Controleplichtig maar geen accountant kunnen vinden. Het overkomt verschillende beursvennootschappen. Minister Hoekstra is daarom voornemens om een verplichte toewijzing van een accountant aan controleplichtige entiteiten wettelijk te verankeren. In deze bijdrage staan de achtergrond en enkele aandachtspunten bij het voornemen van verplichte aanwijzing van de accountant centraal. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | ontbreken accountant, wetswijziging, wettelijke controle |
Auteurs | Mr. dr. E.V.A. Eijkelenboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | vereffenaar, toezicht |
Auteurs | Mr. J.Th.M. Diks en Mr. dr. N. Lavrijssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken artikel 4:210 lid 1 BW bezien vanuit de nieuwe Richtlijnen Vereffening nalatenschappen en Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter. Dit artikel regelt de aanwijzingsbevoegdheid van de kantonrechter ten opzichte van de vereffenaar. In deze bijdrage wordt ingegaan op de ambtshalve aanwijzing en de aanwijzing op verzoek van een belanghebbende (bijvoorbeeld de vereffenaar), en in welke vorm zo’n aanwijzing kan worden gegeven. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan het standpunt van de expertgroep dat verzoeken tot aanwijzingen niet (meer) mogelijk zijn. |
Strafrecht |
De uitleg van het begrip rechterlijke autoriteit bij de uitvaardiging van een Europees arrestatiebevel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | rechterlijke autoriteit, Europees arrestatiebevel, onafhankelijkheid officier van justitie, overlevering, rechter-commissaris |
Auteurs | Mr. dr. J.W. van der Hulst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 mei 2019 heeft het Hof van Justitie bij prejudiciële beslissing in drie zaken een uitspraak gedaan over de uitleg van het begrip ‘rechterlijke autoriteit’ in verband met het uitvaardigen van een Europees arrestatiebevel. Met een rechterlijke autoriteit wordt volgens het Hof van Justitie niet bedoeld het openbaar ministerie van een lidstaat dat niet onafhankelijk is van de uitvoerende macht, met name de minister van Justitie. Dit betekent dat in Nederland de Overleveringswet moet worden gewijzigd in de zin dat het uitvaardigen van een EAB voortaan is voorbehouden aan een rechterlijke autoriteit. Ook de Rechtbank Amsterdam moet zich beraden op de behandeling van lopende verzoeken tot overlevering afkomstig van niet-rechterlijke autoriteiten van andere lidstaten. |
Artikel |
Het wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | vitale vennootschappen, investeringstoets, nationale veiligheid, telecom |
Auteurs | Mr. E. Breukink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over het onlangs verschenen wetsvoorstel Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie. De auteur vergelijkt het wetsvoorstel met de consultatieversie. Hij betrekt daarbij het kritische advies van de Raad van State. |
Artikel |
Personen- en Familierecht en Erfrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Imke Gerrits, Christiane Verfuurden en Liesbeth Willemsen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders en intern toezichthouders in het onderwijsUitspraak ROC Leiden noopt tot doordenking van behoefte aan verpersoonlijking |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2018 |
Trefwoorden | verpersoonlijking, bestuurdersaansprakelijkheid, toezicht, onderwijs, aanwijzingsbevoegdheid |
Auteurs | Mr. dr. M.F. Nolen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De uitspraak over de aansprakelijkheid van bestuurders en intern toezichthouders bij Stichting ROC Leiden noopt tot doordenking van het externe toezicht in het onderwijs, de betekenis van dat externe toezicht op het functioneren van bestuurders en intern toezichthouders, de omgang met het instrument van bestuurdersaansprakelijkheid en meer maatschappelijke nuance. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2018 |
Trefwoorden | agenderingsrecht (art. 2:114a BW), bevoegdheidsverdeling bestuur/algemene vergadering, beleid, strategie en vennootschappelijk belang, inrichtingsvrijheid, ontslag |
Auteurs | Prof. mr. B.F. Assink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kanttekeningen bij Boskalis/Fugro omvatten de reikwijdte van artikel 2:114a BW (art. 2:224a BW), de doorwerking van Europees recht in dat verband, verdeling van bevoegdheden tussen bestuur en algemene vergadering ook aangaande beleid en strategie, en de relevantie van artikel 2:129 BW en artikel 2:107 BW ter zake. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | belangenverstrengeling, bestuur en toezicht, executive committee, governance, Governance Code Zorg 2017 |
