Nadat de KNMG medio 2011 had vastgesteld dat het tot de professionele taak van de arts behoort de nodige palliatieve begeleiding te geven aan mensen die besluiten hun leven te beëindigen door te stoppen met eten en drinken, heeft de organisatie in een recente concepthandreiking gedetailleerd beschreven waaruit deze taak bestaat. Uit het overzicht van beschikbare onderzoeksgegevens blijkt dat dit voor oude en zieke mensen een begaanbare route naar de zelfgekozen dood is. Volgens de handreiking is dan geen sprake van zelfdoding, maar de voor die stelling aangedragen argumenten schieten tekort. Begeleiding en verzorging van de betrokkenen moeten niettemin niet als een ex artikel 294 Sr strafbare vorm van hulp bij zelfdoding worden beschouwd: voor artsen valt dat handelen onder de medische exceptie, voor intimi wordt het beschermd door het grondrecht op een privé- en gezinsleven. Terecht stelt de handreiking dat als artsen tegen deze hulp gewetensbezwaar hebben, dit moet worden gerespecteerd, zolang zij er zorg voor dragen dat die hulp door een collega wordt verleend. |
Artikel |
De rol van de arts bij levensbeëindiging door stoppen met eten en drinkenCommentaar op de concepthandreiking van de KNMG |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | levensbeëindiging, zelfdoding, concepthandreiking KNMG |
Auteurs | Prof. dr. G.A. den Hartogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Zorg om het kind. Bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | minderjarigen, kinderbescherming, kindermishandeling, beroepsgeheim, toestemming medisch handelen |
Auteurs | Prof. mr. drs. M.R. Bruning |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als het gaat om zorg voor minderjarigen, worden de uitgangspunten uit het familie- en jeugdrecht – de ouderlijke autonomie staat voorop en de belangen van het kind zijn een bepalende factor – in het gezondheidsrecht niet altijd voldoende gewaarborgd. Toestemming van beide ouders met gezag, ook na scheiding, levert voor artsen soms knelpunten op. Bij vermoedens van kindermishandeling of ‘niet-pluis’ gevoelens heeft de arts vanuit een zorgrelatie met het kind een bijzondere verantwoordelijkheid. Bepleit wordt dat het (gezondheids)recht op bepaalde punten aanpassing behoeft en dat de wetgever bij wijzigingen en vernieuwingen in het jeugdzorg- en jeugdbeschermingsdomein het gezondheidsrecht uit boek 7 BW niet vergeet. |
Artikel |
Het Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz): een versterking van medezeggenschapsrechten van de cliënt(enraad)? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | cliënt, cliëntenraad, medezeggenschap, Wcz, WMCZ |
Auteurs | Mr. X.R. Ras en mr. dr. G.W. van der Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de nieuwe medezeggenschapsregeling in het Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz) en wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ). Deze wijzigingen blijken – overeenkomstig het doel van de Wcz – op veel punten te leiden tot een versterking van de rechtspositie van de cliënt(enraad). Anderzijds kunnen kritische kanttekeningen worden geplaatst bij de inperking van het toepassingsgebied van de nieuwe medezeggenschapsregeling ten opzichte van het toepassingsgebied van de huidige WMCZ. Tot slot wordt geconstateerd dat een aantal mogelijkheden tot (verdere) verbetering van de medezeggenschapsregeling onbenut is gebleven. |
Artikel |
Gunstbetoon en medische hulpmiddelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Gedragscode Medische Hulpmiddelen, gunstbetoon, medische hulpmiddelen, zelfregulering, reclame |
Auteurs | Mr. M.E. de Bruin en prof. mr. M.D.B. Schutjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgeving voor medische hulpmiddelen bevat – in tegenstelling tot de wetgeving voor geneesmiddelen – nauwelijks bepalingen over reclame en in het geheel geen bepalingen over financiële relaties (gunstbetoon) tussen leveranciers van hulpmiddelen en zorgprofessionals, waaronder artsen. Met ingang van 1 januari 2012 is de Gedragscode Medische Hulpmiddelen in werking getreden. Deze gedragscode bindt de leden van zes koepelorganisaties van fabrikanten/leveranciers van medische hulpmiddelen en stelt onder meer voorwaarden aan het geven van geschenken, financiële ondersteuning bij (deelname aan) bijeenkomsten, betaling voor dienstverlening en sponsoring. De Gedragscode gaat uit van wederkerigheid (wat leveranciers niet mogen aanbieden, mogen zorgprofessionals ook niet aannemen). Zorgprofessionals zullen formeel echter pas aan de Gedragscode gebonden zijn indien zij deze ook als zodanig hebben onderschreven. |
Artikel |
Goed bestuur in de Wet cliëntenrechten zorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | bestuur, Boek 2 BW, cliëntenraad, toezichthoudend orgaan, Wet cliëntenrechten zorg |
Auteurs | Mr. dr. A.G.H. Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de paragraaf ‘Goed bestuur’ (art. 39-41) uit de Wet cliëntenrechten zorg beoordeeld in het licht van Boek 2 BW. De auteur is van mening dat deze bepalingen op een aantal punten verbeterd kunnen worden. Sommige afwijkingen van Boek 2 BW zijn in haar ogen niet altijd noodzakelijk. Bovendien zouden dwingende regels hun grondslag moeten vinden in de wet en niet in de statuten. Meer inzicht in de motivering van de gemaakte keuzes is dan ook wenselijk. |
Artikel |
(Thuis)zorg op afstand in juridisch perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2008 |
Auteurs | M.C. Ploem |
Artikel |
Belangenconflict en medisch-wetenschappelijk onderzoek |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2004 |
Auteurs | E-B. van Veen |
Artikel |
Het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op de kwaliteit van de zorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2001 |
Auteurs | Prof. Mr. J. Legemaate |
Artikel |
DNA en HIV in het strafrecht: van identificatie naar kwalificatieDeel 2: De HIV-test als dwangmiddel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2001 |
Auteurs | Mr. E.J.C. de Jong |
Artikel |
Verslag van de Najaarsvergadering van de Vereniging voor gezondheidsrecht, 27 oktober 2000 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2001 |
Auteurs | Mw. Mr. W. Kieboom |
Artikel |
Strafrechtelijke vervolging van medisch beroepsbeoefenaren wegens dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld: uiterste terughoudendheid gepast |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2000 |
Auteurs | Mr. J.L. Smeehuijzen |
Artikel |
De preventie van marteling van gevangenen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 1999 |
Auteurs | Mw. N. Gevers Leuven-Lachinsky |
Artikel |
Tuchtrecht voor verpleegkundigen; beroepsnormen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 1998 |
Auteurs | Mw. mr A.A.C. Vlaskamp |
Artikel |
Een toekomst voor adviesorganen in de gezondheidszorg? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 1993 |
Auteurs | Mw.mr. G.C.J.M. Hamilton-van Hest |
Artikel |
Over collectieve actie in de gezondheidszorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 1992 |
Auteurs | Prof. mr M.G. Rood |
Artikel |
Veiligheid van medische hulpmiddelen: een beschouwing over (Europese) regelgeving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 1990 |
Auteurs | Mw mr G.C.J.M. Hamilton-van Hest |