In het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014 wordt voorgesteld een algemene zorgplicht voor financiëledienstverleners vast te leggen in de Wet op het financieel toezicht (art. 4:24a nieuw). Belangrijkste argument daarvoor is informatiescheefheid tussen financiëledienstverleners en klanten. Belangrijkste argument daartegen is rechtsonzekerheid voor financiëledienstverleners, omdat onduidelijk zou zijn wanneer de zorgplicht wordt overtreden. Voor een succesvolle handhaving van de algemene zorgplicht is vereist dat de AFM dit alleen doet in evidente gevallen. Het voorgestelde artikel moet deels worden gewijzigd. |
Artikel |
De wenselijkheid van een algemene zorgplicht in de Wft |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Wijzigingswet financiële markten 2014, Wet op het financieel toezicht, Autoriteit Financiële Markten, zorgplicht, financiëledienstverleners |
Auteurs | mr. N.A. van Opbergen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De automatisch vervallende 403-verklaring |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | art. 2:403 BW, 403-verklaring, concernvrijstelling, groepsmaatschappij, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.R.C. van Zoest |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de literatuur wordt wel gepleit voor het opnemen van een groepsband als voorwaarde in een 403-verklaring. Ook in de praktijk blijkt dit te worden toegepast met het oog op een automatisch eindigende aansprakelijkheid bij het verbreken van de groepsband, meestal in het kader van een verkoop van de desbetreffende dochtervennootschap. In deze bijdrage wordt ingegaan op deze voorwaarde, waarbij de volgende twee vragen centraal staan: (1) komt de aansprakelijkheid van de moeder automatisch te vervallen na verbreking van de groepsband, en (2) kan de dochter gebruik maken van de concernvrijstelling als ten behoeve van haar een 403-verklaring is gedeponeerd die afhankelijk is gesteld van de groepsband tussen de moeder en de dochter? Na beantwoording van deze vragen wordt een alternatief voor het groepsbegrip als voorwaarde voor aansprakelijkheid besproken. De bijdrage wordt afgesloten met een korte samenvatting en conclusie. |
Artikel |
Convenanten in het horizontaal toezicht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | horizontaal toezicht, relatie belastingplichtige en Belastingdienst, verticaal toezicht, convenanten horizontaal toezicht |
Auteurs | S. Lautenbag |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op het horizontaal toezicht in het belastingrecht. In 2005 is door de Belastingdienst een project gestart met als doel de relatie tussen de Belastingdienst en de belastingplichtige te veranderen. Na een beschrijving van het begrip ‘horizontaal toezicht’ wordt ingegaan op de werking van het horizontaal toezicht, met name het convenant dat daaraan ten grondslag ligt en de knelpunten die zich hierbij in de praktijk voordoen. In dit kader wordt onder andere aandacht besteed aan de juridische status en het nut van een convenant, geschillen, gelijkheid en beëindiging van en binnen convenanten. De bijdrage wordt afgesloten met enkele slotopmerkingen over het project van de Belastingdienst inzake horizontaal toezicht. |
Artikel |
Herroeping ontbindingsbesluit van een rechtspersoon |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | PMDC-zaak, ontbindingsbesluit, ongedaanmaking ontbindingsbesluit, herroeping ontbindingsbesluit, herroepingsbesluit, ontbinding rechtspersoon |
Auteurs | Mw. mr. dr. M.Y. Nethe |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een besluit tot ontbinding van een rechtspersoon kan, zoals blijkt uit de jurisprudentie, worden herroepen indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De meerderheid van de rechtbanken volgt de lijn die is uitgezet in de beschikking van het Hof Den Haag in de PMDC-zaak van 30 januari 2007. Onzeker is echter of de rechtbank het verzoek tot bevestiging van de ongedaanmaking van het ontbindingsbesluit ontvankelijk zal verklaren. In deze bijdrage wordt de PMDC-zaak beknopt weergegeven en wordt stilgestaan bij de vraag waarom het hof in deze zaak is opgetreden als wetgever-plaatsvervanger. Vervolgens worden de argumenten die pleiten vóór rechterlijke controle besproken en wordt er ingegaan op negen ongepubliceerde beschikkingen gewezen in de periode 2008 tot en met 2010 die betrekking hebben op de mogelijkheid tot het herroepen van een ontbindingsbesluit. In dit kader wordt tevens ingegaan op de toetsingscriteria uit de PMDC-zaak, die terug te vinden zijn in de nadien gewezen beschikkingen. De bijdrage wordt afgesloten met een samenvatting. |
