Productnormen vormen een belangrijke wijze waarop de handel in goederen in de Europese Unie gereguleerd wordt. Deze bijdrage bespreekt het recente proefschrift van Gitta Veldt, waarin zij de betekenis analyseert van Europese productnormen voor contractuele en buitencontractuele verhoudingen tussen gebruikers van het eindproduct en de aanbieders daarvan. |
Artikel |
Europese productnormen en privaatrechtelijke normstellingBespreking van het proefschrift van mr. G.M. Veldt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | contractuele verhoudingen, productveiligheid, productaansprakelijkheid, redelijkheid en billijkheid, ongeschreven recht |
Auteurs | Mr. dr. P.W.J. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | redelijke termijn, doorlooptijden |
Auteurs | Remme Verkerk, Frans van Dijk en Dewy Pistora |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft een empirisch onderzoek naar de doorlooptijden in civiele zaken. Het gaat in op de categorie van zaken die te kampen hebben met de langste doorlooptijden: handelszaken met een belang van boven de € 1 miljoen. Van honderd van dergelijke zaken zijn de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep nader bestudeerd en is het procesverloop in kaart gebracht. Het onderzoek maakt inzichtelijk welke tijd is gemoeid met de afzonderlijke stappen in de procedure. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Migratie, Derdelanders, Arbeidsuitbuiting |
Auteurs | Mr. drs. Gerrie Lodder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Arbeidsmigratie is in de EU een belangrijk en actueel onderwerp. Enerzijds, omdat steeds meer landen in de EU te kennen geven dat ze voor het op peil houden van het arbeidspotentieel hun toevlucht moeten nemen tot het aantrekken van arbeidsmigranten van buiten de EU. Anderzijds blijkt dat er regelmatig sprake is van uitbuiting van deze arbeidsmigranten. In EU-wetgeving in het algemeen en de regulering van migratie van onderdanen van derde landen (derdelanders) naar de EU in het bijzonder wordt aandacht besteed aan de kwetsbare positie van derdelanders en een eerlijke behandeling. Het doel van migratiewetgeving is echter met name ook het beheersen van migratie, het bestrijden van illegale migratie en het stimuleren van economische ontwikkeling. Deze verschillende doelen kunnen met elkaar botsen. In dit artikel wordt onderzocht wat de invloed is van de EU-migratiewetgeving op de uitbuiting van arbeidsmigranten. |
Artikel |
De maatschappelijke onderneming en haar (nieuwe) juridische jas |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | BVm, sociale onderneming, stakeholder, transparant, kapitaalklem |
Auteurs | Mr. M.J.L.A.M. Zillikens-Loos, Mr. Q.M.J.A. Crul en Mr. T.A. Schriemer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Ministerie van EZK heeft onderzoek laten doen naar de maatschappelijke onderneming. Auteurs bespreken naar aanleiding daarvan de huidige toepassings- en herkenningsmogelijkheden van de maatschappelijke onderneming met een blik op het verwachte wetsvoorstel voor de BVm. |
Artikel |
Leiden bedingen die de vennootschap als enig opdrachtnemer aanwijzen tot uitsluiting van persoonlijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar, en kan dat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, exoneratie, kanalisering, opdrachtnemerschap |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beroepsbeoefenaars kunnen met hun opdrachtgever overeenkomen dat het kantoor waaraan zij zijn verbonden als enig opdrachtnemer heeft te gelden. De vraag is in hoeverre daarmee ook de persoonlijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar kan worden uitgesloten. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag in hoeverre het uitsluiten van persoonlijke aansprakelijkheid door beroepsbeoefenaars mogelijk is. |
Artikel |
Langverwachte (on)duidelijkheid over de (on)redelijkheid van aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het gebruik van medische hulpzaken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | state of the art, ontwikkelingsrisico, gebrekkige implantaten, aansprakelijkheid arts en ziekenhuis, CE-markering |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 19 juni 2020 deed de Hoge Raad uitspraak in twee kwesties waarin de aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het gebruik van een ongeschikte medische hulpzaak centraal stond. De auteur gaat in op de betekenis van deze uitspraken in het licht van eerdere jurisprudentie op dit terrein en geeft haar visie op de bruikbaarheid van de uitspraken in de praktijk. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | zelfrijdende auto, herstelgerichte schadeafwikkeling, procedurele rechtvaardigheid, directe verzekering, WA-direct |
Auteurs | Mr. dr. K.A.P.C. van Wees en Prof. mr. dr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nieuwe ontwikkelingen, zoals de opkomst van de zelfrijdende auto en het groeiende inzicht in het anti-therapeutische effect van de afwikkeling van letselschade, leiden tot het hernieuwd overdenken van ons compensatiesysteem voor verkeersongevallen. Het Verbond van Verzekeraars begint in 2021 met WA-direct, een eerste innovatieve stap, nog op basis van het huidige aansprakelijkheidsrecht maar met het oog op meer. In dit artikel worden deze ontwikkelingen besproken en met elkaar in verband gebracht. De mogelijkheden van een stelsel van directe schadeverzekering worden vergeleken met die van het aansprakelijkheidsrecht en WA-direct. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | jeugdstrafrecht, jeugdstrafprocesrecht, IVRK, rechtsbijstand, tenuitvoerlegging |
