The public health systems of liberal states systematically fail to meet the goals and obligations of the Convention on the Rights of Persons with Disabilities, which aims to facilitate full societal participation and independent life choices by all impaired persons, as well as the unburdening of their private caretakers. This failure does not stem from a lack of money or effort by governments and other societal institutions, but flaws in the anatomy of these systems. As these systems confine institutional assistance to the needs of persons with certain delineated disabilities, they neglect the needs of other persons, whose disabilities do not fit this mould. The responsibility for the latter group thus falls to their immediate social circle. These private caretakers are in turn seldom supported. To remedy this situation, I will present the alternative paradigm of vulnerability theory as the possible foundation for a more inclusive approach to public health. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering Pre-publications 2021 |
Trefwoorden | Vulerability Theory, Liberalism, Convention on the Rights of Persons with Disabilities (CRPD), Public Health, Capabilities Approach |
Auteurs | Erwin Dijkstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | advies Raad van State, bestuurlijke boete, verhouding strafrecht-bestuursrecht, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. dr. A.R. Hartmann en Mr. dr. O.J.D.M.L. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Meer dan vijf jaar geleden verscheen het kritische advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de rechtsbescherming bij bestuurlijke boetes. In deze bijdrage wordt allereerst in grote lijnen de ontwikkeling van boetebevoegdheden en wetgeving geschetst. Vervolgens wordt het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State besproken Ten slotte wordt een aantal wetswijzigingen besproken die naar het oordeel van de auteurs noodzakelijk zijn. |
Artikel |
De klassieke vermogensdelicten: nieuwe wijn in oude zakken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | diefstal, eigenmachtig, oplichting, wederrechtelijk, wegnemen |
Auteurs | Em. prof. mr. D.H. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wettelijke omschrijvingen van de klassieke vermogensdelicten – diefstal, verduistering, oplichting, afpersing – zijn niet of nauwelijks gewijzigd. De reden is dat de rechter sinds het Elektriciteitsarrest continu bereid is geweest om aan centrale wetsbegrippen als ‘enig goed’, ‘wegnemen’ en ‘wederrechtelijke toe-eigening’ een eigentijdse invulling te geven. Dit heeft geleid tot onderlinge overlappingen. Bij de diefstalbepaling heeft dit geresulteerd in het uit zicht raken van de grenzen van haar bereik en tot een spanningsveld bij de overlapping met de oplichtingsbepaling, die in de jurisprudentie juist met terughoudendheid wordt gehanteerd. Dit roept de vraag op of de wettelijke regeling moet worden herzien. |
Artikel |
Streven naar coherentie in de publieke sanctionering van financieel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | sociaaleconomisch strafrecht, financieel strafrecht, coherentie sanctiestelsels, WED, Wft |
Auteurs | Em. prof. mr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verhouding tussen de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhavingsstelsels worden benaderd vanuit het oogpunt van coherentie. In de strafrechtelijke sanctionering is de WED het centrale uitgangpunt. De auteur acht uiteindelijk deze wet nog steeds toekomstbestendig. Andere benaderingen verliezen aan coherentie. De auteur doet enkele voorstellen voor verbetering en aanpassing van artikel 1 en 59 WED. De bestuursrechtelijke benadering start bij de Wft als centrale wet, maar de sanctionering is minder gestructureerd als in het strafrecht. De auteur ziet verschillende sanctiefiguren opkomen in het strafrecht en in het bestuursrecht (art. 74 Sr, 257a e.v. Sv), die een samenvloeien van bestuur- en strafsancties mogelijk maken. De procedures zullen voorlopig gescheiden blijven. De auteur geeft afsluitend enkele vuistregels voor humaan sanctioneren. |
Artikel |
Van marxisme naar economisch strafrechtOver een persoonlijke, autobiografische band met een bijzonder rechtsgebied |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Economisch strafrecht, Karl Marx, scientific occupation with e. cr. law, professional occupation with e. cr. law, sanctions in e. cr. Law. |