Artikel |
Herwaardering van certificering als beschermingsconstructie |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | Administratiekantoor, beschermingsconstructies, certificering, certificering van aandelen, Dutch discount, market for corporate control |
Auteurs | Mr. J. de Koning Gans en Prof. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk wijst uit dat aandeelhoudersactivisme het vennootschappelijk belang kan bedreigen. In deze bijdrage wordt onderzocht wat de meest adequate vorm van bescherming van een beursvennootschap tegen een vijandige overname is. Allereerst worden de in Nederland meest voorkomende beschermingsconstructies besproken en geëvalueerd. De auteurs constateren vervolgens dat aan elke beschermingsmaatregel voor- en nadelen kleven. Deze voor- en nadelen hebben betrekking op de toereikendheid van de bescherming of de aanvaardbaarheid van de inperking van de zeggenschap van kapitaalverschaffers. Vergeleken met de andere behandelde beschermingsconstructies lijkt certificering echter volgens de auteurs het best aan beide criteria te voldoen. De auteurs sluiten deze bijdrage af met enkele aanbevelingen ten aanzien van het bestuur van het Administratiekantoor (AK) die de certificaten uitgeeft teneinde de onafhankelijkheid van het AK te kunnen waarborgen en certificering in het algemeen als meest aanvaardbare beschermingsconstructie te kunnen aanmerken. |
Artikel |
De zorgplicht van de bestuurder van een rechtspersoon |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | zorgplicht, bestuurder, behoorlijke taakvervulling, governance-code |
Auteurs | Prof. mr. A.F. Verdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de verhouding tussen een rechtspersoon en haar bestuurder kan men spreken van een zorgplicht van de bestuurder. Die zorgplicht vloeit ook voort uit de wettelijke plicht van de bestuurder tot behoorlijke taakvervulling. De norm van behoorlijke taakvervulling is van toepassing op een scala van rechtspersonen in een breed spectrum van omstandigheden. Daarmee kan de norm niet anders zijn dan een algemene bepaling met een open karakter. In deze bijdrage wordt aan deze open norm nader invulling gegeven aan de hand van codes en guidelines, als relatief nieuwe normeringsinstrumenten, waaronder de corporate governance code voor beursvennootschappen. Ingegaan wordt o.a. op de follow-up van de code voor beursvennootschappen, de status daarvan in het gemene recht, en de doorwerking ervan op de voor de bestuurder geldende verplichtingen. |
Artikel |
Handhaving van IFRS, er is nog ruimte voor verbetering |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | IAS-Verordening, IAS, financiële verslaggeving, verslaggevingsregels |
Auteurs | Mr. drs. H.K.O. Reimers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 2005 is de toepassing van IAS/IFRS verplicht voor de geconsolideerde jaarrekening van effectenuitgevende instellingen in de EU . De grondslag hiervoor ligt in de IAS-Verordening 1606/2002/EG. De doelstellingen van de IAS-Verordening zijn verbetering van de vergelijkbaarheid en transparantie van financiële verslaggeving. Om dit te bereiken, worden in de literatuur drie voorwaarden genoemd: (1) kwalitatief hoogwaardige standaarden, (2) dwingende regelgeving en (3) effectief toezicht. In deze bijdrage worden deze drie voorwaarden besproken. Daarnaast wordt stilgestaan bij de vraag of de doelstellingen van de IAS-Verordening zijn bereikt en op welke punten verbetering gewenst is. |
Artikel |
Effecten van de kredietcrisis op (rechtsgevolgen van) financieringsovereenkomsten |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | kredietcrisis, onvoorziene omstandigheden, redelijkheid en billijkheid, financieringsovereenkomsten, loan agreements, kredietovereenkomsten |
