De Staten-Generaal dragen via het controleren van de regering en door (mede)wetgeving bij aan het borgen van publieke belangen. Literatuur en praktijk laten echter zien dat publieke belangen onder voorwaarden ook effectief kunnen worden geborgd door zelfregulering. Dit artikel geeft een beschouwing op de gevolgen van zelfregulering voor het democratische gehalte van beleid, op vraagstukken rondom representativiteit bij zelfreguleringsinitiatieven en op kansen en risico’s betreffende de effectiviteit van borging van publieke belangen. Deze drie aspecten worden belicht vanuit de ervaringen met vier vormen van zelfregulering binnen de Sociaal-Economische Raad (SER). |
Artikel |
200 jaar Staten-Generaal en zelfregulering: betrokkenheid op afstand |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | zelfregulering, SER |
Auteurs | Drs. M.I. Hamer, Dr. M. Drahos en Drs. I. Thomassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Horizontaal toezicht is geen toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Belastingdienst, horizontaal toezicht, vaststellingsovereenkomsten |
Auteurs | Mr. dr. Ton Tekstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
De relatie tussen de fiscus en de belastingplichtige burgers en ondernemers kent sinds jaar en dag een verticaal ( top-down) karakter. De fiscus is daarbij verantwoordelijk voor de controle van belastingaangiften, de heffing van belastingen en de invordering daarvan. Dit behoort tot de kerntaken van de belastingdienst. Sinds 2005 houdt de fiscus zich ook bezig met het zogenoemde horizontale toezicht. Dit project is begonnen als model bij de zeer grote ondernemingen (veelal multinationals) en langzaam maar zeker is ook het midden- en kleinbedrijf onderwerp geworden van horizontaal toezicht. De fiscus presenteert het horizontaal toezicht als een succesvolle operatie en het lijkt zelfs een ‘exportproduct’ te worden. Toch bestaat er de nodige weerstand tegen deze figuur, onder meer uit de hoek van het midden- en kleinbedrijf, overigens ook vanuit de belastingdienst zelf. In dit artikel wordt beschreven hoe deze variant werkt en wordt onderzocht hoe de figuur zich verhoudt tot de basistaak van de fiscus, zijnde de controle, heffing en invordering van belastingen. |
Artikel |
De Richtlijn betreffende schadevergoedingsacties wegens inbreuken op de mededingingsregels |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2014 |
Trefwoorden | wetgeving, Richtlijn, civiele handhaving, mededingingsrecht |
Auteurs | Mr. Edmon Oude Elferink en Mr. Bram Braat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 17 april 2014 heeft het Europees Parlement de Richtlijn betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie aangenomen (Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 april 2014 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie, A7-0089/2014). Deze richtlijn brengt met zich dat de lidstaten dienen te waarborgen dat het verhaal van schade in verband met schending van het kartelverbod en het verbod van misbruik van economische machtspositie wordt gefaciliteerd. In dit artikel wordt enerzijds een toelichting gegeven op de totstandkoming van de richtlijn en anderzijds besproken welke wetswijzigingen, if any, de Nederlandse wetgever dient door te voeren teneinde aan de verplichtingen uit hoofde van de richtlijn te voldoen. |
Artikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid voor het boedeltekort in de Faillissementswet |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 0708 2014 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, faillissement, uniformering Boek 2 BW, wetsvoorstel bestuur en toezicht, voorontwerp Insolventiewet |
Auteurs | Mr. L.L. van Gulik |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de noodzakelijkheid en wenselijkheid, alsmede de inhoudelijke gevolgen van de voorgestelde verplaatsing van een uniforme aansprakelijkheidsregeling voor bestuurders voor het boedeltekort in faillissement naar de Faillissementswet. |
Artikel |
Ex-antestudies op de kaartOnderzoek naar beleidsvoornemens (2005-2011): aard, aantallen en wat ex-postevaluaties erover zeggen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | ex-ante-evaluatie, beleidsvoorbereiding, metastudie, ex-postevaluatie, feedback-onderzoek |
Auteurs | Dr. C.M. Klein Haarhuis en Dr. M. Smit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In hoeverre is de toegenomen aandacht voor ex-ante-evaluatie, zowel in beleidskringen als in publicaties, terug te zien in de evaluatiepraktijk? Op basis van de uitkomsten van een recente door het WODC verrichte metastudie gaan we in deze bijdrage in op aard en omvang van 306 in de periode 2005-2011 voor de rijksoverheid verrichte ex-anteanalyses. Daarbij besteden we ook aandacht aan hun voorspellingskracht. We onderscheiden acht typen ex-anteanalyses. Combinaties van studietypen, kosten-batenanalyses en verkennende ( quickscan) studies komen het meest voor. Van de bestudeerde analyses was 15% gevolgd door een latere evaluatie (ex durante of ex post). Redenen waarom latere evaluaties ontbreken, zijn dat het ex ante onderzochte beleid inmiddels van de baan is, of nog in de ontwerpfase verkeert. In sommige gevallen was het waarschijnlijk nog te vroeg voor evaluatie. Lang niet alle latere evaluaties sluiten aan op het ex-anteonderzoek. Wanneer dat wel het geval is, worden voorspellingen soms wel, soms deels en soms niet bevestigd. Aan het belang van zowel ex-ante- als ex-postonderzoek doen deze observaties niet af; bevindingen uit ex-postevaluaties over wat in het verleden of elders gewerkt heeft, zijn een onmisbare bron van kennis voor toekomstig ex-anteonderzoek en daarmee voor beleid en wetgeving. |