toetsingsbevoegdheid van het Hof besproken zoals die is opgenomen in de Staatsregeling van Sint Maarten. Daarna wordt ingegaan op de uitgangspunten die het Hof kiest bij de uitoefening van deze bevoegdheid. Op basis van hetgeen is beschreven, concluderen de auteurs dat het Hof zijn ruime bevoegdheid zorgvuldig en bedachtzaam heeft ingekaderd. |