Auteurs | Mr. drs. M. (Marije) Jeltes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden de belangrijkste ontwikkelingen vanaf juni 2019 met betrekking tot het jeugdstraf(proces)recht uit de doeken gedaan. Zo worden de wijziging van het Wetboek van Strafvordering na implementatie van Richtlijn 2016/800/EU en de Wet USB besproken. Daarnaast zal inzicht worden gegeven in beleid over onder meer DNA-afname, verblijf in politiecellen en de reprimande. Ook een nieuw General Comment van het VN-Kinderrechtencomité en een mondiaal onderzoek naar vrijheidsbeneming komen aan de orde. Vervolgens worden wetsvoorstellen besproken, gevolgd door een korte reflectie op deze ontwikkelingen in het licht van het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind. |
Artikel |
Poging middels voorwaardelijk opzetDient er in concreto sprake te zijn geweest van een aanmerkelijke kans? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | poging, uiterlijke verschijningsvorm, aanmerkelijke kans, opzet, objectieve derde |
Auteurs | Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. dr. M.J. (Mark) Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Welke rol speelt de aanmerkelijke kans bij de vraag of er sprake is van een strafbare poging? De auteurs betogen dat voor de beantwoording van de vraag of een kans aanmerkelijk is aansluiting moet worden gezocht bij het perspectief van de objectieve derde die, direct voorafgaand aan het moment van handelen, meekijkt over de schouder van de dader en die alleen die feiten en omstandigheden kent die de dader kent. Bepalend is of deze objectieve, in de schoenen van de dader staande, derde op basis van die kennis zou oordelen dat de mogelijkheid dat het voorziene gevolg zal intreden reëel en niet onwaarschijnlijk is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Criteria voor strafbaarstelling, Ultimum remedium, Wetgevingsbeleid, Evidence-based lawmaking |
Auteurs | Mr. dr. S.S. (Sanne) Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse strafrecht is gebaseerd op de idee van ultimum remedium. Strafrecht kan grote gevolgen hebben voor de verdachten. Of en op welke wijze bepaald ongewenst gedrag moet worden strafbaar gesteld, vereist daarom een gedegen afweging tussen de voor- en nadelen van het strafrecht. Criteria voor strafbaarstelling bieden de wetgever een argumentatiekader aan de hand waarvan strafbaarstelling kan worden gelegitimeerd en gerechtvaardigd. In dit artikel worden de huidige strafbaarstellingtheorieën aangevuld met wetgevingsbeleid. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | onrechtmatige daad, zorgvuldigheidsnorm, sport en spel, onderlinge aansprakelijkheid, eigen aard van de beoefende activiteit en wederzijds risico van letselschade |
Auteurs | Dr. P.C.J. De Tavernier |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn dissertatie verkent de Duitse jurist Philipp Dördelmann de problematiek van de aansprakelijkheid voor schade die deelnemers aan sport en spel elkaar toebrengen. Met behulp van een helder referentiekader, namelijk de eigen aard van de beoefende sport- of spelactiviteit (‘Typizität’) enerzijds en de wederzijdse kans van deelnemers om bij sport en spel schade te lijden (‘Reziprozität’) anderzijds, tracht hij antwoord te geven op de vraag waarom er in geval van aansprakelijkheid voor schade van deelnemers die tijdens sport en spel met elkaar wedijveren, kan worden afgeweken van de zorgvuldigheidsnorm die in het aansprakelijkheidsrecht van toepassing zou zijn bij schadegevallen die zich buiten sport- en spelsituaties voordoen. |
Artikel |
Relativiteit, causaliteit en toerekening van schadeBespreking van het proefschrift van mr. D.A. van der Kooij |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | verbintenissenrecht, aansprakelijkheidsrecht, schadevergoedingsrecht, leer Smits, leer Demogue-Besier |
Auteurs | Mr. P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van der Kooij ontwikkelt een model om te bepalen wie recht heeft op vergoeding van welke schade. Deze bijdrage gaat met name over de prominente rol voor de relativiteitsleer in dit model, de afschaffing van de correctie-Langemeijer en de inzet van de leren Smits en Demogue-Besier ter nadere begrenzing van aansprakelijkheid. |
Artikel |
De (Belgische) Wet Medische Ongevallen en het medisch ongeval zonder aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Belgische Wet Medische Ongevallen, Fonds Medische Ongevallen, abnormale schade, medisch ongeval zonder aansprakelijkheid (MOZA), vermijdbare schade |
Auteurs | Dr. W. Buelens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 juni 2018 verdedigde de auteur succesvol zijn doctoraal proefschrift over het medisch ongeval zonder aansprakelijkheid. Dit begrip omvat een nieuw, subjectief vergoedingsrecht voor slachtoffers van medische ongevallen, los van de aansprakelijkheid van een zorgverlener, en werd ingevoerd door de wet van 31 maart 2010 betreffende de vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg. Deze bijdrage bevat enkele krachtlijnen met betrekking tot de invulling van dit begrip. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2019 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, Insolventie, Maclou-norm |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft de persoonlijke aansprakelijkheid van de faillissementscurator, de bewindvoerder in surseance en de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling. Het relevante juridische kader wordt besproken, evenals diverse scenario’s waarin persoonlijke aansprakelijkheid aan de orde kan komen. Dit geschiedt aan de hand van gepubliceerde en niet-gepubliceerde rechtspraak. Het artikel beoogt daarmee een algemeen overzicht te geven van de (on)mogelijkheden om persoonlijke aansprakelijkheid te vestigen. |