Auteurs | Prof. mr. L.G.H.J. Houwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De integrale bekostiging van ziekenhuizen heeft geresulteerd in de vorming van grootschalige Medisch Specialistische Bedrijven (MSB’s). Voor de verhoudingen binnen de medische staf biedt dit nieuwe samenwerkingsmodel kansrijke perspectieven. In de relatie met het ziekenhuisbestuur manifesteren zich daarentegen hardnekkige governancedilemma’s, namelijk: (i) een meerledige overlegstructuur met de medische staf; (ii) een meervoudige besturing van het ziekenhuis; en (iii) een kwetsbare positionering van de raad van toezicht. Voor een meer evenwichtige en toekomstbestendige governancestructuur wordt, tegen de achtergrond van de actuele ontwikkelingen in de curatieve sector, een verdergaande integratie van medisch specialisten in een gemeenschappelijke ziekenhuisorganisatie bepleit. Naast vormen van werknemersparticipatie of hybride participatiemodellen komt daarvoor met name een coöperatieve ondernemingsvorm in aanmerking die zich dan verder kan doorontwikkelen tot een regionale medische netwerkorganisatie. |
Peer-reviewed artikel |
Nieuwe bevoegdheden van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichtingAdequate rechtsbescherming voor zorgaanbieders gewaarborgd? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o., toezicht, actieve openbaarmaking van inspectiegegevens, aanwijzingsbevoegdheid, rechtsbescherming |
Auteurs | Ton Duijkersloot, Alina Koelewijn en Karen Top |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de nieuwe aanwijzingsbevoegdheid van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o. ten aanzien van de organisatiestructuur van zorgaanbieders op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg en op de wettelijke grondslag die is gecreëerd in de Gezondheidswet voor het actief openbaar maken van bepaalde toezichtgegevens door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o. Is bij deze nieuwe bevoegdheden de rechtsbescherming van zorgaanbieders door de bestuursrechter op adequate wijze gewaarborgd? Zijn in het bijzonder de waarborgen van de artikelen 6 en 8 EVRM gerespecteerd? Naar het oordeel van de auteurs kan dit worden betwijfeld en ligt hier een taak voor de wetgever. |
Consumenten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Massaschade, Groepsvordering, Toezichthouder, Consumentenvereniging, New Consumer Deal |
Auteurs | Mr. dr. B. van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese Commissie heeft als onderdeel van een New Consumer Deal (hierna: de Deal) een richtlijnvoorstel gepubliceerd waar de invoering van een groepsvordering in de Europese Unie wordt voorgesteld om te kunnen garanderen dat de Europese consument ten volle van zijn rechten als EU-burger kan genieten. De Commissie kiest voor het toebedelen van de groepsvordering aan een met specifieke voorwaarden omklede entiteit. In de praktijk zal dit neerkomen op het toekennen van een groepsvordering aan een consumentenvereniging, een voor een specifieke vorm van massaschadeafwikkeling opgerichte en door de overheid ondersteunde stichting en/of een toezichthouder. In hoeverre is deze keuze van de Commissie een gamechanger in het speelveld van massaschadeafwikkeling en zal de invoering van een groepsvordering bijdragen aan het door de commissie beoogde doel van het waarborgen van de rechten van de EU-burger? |
Artikel |
De aanwijzing aan de vereffenaar op grond van artikel 4:210 lid 1 BW |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | aanwijzing, instructie, kantonrechter, artikel 4:210 BW, vereffenaar/vereffening |
Auteurs | Mr. S.R. Baetens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 4:210 BW kan de kantonrechter of benoemde rechter-commissaris aan de vereffenaar aanwijzingen geven, die deze dient op te volgen. In de praktijk wordt nog tamelijk weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid de kantonrechter om een aanwijzing of instructie voor de vereffenaar te verzoeken. In dit artikel gaat de auteur in op de mogelijkheden van artikel 4:210 BW voor de kantonrechter, de vereffenaar en de belanghebbenden. Daarbij wordt aandacht besteed aan de ambtshalve aanwijzing, de vraag wie in welke situaties om een aanwijzing aan de vereffenaar kan verzoeken, en wat de status van die aanwijzing is. Voorts wordt ingegaan op de procedurele aspecten van het verzoek om een aanwijzing. |
Artikel |
Geen wetsvoorstel Goed bestuur in de zorg: terecht of niet? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Voorontwerp Wet bestuur en toezicht rechtspersonen, Zorgbrede Governancecode, UMC, academische ziekenhuizen |
