Orgaandonatie na euthanasie is relatief nieuw en doet verschillende medische, juridische en ethische vragen rijzen. Deze bijdrage gaat in op de relevante wet- en regelgeving en doet dat vanuit een breder perspectief. Vanuit een juridische alsook medische en ethische invalshoek worden denkrichtingen en oplossingen besproken voor de zich aandienende uitdagingen. |
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Max den Blanken, Maike Bouwman, Rachel Bruinen e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | orgaandonatie, euthanasie, zelfbeschikking, geneeskundige behandelingsovereenkomst, communicatie arts-patiënt |
Auteurs | Mr. drs. J.A.M. Bollen, prof. dr. L.W.E. van Heurn, prof. dr. D. Ysebaert e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | affectieschade, shockschade, wetsvoorstel affectieschade, smartengeld, nabestaanden |
Auteurs | Prof. mr. S.D. Lindenbergh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De invoering van het ‘wetsvoorstel affectieschade’ roept een aanspraak op smartengeld in het leven voor naasten en nabestaanden. Dat roept vervolgens de vraag op hoe deze aanspraak zich verhoudt tot het recht op schadevergoeding van iemand die door confrontatie met een schokkende gebeurtenis geestelijk letsel heeft opgelopen. Daarover gaat deze bijdrage. |
Artikel |
Waarom het rekensjabloon van het nieuwe model moet worden aangepast |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | artikel 6:108 BW, overlijdensschade, gederfd levensonderhoud, oud model, nieuw model |
Auteurs | Mr. J.M. Tromp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de vraag centraal of het rekensjabloon in het economisch deel 1 van het nieuwe model geschikt is om de uitkomsten te verwerken van de in het juridisch deel 2 te maken keuzes. De conclusie is dat dat niet zo is. Een praktische oplossing wordt aangedragen. |
Artikel |
Empirisch-juridisch onderzoek in NederlandBespiegelingen over de stand van zaken in de rechtswetenschap, het juridisch onderwijs en de rechtspraktijk |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Empirical methods, Legal research, Legal education, Legal practice, Legislation |
Auteurs | Dr. Nieke Elbers, Mr. dr. Marijke Malsch, Dr. Peter van der Laan e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Empirical Legal Studies (ELS) is research in which legal questions are answered using empirical research methods. Traditionally, lawyers conduct normative, non-empirical research. Lately the legal discipline is increasingly interested in ELS. It is argued that we need more ELS. This raises the question to what extent Dutch researchers and practitioners conduct and apply ELS. In this article, we investigate the state of affairs of ELS in the Netherlands. We look at three different areas: legal research, legal education and legal practice. The data we use are legal PhD theses, legal course material, legislative proposals, and questionnaire data from legal practitioners. The methods are a systematic review, a quantitative content analysis, and a questionnaire research. Our study on legal research shows that researchers do apply empirical methods, but mainly the researchers with an education in social science. Our study on legal education shows that lawyers receive hardly any training on empirical research methods. Finally, our research on legal practice shows that practitioners and legislators struggle to apply empirical legal research. We plead for investments to enhance the production and usage of ELS, to prevent wrongful judicial decision-making, to generate effective legislation, and to create scientific innovation. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Legal culture, Civil law, Justice, Experiment, Empirical Legal Research |
Auteurs | Prof. dr. Willem van Boom, Dr. Chris Reinders Folmer en Dr. Pieter Desmet |
SamenvattingAuteursinformatie |
A common conception in the legal literature holds that in a given country, the law in force is to be understood against the background of shared beliefs about justice in that particular country. If that conception holds true, the applicable civil law in a particular country should reflect the shared views on ‘civil justice’ within that country and, as a result, citizens should reveal a preference for domestic civil law over the civil law of another country for a given case. In this research we empirically investigated to what extent the applicable law in particular cases corresponds to actual beliefs about what is seen as just in those situations. Does Dutch liability law in a particular case correspond with what citizens in the Netherlands consider to be just in that case? And does the applicable English liability law correspond to what English people consider fair in that case? |
Artikel |
Zorgbehoefte als schadeCiviele aansprakelijkheid voor zorgschade in relatie tot het publieke zorgaanbod |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Mr. M. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Schuld en schadevergoedingHoe kleurt de zwaarte van de schuld van de aansprakelijke partij het schadevergoedingsdebat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | schuld, opzet, schade(vergoeding), redelijkheid, aard van de aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. A.I. Schreuder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het schadevergoedingsrecht duikt de mate van de schuld van de aansprakelijke partij steeds op als (mogelijk) relevante factor. Bezien wordt hoe dit element het schadevergoedingsdebat kleurt. De conclusie luidt dat de betekenis van deze factor uiteindelijk beperkt lijkt, vooral omdat hij zich alleen in uiterste vormen goed laat onderscheiden. |
Artikel |
