In this article the significance and impact on Europe and The Netherlands of the European Probation Rules are discussed. As opposed to Gerard de Jonge the author contends that the Rules are also important to and have impact on the Dutch situation. The CEP, The European Organisation for Probation will undertake several activities to assist the member states in implementing the Rules and will contribute to a future revision of the present Rules. |
Artikel |
De Europese Reclasseringsregels: goed dat ze er zijn, voor Europa en voor Nederland |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2010 |
Auteurs | Leo Tigges |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De relatie tussen subtypen relationeel geweldplegers en de adviezen van de reclassering |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | Relationeel geweld, Subtypen, B-SAFER, Reclassering |
Auteurs | Drs. Jill Thijssen en Prof. dr. Corine de Ruiter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the present study, the B-SAFER was coded for 146 files of spousal assault cases from the Dutch probation service. The aim of the study was twofold: (1) identifying subtypes of spousal assaulters and (2) examine the relationship between the subtypes found and the advice the probation officers gave to court. Four subtypes of assaulters were identified: family-only, generally violent/antisocial, low-level antisocial, and psychopathology. There was only a significant relationship between the subtypes and the advice on two of the ten advices. The type of advice showed a strong relationship with the region of the probation offices where the batterer was examined. |
Artikel |
Efficiëntie in het kwadraatOver de lotgevallen van de kleine strafzaak na invoering van de strafbeschikking en het verlofstelsel |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | strafbeschikking, verlofstelsel, decriminalisering, efficiëntie in het strafproces |
Auteurs | Mr. dr. Jan Crijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recently, the punishment order by the prosecutor (article 257a Code of Criminal Procedure) and the leave to appeal system (article 410a Code of Criminal Procedure) have been adopted in Dutch criminal procedural law. Both legal measures have major consequences for the way in which minor criminal offences are dealt with. Viewing both these efficiency-promoting measures from their mutual interconnection, the question rises whether, in the settlement of these minor offences, a full process that actually does justice to all interests involved, may still be spoken of. It is suggested in this contribution that this question requires a more subtanstial revision and reassessment of the enforcement system with regards to minor offences, whereby decriminalisation may also play a pertinent role. |
Artikel |
Reclasseringstoezicht en jongvolwassenen |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | Reclassering, Toezicht, Interventies, Jongvolwassenen |
Auteurs | Willemijn Lamet, Chrissy James, Dr. Anja Dirkzwager e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Approximately a third of all probation supervision programs is imposed to young adults (18 to 25 years). Literature research shows that young adulthood can be viewed as a separate (developmental) age category. Quantitative analysis of data from the Dutch Probation Service provides some evidence for young adults being a special offender group. Some outcomes cause concerns, e.g. higher absconding rates from supervision and higher re-offending rates. The article discusses these findings and the need for a separate or customized approach as claimed by Probation Service. |
Artikel |
Burgemeesters beter voorbereid |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | Informatievoorziening, Burgemeesters, Ex-gedetineerden |
Auteurs | Mr. drs. Ad Schreijenberg en Drs. Joost van den Tillaart |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Dutch Minister of Justice has promised that a city’s mayor will be informed if a former prisoner, who was sentenced for a sex offense and/or serious violent crime, returns to the municipality. Because of an improved information position, the mayor is able to take founded and timely measures in order to prevent disturbances in public safety. To determine how this information can be organised in the best way, a pilot was carried out. The evaluation of this pilot suggests that the information meets a need, but that the information processing is vulnerable in certain parts. Following the evaluation the process will be adapted and may be rolled out nationwide. |
Artikel |
Is online zichtbaarheid riskant?Onterechte bankafschrijvingen en persoonlijke informatie op sociale netwerksites |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | sociale netwerksites, identiteitsfraude, slachtofferschap, kwantitatief onderzoek |
