Bij de responsieve benadering van toezicht staan dialoog en overtuigen centraal. Over hoe deze benadering zich verhoudt tot de opvattingen en feitelijke ervaringen van ondernemers is nog weinig bekend. In dit artikel brengen de auteurs de kant van de ondernemer in beeld. Zij doen dat op basis van een enquête onder 2.000 kleine en middelgrote bedrijven. Bij hen is nagegaan hoe de ervaringen en verwachtingen van ondernemers met inspectiediensten zich verhouden tot het beleidsmatige uitgangspunt van responsieve handhaving. De auteurs leiden er vervolgens uit af of er een voedingsbodem is voor responsieve handhavingsstijlen. |
Artikel |
Percepties over inspectiesOndernemers over hun ervaringen met Nederlandse inspectiediensten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | responsieve benadering, ondertoezichtgestelden, inspectiediensten |
Auteurs | Guido Brummelkamp en Tamara Flikweert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De clementiethriller als nieuw filmgenreHet gebruik van gedramatiseerde voorlichtingsfilms in het toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | clementiethriller, voorlichtingsfilm, film, voorlichting, media |
Auteurs | Dr. Judith van Erp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een van de nieuwste ontwikkelingen in het gebruik van media door toezichthouders is het produceren van gedramatiseerde films, om ondernemers voor te lichten over het toezicht en af te schrikken. Met name in het mededingingstoezicht hebben mededingingsautoriteiten in verschillende landen realistische ‘docudrama’s’ geproduceerd waarin fictieve kartels worden ontmaskerd en bestraft. In deze bijdrage bespreek ik de vier belangrijkste ‘clementiefilms’ van dit moment: ‘Clementie in kartelzaken’ van de Nederlandse Mededingingsautoriteit; de ‘Competition Compliance film’ van de Britse Office of Fair Trading; het Australische ‘The Marker’ van de ACCC; en de Zweedse film ‘Be the first to tell – a film about leniency’. Hoewel de verhaallijnen in de films overeenkomsten vertonen, hebben ze inhoudelijk verschillende boodschappen. In deze bijdrage wordt een vergelijking gemaakt van de vorm en inhoud van deze films, en worden ze afgezet tegen inzichten uit sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de achtergrond van mededingingsovertredingen om een indruk te geven van de mogelijke bijdrage van deze films aan de naleving. |
Artikel |
Proxy-toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | proxy-toezicht, intern toezicht, extern toezicht |
Auteurs | Dr. J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een van de vragen die de redactie bij de voorbereiding van dit themanummer formuleerde is: ‘In hoeverre is er een vruchtbare wisselwerking mogelijk tussen publiek of extern toezicht en intern toezicht?’ Deze vraag is van groot belang, omdat aan veel hedendaags toezichtsbeleid allerlei veronderstellingen ten grondslag liggen over manieren waarop ‘intern toezicht’ en ‘extern toezicht’ elkaar kunnen aanvullen en ondersteunen. Een vergaande veronderstelling op dit vlak is dat de ‘interne toezichthouder’ een deel of het geheel van de taak van de ‘externe toezichthouder’ kan en zal overnemen. De auteur noemt dat ‘proxy-toezicht’. De vraagstelling van het artikel is, onder welke voorwaarden een proxy-toezichthouder een publiek belang binnen een organisatie zou kunnen borgen. |
Artikel |
Onafhankelijkheid leidt niet tot betere financiële prestaties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | onafhankelijkheid, bestuur, commissarissen, financiële prestaties, meta-analyse |
Auteurs | Mr. dr. N.J.M. van Zijl, Prof. dr. M. Lückerath-Rovers en Prof. dr. A. de Bos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De aandacht voor onafhankelijkheid van het bestuur of de raad van commissarissen is groot, maar de gevolgen voor de financiële prestaties zijn niet duidelijk. Eerder onderzoek levert wisselende resultaten op. Deze studie analyseert op kwantitatieve wijze eerder onderzoek naar de relatie tussen onafhankelijkheid en financiële prestaties met behulp van een meta-analyse. Op basis van 43 onderzochte studies – uit de periode 2000 tot en met 2011 – met 52.182 waarnemingen laten de resultaten een significant negatieve correlatie tussen onafhankelijkheid en financiële prestaties zien. Het kan dus niet worden onderbouwd dat onafhankelijkheid leidt tot betere financiële prestaties van een onderneming. |
Artikel |
Aansprakelijkheidsbeperking van (markt)toezichthouders: de weg naar beter toezicht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, gatekeepers, preventie, rechtseconomie, toezichthouders |