Materiële normering van personenschade |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | normering, schadevergoeding, personenschade, letselschade, richtlijnen |
Auteurs | Mr. dr. J.E. van de Bunt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Materiële normering van personenschade is een belangrijk thema in het schadevergoedingsrecht. Normering van personenschade is te vinden in de wet, rechtspraak en in de richtlijnen van De Letselschade Raad. In deze bijdrage wordt zowel de theorie als de praktijk van deze vormen van normering onderzocht. Ook wordt een scenario voor de toekomst onderzocht. |
Artikel |
Het wetsvoorstel ter vergoeding van affectieschade: enkele gedachten en suggesties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | wetsvoorstel ter vergoeding van affectieschade, smartengeld, affectieschade |
Auteurs | Mr. J.S. Overes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juli 2015 is – na zo’n twaalf jaar wederom – een (nieuw) wetsvoorstel ter vergoeding van affectieschade ingediend bij de Tweede Kamer door de minister van Veiligheid en Justitie. De strekking van het huidige wetsvoorstel is de invoering van de mogelijkheid tot vergoeding van affectieschade in het Burgerlijk Wetboek alsook de verruiming om als derde schadevergoeding te kunnen krijgen in een strafproces en een wijziging van het recht omtrent beslag en overgang bij smartengeld. De auteur gaat in dit artikel in op de vraag of dit wetsvoorstel, zoals het nu voorligt, een goede regeling zou zijn. |
Artikel |
Het wetsvoorstel affectieschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | affectieschade, immateriële schade, claimcultuur, letselschade |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 juli 2015 heeft de Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) een nieuw wetsvoorstel voor vergoeding van affectieschade bij de Tweede Kamer ingediend Het artikel bespreekt dit wetsvoorstel en de consequenties die dit wetsvoorstel voor het medische aansprakelijkheidsrecht heeft. Het huidige wettelijke kader wordt geschetst en vervolgens worden de bepalingen van het wetsvoorstel besproken en de consequenties daarvan voor het medische aansprakelijkheidsrecht. |
Artikel |
Het Consultatievoorstel: goed, maar nog niet perfect |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, immateriële schade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade, affectieschade |
Auteurs | Mr. A.J. Van, Mr. A.H. Blok en Mr. J.L. van Schoonhoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. In deze bijdrage zullen met name de praktische kanttekeningen bij het conceptwetsvoorstel worden besproken die door de commissie Wetgeving van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade in hun advies aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan de orde zijn gesteld. |
Artikel |
Het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade: een beschrijving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, affectieschade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. Deze bijdrage geeft een beschrijving van het voorstel en vormt een inleiding op de bijdragen van Van, Blok en Van Schoonhoven (commissie Wetgeving van de Vereniging van Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade) en van Kremer (directeur Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars) in dit nummer. |
Artikel |
Affectieschade en zorgschade; een (on)mogelijk duo? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade, immateriële schade, vorderingsrecht van naasten en nabestaanden, vergoeding, zorgschade, affectieschade |
Auteurs | Mr. F.Th. Kremer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is voornemens om vier veranderingen aan te brengen in het schadevergoedingsrecht, zo blijkt uit het Consultatievoorstel schadevergoeding zorg- en affectieschade. Eén daarvan heeft betrekking op de overgang van het recht op vergoeding voor immateriële schade (art. 6:106 BW), de andere drie veranderingen raken direct het vorderingsrecht van naasten en nabestaanden. In deze bijdrage geeft de auteur een reactie op het conceptwetsvoorstel vanuit de kant van verzekeraars. |
Artikel |
Simulatie onder slachtoffers van schokkende gebeurtenissenEen pleidooi voor onafhankelijk onderzoek naar de echtheid van psychische klachten in schadevergoedingsprocedures |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | victims, compensation, malingering, detection |
Auteurs | Maarten Kunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
High-impact incidents, such as (natural) disasters, severe (traffic) accidents, and exposure to (war) violence, may have severe psychological consequences, both for direct and indirect victims. Such consequences may qualify for financial compensation. However, some victims malinger their psychological status to get compensated for damages they have not suffered. This type of fraudulent behavior costs insurance companies and publicly funded compensation services enormous amounts of money and may eventually make compensation unaffordable. To prevent this from occurring, it is argued that lawyers who need to decide upon victims’ claims for compensation should call in independent experts to evaluate the genuineness of victims’ reported psychological symptoms by administrating a malingering detection test. To enable correct interpretation of the outcome of such a test, the base rate problem is extensively discussed. In short, this problem means that correct test interpretation in individual cases depends on the prevalence of malingering in the population to which a victim belongs. Finally, several counter arguments for the standard assessment of malingering by independent experts are discussed. |