Deze dissertatie analyseert het recht van erfpacht, in de individuele rechtsverhouding tussen de gerechtigden, eigenaar en erfpachter. Verbintenisrechtelijke normen – ook Europees-consumentenrechtelijke – vervullen een belangrijke functie in de beslechting van geschillen over toestemming, canon en beëindiging, en in de rechtsontwikkeling van erfpacht, zo blijkt uit een mooi en lezenswaardig onderzoek, empirisch-historisch van aard, aan twee eeuwen erfpacht, in doctrine en, met name rechtspraak. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | erfpacht, toestemming, canon, redelijkheid en billijkheid, erfpachtvoorwaarden |
Auteurs | Mr. J.M. Milo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Constructive dismissal en de Wwz |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Billijke vergoeding, Initiatief van de werknemer, Beëindiging arbeidsovereenkomst, Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten, Additionele schadevergoeding |
Auteurs | mr. Tom Arntz |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoekt de auteur de mogelijkheden voor werknemers om ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door de werkgever gecompenseerd te krijgen indien de werknemer de arbeidsovereenkomst zelf doet eindigen. De verschillende beëindigingsmodaliteiten die de werknemer ten dienste staan worden geanalyseerd. In tegenstelling tot bij een ontbindingsverzoek ex artikel 7:671c BW, is bij de opzegging door de werknemer en bij ontslagname op staande voet onduidelijk in hoeverre de werknemer gecompenseerd kan worden. De auteur stelt zich op het standpunt dat het in die gevallen mogelijk moet zijn schadevergoeding toe te kennen op grond van artikel 7:686 BW. |
Artikel |
De vordering tot vergoeding van koersgerelateerde schade geleden door aandeelhouders en optiebeleggersOver afgeleide schade van aandeelhouders en ‘dubbel afgeleide’ schade van optiebeleggers |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | Poot/ABP-doctrine, afgeleide schade, benadeelde aandeelhouder, benadeelde optiebelegger, optiemarkt |
Auteurs | Mr. H.W. Haksteeg en Mr. drs. A.C.W. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij koersschade dient onderscheid te worden gemaakt tussen schade die beleggers direct lijden als gevolg van misleidende berichtgeving en schade die zij indirect lijden als gevolg van de normschending van een derde jegens de beursvennootschap. Laatstgenoemde afgeleide of ‘dubbel afgeleide’ schade komt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor vergoeding in aanmerking. De auteurs behandelen beide vormen van afgeleide schade en de bijbehorende Poot/ABP-doctrine en bespreken de (al-dan-niet) vergoeding van directe en ‘dubbel afgeleide’ schade geleden door optiebeleggers. |
Artikel |
Sustainability sells?Over de toekomstige duurzaamheidsregelgeving voor de financiële sector en de impact op de relatie met de cliënt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | taxonomie, duurzaamheid, klimaat, financiëlemarktdeelnemer, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. S.A.M. Vermeulen en Mr. F.W.J. van der Eerden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel geven de auteurs een overzicht van de toekomstige (informatie)verplichtingen voor financiële ondernemingen in het kader van duurzaamheid, met name op basis van de Taxonomie- en Transparantieverordening. Ook gaan zij in op de mogelijke civielrechtelijke impact daarvan op de verhouding met retailbeleggers die ‘duurzame’ financiële producten afnemen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, voorrangsregels, verkeersvrijheden, uitvoerbeperking, discriminatieverbod |
Auteurs | Mr. L.M. van Bochove en Mr. T.J. de Graaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken hoe art. 6:247 lid 2 BW, dat de algemenevoorwaardenafdeling uitschakelt voor internationale overeenkomsten, zich verhoudt tot het Europese recht. Zij concluderen dat de bepaling verenigbaar is met de Rome I-Verordening, maar strijdig met het discriminatieverbod dat voortvloeit uit de verkeersvrijheden. Ook doen zij een voorstel tot wetswijziging. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | proceseconomie, processueel belang, genoegdoening, rechtsherstel, subjectief recht |
Auteurs | Dr. P. Gillaerts en Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een recent arrest van de Hoge Raad bevestigt het zelfstandige belang bij een verklaring voor recht als genoegdoening voor een rechtsschending, ook indien de daarop voortbouwende veroordelende vorderingen stranden. In dit licht duiden de auteurs de speelruimte bij de declaratoire vordering in het verbintenissenrecht. |
Artikel |
Overdracht van kredietvorderingen na Promontoria |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2020 |