Op 29 juli 2018 trad Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018, betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen, in werking. Zoals de titel doet vermoeden stelt deze richtlijn voorschriften vast voor een gemeenschappelijk kader om voorafgaand aan de invoering van nieuwe of de wijziging van bestaande reglementering van beroepen, de evenredigheid van die bepalingen te beoordelen. De lidstaten dienen de richtlijn uiterlijk op 30 juli 2020 te hebben omgezet. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, augustus 2019 |
Auteurs | Elise Blondeel MSc en prof. dr. Wendy De Bondt |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article is part of a broader discussion about attaining a full-fledged child-friendly (criminal) justice. Attaining that goal is particularly challenging in cases of international parental abduction, due to the involvement of two branches of law. It is examined to what extent the current interaction guarantees a decision in the best interests of the child. More specifically, the implications of the adage le criminel tient le civil en état are scrutinised from a children’s rights perspective. |
Artikel |
De verhaals(on)mogelijkheden van de WAM-verzekeraar bij (joy)rijden zonder rijbewijsBijdrage naar aanleiding van Hof Arnhem-Leeuwarden 23 oktober 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:9273 en Hof Arnhem-Leeuwarden 9 april 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3129 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | joyriding, artikel 185 lid 2 WVW 1994, verhaalsrecht WAM-verzekeraar, familieverweer, artikel 7:962 lid 3 BW |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
In krap een halfjaar tijd deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in twee vergelijkbare zaken, waarin sprake was van joyriding door een jeugdig familielid van de verzekeringnemer en waarbij de betrokkene reed zonder (geldig) rijbewijs. In beide zaken trachtte de WAM-verzekeraar van het betrokken voertuig de aan derde-benadeelden gedane uitkeringen te verhalen. Een belangrijk verschil: de ene verzekeraar richtte zich tot zijn eigen verzekerde, de andere verzekeraar richtte zich tot de joyrider. Aan de hand van de beide arresten belicht deze bijdrage de verhaalsmogelijkheden van een WAM-verzekeraar in geval van joyriden zonder (geldig) rijbewijs. |
Artikel |
Kwalitatieve aansprakelijkheid: het gebruik van gebrekkige zaken en dieren door zelfstandige hulppersonen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, zelfstandige hulppersonen, bedrijfsmatig gebruik, gebrekkige zaken, dieren |
Auteurs | Mr. dr. A. Kolder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op wie rust de kwalitatieve aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken en dieren die worden gebruikt door zelfstandige hulppersonen? Hoewel ons economische verkeer zich in toenemende mate kenmerkt door flexibele (arbeids)relaties, heeft deze vraag nog niet veel aandacht genoten. Aan de hand van een bespreking van art. 6:181 BW wordt de opgeworpen vraag aan een beschouwing onderworpen. |
Artikel |
Aansprakelijkheid van de bedrijfsmatige gebruikerBespreking van het proefschrift van mr. A. Kolder |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | bedrijfsmatige gebruiker, kwalitatieve aansprakelijkheid, art. 6:181 BW, opstal, dier |
Auteurs | Mr. P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze recensie gaat in het bijzonder in op Kolders centrale stelling dat de kwalitatieve aansprakelijkheid van de bedrijfsmatig gebruiker het primaat zou moeten hebben boven die van de bezitter. Daarnaast komt het criterium voor bedrijfsmatig gebruik dat Kolder introduceert aan de orde, evenals diens voorstel voor stroomlijning van de tekst van art. 6:181 BW. |
Artikel |
Conflictmanagement als toegevoegde waarde in de zorg(organisatie): een praktijkgetuigenis |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | rechtstreekse communicatie en dialoog, beleving en verbinding, uitdaging en ontwikkeling |
Auteurs | Luc Van Bauwel |
SamenvattingAuteursinformatie |
The hospital sector is not only confronted with the challenges of technical and digital medicine (AI), but also with the expectations of increasingly more talkative patients and their relatives. Luc Van Bauwel introduces you to and testifies about the way in which the ombudsman service of an important hospital group in Antwerp evolved from mere complaint handling as an ombudsservice on the basis of principles of mediation to anchoring the ideas in the liars of management, doctors and other employees; he gives an overview of how the professional ombudsman organized his self and how the surrounding other stakeholders perceived this relatively new ‘ombudsman’ service, which was established by law; how patients have experienced this form of conflict management in the past 15 years, which has been monitored inside the care institution twice in the last 15 years; in the end, he testifies how the acquired/gained trust has grown, as a result of which he now participates on board level in an active role from the very beginning of developing and implementing changes, in the ever-present processes of change, in particular aimed at the doctors associated with the organization. |