Met het schrappen van artikel 2:207c BW is het leerstuk van de (financiële) steunverlening verleden tijd. Naar huidig recht moet steunverlening worden getoetst aan de algemene regels voor bestuurshandelen. In deze bijdrage wordt ingegaan op het aansprakelijkheidskader en de betekenis van de regels inzake doeloverschrijding, tegenstrijdig belang en de pauliana. |
Artikel |
Art. 2:207c BW is vervallen – leve de steunverlening? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | steunverlening, aansprakelijkheid, tegenstrijdig belang, doeloverschrijding, pauliana |
Auteurs | Mr. J.H.L. Beckers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Bitcoin-verzekering. Een kans voor de financiële sector om klantbelang centraal te stellen in innovatieve productontwikkeling? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | Bitcoin, virtueel geld, vermogensrecht naar buitenlands recht, verzekering, consumentenbescherming |
Auteurs | Mr. dr. M.F.M. van den Berg, Mr. J.W.P.M. van der Velden en Mr. C.W.M. Vergouwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De juridische kwalificatie van het virtuele geld ‘Bitcoin’ zorgt wereldwijd voor hoofdbrekens. Auteurs concluderen dat de Bitcoin zich als vermogensrecht naar buitenlands recht kwalificeert. Om de ontwikkeling van virtueel geld positief te beïnvloeden en meer consumentenbescherming te kunnen bieden, wordt een aanzet gegeven tot ontwikkeling van een Bitcoin-verzekering. |
Artikel |
Ben ik mijn broeders hoeder? De bijzondere zorgplicht van banken bij beleggingsfraude nader bekeken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | beleggingsfraude, piramidespel, zorgplicht, derden, bank |
Auteurs | Mr. L.A. van Amsterdam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van een relevant recent door het Gerechtshof Den Haag gewezen arrest bespreekt de auteur een aantal aspecten van de bijzondere zorgplicht die een bank jegens (potentiële) slachtoffers van beleggingsfraude heeft. |
Artikel |
Overschrijding van de redelijke termijn door rechterlijke instanties. (Nieuwe) wegen naar aansprakelijkheid en schadevergoeding |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, redelijke termijn, immateriële schadevergoeding |
Auteurs | Mr. R.D. Lubach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs deed zich in een onteigeningsprocedure voor de Hoge Raad de kans voor om algemene opmerkingen te maken over aansprakelijkheid van de overheid voor overschrijding van de redelijke termijn in civiele procedures. Anders dan in het bestuursprocesrecht is hiervoor een afzonderlijke gang naar de (kanton)rechter nodig. Materieel zoekt de Hoge Raad echter aansluiting bij de vaste bedragen en de factoren inzake termijnoverschrijding, zoals die kenbaar zijn uit de rechtspraak van de hoogste bestuursrechters en het EHRM. |
Artikel |
Het semi-dwingendrechtelijke karakter van de klantenvergoeding bij het einde van de agentuurovereenkomst nader belicht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | handelsagent, agentuurovereenkomst, klantenvergoeding, goodwillvergoeding, dwingendrechtelijk |
Auteurs | Mr. ir. M.J. Sturm |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regeling van de klantenvergoeding ex art. 7:442 BW is semidwingendrechtelijk van karakter. De mogelijkheden om via het internationaal privaatrecht de regeling te omzeilen zijn beperkt, terwijl ook anderszins die mogelijkheden lijken te ontbreken. |
Artikel |
Toetsing van oneerlijke bedingen: de fictieve toets terug op de kaart? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | oneerlijkheidstoets, goede trouw, abstract, concreet, consumenten |
Auteurs | Mr. dr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoe dient de rechter invulling te geven aan de oneerlijkheidstoets van de Richtlijn oneerlijke bedingen? Bestendige jurisprudentie was en is dat die toets op nationaal niveau wordt uitgevoerd. Niettemin doet het HvJ EU in een recent arrest enkele interessante handreikingen die voor de invulling van de toets van belang zijn. |
Artikel |
Een zo hoog mogelijke netto-opbrengst bij de executoriale verkoop van onroerende zaken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | hypotheekhouder, volmacht, onderhandse verkoop, toe-eigening, verbod |
Auteurs | Mr. dr. I. Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage komt aan de orde in hoeverre de hypotheekhouder gebruik kan maken van alternatieve vormen van verkoop om zijn vordering te voldoen, indien de schuldenaar in verzuim is met zijn verplichtingen uit de hypotheekakte. |
Artikel |
De gewijzigde Leidraad: leasebranche weer veilig, maar tegen hoge prijs |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | bodemrecht, bodemverhuurconstructie, Invorderingswet 1990, Leidraad Invordering 2008, (operational en financial) lease |