Trefwoorden | cessie, vordering, rentebeleid, afhankelijk recht, zorgplicht |
Auteurs | Mr. J.L. Snijders en Mr. Y.C. Tonino |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Promontoria-arresten maken duidelijk dat bancaire vorderingen naar hun aard niet onoverdraagbaar zijn en dat, hoewel de bancaire zorgplicht niet op de verkrijgende partij overgaat, onder meer de redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat op de verkrijgende partij een eigen zorgplicht rust. Dit artikel gaat in op deze zorgplicht van de verkrijgende partij en de impact daarvan op de positie van de overdragende partij. |
Artikel |
Rechtsmaatregelen tegen misbruik van abstracte bankgaranties (II) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | bedrog, willekeur, fraude, bewijs, gevalstypen |
Auteurs | Mr. P.C. Russcher |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebeurt regelmatig dat de opdrachtgever van een bankgarantie probeert uitbetaling door de bank te beletten, maar deze pogingen zijn zelden succesvol. Naar aanleiding van een aantal recente uitspraken, waarin de opdrachtgever wél succes had, wordt in deze – in twee delen te verschijnen – bijdrage aan de hand van een systematische behandeling van rechtspraak en literatuur ingegaan op rechtsmaatregelen die de opdrachtgever kan nemen. |
Artikel |
Aansprakelijkheid van arbitersEnkele gedachten over maatstaf, vernietiging, grondslag, ipr en exoneratie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | arbiteraansprakelijkheid, internationaal privaatrecht, uitsluiting aansprakelijkheid, vernietigingsprocedure, arbitrage |
Auteurs | Prof. mr. N. Peters en Mr. J.J. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele aspecten van arbiteraansprakelijkheid besproken. Ingegaan wordt op de grondslag en maatstaf voor arbiteraansprakelijkheid, de vraag of vernietiging vereist is, de aard van de rechtsverhouding tussen arbiters en partijen, alsmede de mogelijkheid tot exoneratie. Verder wordt aandacht besteed aan enkele vragen van internationaal privaatrecht, te weten bevoegdheid en toepasselijk recht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | aanvangsmoment, art. 3:310 BW, art. 6:2 BW, rechtsverwerking, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. D.L. Barbiers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er bestaat onduidelijkheid over de ratio van het subjectieve verjaringsrecht. In de literatuur is verdedigd dat de korte verjaringstermijn in conceptuele zin een vorm van rechtsverwerking is, maar niet elke uitspraak van de Hoge Raad over het subjectieve verjaringsrecht lijkt door die gedachte te kunnen worden verklaard. Met dit artikel beoog ik een bijdrage te leveren aan het inzicht in de normatieve achtergrond van het subjectieve verjaringsrecht en ga ik in op de verhouding tussen rechtsverwerking en subjectief verjaringsrecht. |
Artikel |
De schikkende pandhouderDe deur op een kier voor goederenrechtelijke partijafspraken? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2020 |
Trefwoorden | Neo-River, pandrecht, art. 3:246 BW, schuldeisersbevoegdheid pandhouder, volmacht |
Auteurs | Mr. M.C.J. Jonckers en Mr. J.M.J.M. van Eck |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2019 bespreken de auteurs de vraag of de bevoegdheid tot het schikken van een verpande vordering contractueel aan de pandhouder toegekend kan worden en of die afspraak goederenrechtelijk effect heeft. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | ontbinding, Non disclosure agreement, Samenhangende overeenkomsten, geheimhoudingsovereenkomst, Wet bescherming bedrijfsgeheimen |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. van Wechem en Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het in handelsrelaties contractueel verankeren van geheimhouding ter zake van bedrijfsgeheimen is als gevolg van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen belangrijk(er) geworden. Partijen kunnen in de regel kiezen voor een NDA of een geheimhoudingsbeding in een meeromvattende overeenkomst. De schending van een geheimhoudingsverplichting zal in rechte veelal moeilijk zijn aan te tonen en ontbinding van de NDA wordt vaak uitgesloten. Toch onderzoeken de auteurs de juridische kwalificatie van de NDA en de gevolgen hiervan met betrekking tot de mogelijkheden tot ontbinding. Zij betogen dat een NDA veelal zal kwalificeren als een obligatoire overeenkomst, maar niet als een wederkerige overeenkomst, waardoor een NDA in geval van een tekortkoming niet kan worden ontbonden. De rechtsgevolgen van ontbinding zouden volgens de auteurs sowieso beperkt zijn geweest. In het geval vertrouwelijkheid is gewaarborgd in de vorm van een geheimhoudingsbeding in een meeromvattende overeenkomst, ligt dit anders. Gezien de verstrekkende rechtsgevolgen die een ontbinding in dat geval kan hebben, betogen auteurs dat het goed is dat de opstellers van contracten zich hier bewust van zijn. |