Auteurs | Johan van Wilsem, Evelien Arnold, Carlijn van Buren e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sociale netwerksites kunnen zich verheugen in een grote populariteit, vooral onder jongeren. In dit artikel wordt onderzocht hoeveel persoonlijke informatie (zoals naam, adres, telefoonnummer) jongeren toevertrouwen aan profielen op sociale netwerksites en hoe deze online zichtbaarheid zich verhoudt tot hun kans om slachtoffer te worden van onterechte bankafschrijvingen, een vorm van identiteitsfraude. De resultaten tonen aan dat deze kans toeneemt naarmate er meer persoonlijke informatie op sociale netwerksites vermeld is. Vooral het achterlaten van naam en telefoonnummer is risicoverhogend, ook als gecontroleerd wordt voor andere relevante predictoren. Toekomstig onderzoek is nodig om het verband tussen online zichtbaarheid en identiteitsfraude verder te ontrafelen. |
Artikel |
Opvang en begeleiding van (ex-)gedetineerden: een hele klus |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | Exodus, nazorg, ex-gedetineerden, praktijk |
Auteurs | Robert Prang, Sigrid van Wingerden en Rien Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de opvang en begeleiding van (ex-)gedetineerden lopen Exodus en vergelijkbare nazorgorganisaties in de praktijk tegen veel problemen aan. In dit artikel worden enkele van die problemen gesignaleerd. Daarbij wordt onder meer stilgestaan bij problemen met betrekking tot de financiering en de oprichting van een Exodushuis, maar ook problemen bij de intake en plaatsing, de begeleiding en de uitzetting van bewoners worden besproken. Ten slotte wordt aandacht besteed aan het afleggen van verantwoording over de bereikte resultaten en de lastigheden daarbij. |
Artikel |
Prisons and their Moral Performance: Conceptualising and Measuring the Quality of Prison Life |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | gevangenis, quality of prison life |
Auteurs | Alison Liebling |
SamenvattingAuteursinformatie |
How can the social environment of a prison be accurately assessed? Why is it important to measure? How should the prison experience be represented in empirical research? How do we capture distinctions between prisons, which can be good or bad in so many different ways? There is considerable consensus about the inadequacy of narrow and selective performance measures, such as hours spent in purposeful activity or serious assaults, in representing prison quality. The difficulties are both methodological and conceptual. This paper will outline one attempt to address these questions in England and Wales. Based on a series of studies aimed at identifying and measuring aspects of prison life that ‘matter most’, prisoners describe stark differences in the moral and emotional climates of prisons serving apparently similar functions. The ‘differences that matter’ are in the domain of interpersonal relationships and treatment. A developmental programme of empirical research on the quality of life in prison suggests that (a) some prisons are more survivable than others and (b) important differences in identifiable aspects of prison quality exist and may be related to outcomes. These findings have implications for our understanding of the meaning of terms like ‘inhuman and degrading’ treatment as well as for our uses and expectations of the prison. |
Artikel |
Waardevolle vrijwilligers |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | vrijwilligers, civil society, sociaal rendement, humaan detentieklimaat |
Auteurs | Martine Cammeraat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vrijwilligerswerk binnen de sanctietoepassing staat in de belangstelling. Vaak worden utilitaire doelstellingen van dit werk benadrukt, bijvoorbeeld in de zin van het terugdringen van recidive. De inzet van vrijwilligers moet echter niet alleen in meetbare resultaten worden uitgedrukt om op output te kunnen sturen. Juist de ontmoeting van mens tot mens vanuit een intrinsieke motivatie en passie is belangrijk. Daarin ligt de versterkende waarde van het vrijwilligerswerk binnen de sanctietoepassing. Een waarde die voor de buitenwereld niet direct zichtbaar is, maar die wel bijdraagt aan een humaan detentieklimaat. |
Artikel |
De evidence base van zorgprogramma’s in de tbs: een visie op therapie-effectonderzoek |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | zorgprogramma, evidence base, evaluatie, tbs |
Auteurs | Edwin de Beurs en Marko Barendregt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor zorgprogramma’s in de tbs-sector ontbreekt vooralsnog de evidence base, een empirische onderbouwing van wat werkt bij wie onder welke omstandigheden. Doel van dit artikel is te schetsen hoe zo’n evidence base tot stand kan komen.Ten eerste kunnen in een quasi-experimenteel design interventies worden geëvalueerd met behulp van Routine Outcome Monitoring (ROM). Daarnaast zijn studies met een waarlijk experimenteel design (Randomised Clinical Trials of RCT’s en single case-studies) een noodzakelijke aanvulling. Ten slotte wordt responsiviteitsonderzoek aanbevolen, dat zich richt op interne (behandelinggerelateerde) en externe (patiëntgerelateerde) factoren die samenhangen met een gunstige behandeluitkomst. |
Artikel |
Restrictief illegalenbeleid lijkt averechts te werken |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | illegaal verblijvenden, uitgeprocedeerde asielzoekers, restrictief illegalenbeleid, stigmatisering |
