In het kader van Europese en nationale wetgeving over geneesmiddelenreclame worden regels gesteld aan financiële relaties (gunstbetoon) tussen farmaceutische bedrijven en beroepsbeoefenaren, waaronder artsen. Deze wettelijke regels zijn in Nederland verder uitgewerkt in het kader van zelfregulering. In de CGR Gedragscode Geneesmiddelenreclame is bepaald onder welke voorwaarden het geven van geschenken, het bieden van gastvrijheid bij bijeenkomsten en betaling voor dienstverlening en sponsoring is toegestaan. Deze regels zijn in de loop der jaren verder aangescherpt. Ook is er veel jurisprudentie over dit onderwerp, met name vanuit de Codecommissie van de CGR. Dit artikel geeft een overzicht van de achtergronden en de meest actuele stand van zaken rond gunstbetoon in Nederland. |
Artikel |
Gunstbetoon en geneesmiddelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2011 |
Trefwoorden | financiële relaties artsen-industrie, geneesmiddelenreclame, gunstbetoon, zelfregulering |
Auteurs | Mr. M.E. de Bruin en prof. mr. M.D.B. Schutjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het wetsvoorstel Wet aanvulling instrumenten bekostiging WMGOver nieuwe beheers- en verdeelmodellen en onverklaarbare inkomensverschillen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | budgettering, collectief, ondernemersstatus, specialisten, tarieven |
Auteurs | Mr. M.E. Gelpke en mr. dr. W.I. Koelewijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het wetsvoorstel Aanvulling instrumenten bekostiging WMG ontwikkelt de wetgever nieuw instrumentarium waarmee de Minister van VWS de kosten van medisch specialisten op landelijk niveau kan budgetteren en waarmee de NZa per ziekenhuis een honorariumbudget voor medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren kan vaststellen. Medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren kunnen hun honorarium alleen nog aan het ziekenhuis declareren tenzij zij met de raad van bestuur overeenstemming bereiken over de verdeling van het honorariumbudget. In dat geval kunnen zij hun honorarium via het ziekenhuis aan de zorgverzekeraar/patiënt blijven declareren. Dit is van belang voor de fiscale ondernemersstatus. De verdeling van het honorariumbudget binnen het ziekenhuis kan gefrustreerd of bemoeilijkt worden indien de gereguleerde honorariumtarieven onevenwichtigheden bevatten. Dit tijdelijke beheersingsmodel wordt na enkele jaren vervangen door een definitief model waarin sprake zal zijn van een geïntegreerd macrobudget en integrale zorgproducten. |
Artikel |
De ministeriële zorg voor het telen van hennep: toetsing van een zorgplichtbepaling |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | farmaceutische hennep, medisch onderzoek, Opiumwet, zorgplicht |
Auteurs | Drs. L.H. Erkelens en prof. dr. S.F. Blockmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Nederland dient de Minister van VWS ervoor te zorgen dat er voldoende hennep wordt geteeld voor wetenschappelijk onderzoek naar de medische toepassing ervan of voor de productie van geneesmiddelen. Op basis van de wetsgeschiedenis, de correspondentie van de minister met de Kamer en toepasselijk internationaal recht wordt geconcludeerd dat deze zorgplicht niet alleen op de teelt ziet, maar ook een actieve ministeriële inbreng impliceert op het punt van bedoeld onderzoek en ten aanzien van de vraag wat ‘voldoende’ in de praktijk betekent. De uitvoeringspraktijk lijkt vooral gericht op teelt als uitsluitend voorwaardenscheppend instrument voor derden. |