Artikel |
Zestien jaar OZ/Roozen: een rustig bezit? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | bewijsaanbod, getuigenbewijs, OZ/Roozen |
Auteurs | Thijs van Aerde |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in het standaardarrest OZ/Roozen van 9 juli 2004 een maatstaf geformuleerd voor het beoordelen van de vraag of een procespartij tot getuigenbewijs moet worden toegelaten. De auteur onderzoekt de rechtsontwikkeling van nadien en gaat ook in op de voorgenomen modernisering van het bewijsrecht. |
Artikel |
Rechtsmaatregelen tegen misbruik van abstracte bankgaranties (I) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2020 |
Trefwoorden | bedrog, willekeur, fraude, conservatoir beslag, verbod |
Auteurs | Mr. P.C. Russcher |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebeurt regelmatig dat de opdrachtgever van een bankgarantie probeert uitbetaling door de bank te beletten, maar deze pogingen zijn zelden succesvol. Naar aanleiding van een aantal recente uitspraken, waarin de opdrachtgever wél succes had, wordt in deze – in twee delen te verschijnen – bijdrage aan de hand van een systematische behandeling van rechtspraak en literatuur ingegaan op rechtsmaatregelen die de opdrachtgever kan nemen. |
Artikel |
De faillissementscurator en vrijheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | curator, beleidsvrijheid, aansprakelijkheid, ontwikkelingen, regels |
Auteurs | Mr. H.M.D. Bentfort van Valkenburg en Mr. J.H.M. van de Wiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs verkennen de grenzen aan de beleidsvrijheid van de faillissementscurator. Aan de hand van drie ontwikkelingen wordt onderzocht wanneer sprake is van ‘regels’, bij overtreding waarvan de curator persoonlijk aansprakelijk is. De auteurs signaleren een toename aan richtlijnen en een toename aan onduidelijkheid over hoe die op te vatten. |
Artikel |
Niet meer en niet minderOver normatieve overwegingen bij het vaststellen van causaal verband |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | condicio sine qua non, schadevergoeding, hypothetisch scenario, billijkheid, geschonden norm |
Auteurs | W.Th. Nuninga LLM MJur |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vaststelling van het csqn-verband wordt gezien als een feitelijke exercitie waar normatieve overwegingen geen rol spelen. In deze bijdrage wordt betoogd (1) dat dit onjuist is omdat normatieve overwegingen ook nu al een rol spelen, maar (2) dat deze overwegingen ten onrechte alleen ten gunste van het slachtoffer werken. |
Artikel |
Kroniek IT-recht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2020 |
Auteurs | Esther van Genuchten, Robert van Schaik en Reinoud Westerdijk |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | zorgplicht, rentederivaat, mededelingsplicht, vernietiging, waarschuwingsplicht |
Auteurs | Mr. S. Timmerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het arrest Boomkamp/ABN AMRO van 28 juni 2019 besproken. De Hoge Raad geeft in dit arrest antwoord op een aantal prejudiciële vragen over de vereisten voor een beroep op dwaling bij een renteswap die was aangegaan met een niet-professionele partij. |
Artikel |
De rechten van certificaathouders onder de wettelijke geschillenregeling |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | certificaten van aandelen, STAK, uitstotingsprocedure, uittredingsprocedure, administratievoorwaarden |
Auteurs | Mr. M.A. Blom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft de positie van de STAK en certificaathouders binnen de wettelijke geschillenregeling, mede in het licht van het recent gewezen arrest Cox/Widdershoven. De auteur betoogt dat de certificaathouders meer mogelijkheden moeten krijgen om van de regeling gebruik te maken. De auteur doet daarvoor enkele concrete voorstellen. |
Artikel |
De strafrechtelijke aanpak van fraude op online handelsplatformsModernisering van klassieke strafbaarstellingen in het licht van de digitale wereld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | online handelsfraude, fraude met nieuwe betaalmethoden, digitalisering, verkopersbedrog |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om strafrechtelijke aansprakelijkheid te vestigen voor fraude op online handelsplatforms, in het bijzonder de strafbaarstelling van verkoopfraude op handelsplatforms en het voorstel tot strafbaarstelling van fraude met nieuwe betaalmethoden. Het artikel maakt inzichtelijk hoe onze (analoge) wetgeving steeds verder wordt aangepast op gedragingen die zich afspelen in de digitale wereld, maar laat tevens zien dat deze ‘nieuwe’ gedragingen in de kern niet veel afwijken van de bestaande gedragingen in de offline wereld. |