In deze bijdrage wordt verslag gedaan van een onderzoek dat in opdracht van het Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) is verricht naar de baten, effectiviteit en methode van het bevorderen door verzekeraars van het aanbieden van excuses aan verkeersslachtoffers. Ingegaan wordt op de niet-financiële impact van schadetoebrenging en wat er voor mogelijkheden zijn om daaraan tegemoet te komen. Daarbij is niet alleen gekeken naar excuses door de veroorzaker van het verkeersongeval, maar ook naar wat verzekeraars zelf kunnen doen aan de omstandigheid dat verkeersslachtoffers door het ongeval en zijn gevolgen ook ‘rood staan op hun emotionele bankrekening’. In een volgende bijdrage zal verslag worden gedaan van door verzekeringsmaatschappijen in het kader van dit onderzoek uitgevoerde pilots. |
Artikel |
De niet-financiële impact van schadetoebrenging en hoe daaraan tegemoet te komenOver excuses, actieve schadeafwikkeling en procedurele rechtvaardigheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | afwikkelingsproces, impact van schadetoebrenging, beleving van slachtoffer, emotionele bankrekening, communicatie, immateriële behoeften, excuses, procedurele rechtvaardigheid, actieve schadeafwikkeling |
Auteurs | Prof. mr. A.J. Akkermans en L. Hulst MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het Consultatievoorstel: goed, maar nog niet perfect |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, immateriële schade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade, affectieschade |
Auteurs | Mr. A.J. Van, Mr. A.H. Blok en Mr. J.L. van Schoonhoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. In deze bijdrage zullen met name de praktische kanttekeningen bij het conceptwetsvoorstel worden besproken die door de commissie Wetgeving van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade in hun advies aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan de orde zijn gesteld. |
Artikel |
Het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: een beschrijving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, affectieschade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. Deze bijdrage geeft een beschrijving van het voorstel en vormt een inleiding op de bijdragen van Van, Blok en Van Schoonhoven (commissie Wetgeving van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade) en van Kremer (directeur Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars) in dit nummer. |
Artikel |
Affectieschade en zorgschade; een (on)mogelijk duo? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, immateriële schade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade, affectieschade |
Auteurs | Mr. F.Th. Kremer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. In deze bijdrage geeft de auteur een reactie op het conceptwetsvoorstel vanuit de kant van verzekeraars. |
Artikel |
Simulatie onder slachtoffers van schokkende gebeurtenissenEen pleidooi voor onafhankelijk onderzoek naar de echtheid van psychische klachten in schadevergoedingsprocedures |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | victims, compensation, malingering, detection |
Auteurs | Maarten Kunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
High-impact incidents, such as (natural) disasters, severe (traffic) accidents, and exposure to (war) violence, may have severe psychological consequences, both for direct and indirect victims. Such consequences may qualify for financial compensation. However, some victims malinger their psychological status to get compensated for damages they have not suffered. This type of fraudulent behavior costs insurance companies and publicly funded compensation services enormous amounts of money and may eventually make compensation unaffordable. To prevent this from occurring, it is argued that lawyers who need to decide upon victims’ claims for compensation should call in independent experts to evaluate the genuineness of victims’ reported psychological symptoms by administrating a malingering detection test. To enable correct interpretation of the outcome of such a test, the base rate problem is extensively discussed. In short, this problem means that correct test interpretation in individual cases depends on the prevalence of malingering in the population to which a victim belongs. Finally, several counter arguments for the standard assessment of malingering by independent experts are discussed. |