Auteurs | Mr. dr. A.G.H. Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of het terecht is dat VWS in het licht van het Voorontwerp Wet bestuur en toezicht rechtspersonen afziet van een separaat wetsvoorstel Goed bestuur in de zorg over bestuur en intern toezicht. Naar de mening van de auteur is dat het geval, maar dat betekent in haar ogen niet dat er geen specifieke regels voor de zorgsector meer nodig zijn. Haar aanbeveling is om voor stichtingen onder andere de bevoegdheid tot benoeming en ontslag van bestuurders en van leden van het intern toezicht in zorgspecifieke wetgeving vast te leggen, evenals het aantal vereiste leden van het intern toezicht. Daarnaast gaat de auteur in op de vraag wat de gevolgen van het Voorontwerp zijn voor bijzondere academische ziekenhuizen. |
Artikel |
Naschrift bij de reactie van Henk de Vries |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1-2 2016 |
Trefwoorden | kantorenaanpak, leegstand, instructieregels, Omgevingswet |
Auteurs | Dr. mr. F.A.G. (Frank) Groothuijse en Dr. mr. D. (Daan) Korsse |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het toezicht, de meldingsplicht en de rechtsbescherming van de zorgverlener |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | Wkkgz, disfunctioneren zorgverleners, calamiteiten, meldingsplicht, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. dr. Ph.S. Kahn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de bepalingen inzake toezicht en handhaving in de Wkkgz. Deels zijn deze bepalingen afkomstig uit bestaande wetgeving, deels zijn ze nieuw. Het gaat dan om de verplichting van de zorgaanbieder om een register bij te houden van (intern gemelde) incidenten, de verplichte melding aan de Inspectie over disfunctionerende zorgverleners en de openheid naar de patiënt dan wel diens nabestaanden over calamiteiten. |
Artikel |
Ontwikkelingen in de governance van onderwijsinstellingen en de rol van medezeggenschap daarbij |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Medezeggenschap, Kwaliteit van onderwijs, Goed bestuur |
Auteurs | mr. J.A.P. Veringa en mr. L. Schouten BA |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt teruggekeken op de ontwikkelingen in de afgelopen tien jaar van sturing in het onderwijs en de rol van de medezeggenschap hierbij. De vraag wat de visie op de rol van maatschappelijk belanghebbenden is en in welke mate de overheid met succes belanghebbenden (zowel de medezeggenschap als andere stakeholders) stimuleert om de kwaliteit van het onderwijs en van het bestuur te verbeteren staat in deze bijdrage centraal. In alle onderwijssectoren is in juridische zin de positie van de medezeggenschap versterkt, maar de medezeggenschap heeft volgens de auteurs beperkte invloed gehad in situaties waar problemen aan het ontstaan waren. Hier valt winst te behalen. Hiermee kan ook de legitimatie van de semipublieke instellingen in het onderwijs worden versterkt. Wij zijn van oordeel dat de rol van de medezeggenschap een meer integraal onderdeel van de visie op goed bestuur in het onderwijs zou moeten zijn. |
Artikel |
De Bröring-test |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Forumbank, Aurora, bronvermelding, databanken, auteursinformatie |
Auteurs | Mr. F.G.K. Overkleeft |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur vraagt zich af hoe het kan dat een in 1959 geboren hoogleraar bestuursrecht in ondernemingsrechtelijke publicaties van anderen nog wel eens wordt aangeduid als de auteur van NJ-annotaties bij klassieke arresten van de Hoge Raad uit 1955 en 1960. Een digitale persoonsverwisseling lijkt hiervan de oorzaak te zijn. De auteur stipt enkele vragen aan die deze gang van zaken oproept. |
Artikel |
De programmatische aanpak in de PAS en het NSL en de controle op de uitvoering |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Jelle van de Poel |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het fenomeen aanwijzing in de zin van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | aanwijzing, financieel, Cft, toezicht, Rijkswet |
Auteurs | Mr. Marloes H. Kempes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 oktober 2010 is het land Nederlandse Antillen ontmanteld en zijn de nieuwe staatkundige verhoudingen in werking getreden. In het kader van deze staatkundige wijzigingen heeft Nederland zich bereid verklaard schulden van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden te saneren, om op die wijze de nieuwe entiteiten bij te staan bij het creëren van een financieel gezonde uitgangspositie. Ter voorkoming van financiële problemen is overeengekomen dat er toezicht zal worden uitgeoefend door een onafhankelijk orgaan, het College financieel toezicht. Sinds 10 oktober 2010 zijn er twee colleges van kracht. Het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba op grond van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten op grond van de (consensus-)Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten. De beide colleges worden ondersteund door een gemeenschappelijk secretariaat, kantoorhoudende op Curaçao en op Sint Maarten. |