Auteurs | Mieke Kox |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds begin jaren negentig wordt een restrictief beleid gevoerd om illegaliteit en de uitwassen die hiermee gepaard zouden gaan te bestrijden. Maar is een restrictief illegalenbeleid hier wel een geschikt middel voor? Deze vraag heeft centraal gestaan in het onderzoek ‘Het leven gaat door’ waarin het leven in de illegaliteit aan de hand van interviews met 88 uitgeprocedeerde asielzoekers uit Utrecht in kaart is gebracht. Het blijkt dat een restrictief beleid illegaliteit niet bestrijdt en problemen niet oplost, maar dat het juist problemen voor illegaal verblijvenden én samenleving veroorzaakt. Het huidige restrictieve beleid lijkt dan ook averechts te werken. |
Artikel |
De stelselmatige dader als zondebok en slachtoffer van risicojustitie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Risicojustitie, Maatregel ISD, Stelselmatige dader, Zondebok |
Auteurs | Mr. Marene van Zwet |
SamenvattingAuteursinformatie |
De maatregel ISD is een uiting van risicojustitie. De maatregel zet in op een risicovolle groep in de samenleving, waarbij het strafrecht prospectief wordt ingezet. In de behoefte de maatschappij te beveiligen tegen toekomstige risico’s is niet langer de ernst van de daad van belang, maar de ernst van het criminele verleden van de dader. De maatregel ISD zet in op het onschadelijk maken van stelselmatige daders om zodoende de maatschappij te beveiligen. Daarbij worden fundamentele strafrechtelijke waarden geschonden en wordt ernstig tekortgedaan aan de rechtsbeschermende positie van de stelselmatige dader. De stelselmatige dader is zondebok en slachtoffer van risicojustitie. |
Artikel |
Mark of Cain op het voorhoofd van de jeugdige verdachte?Over stigmatisering en privacy in het jeugdstrafrecht |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | privacy jeugdigen, stigmatisering, labeling, proportionaliteit, bescherming, overlast |
Auteurs | MSc LLM BA Maria de Jong-de Kruijf en Prof. mr. drs. Mariëlle Bruning |
SamenvattingAuteursinformatie |
Labeling van jongeren in het jeugdstrafrecht kan leiden tot stigmatisering. Stigmatisering van jongeren moet voor zover mogelijk worden voorkomen, ook in het jeugdstrafrecht. Verschillende recente ontwikkelingen in het jeugdstrafrecht, zoals de toenemende neiging om jongeren met probleemgedrag te registreren in databases en om naar aanleiding van dit gedrag in casusoverleggen met deelnemers afkomstig uit jeugdstrafrecht en (jeugd)zorg in brede zin gegevens uit te wisselen, leiden mogelijk tot meer stigmatisering van de jeugdige (verdachte). De ontwikkelingen die wij in deze bijdrage beschrijven zijn registratiesystemen, met name ProKid en JCO Support, justitiële documentatie en Halt-afdoeningen, casusoverleggen in de Veiligheidshuizen en groepsgerichte aanpakken. Deze probleemgebieden tasten de privacy van de minderjarige (verdachte) aan en leiden in mindere of meerdere mate tot stigmatisering. Wij zullen voor elke ontwikkeling bespreken in hoeverre sprake is van (te veel) stigmatisering en zo ja of en hoe dit zo veel mogelijk kan worden beperkt. |
Artikel |
Vakmanschap is meesterschapRisico’s van classificatie, risicotaxatie en registratie van delinquente jongeren |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | diagnostiek, classificatie, risicotaxatie, stigmatisering |
Auteurs | Dr. Nils Duits |
SamenvattingAuteursinformatie |
Betrokkenen bij het jeugdstrafrecht denken vanuit verschillende domeinen anders over wat er aan de hand is met jongeren die in aanraking komen met justitie en over wat nodig en mogelijk is om daar verandering in aan te brengen. Dat leidt soms tot te hoge verwachtingen en misverstanden en het kan leiden tot stigmatisering van delinquente jongeren als geclassificeerd risico- en probleemgeval.In dit artikel worden de verschillende domeinen en domeinverschillen van de betrokkenen belicht. Vervolgens wordt stilgestaan bij de noodzaak en beperkingen van psychiatrische diagnostiek, classificatie en risicotaxatie van delinquente jongeren en welke rol overleg en registratie en het delen van informatie daarbij kunnen spelen. |
Artikel |
Niet elke jeugdgroep is een jeugdbende |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | jeugdgroep, jeugdbende, overlast, shortlistmethodiek |
Auteurs | Dr. mr. Anton van Wijk, Drs. Tom van Ham en Dr. Henk Ferwerda |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veel mensen ervaren rondhangende jongeren als overlastgevend of bedreigend. In deze bijdrage gaan we in op het verschijnsel problematische jeugdgroepen, de verschillende typen die daarbinnen kunnen worden onderscheiden en de aanpak. De boodschap is dat jeugdgroepen niet over één kam mogen worden geschoren. Alle problematische jeugdgroepen betitelen als jeugdbende is een vorm van stigmatisering vanwege de negatieve connotatie van het begrip jeugdbende. Alle negatieve kenmerken die bij het begrip jeugdbende horen, zoals ernstig crimineel gedrag en goed georganiseerd, worden daarmee ook toegedicht aan groepen die slechts wat rondhangen. Voor de aanpak van problematische jeugdgroepen is een juiste typering van essentieel belang. De aanpak moet immers aansluiten bij de problematiek. |
