Met ingang van 17 augustus 2010 voert de NMa een deel van haar toezichts- en onderzoeksbevoegdheden uit op basis van de Werkwijze NMa analoog en digitaal rechercheren. Deze werkwijze vervangt de NMa Digitale Werkwijze 2007 en beschrijft in hoofdlijnen de procedure die de toezichthoudende ambtenaar volgt bij het opsporen van overtredingen van de Mededingingswet en de vervoers- en energiewetten. In deze bijdrage wordt de nieuwe werkwijze kritisch tegen het licht gehouden en wordt ingegaan op de vraag of de nieuwe werkwijze het beoogde evenwicht heeft bereikt tussen effectief onderzoek en de waarborgen voor ondernemingen. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de waarborgen die zogenoemde fishing expeditions moeten voorkomen en de bescherming van geprivilegieerde gegevens. |
Artikel |
De Werkwijze NMa analoog en digitaal rechercheren: trial and error again? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | Werkwijze NMa analoog en digitaal rechercheren, onderzoek, evenredigheidsbeginsel, fishing expedition, geprivilegieerde gegevens |
Auteurs | Mr. M. Knapen en Mr. R. Elkerbout LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Een upgrade van het zorgbeleid van de NMa: de derde versie van de Richtsnoeren voor de zorgsector |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | zorg en mededinging, publieke belangen en mededinging, diensten van algemeen economisch belang, begrip onderneming |
Auteurs | Prof. mr. J.W. van de Gronden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 9 maart 2010 stelde de NMa haar Richtsnoeren voor de zorgsector vast. Dit is alweer de derde versie van deze richtsnoeren die de NMa publiceert. De NMa wil graag tegemoet komen aan de onzekerheden die in de zorgsector over toelaatbaarheid van bepaalde afspraken en andere praktijken bestaan. Een belangrijke kwestie in dit verband is welke rol publieke belangen spelen. In de onderhavige bijdrage staat daarom de vraag centraal of de NMa in de Richtsnoeren de verhouding tussen het mededingingsrecht en de publieke zorgbelangen heeft verduidelijkt. |
Artikel |
Strafrecht baat niet, schaadt wel |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2010 |
Trefwoorden | handhaving, strafrecht, gevangenisstraf, boete, clementiebeleid |
Auteurs | Prof. mr. D.R. Doorenbos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Politici pleiten voor de inzet van het strafrecht om het mededingingsrecht (beter) te kunnen handhaven. Zij verwachten dat vooral de dreiging met gevangenisstraf zeer effectief zal zijn. Momenteel wordt gewerkt aan een wetsvoorstel dat dit mogelijk moet maken. In deze bijdrage wordt beargumenteerd waarom de inzet van het strafrecht niet nodig is en zelfs contraproductief zal werken. De auteur meent dat de afschrikwekkende werking van de gevangenisstraf wordt overschat en dat deze straf in de praktijk niet zal worden opgelegd. Daarnaast waarschuwt hij dat de introductie van het strafrecht een serieuze bedreiging zal vormen voor het thans nog succesvolle clementiebeleid. |
Artikel |
Maatschappelijk verantwoord concurrerenMededingingsrecht in een veranderende wereld |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | maatschappelijk verantwoord concurreren, marktwerking, guidance, maatschappelijke belangen |
Auteurs | Mr. T.R. Ottervanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een overgangsfase naar een nieuw tijdperk. Afscheid van een blind geloof in vrije marktwerking als enig heilzaam middel voor het scheppen van welvaart. De eenzijdige focus op efficiëntie en groei is onderworpen aan kritische herwaardering. Begrippen als duurzaamheid en welzijn winnen sterk aan betekenis als maatstaf voor beleid zowel van regeringen als van ondernemingen. Zo gaat de SER in zijn recente advies Overheid én Markt ervan uit dat het sociaal-economisch beleid gericht is op een breed welvaartsbegrip: naast materiële vooruitgang (welstand, productiviteitsgroei) ook sociale vooruitgang (welzijn, sociale cohesie), goede kwaliteit van de leefomgeving en een schoon milieu. Wat betekent deze ontwikkeling voor het mededingingsrecht? |
Artikel |
Aanmerkelijke marktmacht en (economische) machtspositie in de communicatiesector: eeneiige tweeling of mismatch? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | machtspositie, aanmerkelijke marktmacht, Kaderrichtlijn |
Auteurs | Mr. drs. P. Kuipers en mr. J. Kohlen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een vergelijking tussen de toepassing van het begrip machtspositie in het mededingingsrecht en het begrip aanmerkelijke marktmacht in het sectorspecifieke mededingingsrecht in de elektronische communicatiesector zou geen hogere wiskunde moeten zijn. Zeker niet sinds de introductie van het nieuwe Europese reguleringskader voor de elektronische communicatiesector in 2002, waarin deze begrippen – althans de definities daarvan – identiek zijn. Desondanks moeten we, ruim zeven jaar verder, constateren dat er een groot verschil bestaat tussen theorie en praktijk. Om die reden is het interessant om nader te onderzoeken waarom theorie en praktijk zo uiteen lopen, welke gevolgen dit heeft voor de toepassing van deze begrippen in het sectorspecifieke recht enerzijds en het reguliere mededingingsrecht anderzijds en of het reguliere mededingingsrecht een noodzakelijk vangnet is voor het sectorspecifieke mededingingsrecht. |