Auteurs | Em. prof. mr. Th.A. de Roos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur presenteert autobiografische bronnen van zijn speciale aandacht voor, en professionele toewijding aan het terrein van economisch strafrecht. Hij werd op dat spoor gezet door de werken van Karl Marx, maar uiteindelijk ontdekte hij dat Marx maar weinig te bieden had als het om het recht gaat. Niettemin bleef zijn fascinatie voor de relatie tussen economie en (straf)recht. De auteur behandelt enkele – tegenwoordig belangrijke en intrigerende – voorbeelden die die fascinatie kunnen rechtvaardigen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | toegang tot dodelijke middelen, medisch geclassificeerde ziekte, pil van Drion, existentieel lijden |
Auteurs | Prof. dr. G.A. den Hartogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit het Perspectief-rapport (januari 2020) blijkt dat het besluit om het eigen leven te beëindigen zonder dat er sprake is van een medische grondslag niet samenhangt met de leeftijd van de betrokkene. Aan een wettelijke regeling die de zelfgekozen dood mogelijk maakt voor mensen met een ‘voltooid leven’, zoals voorgesteld door D66, bestaat daarom geen behoefte. De eis van een medische grondslag is echter onnodig restrictief en verdient dan ook heroverweging. Dat hoeft er niet toe te leiden niet-artsen bij de uitvoering van een besluit tot levensbeëindiging te betrekken. |
Peer-reviewed artikel |
Regelnaleving in de Nederlandse veehouderijMisstanden, verklaringen en implicaties voor toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | compliance, veehouderij, neutralisaties, normen, responsive regulation |
Auteurs | Fiore Geelhoed, Sophie Benerink en Martine Ceton |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse veehouderij staat volop in de aandacht door kwesties als mestfraude, dierenwelzijnskwesties en stikstofnormen. Dit roept vragen op omtrent regelnaleving onder Nederlandse veehouders, zoals welke regels zij al dan niet naleven en welke verklaringen hiervoor te geven zijn. Om deze vraag te beantwoorden is gebruikgemaakt van de data die zijn verzameld in het kader van drie casestudies naar regelnaleving onder varkenshouders, pluimveehouders en de betrokkenheid daarbij van dierenartsen. Deze studies laten zien dat de betrokken veehouders over het geheel genomen allemaal wel eens regels overtreden. Neutralisaties, strain en persoonlijke en sociale normen spelen daarbij een rol. De inzichten die deze studies opleveren, bieden diverse aanknopingspunten voor het versterken van toezicht. |
Artikel |
Entrepreneurial Mass Litigation – Balancing the Building BlocksBespreking van het proefschrift van mr. I. Tillema |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | collectieve actie, procesfinanciering, massaschade, proceseconomie, geschilbeslechting |
Auteurs | Prof. mr. drs. T.M.C. Arons |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit proefschrift staat ‘Entrepreneurial mass litigation’ centraal. Dit is door Tillema gedefinieerd als ‘de (gedeeltelijke) financiering van de kosten van collectieve geschilbeslechting door een private partij, die hiervoor in ruil een deel van de opbrengst van de procedure ontvangt of een verhoogd vergoedingspercentage, beide alleen verschuldigd in geval van succes.’ |
Artikel |
EU Investor Protection Regulation and Liability for Investment LossesBespreking van de handelseditie van het proefschrift van mr. M.W. Wallinga |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | MiFID, MiFID II, doorwerking, zorgplicht, toezichtrecht |
Auteurs | Mr. F.R.H. van der Leeuw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een studie naar de doorwerking van publiekrechtelijke toezichtregelgeving in het nationale privaatrecht. Vanuit het perspectief van bescherming van particuliere beleggers vergelijkt Wallinga de implementatie van MiFID en MiFID II onder Nederlands, Duits en Engels recht en onderzoekt hij de mogelijkheid van civielrechtelijke afdwingbaarheid van toezichtregels. |
Artikel |
De kredietwaardigheidstoets bij kredietverlening aan consumentenBespreking van het proefschrift van mr. J.M. Meindertsma |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | kredietverstrekker, overkreditering, Wet op het financieel toezicht, verantwoorde kredietverstrekking, verificatieplicht |
Auteurs | Mr. J.M. van Poelgeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift dat wordt besproken ziet op de kredietwaardigheidstoets. De toets die moet worden uitgevoerd voorafgaand aan het verstrekken van een krediet is een belangrijk onderdeel van kredietverstrekking. Het proefschrift behandelt het Europese en nationale kader van de kredietwaardigheidstoets en gaat in op de vraag of er ruimte is voor verbetering. |
Artikel |
De uitleg van Anglo-Amerikaanse boilerplate-bedingen in Nederlandse contractenBespreking van het proefschrift van mr. drs. J.W.A. Dousi |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | standaardbeding, uitleg van overeenkomsten, Anglo-Amerikaans contractenrecht, entire agreement-beding, Lundiform/Mexx |
