In deze bijdrage staat het juridische instrument van de earn-out centraal. Allereerst wordt ingegaan op de redenen voor partijen om een earn-out overeen te komen, vervolgens worden verschillende aspecten van de vorm en inhoud van earn-outs besproken. En ten slotte wordt een aantal juridische aandachtspunten van earn-outs behandeld, waaronder de vraag of op de koper een bepaalde inspanningsverplichting kan rusten om te zorgen dat de earn-out targets worden behaald. |
Artikel |
Earn-outs: smeerolie voor overname deals? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | earn-out, bedrijfsovername, koper, verkoper |
Auteurs | Mr. A.M. van Hekesen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het richtlijnvoorstel consumentenrechten: quo vadis? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | consumentenrecht, maximumharmonisatie, DCFR, Groenboek Europees contractenrecht |
Auteurs | Mr. dr. C.A.N.M.Y. Cauffman, Prof. mr. M.G. Faure LL.M. en Prof. mr. T. Hartlief |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het richtlijnvoorstel consumentenrechten oogstte veel kritiek vooral omdat het gericht was op maximumharmonisatie en omdat onvoldoende rekening werd gehouden met het DCFR. Over de vraag hoe het nu verder moet met het richtlijnvoorstel consumentenkoop lopen de meningen uiteen. Een viertal hoofdstromingen valt aan te wijzen. Zij worden hierna toegelicht. Tevens wordt ingegaan op het probleem van de rechtsgrond voor een instrument van gerichte maximumharmonisatie. |
Artikel |
Onevenwichtige contractvoorwaarden bij overheidsaanbestedingen en het beroep op artikel 6:248 lid 2 BW |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | aanbesteding, overheidscontracten, onevenwichtige contractvoorwaarden, beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. S. Mutluer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het door overheidsaanbesteders opleggen van onevenwichtige contractvoorwaarden die een afwijking vormen van breed geaccepteerde standaardvoorwaarden, leidt in de aanbestedingspraktijk geregeld tot ongenoegen van inschrijvers. Aangezien het in de regel gaat om professionele verhoudingen en de jurisprudentie voor dergelijke verhoudingen een sterk belang toekent aan de contractvrijheid en de rechtszekerheid, rijst de vraag of inschrijvers hier contractenrechtelijk iets tegen kunnen ondernemen. In deze bijdrage wordt onderzocht of inschrijvers via een beroep op art. 6:248 lid 2 BW vermeend onevenwichtige contractvoorwaarden na sluiting van het contract door de rechter terzijde kunnen laten schuiven. Tevens wordt de vraag opgeworpen in hoeverre het aanbestedingsrecht grenzen stelt aan die bevoegdheid van de rechter. |
Artikel |
Grenzen aan de contracteervrijheid van private aanbesteders? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | private aanbesteding, gelijke behandeling, pre-contractuele redelijkheid en billijkheid, aanbestedingsovereenkomst, beperkende werking van redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Prof. mr. C.E.C. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het komt in de private contractpraktijk regelmatig voor dat overeenkomsten geheel onverplicht worden aanbesteed. Hoewel private aanbesteders niet gehouden zijn tot naleving van het gereguleerde overheidsaanbestedingsrecht zijn ook zij – in beginsel althans – verplicht de deelnemers aan een aanbestedingsprocedure dezelfde gelijke kans te bieden op het verwerven van de aanbestede opdracht. De grondslag voor die verplichting kan in het verbintenissenrecht worden gevonden. In deze bijdrage wordt die grondslag nader verkend en komt ook de ratio van die verplichting aan de orde. Vervolgens wordt nagegaan of en in hoeverre het verbintenissenrecht zich verzet tegen het uitsluiten door private aanbesteders van die verplichting. |
Artikel |
Langdurige vertraging van de vliegreis: uitstel is in EU-verordening voor het recht op vergoeding gelijk aan afstel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | reisrecht, Verordening 261/2004, compensatie bij vertraging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
EU-Verordening 261/2004 houdt al sinds haar inwerkingtreding per 17 februari 2005 de gemoederen bezig. In 2009 heeft het HvJEU enkele knopen over de verordening doorgehakt. In het Rehder-arrest bepaalde het HvJEU dat zowel de rechter van de plaats van vertrek als de rechter van de plaats van aankomst bevoegd is van vorderingen kennis te nemen. |
Artikel |
Uitsluiting van dwaling in franchiseovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | franchise, dwaling |
Auteurs | Mr. E.B.M. Brons-Stikkelbroeck en Mr. J.J.W. Kappert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs bezien welke de bijzondere aspecten van franchising zijn die in ogenschouw moeten worden genomen bij het opstellen van franchiseovereenkomsten. Verschillende mogelijkheden voor de franchisegever om zich tegen dwalende franchisenemers te wapenen, worden besproken. |
Artikel |
Het uitleggen van overeenkomsten: een handleiding voor de praktijkjurist |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | uitleg, objectieve uitleg, subjectieve uitleg |
Auteurs | P. Ras LL.B. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Alleen al sinds het begin van de 21e eeuw zijn er door de Hoge Raad vele uitspraken gewezen die te maken hebben met het uitleggen van allerhande contracten. Met al deze uitspraken lijkt er geleidelijk een ‘nieuwe’ uitlegmethode te zijn ontstaan. In deze bijdrage vindt u een uitwerking van vrijwel alle relevante 21e-eeuwse arresten van de Hoge Raad omtrent wat nu moet gelden bij het uitleggen van overeenkomsten. |