De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. In deze bijdrage geeft de auteur een reactie op het conceptwetsvoorstel vanuit de kant van verzekeraars. |
Artikel |
Affectieschade en zorgschade; een (on)mogelijk duo? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, immateriële schade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade, affectieschade |
Auteurs | Mr. F.Th. Kremer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het geheim van de smidDe Wbp en het recht op inzage in en afschrift van stukken tijdens het medisch beoordelingstraject bij personenschades: waar staan we inmiddels? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Wbp, medisch beoordelingstraject, recht op inzage, persoonsgegevens, personenschade |
Auteurs | Mr. ir. J.P.M. Simons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al geruime tijd staat binnen de letselschadebranche ter discussie in hoeverre benadeelden met een beroep op artikel 35 Wbp inzage in en afschrift van documenten kunnen krijgen van (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij, wanneer daarin persoonsgegevens zijn verwerkt. In het bijzonder speelt daarbij de vraag of benadeelden tevens recht hebben op inzage in en afschrift van (1) interne notities die in het kader van de afwikkeling van personenschades door medewerkers van verzekeraars en andere aan de zijde van verzekeraars bij de afwikkeling betrokken personen zijn opgesteld en (2) adviezen van de medisch adviseur(s) van verzekeraars. Hoewel hierover inmiddels de nodige jurisprudentie is verschenen, bestaat er op dit gebied nog steeds onduidelijkheid en vormen deze vragen nog regelmatig voer voor discussie. |
Artikel |
Het Experiment resultaatgerelateerde beloning – verwachtingen over werking en doelbereiking |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | no cure, no pay, honorariumafspraken, resultaatgerelateerde beloning, contingency fee, Verordening op de praktijkuitoefening |
Auteurs | Prof. mr. W.H. van Boom en mr. M. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt verkend welke verwachtingen er onder advocaten, rechters en verzekeraars leven over de werking van het Experiment resultaatgerelateerde beloning en of dat experiment aan zijn doel zal beantwoorden. Het experiment staat onder voorwaarden toe dat een letselschadeadvocaat een ‘no cure, no pay’-afspraak met de benadeelde maakt. Het doel daarvan is het vergroten van de toegang tot het recht van letselschadeslachtoffers. Het is echter de vraag of er bij cliënten en advocaten een gedeelde behoefte bestaat om dergelijke afspraken te maken. Andere effecten zijn waarschijnlijker, zo voorspelt deze bijdrage. |
Artikel |
Beroepsziekten in EuropaNederland koploper? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | beroepsziekte, Europa, Europese Commissie, Nederland, schadevergoeding |
Auteurs | dr. B. Sorgdrager |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoe de aanpak van beroepsziekten in Europa is geregeld, is onderwerp van een studie geweest in opdracht van de Europese Commissie. In deze bijdrage worden de conclusies van het rapport samengevat gepresenteerd, in het bijzonder de wijze waarop de diagnose beroepsziekte in Nederland wordt vastgesteld en voor het slachtoffer gewenste ontwikkelingen ten aanzien van de schadevergoeding. |
Artikel |
Verslag jaarvergadering Vereniging voor Gezondheidsrecht 2014 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2014 |
Auteurs | Mr. C. van Balen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 25 april 2014 vond te Amsterdam de jaarvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht plaats. Tijdens deze vergadering hield prof. mr. J.A.H.M. Hubben de zesde Henk Leenen-lezing, getiteld ‘Bewaken de media de kwaliteit van de zorg?’. Het wetenschappelijke gedeelte van de jaarvergadering stond in het teken van een preadvies in twee delen: ‘Ethiek en gezondheidsrecht’ van prof. dr. G.A. den Hartogh en ‘Morele en immorele religieus gelegitimeerde praktijken in het gezondheidsrecht’ van prof. dr. P.B. Cliteur. Deze delen werden ingeleid door de verantwoordelijke preadviseur, waarna zij in een coreferaat van kritische kanttekeningen werden voorzien en vervolgens door de aanwezige deelnemers werden bediscussieerd. De vergadering werd besloten met de voordracht ‘Technologische ontwikkelingen. Uitdagingen voor het gezondheidsrecht – perspectief vanuit de ethiek’ van prof. dr. F.W.A. Brom. |
Artikel |
De afhandeling van schadeclaims door de Geschillencommissie Zorginstellingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2014 |
Auteurs | Mr. L.H.M.J. van de Laar en prof. mr. J.C.J. Dute |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens het voorstel voor de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg zullen zorgaanbieders worden verplicht zich aan te sluiten bij een geschilleninstantie. Een voorbeeld van zo’n geschilleninstantie is de Geschillencommissie Zorginstellingen (GCZ). In dit artikel wordt een overzicht en analyse gegeven van de gepubliceerde jurisprudentie van de GCZ en haar voorgangster over de periode 1996–2013. De belangrijkste bevindingen worden tegen het licht gehouden en er wordt verkend wat een en ander betekent voor de komende klachtwet. |
Artikel |
De schadeclaim van het slachtoffer van strafbare feiten; bruggenbouwer tussen twee rechtsgebieden? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Slachtoffer, voeging in het strafproces, civiele vordering, financiële afwikkeling, immateriële genoegdoening |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart en Mr. A.J.J.G. Schijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in het strafrecht als in het civiele letselschaderecht is (toenemende) aandacht voor de behoeften van slachtoffers. Bij beide categorieën slachtoffers leven zowel materiële als immateriële behoeften. Toch geven de beide disciplines op eigen wijze invulling aan deze behoeften. In deze bijdrage signaleren de auteurs overeenkomsten en verschillen in de benadering van het slachtoffer in het strafrecht en het civiele letselschaderecht en verkennen zij de mogelijkheden voor kruisbestuiving tussen de beide disciplines. Zij gaan onder andere in op de mogelijkheid om de civiele vordering van de benadeelde partij in het strafproces onder te brengen in een parallel civiel traject. |
Artikel |
Hoger beroep in een deelgeschilprocedure, de einddatum van toekomstige schade en verhoging van het smartengeld vanwege in de literatuur bestaande discussie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | smartengeld, schade, einddatum, toekomstige schade |
Auteurs | Mr. L.L. Veendrick |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie bij de uitspraken van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 januari 2014 ( ECLI:NL:GHARL:2014:181, 183 en 185) over de einddatum van toekomstige schade en verhoging van het smartengeld vanwege in de literatuur bestaande discussie. |
Artikel |
Voordeelverrekening na het Verhaeg/Jenniskens-arrest |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Verhaeg/Jenniskens, vergoeding, letselschade, sommenverzekering, Hoge Raad |
Auteurs | Mr. E.W. Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 28 november 1969 heeft de Hoge Raad als algemeen uitgangspunt bepaald dat uitkeringen uit hoofde van sommenverzekeringen niet verrekend mogen worden bij de vergoeding van letselschades. De Hoge Raad achtte het bestaan van een sommenverzekering een aangelegenheid die de laedens niet aangaat. De praktijk was echter weerbarstiger. |