De uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Pringle biedt een caleidoscopische blik op de constitutionele problematiek van de eurocrisis. Tegen de achtergrond van het ESM-Verdrag wordt in deze bijdrage aandacht besteed aan de dynamische wijze waarop Europa op dit moment zweeft tussen juridisering van de politiek en politisering van het recht. In dat verband staat ook een thema centraal dat niet direct door het Hof van Justitie in Pringle werd aangeroerd maar in de eurocrisis wel een grote rol speelt: het thema democratie. |
Artikel |
De zaak Pringle en de eurocrisis: juridische paradoxen en constitutionele perspectieven |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2013 |
Trefwoorden | eurocrisis, ESM, democratische legitimatie, rechterlijk activisme |
Auteurs | Mr. dr. A. van den Brink en Mr. J.W. van Rossem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Nieuwe AEEA-Richtlijn stelt ambitieuze nieuwe doelstellingen voor (vrijwel) al het e-afval |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2013 |
Trefwoorden | Aeea, Afvalstoffen, Elektrische apparatuur, Elektronische apparatuur, Hergebruik, Recycling, Nuttige toepassing |
Auteurs | Mr. A. van Rossem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 juli 2012 is de nieuwe Europese Richtlijn 2012/19/EU aangenomen betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).1xPb. EU 2012, L 197/38. Uiterlijk op 14 februari 2014 moet deze AEEA-Richtlijn in Nederland zijn omgezet. Met ingang van 15 februari 2014 wordt de huidige Richtlijn 2002/96/EG met betrekking tot AEEA ingetrokken.2xPb. EU 2003, L 37/24. De bestaande AEEA-Richtlijn bevat een verplichting om gescheiden ingezamelde AEEA zodanig te verwerken dat milieuschade zoveel mogelijk wordt voorkomen. Naar schatting wordt echter in de praktijk zo’n 50 procent van de in de Europese Unie ingezamelde AEEA niet verwerkt conform de doelstellingen en eisen van de Richtlijn. De nieuwe Richtlijn beoogt onnodige administratieve lasten te verminderen, een meer doeltreffende uitvoering door striktere naleving te waarborgen en vermindering van de negatieve milieueffecten van de inzameling en verwerking van AEEA te bewerkstelligen. Noten
|
Artikel |
De Seveso III Richtlijn; deel drie in de strijd tegen zware industriële ongevallen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8/9 2012 |
Trefwoorden | Seveso, BRZO, gevaarlijke stoffen, ongevallen, preventie, inspectie, handhaving |
Auteurs | Mr. A. van Rossem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind juni 2012 is de nieuwe Europese Richtlijn 2012/18/EU aangenomen betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad, kortweg de Seveso III Richtlijn.1x PbEU 2012, L 197/1. De Seveso III Richtlijn vervangt per 1 juni 2015 de huidige Seveso II Richtlijn (96/82/EG).2x Richtlijn 96/82/EG betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, PbEG 1997, L 10/13. De vervanging van de bestaande richtlijn is primair ingegeven door de noodzaak aansluiting te zoeken bij de nieuwe gevarenclassificatie ingevolge Verordening 2008/1272/EG betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels.3x PbEU 2008, L 353/1. Enige informatie over deze verordening is te vinden op <rivm.nl> onder 'gevaarsindeling' en <agentschap.nl> onder 'onderwerpen', 'eu'. Zie voorts het rapport van SIRA Consulting 'Nederlands onderzoek naar de gevolgen van de CLP verordening voor het Nederlandse bedrijfsleven' d.d. 11 maart 2008. Deze verordening staat bekend als de CLP Verordening (Classification, Labelling and Packaging). In deze bijdrage ga ik in op deze en andere belangrijke wijzigingen en zal ik de implicaties voor de Nederlandse praktijk aanstippen. Dat de preventie van zware industriële ongevallen ook in Nederland nog altijd actueel is, moge blijken uit de brand bij het Seveso (BRZO) bedrijf Chemie-Pack op het industrieterrein Moerdijk in januari 2011.4x Zie hierover o.m. het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid 'Brand bij Chemie-Pack te Moerdijk' van februari 2012 (verkrijgbaar op <www.onderzoeksraad.nl>). Deze brand heeft niet alleen grote gevolgen gehad voor omwonenden in de verre omtrek, maar heeft ook aanzienlijke milieuschade veroorzaakt. Noten
|
Artikel |
RIE vervangt IPPCIs de toepassing van BBT nu wél gewaarborgd? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | BBT, IPPC, installatie, inrichting, emissies |
Auteurs | Mr. A. van Rossem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2010 is de Europese Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) aangenomen, kortweg de Richtlijn Industriële Emissies (RIE). De RIE voegt de IPPC-richtlijn samen met zes sectorale richtlijnen met betrekking tot industriële emissies. Daarnaast zijn de bestaande richtlijnen aangepast. Een aantal voorschriften van de IPPC-richtlijn zijn ingrijpend gewijzigd om te waarborgen dat de ‘beste beschikbare technieken’ zoals reeds voorgeschreven in de IPPC-richtlijn in alle lidstaten coherent worden toegepast. In deze bijdrage ga ik in op deze wijzigingen en zal ik mogelijke implicaties voor de Nederlandse praktijk aanstippen. |