Artikel |
Sterke vrouwen, sterke verhalenOver (auto)stigmatisering in egodocumenten over eergerelateerd geweld en aanverwante thema’s |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | stigma, eergerelateerd geweld, gender, egodocument |
Auteurs | Dr. Janine Janssen en Drs. Ruth Sanberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er verschijnen regelmatig egodocumenten over problemen met betrekking tot eercodes in de familiekring. Het populaire beeld is dat allochtone vrouwen passieve slachtoffers zijn van de mannen uit hun omgeving. In deze bijdrage vragen de auteurs zich af of dit stigmatiserende beeld ook uit de tien door hen gelezen egodocumenten naar voren komt. Een ander stigma dat zij behandelen, is dat van de twijfel over de authenticiteit van dit soort teksten. Recente schandalen hebben het prestige van dit genre namelijk geen goed gedaan. |
Artikel |
Restrictief illegalenbeleid lijkt averechts te werken |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | illegaal verblijvenden, uitgeprocedeerde asielzoekers, restrictief illegalenbeleid, stigmatisering |
Auteurs | Mieke Kox |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds begin jaren negentig wordt een restrictief beleid gevoerd om illegaliteit en de uitwassen die hiermee gepaard zouden gaan te bestrijden. Maar is een restrictief illegalenbeleid hier wel een geschikt middel voor? Deze vraag heeft centraal gestaan in het onderzoek ‘Het leven gaat door’ waarin het leven in de illegaliteit aan de hand van interviews met 88 uitgeprocedeerde asielzoekers uit Utrecht in kaart is gebracht. Het blijkt dat een restrictief beleid illegaliteit niet bestrijdt en problemen niet oplost, maar dat het juist problemen voor illegaal verblijvenden én samenleving veroorzaakt. Het huidige restrictieve beleid lijkt dan ook averechts te werken. |
Artikel |
De nieuwe Europese Reclasseringsregels: goed dat ze er zijn, maar weinig relevant voor Nederland |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | Probation Rules, reclassering, herstelbemiddeling, tbs |
Auteurs | Gerard de Jonge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 januari jongstleden heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa de Recommendation on the Council of Europe Probation Rules aanvaard. Daarmee zijn de aanbevelingen van die Raad op het terrein van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke sancties vrijwel compleet. Vrijwel, want wat er bijvoorbeeld nog aan de lijst ontbreekt, is een aanbeveling met betrekking tot de bejegening van gedetineerden met een geestelijke stoornis, de groep die bij ons in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) terechtkomt. In dit artikel wordt de inhoud van de nieuwe aanbeveling beschreven. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van het belang van deze nieuwe regels voor de taak en werkwijze van de Nederlandse reclassering en dat belang lijkt niet erg groot te zijn. |
Artikel |
Schade herstellen tijdens jeugddetentie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | herstelrecht, justitiële jeugdinrichting, slachtoffer-daderbemiddeling, verantwoordelijkheid |
Auteurs | Annemieke Wolthuis en Myriam Vandenbroucke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ook als jongeren eenmaal in een justitiële jeugdinstelling verblijven, is leren over slachtoffers en werken aan genoegdoening cruciaal. Herstelgericht werken biedt hiertoe mogelijkheden. De vraag is hoe herstelgericht werken kan worden geïmplementeerd in een justitiële jeugdinrichting. De pedagogische infrastructuur van Forensisch Centrum Teylingereind is een goed voorbeeld. Herstelgericht werken heeft een positief effect op de jeugdige daders en de inrichtingscultuur. Het geeft jongeren inzichten in de eigen verantwoordelijkheid, het effect van hun gedrag op het slachtoffer en mogelijkheden te werken aan herstel van de schade die zij aangericht hebben. Dat blijkt uit onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut: ‘Schade herstellen tijdens jeugddetentie’. |
Artikel |
Chain-management of change-management in de tbs?De reclasseringswerker tussen stilstand en verandering, tussen toezicht en rehabilitatie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | reclasseringswerker, risicotaxatie, toezicht, tbs, rehabilitatie |
Auteurs | Jaap van Vliet |
SamenvattingAuteursinformatie |
De reclassering voert een groot deel uit van de extramurale begeleiding van de tbs, zoals bij de tbs met voorwaarden, het proefverlof en voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Daarmee vormt de reclassering een belangrijk deel van de forensische psychiatrie in nederland. Desondanks wordt de reclassering in het tbs-veld vaak niet als zodanig beschouwd. De reclasseringsorganisaties zijn verantwoordelijk voor twee min of meer tegengestelde taken: absolute maatschappelijke veiligheid en tegelijkertijd maximale vrijheid voor de tbs-gestelde. Onder invloed van risicotaxatie en risicomanagement tracht de reclasseringswerker zijn taak te beperken tot toezicht en controle, terwijl rehabilitatie en change-management noodzakelijk zijn. Dit vraagt om de ontwikkeling van meer professionaliteit van reclasseringswerkers. |