Auteurs | Mr. L.G.L. Ohnesorge |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn proefschrift onderzoekt Dousi aan de hand van een zestal Anglo-Amerikaanse boilerplate-bedingen hoe de uitleg van zulke bedingen in Nederlandse contracten kan worden vormgegeven. Met name onderzoekt hij de rol van de Anglo-Amerikaanse standaardbetekenis en de functie van het beding bij uitleg in Nederlandse contracten. |
Artikel |
Europese productnormen en privaatrechtelijke normstellingBespreking van het proefschrift van mr. G.M. Veldt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | contractuele verhoudingen, productveiligheid, productaansprakelijkheid, redelijkheid en billijkheid, ongeschreven recht |
Auteurs | Mr. dr. P.W.J. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Productnormen vormen een belangrijke wijze waarop de handel in goederen in de Europese Unie gereguleerd wordt. Deze bijdrage bespreekt het recente proefschrift van Gitta Veldt, waarin zij de betekenis analyseert van Europese productnormen voor contractuele en buitencontractuele verhoudingen tussen gebruikers van het eindproduct en de aanbieders daarvan. |
Artikel |
EU Private International Law on the Law Applicable to Cross-border Contracts involving Weaker Contracting PartiesBespreking van het proefschrift van M. Campo Comba LLM |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, arbeidsovereenkomsten, toepasselijk recht, partijautonomie, Rome I |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Campo Comba bespreekt in haar proefschrift de interactie tussen het EU-conflictenrecht en het materiële unitaire recht betreffende de bescherming van zwakkere contractspartijen. De recensent prijst de wijze waarop de auteur de pijnpunten inzichtelijk maakt, maar is van mening dat de aangedragen oplossingen nog een stap verder hadden mogen gaan. |
Artikel |
EU Bank Resolution Framework. A Comparative Study on the Relation with National Private LawBespreking van het proefschrift van mr. L.G.A. Janssen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | resolutiekader, privaatrecht, coherentie, harmonisatie, crediteuren |
Auteurs | Mr. dr. M.L. Louisse-Read |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regulering van privaatrechtelijke onderwerpen is grotendeels in handen van de nationale wetgevers van de Europese lidstaten. Als gevolg daarvan moet het Europese resolutiekader worden geïnterpreteerd en toegepast op een wijze die consistent is met het nationale privaatrecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | erfpacht, toestemming, canon, redelijkheid en billijkheid, erfpachtvoorwaarden |
Auteurs | Mr. J.M. Milo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze dissertatie analyseert het recht van erfpacht, in de individuele rechtsverhouding tussen de gerechtigden, eigenaar en erfpachter. Verbintenisrechtelijke normen – ook Europees-consumentenrechtelijke – vervullen een belangrijke functie in de beslechting van geschillen over toestemming, canon en beëindiging, en in de rechtsontwikkeling van erfpacht, zo blijkt uit een mooi en lezenswaardig onderzoek, empirisch-historisch van aard, aan twee eeuwen erfpacht, in doctrine en, met name rechtspraak. |
Artikel |
De bedreigde getuige en artikel 226a Sv: knelpunten uit de praktijk |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | getuige, bedreigde getuige, anonieme getuige, artikel 226a Sv |
Auteurs | Mr. R. (Robin) Cozijnsen en Mr. dr. W.N. (Ward) Ferdinandusse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de wettelijke regeling omtrent de bedreigde getuige nader bezien. Na een korte omschrijving van de totstandkoming en de inhoud van de wettelijke regeling (art. 226a-226f Sv), wordt uitgebreid ingegaan op verschillende vragen en knelpunten die in de praktijk naar voren komen. Achtereenvolgens worden de volgende onderwerpen besproken: de wettelijke plicht om verdachte vooraf op de vordering te horen, de bedreigde getuige in een zaak van een NN-verdachte en in zaken met meerdere verdachten, de praktische (on)uitvoerbaarheid van het waarborgen van anonimiteit en ten slotte het toetsingskader dat wordt gehanteerd bij een appel tegen een statusverlening. |
Artikel |
Rapport Legitieme: de professional en de crux van het erfrecht |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 7 2021 |
Trefwoorden | Testament |
Auteurs | Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols en Mr. L.A.G.M. van der Geld |
Artikel |
|
Tijdschrift | Family & Law, januari 2021 |
Trefwoorden | Private intercountry adoptions, surrogacy, ECHR, UNCRC, the best interests of the child |
Auteurs | dr. E.C. Loibl |
SamenvattingAuteursinformatie |