Auteurs | Mr. drs. R.J. Dijkstra en Mr. dr. L.T. Visscher |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken wij met behulp van inzichten uit de rechtseconomie of beperking van de aansprakelijkheid van toezichthouders wegens falend toezicht wenselijk is. Omdat er redenen zijn om te vrezen dat onbeperkte aansprakelijkheid tot excessief toezicht leidt, betogen wij dat de aansprakelijkheid inderdaad beperkt moet worden. Deze beperking moet niet bestaan in een maximumbedrag waarvoor de toezichthouder aansprakelijk kan zijn, maar in een soepeler gedragsstandaard, zoals ‘opzet of grove schuld’. |
Artikel |
Cultuur van organisaties als aangrijpingspunt voor toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | toezicht, handhaving, regulering, organisatiecultuur, inspecteren |
Auteurs | Prof. dr. ing. F.J.H. Mertens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het toezicht wordt getracht organisaties in hun feitelijk functioneren te beïnvloeden en te beheersen. Een van de aspecten van organisaties waar de belangstelling van de toezichthouders steeds meer naar uit gaat, is cultuur. Cultuur wordt dan gezien als de ‘driver’ achter het handelen van organisaties en in de wens om gevaren te voorkomen zoekt de toezichthouder naar aangrijpingspunten die tijdig zicht geven op waarschijnlijk gedrag en vooral ongewenst gedrag. In deze bijdrage bespreekt de auteur enkele problemen die aan de cultuurnotie als aangrijpingspunt van wettelijk toezicht verbonden zijn. Concluderend leidt het artikel tot het inzicht dat aan de cultuurnotie nog veel onduidelijk is en dat de hantering ervan in het toezicht dan ook meer vragen oproept dan dat er mee beantwoord kunnen worden. |
Artikel |
Schandalig! Te veel én te weinig!Narratieve analyse van het debat over de juiste hoeveelheid toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | bestaansrecht toezicht, publiek debat, narratieve analyse |
Auteurs | Dr. ir. B.M. Steenhuisen en Drs. H.G. van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wie in het openbaar meer of minder toezicht bepleit, bevindt zich in een ondoorzichtig en gepolariseerd debat. Wanneer kost het bezuinigen op toezicht meer dan dat het oplevert? Wat begrenst de toegevoegde waarde van toezicht? In dit artikel pogen we dit debat inzichtelijker en zinvoller te maken door het te analyseren en te structureren. |
Artikel |
Mediaberichtgeving over witteboordencriminaliteit‘There’s no such thing as bad publicity’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | witteboordencriminaliteit, strafrecht, media, publiciteit, framing |
Auteurs | Drs. J.J.H. Beckers en Dr. J.G. van Erp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk werden de hoofdverdachten in de ‘Klimop-zaak’ door de Rechtbank Haarlem in eerste aanleg veroordeeld tot uiteenlopende straffen. Strafrechtelijke vervolging van fraude zou er mede toe moeten dienen witteboordencriminaliteit ondubbelzinnig te veroordelen. Welke rol spelen de media bij deze pogingen om een grens te trekken in het grijze gebied tussen innovatief ondernemerschap en verwerpelijke roekeloosheid? |
Artikel |
Confrontaties van coreguleringOver bestuurlijke afstemming tussen publieke toezichthouders, private toezichthouders en ondertoezichtgestelden |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | coregulering, zelfregulering, governance, Certificering |
Auteurs | Drs. H.G. van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Stel dat publieke toezichthouders, private toezichthouders en ondertoezichtgestelden gezamenlijk regels stellen ten behoeve van het borgen van een publieke waarde. In zo’n geval is er sprake van coregulering. Coregulering impliceert overlappende en soms strijdige regimes van deze drie partijen. Dit bemoeilijkt bestuurlijke afstemming tussen deze drie partijen. Dit artikel stelt de vraag hoe dit bestuurlijke afstemmingsproces verloopt. Wat voor confrontaties zijn denkbaar? Wat zijn strategische reflexen van betrokkenen? In tegenstelling tot de gangbare literatuur is dit artikel geschreven vanuit een neutraal (governance) perspectief. De vraag is dus niet of coregulering voor een enkele partij effectief is, maar hoe coregulering zich ontwikkelt als er eenmaal sprake van is. Drie casestudies suggereren dat zowel publieke als private toezichthouders aarzelen zich volledig aan coregulering te committeren. De aarzelingen kunnen leiden tot hoge administratieve lasten voor ondertoezichtgestelden of verminderde garanties die de partijen elkaar kunnen bieden. |
