Op 1 januari 2013 trad de Wet normering bezoldigingen topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking. Deze bijdrage bevat een beschouwing over deze ‘unieke’ wet: het doel, de keuzes, de middelen, het overgangsrecht en natuurlijk de vraag of de WNT bestand is tegen lieden die het beloningsspel niet (ruiterlijk) willen meespelen. Een uitvoerige beschouwing over het belangrijke thema van de uitkering wegens de beëindiging van het dienstverband (de ontslagvergoeding) − inclusief het terrein van de op non-actiefstelling − laat zien dat de WNT allerminst waterdicht is. De WNT laat daarbij een belangrijk gebied onbelicht: de praktijk van het maken van afspraken over een afkoop van wachtgeld/bovenwettelijke WW-rechten. De auteur doet de suggestie dat het kabinet het (zoals eerder toegezegd) in de loop van 2013 te verwachten wetsontwerp tot aanpassing van de WNT aangrijpt om enige verduidelijking te bieden omtrent de wijze waarop de praktijk volgens de wetgever met een en ander moet omgaan. |
Artikel |
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT): (in) werking |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | WNT, topfunctionaris, publieke en semipublieke sector, ontslagvergoeding, overgangsrecht |
Auteurs | Prof. mr. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Gezichtspunten bij ontslag: verwijtbaarheid, proportionaliteit en continuïteit |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | ontslag, ontslagvergoeding, ontbinding, ontbindingsvergoeding, kennelijk onredelijk ontslag, ratio, grondslag, gezichtspunten, proportionaliteit |
Auteurs | Mw. mr. W.L. Roozendaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het ontslagrecht zijn vele gezichtspunten relevant. Waarom zijn zij relevant? Betoogd wordt dat de vele redenen hiervoor zijn samen te vatten als drie toetsen: de verwijtbaarheidtoets, de proportionaliteitstoets en de continuïteitstoets. Volgens de eerste toets moeten gradaties van verwijtbaarheid bij een tekortkoming relevant zijn voor de bescherming tegen ontslag. Volgens de tweede toets moet het gewicht van de ontslaggrond proportioneel zijn aan de ingrijpendheid van het ontslag.Volgens de derde toets moet ontslag (desondanks) mogelijk zijn als zinvolle voortzetting van de overeenkomst niet haalbaar is. Is dat laatste het geval, dan moet eventuele disproportionaliteit van het ontslag (dan maar) worden uitgedrukt in een vergoeding. De analyse van gezichtspunten bij ontslag geeft aanleiding tot de stelling, dat bij het vaststellen van de ontbindingsvergoeding onvoldoende getoetst wordt aan proportionaliteit, zodat de vergoedingen gemakkelijk disproportioneel zijn. |
Artikel |
Onrechtmatig verkregen bewijs in het arbeidsrecht |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 03 2004 |
Trefwoorden | werkgever, werknemer, onrechtmatigheid, bewijslast, onrechtmatig verkregen bewijs, bewijsmateriaal, arbeidsrecht, rechtmatigheid, privacy, vergoeding |
Auteurs | M.M. Koevoets |