Auteurs | Mr. C.P.M. Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een poging leasemaatschappijen buiten de reikwijdte van art. 22bis IW 1990 te laten vallen is de Leidraad Invordering 2008 gewijzigd. In deze bijdrage wordt onderzocht of de gewijzigde Leidraad zijn doel verwezenlijkt en inderdaad voldoende ruimte biedt voor leasemaatschappijen om buiten de reikwijdte van art. 22bis IW 1990 te vallen. |
Artikel |
Onlineverkoop in exclusieve distributiesystemenEen verkenning van de juridische beperkingen voor het geografisch sturen van onlineverkoop |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, kartelverbod, exclusiviteit, online, actieve verkoop |
Auteurs | Mr. E.D. Glerum-van Aalst, Mr. drs. J. Smeets en Mr. L.G. Gerding |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een beperking van onlineprijzen of onlineaanbod kan de concurrentie beperken. De auteurs bespreken of het aan banden leggen van onlineverkopen mededingingsrechtelijke overtredingen oplevert. Ook bespreken zij hoe juridisch moet worden gekeken naar (informatie)technologische toepassingen om sturing te geven aan onlinebezoekers. |
Artikel |
Verdient de naïeve bedrogene altijd bescherming?Annotatie bij Hof Amsterdam 17 september 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2991, NJF 2014/12 (Pizzeria) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | bedrog, verschoonbaarheid, Täuschung, dol, fraud |
Auteurs | Mr. drs. M. van Kogelenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Anders dan in het geval van dwaling biedt de wettelijke regeling van bedrog nauwelijks ruimte om met het gedrag van de bedrogene rekening te houden bij de beoordeling van de vraag of de rechtshandeling vernietigbaar is. Niettemin blijkt uit ten minste sommige literatuur dat van de bedrogene toch wel een bepaalde mate van oplettendheid mag worden verwacht, zij het in andere en (veel) mindere mate dan bij de dwaling. Deze uitspraak biedt aanleiding op dit specifieke punt nader in te gaan. |
Artikel |
De Srebrenica-arresten: een doorbraak met grote gevolgen?Kan de Nederlandse Staat aansprakelijk worden gehouden voor de dood van drie moslimmannen die in juli 1995 werden verwijderd van de compound van Dutchbat in Srebrenica? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | onrechtmatige daad, toerekening, internationaal recht, Srebrenica-arresten |
Auteurs | Dr. drs. D.L.M.T. Dankers-Hagenaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
In twee parallelle uitspraken beantwoordt de Hoge Raad de vraag of de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor de dood van drie moslimmannen die werden verwijderd van de compound van Dutchbat na de val van de moslimenclave Srebrenica in juli 1995. De Hoge Raad bekrachtigt het oordeel van het gerechtshof dat de verweten gedragingen aan de Staat kunnen worden toegerekend. |
Artikel |
De vordering tot betaling van de aanneemsom ontstaat bij het sluiten van de overeenkomst van aanneming van werk |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | verpanding aanneemsom, toekomstige vordering, ontstaansmoment |
Auteurs | Mr. G. van der Spek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Schrijver bepleit dat de vordering tot betaling van de aanneemsom reeds ontstaat bij het sluiten van de overeenkomst van aanneming van werk. De vordering laat zich daarmee niet slechts als toekomstige vordering verpanden zodat een voor oplevering opgekomen faillissement van de aannemer niet aan verpanding in de weg staat. |
Artikel |
Van wie is de maatschappelijke onderneming? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | maatschappelijke onderneming, winstuitkering, zorgsector, publiek belang |
Auteurs | Mr. dr. E.R. Helder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het publieke debat over de maatschappelijke onderneming domineren governance-aspecten, zoals de verdeling van taken en bevoegdheden tussen bestuur en toezicht. Ook vermogensrechtelijke aspecten verdienen echter aandacht, met name de vraag hoe de uitkering van winst door een maatschappelijke onderneming aan haar investeerders zich zal verhouden tot het nagestreefde maatschappelijk belang. |
Artikel |
Redelijkheid en billijkheid als gedragsnormProefschrift van mr. P.S. Bakker |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | redelijkheid en billijkheid, contractuele gebondenheid, uitleg, imprévision, ambtshalve toepassing |