Artikel |
Zorgspecifieke fusietoets is overbodig en ongewenst |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | fusie, zorgspecifieke fusietoets, Zeeuwse ziekenhuisfusie, toezichtkader NMa |
Auteurs | Dr. M. Varkevisser en Prof. dr. F.T. Schut |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het fusietoezicht van de NMa in de gezondheidszorg staat veelvuldig ter discussie. Minister Schippers (VWS) is van plan een zorgspecifieke fusietoets in te voeren om de tendens tot schaalvergroting in de zorgsector tegen te gaan. Bij deze fusietoets, die vooraf gaat aan een eventuele fusietoets door de NMa, moet de IGZ beoordelen welke effecten een zorgfusie naar verwachting heeft op de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg. Hoewel het toezicht op zorgfusies inderdaad beter kan, is de invoering van een zorgspecifieke fusietoets overbodig en ongewenst. Zoals de beoordeling van de Zeeuwse ziekenhuisfusie laat zien, brengt een zwaardere rol voor de IGZ bij afwezigheid van eenduidige en objectieve criteria ten aanzien van de vereiste (minimum)kwaliteit het risico met zich mee dat zorgfusies om redenen van vermeende kwaliteitsvoordelen te gemakkelijk worden goedgekeurd. De tendens tot schaalvergroting wordt door de zorgspecifieke fusietoets dus eerder versterkt dan verzwakt. Een zorgspecifieke fusietoets is daarom niet alleen overbodig maar ook ongewenst. Het recent aangescherpte toezichtkader biedt de NMa voldoende houvast om fusies te verbieden die de keuzemogelijkheden in de zorg te sterk beperken. |
Artikel |
Vertrouwen in toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | toezicht, vertrouwen, controle |
Auteurs | Dr. ir. F.E. Six |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Nederlandse debat over de rol van vertrouwen in toezicht en handhaving heerst verwarring over het begrip vertrouwen. Dit artikel kijkt kritisch naar de argumenten en schept meer duidelijkheid over het begrip en de voor toezicht belangrijke relatie tussen vertrouwen en controle. Vertrouwen is onvermijdelijk aan de orde in toezichtrelaties en kan dus het beste expliciet in toezichttheorie geconceptualiseerd worden. De conceptualisatie van vertrouwen in de responsieve toezichttheorie van Braithwaite e.a. is echter aan herziening toe. Aan de hand van recente inzichten uit de vertrouwensliteratuur worden uitgangspunten en contouren van een mogelijke vertrouwensbenadering in toezicht geschetst. |
Artikel |
Verscherping van het toezicht op trustkantoren |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | trustkantoren, verscherping, toezicht, belastingontwijking, witwassen |
Auteurs | Mr. M.T. van der Wulp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de inwerkingtreding van de Wijzigingswet financiële markten 2010 wordt de ‘verscherping’ van het toezicht op trustkantoren ingeluid. Verkopers van rechtspersonen worden duidelijker onder het bereik van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) gebracht, terwijl kantoorverhuurbedrijven die uitsluitend domicilie verlenen (eventueel met ‘receptiewerkzaamheden’) worden uitgezonderd. Op beide punten constateerde DNB een handhavingslacune, die met deze reparatiewet wordt weggenomen. In het ter consultatie voorgelegde conceptwetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2012, wordt voorts uitvoering gegeven aan de toezeggingen, gedaan in het Evaluatierapport Wtt (ministerie van Financiën, 2010), om door verscherping van het toezicht ook ‘virtuele trustkantoren’ onder het bereik van de Wtt te brengen. |
Artikel |
Hoe landelijke inspectiediensten omgaan met systeemtoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | systeemtoezicht, compliance management, metaregulation, zelfregulering, systeemgericht toezicht, toezicht |
Auteurs | Dr. ing. M.A. de Bree MBA |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft wat inspectiediensten verstaan onder systeemtoezicht en hoe zij dit toepassen. Er blijken grote verschillen te zijn in zowel de gebruikte definities als in de praktische toepassing. De toezichthouder kan met behulp van systeemtoezicht, mits juist toegepast, ervoor zorgen dat grote bedrijven maatschappelijke belangen borgen in hun organisatie. De toezichthouder moet hierbij enerzijds niet te goedgelovig zijn en altijd fysieke controles blijven doen. Anderzijds moet hij ervoor waken niet overmatig te controleren waardoor de voordelen van systeemtoezicht weer teniet zouden worden gedaan. Systeemtoezicht en bestraffing verdragen elkaar slecht doordat bestraffing het leereffect negatief kan beïnvloeden. |