Auteurs | Mr. A.T.G.M. Venrooy en Mr. P.S. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan Venrooy en Bakker stil bij de vraag of en in hoeverre – in het licht van de huidige kredietcrisis – de redelijkheid en billijkheid respectievelijk onvoorziene omstandigheden effect hebben op (rechtsgevolgen van) financieringsovereenkomsten. In dit verband kijken de auteurs naar zowel de eenvoudige kredietovereenkomst als de meer uitgebreide – op LMA standaard gebaseerde – loan agreement. |
Artikel |
Naar herstel van vertrouwen? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | Adviescommissie Toekomst Banken, governance en risk management, maatschappelijke rol banken, toezicht en regulering, toekomst banken Nederland |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 7 april 2009 verscheen het rapport ‘Naar herstel van vertrouwen’ van de Adviescommissie Toekomst Banken. Deze commissie is in november 2008 ingesteld door het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Het was de belangrijkste taak van de commissie aanbevelingen te doen ter verbetering van het functioneren van de Nederlandse bancaire sector en zo handvatten te bieden voor het herstel van vertrouwen in de banken. Een belangrijk begin van herstel van vertrouwen in de bancaire sector is dat in dit rapport de maatschappelijke rol van banken wordt onderschreven. Positief is ook dat in het rapport het accent wordt gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van de banken en wordt onderkend dat de kredietcrisis is veroorzaakt door het structureel onderschatten van risico’s, vooral door banken. Ook de aanbeveling dat banken bij de afweging van belangen het primaat weer bij de klant moeten leggen, wordt besproken. In zijn bijdrage gaat Oostwouder na of aanbevelingen uit dit rapport door de commissie door middel van het comply or explain-beginsel dwingend kunnen worden opgelegd. Vervolgens bespreekt hij diverse aanbevelingen uit dit rapport kritisch en beantwoord onder meer de vraag of (de gedachte achter) het primaat van de klant hierin consequent wordt doorgevoerd. |
Artikel |
De overheidscommissaris revisited |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | overheidscommissarissen, taak, norminstructie en zelfstandigheid, tipverbod, beheer staatsdeelnemingen door agentschap |
Auteurs | Prof. mr. G.T.M.J. Raaijmakers en Mr. J.J. Prinsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgend op kapitaalinjecties door de Nederlandse Staat in het najaar van 2008, werden op voordracht van de minister van Financiën commissarissen benoemd bij enkele financiële instellingen. Hoewel de publieke perceptie anders is, handelen ‘overheidscommissarissen’ zonder last en ruggespraak en is hun richtsnoer het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Zij mogen zich niet laten leiden door politieke of beleidsmatige doelstellingen van de minister. Tevens mogen zij geen koersgevoelige informatie delen met de minister, tenzij dat ‘strikt noodzakelijk’ is. Tegen deze achtergrond onderzoeken Raaijmakers en Prinsen in hun bijdrage of het beheer van staatsdeelnemingen (naar Engels voorbeeld) kan worden ondergebracht bij een ‘Agentschap Staatsdeelnemingen Financiële Instellingen’. |
Artikel |
Op weg naar één Europese bv? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | SPE, Societas Europaea Privata, Europese besloten vennootschap, Verordening inzake Europese BV, Statuut voor een Europese bv |
Auteurs | Mr. J. Oostenbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Oostenbrink bespreekt in zijn bijdrage het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening van de raad betreffende het Statuut van de Europese besloten vennootschap (Societas Europaea) en het door de Europese Parlement gewijzigde voorstel, in het licht van de huidige besloten vennootschap en de Flex-bv. Hij is van mening dat de Societas Europaea gebaat is bij meer uniforme regelgeving die zo veel mogelijk door de verordening zelf en niet door het nationale recht dient te worden uitgelegd. |
Artikel |
De best price ruleInterpretaties van de AFM, de SEC en het Takeover Panel |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | AFM, SEC, Security Exchange Act, City Code, Takeover Panel, ruling |