Within the past half century, a market in adoptable children has emerged. The imbalance between the demand for and the supply of adoptable children, combined with the large sums of Western money, incite greedy actors in poor countries to illegally obtain children for adoption. This renders intercountry adoption conducive to abuses. Private adoptions are particularly prone to abusive and commercial practices. Yet, although they violate both international and national law, German and Dutch family courts commonly recognize them. They argue that removing the child from the illegal adopters would not be compatible with the rights and best interests of the individual child concerned. In 2017, the ECtHR rendered a ground-breaking judgement in Campanelli and Paradiso v. Italy. In this case, the Court dealt with the question as to whether removing a child from the care of an Italian couple that entered into a surrogacy agreement with a Russian clinic, given that surrogacy is illegal in Italy, violated Article 8 ECHR. Contrary to previous case law, in which the ECtHR placed a strong emphasis on the best interests of the individual child concerned, the Court attached more weight to the need to prevent disorder and crime by putting an end to the illegal situation created by the Italian couple and by discouraging others from bypassing national laws. The article argues that considering the shifting focus of the ECtHR on the prevention of unlawful conduct and, thus, on the best interests of children in general, the German and Dutch courts’ failure to properly balance the different interests at stake in a private international adoption by mainly focusing on the individual rights and interests of the children is difficult to maintain. --- In de afgelopen halve eeuw is er een markt voor adoptiekinderen ontstaan. De disbalans tussen de vraag naar en het aanbod van adoptiekinderen, in combinatie met grote sommen westers geld, zet hebzuchtige actoren in arme landen ertoe aan illegaal kinderen te verkrijgen voor adoptie. Dit maakt interlandelijke adoptie bevorderlijk voor misbruik. Particuliere adoptie is bijzonder vatbaar voor misbruik en commerciële praktijken. Ondanks het feit dat deze privé-adopties in strijd zijn met zowel internationaal als nationaal recht, worden ze door Duitse en Nederlandse familierechtbanken doorgaans wel erkend. Daartoe wordt aangevoerd dat het verwijderen van het kind van de illegale adoptanten niet verenigbaar is met de rechten en belangen van het individuele kind in kwestie. In 2017 heeft het EHRM een baanbrekende uitspraak gedaan in de zaak Campanelli en Paradiso t. Italië. In deze zaak behandelde het Hof de vraag of het verwijderen van een kind uit de zorg van een Italiaans echtpaar dat een draagmoederschapsovereenkomst met een Russische kliniek is aangegaan, in strijd is met artikel 8 EVRM, daarbij in ogenschouw genomen dat draagmoederschap in Italië illegaal is. In tegenstelling tot eerdere jurisprudentie, waarin het EHRM sterk de nadruk legde op de belangen van het individuele kind, hechtte het Hof meer gewicht aan de noodzaak om de openbare orde te bewaken en criminaliteit te voorkomen door een einde te maken aan de illegale situatie die door het Italiaanse echtpaar was gecreëerd door onder andere het omzeilen van nationale wetten. Het artikel stelt dat, gezien de verschuiving in de focus van het EHRM op het voorkomen van onwettig gedrag en dus op het belang van kinderen in het algemeen, de Duitse en Nederlandse rechtbanken, door met name te focussen op de individuele rechten en belangen van de kinderen, er niet in slagen om de verschillende belangen die op het spel staan bij een particuliere internationale adoptie goed af te wegen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | wensouders, draagmoederschap, kinderrechten, ouderschap, afstamming |
Auteurs | Mr. N. van der Storm en Mr. M.Q.M. Mosk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op dit moment is er in Nederland geen wet- en regelgeving over draagmoederschap. Op 12 juli 2019 heeft het kabinet laten weten voornemens te zijn met een regeling te komen over draagmoederschap en inmiddels is op 24 april 2020 het Concept Wetsvoorstel Kind draagmoederschap en afstamming (Concept Wetsvoorstel Kind) openbaar gemaakt ten behoeve van een online consultatie. In dit artikel beschrijven de twee auteurs tegen welke uitdagingen zij aanlopen in hun hoedanigheid als familierechtadvocaat in draagmoederschapszaken en op welke wijze het wetsvoorstel een verbetering zal betekenen voor de rechtspraktijk. |
Artikel |
De Participatiewet en de erfrechtelijke periodieke uitkering |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Testament |
Auteurs | mr. F.M.H. Hoens |