Hoewel diverse grondrechten al sinds jaar en dag worden ingeroepen in Europese mededingingsprocedures, komen op deze grondrechten gebaseerde verweren nog iets minder voor in Nederlandse mededingingszaken. In deze bijdrage, die wegens haar omvang geen uitputtend overzicht vormt, zal nader worden ingegaan op een aantal grondrechtelijke leerstukken die in dat kader met name relevant lijken. |
Artikel |
A Tale of Three Cities: Grondrechtelijke aandachtspunten bij de toepassing van het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2010 |
Trefwoorden | mededingingsprocedures, nemo tenetur, zwijgplicht, cautie |
Auteurs | Mr. H.M.H. Speyart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Zorgplichten in het concern |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Concern, zorgplichten, moedermaatschappij, concernholding, maatschappelijk verantwoord ondernemen, MVO |
Auteurs | Prof. J.B. Huizink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre het begrip zorgplicht een rol speelt of zou kunnen spelen in concernverhoudingen, binnen groepen van vennootschappen. Daarbij wordt er in het bijzonder ingegaan op de moedermaatschappij of concernholding. In dit kader komen onder meer de volgende vragen aan bod: welk belang wordt er met zorgplicht gediend? Op welke wijze dient de moedermaatschappij de zorgplichten te vervullen? Wat zijn de gevolgen van schending van de zorgplicht? En hoe dient het fenomeen zorgplicht tegen de achtergrond van de daarmee beoogde doelen, als deze al expliciet gemaakt kunnen worden, te worden beoordeeld? |
Artikel |
Herwaardering van certificering als beschermingsconstructie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Administratiekantoor, beschermingsconstructies, certificering, certificering van aandelen, Dutch discount, market for corporate control |
Auteurs | Mr. J. de Koning Gans en Prof. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk wijst uit dat aandeelhoudersactivisme het vennootschappelijk belang kan bedreigen. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de meest adequate vorm van bescherming van een beursvennootschap tegen een vijandige overname is. Allereerst worden de in Nederland meest voorkomende beschermingsconstructies besproken en geëvalueerd. De auteurs constateren vervolgens dat aan elke beschermingsmaatregel voor- en nadelen kleven. Deze voor- en nadelen hebben betrekking op de toereikendheid van de bescherming of de aanvaardbaarheid van de inperking van de zeggenschap van kapitaalverschaffers. Vergeleken met de andere behandelde beschermingsconstructies lijkt certificering echter volgens de auteurs het best aan beide criteria te voldoen. De auteurs sluiten deze bijdrage af met enkele aanbevelingen ten aanzien van het bestuur van het Administratiekantoor (AK) die de certificaten uitgeeft teneinde de onafhankelijkheid van het AK te kunnen waarborgen en certificering in het algemeen als meest aanvaardbare beschermingsconstructie te kunnen aanmerken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, onderneming, zwarte lijst, grijze lijst, reflexwerking |
Auteurs | Mr. R.H.C. Jongeneel en Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Afdeling 6.5.3 BW (Algemene voorwaarden) heeft in beginsel betrekking op ieder gebruik van algemene voorwaarden. Een belangrijke uitzondering is artikel 6:235 lid 1 BW, waarin aan bedrijven van een bepaalde omvang een beroep op de specifieke vernietigingsgronden bedoeld in de artikelen 6:233 en 234 BW (open norm en informatie- of kennisgevingsplicht) wordt onthouden. Afdeling 6.5.3 BW, in het bijzonder artikel 6:236 BW (zwarte lijst) en artikel 6:237 BW (grijze lijst), is daarnaast letterlijk beperkt tot overeenkomsten met consumenten, maar de betekenis van deze lijsten werkt door in overeenkomsten tussen ondernemers onderling. Beide thema’s worden mede aan de hand van een analyse van rechtspraak behandeld, waarbij de auteurs aanbevelingen voor verdere uitleg formuleren. |
Artikel |
De 403-verklaring voor uitgevaren dochters: alertheid geboden |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | 403-verklaring, aansprakelijkstelling, overblijvende aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.J. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de formele benadering van de OK aan de gebondenheid van de 403-verklaring ingeval de moeder deze is vergeten in te trekken. Daarbij gaat de auteur in op de kans van slagen van een beroep op redelijkheid en billijkheid door de vergeetachtige moeder. |
Artikel |
Overname van vorderingen en verrekening bij faillissement |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | faillissement, overname van vorderingen, verrekening van vorderingen |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de grondgedachte achter de mogelijkheid van verrekening bij faillissement (art. 53 Fw) en gaat uitvoerig in op de in art. 54 Fw opgenomen uitzondering. Voorts wordt aandacht gegeven aan de positie van een bank in het geval dat een debiteur van de (gefailleerde) schuldenaar zijn schuld aan deze heeft voldaan door storting op diens rekening bij een bank en deze zich wil verrekenen. Ten slotte wordt kritisch de leer van de Hoge Raad besproken (die art. 54 Fw toepast indien sprake is van een vóór het faillissement overgenomen schuld of vordering en het beroep op verrekening plaatsvindt op een tijdstip gelegen vóór de dag van de faillietverklaring), alsook de wijze waarop een ‘overnemer’ (vaak: bank) zich tegen de aantasting van de transactie op grond van art. 54 Fw kan behoeden. |
