Een collectief actiemechanisme dat zich in het bijzonder richt tegen onredelijke algemene voorwaarden is geregeld in Afdeling 6.5.3 BW (Algemene voorwaarden), in het bijzonder in de art. 6:240-243 BW. De Afdeling geeft regels voor de mogelijkheid dat bedingen in algemene voorwaarden op vordering van belangenorganisaties, waaronder consumentenorganisaties door een bijzondere rechter onredelijk bezwarend worden verklaard. In deze bijdrage een overzicht van haar toepassing door exclusief bevoegde rechter, Hof Den Haag. |
Artikel |
Collectieve preventieve rechterlijke toetsing van bedingen in algemene voorwaarden: een bruikbaar wapen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2010 |
Trefwoorden | collectieve actie, algemene voorwaarden, belangenorganisatie, abstracte toets van algemene voorwaarden, ontvankelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De bijzondere zorgplicht bij de opzegging van kredietovereenkomsten – zijn de zeven vette jaren van Rabobank/Aarding voorbij? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2010 |
Trefwoorden | kredietopzegging, redelijkheid en billijkheid, zorgplicht, proportionaliteit en subsidiariteit |
Auteurs | Mr. P.S. Bakker en Mr. dr. D. Haas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ruim zeven jaar geleden wees het Hof Arnhem het arrest Rabobank/Aarding (JOR 2003, 267). In dit arrest oordeelde het hof onder meer dat de bijzondere zorgplicht van banken met zich brengt dat een kredietopzegging ten minste moet voldoen aan eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. In dit artikel wordt geconstateerd dat het hof daarmee een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd ter beoordeling van kredietopzegging. Tevens wordt de invloed van art. 2 van de algemene bankvoorwaarden op de invulling van de wel te hanteren maatstaf besproken en wordt stilgestaan bij het fenomeen van de bijzondere zorgplicht. |
Artikel |
Overname van vorderingen en verrekening bij faillissement |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | faillissement, overname van vorderingen, verrekening van vorderingen |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de grondgedachte achter de mogelijkheid van verrekening bij faillissement (art. 53 Fw) en gaat uitvoerig in op de in art. 54 Fw opgenomen uitzondering. Voorts wordt aandacht gegeven aan de positie van een bank in het geval dat een debiteur van de (gefailleerde) schuldenaar zijn schuld aan deze heeft voldaan door storting op diens rekening bij een bank en deze zich wil verrekenen. Ten slotte wordt kritisch de leer van de Hoge Raad besproken (die art. 54 Fw toepast indien sprake is van een vóór het faillissement overgenomen schuld of vordering en het beroep op verrekening plaatsvindt op een tijdstip gelegen vóór de dag van de faillietverklaring), alsook de wijze waarop een ‘overnemer’ (vaak: bank) zich tegen de aantasting van de transactie op grond van art. 54 Fw kan behoeden. |
Artikel |
Gebruikmaken van wanprestatie: (n)iets nieuws onder de zon? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | Wanprestatie (gebruikmaken van), Oneerlijke concurrentie, Verkooporganisatie (ondermijning van), Onrechtmatige daad |
Auteurs | Mr. H.J.S.M. Langbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent wees de Hoge Raad een arrest dat betrekking had op de vraag of bij de inbreuk die werd gemaakt op een verkooporganisatie op onrechtmatige wijze gebruik was gemaakt van wanprestatie. Het arrest komt bijna vijftig jaar na het standaardarrest Nibeja/Grundig (HR 12 januari 1962, NJ 1962, 246 m.nt. HB). ‘Is er iets veranderd?’ |