Auteurs | Mr. W.L. Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het proefschrift van Bakker over redelijkheid en billijkheid als gedragsnorm, dat fundamentele vragen van contractenrecht aan de orde stelt: de grondslag van contractuele gebondenheid, uitleg van commerciële contracten, imprévision en ambtshalve toepassing van redelijkheid en billijkheid. De recensent voelt zich met de positie van Bakker verwant, maar plaatst kritische kanttekeningen. |
Artikel |
De zorgplicht van scholenProefschrift van mr. B.M. Paijmans |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | civielrechtelijke zorgplicht scholen, veiligheid, ongeval, pesten, kwaliteit onderwijs |
Auteurs | Dr. P.C.J. De Tavernier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Paijmans geeft in haar proefschrift systematisch antwoord op de vraag naar de grondslag en de reikwijdte van de civielrechtelijke zorgplicht van onderwijsinstellingen jegens hun leerlingen, ten aanzien van ongevallen, bewegingsonderwijs, pesten, misbruik en geweld, en de kwaliteit van onderwijs. Met de door Paijmans aangereikte do’s and don’ts kunnen scholen preventief hun beleid aanpassen en kan in de praktijk meer rechtszekerheid worden bereikt. |
Artikel |
Van taartpunt tot tennisbalProefschrift van mr. A.F. Mollema |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | goederenrecht, gesloten stelsel, eigendom, beperkte rechten, genotsrechten |
Auteurs | Mr. E. Koops |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit proefschrift richt de auteur haar pijlen op de theorie dat beperkte rechten worden afgesplitst uit een meer omvattend recht (art. 3:8 BW) en daarom de kenmerken van het meer omvattende recht dragen. In plaats daarvan verdedigt zij de ‘belastingsgedachte 2.0’, waarin beperkte rechten als een ‘nieuw, eigensoortig en tevoren niet bestaand’ recht rusten op een zaak of een vermogensrecht. |
Artikel |
European Union Property Law. From Fragments to a SystemProefschrift van mr. E. Ramaekers |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | goederenrecht, Europees recht, Europees goederenrecht, property law, European Union law, European Union property law |
Auteurs | Dr. mr. J.M. Milo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het privaatrechtelijke goederenrecht wordt functioneel door de Europese Unie bestreken. Dat heeft geleid tot fragmentatie en ondersystematisering. Helder en kritisch analyseert Ramaekers het Europese goederenrechtelijk acquis. Zij pleit voor een optioneel Europees raamwerk van goederenrecht, in te voeren bij verordening, en daartoe geeft zij een mooie aanzet. |
Artikel |
Handhaving van EVRM-rechten via het aansprakelijkheidsrechtProefschrift van mr. J.M. Emaus |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, rechtsschending, EVRM |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de loop der tijd hebben fundamentele rechten neergelegd in de Grondwet of in verdragen, zoals het EVRM, hun weg gevonden naar de (horizontale) privaatrechtelijke rechtsverhouding. Het hier te bespreken proefschrift zet aan tot nadere reflectie over de verhouding tussen het EVRM en het Nederlandse (aansprakelijkheids)recht in het algemeen en de handhavende functie van het aansprakelijkheidsrecht voor het EVRM in het bijzonder. |
Artikel |
Bank, zorgplicht en derden: enkele lessen voor de bancaire praktijk |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | bank, zorgplicht, derden, beleggersbescherming, onderzoeksplicht |
Auteurs | Mr. A.J.C.M. Meijs |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bank heeft een zorgplicht jegens derden wanneer zij zich realiseert dat mogelijk door een cliënt zonder een vereiste Wft-vergunning wordt gehandeld, waardoor derden schade kunnen ondervinden. De bank moet dan onderzoek doen naar de cliënt. Nadat de bank onderzoek heeft gedaan en ervan overtuigd is dat er niet overeenkomstig de vergunningsplicht wordt gehandeld, moet de bank aan dat gevaar voor beleggers adequaat een einde maken. In de jurisprudentie zijn verschillende mogelijkheden aan de orde geweest, maar zij zijn niet allemaal even adequaat. |
Artikel |
Directe horizontale werking van primair Unierecht in de praktijkEen illustratie aan de hand van de verdragsbepalingen inzake het vrije verkeer van goederen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | directe horizontale werking, Unierecht, nietigheid, recht op schadevergoeding, ambtshalve toepassing |
Auteurs | Mr. drs. T.S. Hoyer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage maakt inzichtelijk welke mogelijkheden het Unierecht de praktijk biedt. Een illustratie aan de hand van de verdragsbepalingen inzake het vrije verkeer van goederen laat zien hoe het Unierecht kan leiden tot de nietigheid van een rechtshandeling, een recht op schadevergoeding of een plicht tot ambtshalve toepassing. |