Ook overeenkomsten die worden aanbesteed komen tot stand door aanbod en aanvaarding. De aanbesteder aanvaardt het aanbod van de winnende inschrijver met een afzonderlijke wilsverklaring na(ast) de mededeling van de gunningsbeslissing. Die aanvaarding moet schriftelijk plaatsvinden. Wanneer de aanbesteder na de mededeling van de gunningsbeslissing alsnog besluit af te zien van zijn voornemen om het aanbod van de winnende inschrijver te aanvaarden, moet de aldus ontstane situatie worden afgewikkeld met behulp van het privaatrechtelijk leerstuk van afgebroken onderhandelingen. Het publiekrechtelijk aanbestedingsrecht werkt vervolgens door in dat leerstuk door kleur te geven aan de wijze waarop het, in de specifieke context van een gereguleerde aanbesteding, moet worden toegepast. |
Artikel |
Totstandkoming van overeenkomsten en afbreken van onderhandelingen in de context van een gereguleerde aanbestedingsprocedure |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | aanbesteding, Aanbestedingswet 2012, totstandkoming van overeenkomsten, afbreken van onderhandelingen |
Auteurs | Prof. mr. C.E.C. Jansen en Mr. S. Prent |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Informatieplichten bij bemiddeling verkoop melkquotaHR 24 februari 2012, LJN BU9855, NJ 2012, 144 (Mooijman c.s./WLTO) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | informatieplichten, overeenkomst van opdracht, mededelingsplicht, onderzoeksplicht |
Auteurs | Mr. K.J.O. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De hier geannoteerde uitspraak ziet op de wederzijdse informatieplichten uit hoofde van een overeenkomst van opdracht (art. 7:400 e.v. BW), meer in het bijzonder de opdracht tot bemiddeling bij de verkoop van melkquota. Aan de orde komen onder meer het rechtskarakter van zulke informatieplichten en de verhouding tussen de mededelingsplicht van de opdrachtgever en de onderzoeksplicht van de opdrachtnemer. |
Artikel |
‘State of the art’ als begrenzing van opstalaansprakelijkheidDijkdoorbraak Wilnis (HR 17 december 2010, LJN BN6236) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | opstal, gebrekkigheid, gevaar, kenbaarheid, ‘state of the art’ |
Auteurs | Mr. J. Kruijswijk Jansen en Mr. P. van den Broek |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Wilnis-arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat bij de beoordeling of een dijk gebrekkig is, dienen mee te wegen de toenmalige kennis over faalmechanismen van dijken en de toenmalige richtlijnen voor belastingsituaties. De auteurs gaan in op de normatieve gebrekkigheidsbeoordeling en het aspect van de kenbaarheid van het gevaar. |
Artikel |
De vervaltermijn van art. 3:200 BW en een vordering uit onrechtmatige daadHR 19 januari 2007, C05/273HR, LJN AZ1488 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2007 |
Trefwoorden | vervaltermijn, verstrijking, onrechtmatige daad, vermogensrecht, huwelijksgemeenschap, schade, eis in reconventie, exclusiviteit, onrechtmatig handelen, rechtsgevolg |
Auteurs | K.J.O. Jansen |
Artikel |
Het inzage- en blokkeringsrecht ten aanzien van een medisch deskundigenberichtHR 26 maart 2004, RvdW 2004, 54 ([Verzoekster]/Levob Schadeverzekering N.V.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2004 |
Auteurs | K.J.O. Jansen |