Artikel |
De aftrek van rente in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 ter discussie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | Wet Vpb 1969, vennootschapsbelasting, renteaftrek, renteaftrekbeperkingen, private equity |
Auteurs | Prof. dr. J.N. Bouwman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de invoering van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) zijn in toenemende mate inbreuken gemaakt op de regel dat verschuldigde rente aftrekbaar is. Ook recent is er discussie ontstaan over de mogelijkheid betaalde rente in mindering te brengen voor de vennootschapsbelasting en wordt de roep gehoord om nog verdergaande renteaftrekbeperkingen. In deze bijdrage wordt getracht een antwoord te geven op de vraag of deze roep vanuit een fiscaaljuridische invalshoek terecht is. Daartoe wordt allereerst het thans in de Wet Vpb 1969 bestaande regime voor betaalde rente geschetst en geanalyseerd om zicht te krijgen op de beweegredenen die tot nu toe ten grondslag hebben gelegen aan de behandeling van renteaftrek in de Nederlandse vennootschapsbelasting. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de overnamepraktijken van private-equityfondsen. Ten slotte wordt een alternatief besproken waarbij het aantal renteaftrekbeperkingen in de Wet Vpb 1969 wordt verminderd, maar de afgetrokken rente wel in Nederland wordt belast. |
Artikel |
Aansprakelijkheid op grond van de 403-verklaringEen bespreking van enkele aspecten van de 403-verklaring aan de hand van de Jones Lang LaSalle-uitspraak |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | 403-verklaring, concernverband, concernrecht, Jones Lang LaSalle-zaak, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. B. Niels |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het huidige economische klimaat zal de belangstelling van zowel crediteuren als hoofdelijke debiteuren voor de aansprakelijkheid op grond van een 403-verklaring ongetwijfeld toenemen. Uit de praktijk en uit de rechtspraak blijkt echter dat nog de nodige onduidelijkheid bestaat over de uitleg van artikel 2:403 BW en de reikwijdte van de gedeponeerde 403-verklaring, waardoor enerzijds de moeder aansprakelijk kan zijn zonder dat het noodzakelijk is en anderzijds de dochter in strijd met de wettelijke regelgeving geen jaarrekening kan hebben gepubliceerd. Ook wordt regelmatig door de moeder vergeten de verklaring ten behoeve van een inmiddels verkochte dochter in te trekken en de aansprakelijkheid te beëindigen. In dit artikel wordt aan de hand van de recente Jones Lang LaSalle-zaak de problematiek met betrekking tot de 403-verklaring besproken. |
Artikel |
Knowhow: aandachtspunten in de contractspraktijk en de rol van art. 39 TRIPs |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | Knowhow, Bedrijfsgeheimen, intellectueel eigendom, Contracteren, TRIPs |
Auteurs | Mr. M. Schut |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijzondere vermogensrechtelijke status van knowhow geeft in de contractspraktijk dikwijls aanleiding tot problemen. In dit artikel worden enkele van die problemen beschreven, waarbij vooral het belang blijkt van expliciete afspraken over begrenzingen in gebruik en de resterende freedom to operate. Besproken wordt de rol van art. 39 TRIPs dat bescherming verleent aan niet openbaar gemaakte informatie. Het artikel heeft waarschijnlijk directe werking en kan ingeroepen worden om sommige van de besproken problemen te adresseren, zij het niet per definitie ten gunste van de rechthebbende. Aanbevolen wordt art. 39 TRIPs bij de redactie van knowhow-contracten te betrekken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | letter of comfort, patronaatsverklaring, uitleg, toepasselijk recht |
Auteurs | Mr. dr. S.A. Kruisinga en Mr. L. Leber |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een letter of comfort, ook wel patronaatsverklaring genoemd, is een verklaring die door een moedermaatschappij kan worden afgegeven als onderdeel van de zekerheidsstelling in het kader van kredietverstrekking aan haar dochter. De bedoeling van een dergelijke verklaring is de kredietverstrekker gerust te stellen terzake de terugbetaling van het krediet door de dochter. Een comfort letter kan ook door de moedermaatschappij worden afgegeven als going concern verklaring in verband met de waardering van de bezittingen en schulden van de dochter. Gezien het huidig economisch klimaat is de verwachting gewettigd dat accountants vaker een dergelijke verklaring van de moedermaatschappij zullen vragen alvorens een goedkeurende verklaring te kunnen afgeven. De inhoud van comfort letters is echter niet vastomlijnd. De positie van de letter of comfort in het Nederlandse recht staat in deze bijdrage centraal. |
Artikel |
De veranderende rol van de commissaris |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | RvC, private equity, PCM, Ondernemingskamer |
Auteurs | Mr. D. Baas |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur aan de hand van het PCM-rapport de veranderende rol van de commissaris. Onder meer de PCM-zaak heeft ertoe geleid dat van de commissaris tegenwoordig aanzienlijk meer mag worden verwacht en dat zijn rol (noodgedwongen) veel actiever is geworden. |