Auteurs | Mr. G.R.G. Driessen en J.W. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken de interpretatie van de AFM van 17 oktober 2008 over de best price rule, zoals neergelegd in de artikelen 19 Bob en 5:79 Wft. Auteurs zetten vraagtekens bij de aansluiting van die interpretatie met de economische realiteit. Daarnaast gaan zij in op het ontbreken van een formele juridische status van interpretaties van de AFM en stellen zij voor om ‘interpretaties’ te gebruiken als uitgangspunt bij de consultatieprocedure van een reguliere beleidsregel. Dit zou moeten uitmonden in kwalitatief betere en afdwingbare regelgeving.Tevens bevat het artikel een rechtsvergelijkende analyse van de toepassing van de best price rule in de VS en het Verenigd Koninkrijk. Verder wordt in de rechtsvergelijkende analyse de status en het gebruik van ‘interpretaties’ door de toezichthouders op de financiële markten in de VS en het Verenigd Koninkrijk behandeld. |
Artikel |
De (tijdelijke) maatregelen tegen short selling in Nederland, Engeland en de Verenigde Staten |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | short selling, securities lending, Wet op het financieel toezicht, Pensioenwet, Securities Act 1933, Securities Exchange Act 1934, SEC, Financial Services and Markets Act 2000, AFM, FSA, Marktmanipulatie |
Auteurs | Mr. M. Kuilman en Mr. J.M. Poelgeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met ingang van 11 oktober 2008 is de AFM bevoegd om in geval van bijzondere omstandigheden ter bevordering van de ordelijke en transparante financiële marktprocessen algemeen verbindende voorschriften vast te stellen, zonder dat een daarvoor in aanmerking komende representatieve vertegenwoordiging van onder toezicht staande ondernemingen moet zijn geraadpleegd. De AFM maakte direct van haar uitgebreide bevoegdheid gebruik en kondigde de Tijdelijke Regeling inzake Short Selling af. In Nederland is het verbod op short selling nog steeds van kracht. De maatregelen tegen short selling in Engeland en de Verenigde Staten zijn inmiddels alweer opgeheven. Een verbod op securities lending, hetgeen short selling kan faciliteren, wordt niet wenselijk geacht. |
Artikel |
Tegenstrijdig belang in het voorontwerp voor een one-tier board |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2008 |
Trefwoorden | bestuurder, vennootschap, rechtshandeling, persoonlijk belang, algemene vergadering, statuut, uitleg, aanwijzing, vertegenwoordiger, aandeel |
Auteurs | S.M. Franken |
Artikel |
De accountant gecontroleerd? De Wet Toezicht Accountantsorganisaties en haar gevolgen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 75 2007 |
Trefwoorden | accountant, autoriteit financiële markten, externe accountant, vergunning, toezicht, accountantsverklaring, bestuurder, aanwijzing, kantoorruimte, kwaliteit |
Auteurs | J.E. Brink-van der Meer |
Artikel |
De grenzen van het enquêterecht, een poging! |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 71 2006 |
Trefwoorden | enquêterecht, beschikking, enquête, vennootschap, aandeelhouder, houder, preferent aandeel, redelijkheid en billijkheid, advocaat-generaal, bestuurder |
Auteurs | J.B. Huizink |
Artikel |
De zorgplicht van banken en effecteninstellingen: Beleggingsbescherming of paternalisme? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 70 2006 |
Trefwoorden | bank, borg, zorgplicht bank, belegger, zorgplicht, effecteninstelling, risico, aansprakelijkheid, belegging, borgstelling |
Auteurs | W.M. Schonewille en A.J.E. van den Bergen |
Artikel |
De vrijheid om onderhandelingen af te breken |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 69 2006 |
Trefwoorden | overeenkomst, gerechtvaardigd vertrouwen, contract, redelijkheid en billijkheid, voorwaarde, vergoeding, onvoorziene omstandigheden, onrechtmatige daad, schadevergoeding, rechtspraak |
Auteurs | J. van den Brande |
Artikel |
Een 'onbezorgd pensioen' zonder tussenkomst van een rechter: Werkelijkheid of utopie? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 60 2004 |
Trefwoorden | pensioenfonds, pensioen, werkgever, werknemer, bestuurder, pensioen- en verzekeringskamer, pensioenregeling, fiscaal, toezicht, verzekeraar |
Auteurs | E. Bergamin |
Artikel |
De kwaliteitsrekening: het woord is aan de wetgeverHR 3 februari 1984, NJ 1984, 752, HR 13 juni 2003, <i>RvdW</i> 2003, 108 |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 59 2003 |
Trefwoorden | kwaliteitsrekening, rekeninghouder, notaris, derdengeldrekening, faillissement, belanghebbende, bankrekening, coöperatie, afgescheiden vermogen, rechthebbende |
Auteurs | E.C.M. Wolfert |