De tweede evaluatie van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, ruim tien jaar na de eerste evaluatie verschenen, komt tot gelijksoortige bevindingen als die eerste evaluatie uit 2002. De wettelijke regeling is niet erg bekend. Het tuchtrecht is aan herziening toe. Toch is er sprake van een gewijzigde context, waarin de Wet BIG door nieuwe kwaliteitsregulering de meer bescheiden status heeft gekregen van een borging van de basiskwaliteit van de beroepsbeoefenaar via opleiding. De evaluatie ziet nadrukkelijker een rol voor de IGZ in het tuchtrecht, dat concurreert met het bestuursrecht. |
Artikel |
De Tweede Evaluatie Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Wet BIG, evaluatie, kwaliteitswetgeving, tuchtrecht |
Auteurs | Prof. mr. J.G. Sijmons en prof. mr. J.H. Hubben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. Robert Bosman en Mr. Edmon Oude Elferink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de besluiten en informele zienswijzen besproken die ACM in 2013 op het gebied van het kartelverbod en het verbod van misbruik van economische machtspositie heeft genomen. De voor de toepassing van het mededingingsrecht aangewezen bestuursrechters wezen in totaal zeventien uitspraken in kartel- en daarmee gerelateerde zaken. In 2013 viel ook definitief het doek voor de NMa. Na een periode van ruim vijftien jaar waarin de NMa het mededingingsrecht in Nederland op de kaart zette, ging de toezichthouder op in ACM. Kortom, er viel ook in dit verslagjaar weer het nodige te beleven. |
Artikel |
Straffen omvat meer dan gevangenisstrafDe effecten van daderkenmerken op de straftoemeting voor het gehele sanctiepakket |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | judicial decision-making, sentencing disparity, Imprisonment, concomitant sentencing, sentence severity scale |
Auteurs | Mr. drs. Sigrid van Wingerden en Dr. Johan van Wilsem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sentencing research focusing solely on unsuspended imprisonment does no justice to the practice of sentencing, where many other punishment types are imposed – often conjunctly. To investigate to what extent this imprisonment bias might have caused incomplete and thereby biased findings, we compare the effects of offender characteristics for imprisonment to those for other sanction types, as well as to a model combining sanction types. Findings suggest that the effects of offender characteristics differ per sanction type. When combinations of sanction types are taken into account, some offender characteristics do no longer have mitigating or aggravating effects, or the effects even inverted. Hence, future sentencing research should aim to include all sentences imposed. |
Artikel |
Behandelingsbereidheid onder gedetineerden in Nederland |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | Behandelingsbereidheid, Deelname, Rehabilitatie, Gevangenis |
Auteurs | Anouk Bosma MSc, Dr. Anja Dirkzwager, Prof. Dr. Paul Nieuwbeerta e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
A survey of the literature suggested that low participation rates in prison-based rehabilitation programs in The Netherlands can be explained by a lack of treatment readiness amongst rehabilitation candidates and participants. The current contribution aims to examine treatment readiness amongst detainees that have been assigned a candidate for a prison-based rehabilitation program in the Netherlands. To address these aims, data were used from the fourth wave of a research project studying the effects of imprisonment on the life of detainees in the Netherlands. Results showed that about eighty percent of treatment candidates were not treatment ready. This lack of treatment readiness amongst potential participants will no doubt influence both treatment engagement numbers, which studies have shown to be low, and quite possible treatment effectiveness. Results imply that practitioners should be aware of the absence of treatment readiness amongst a large part of their clients. Assessment and (if necessary) interventions to increase treatment readiness amongst candidates and participants seems of the utmost importance. |
Artikel |
Rehabilitatie in Nederlandse gevangenissenWat is de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering en doelmatigheid van het programma Terugdringen Recidive? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | recidivism, detainees, evidence-based, correctional interventions, evaluation studies. |
Auteurs | Anouk Bosma, Maarten Kunst en Paul Nieuwbeerta |
SamenvattingAuteursinformatie |
In an attempt to reduce re-offending rates in the Netherlands, the Dutch government has developed the Prevention of Recidivism program, which started in 2002. The current study aims to describe the content of this program, and aims to give an overview of the state of the art concerning the execution and effectiveness of the program. Results show that the number of detainees taking part in the program is fairly limited. Moreover, in many cases, correctional interventions are not part of the imposed rehabilitation program. An extensive literature study shows that the execution of the Prevention of Recidivism program and various correctional intervention show a number of implementation problems, which probably hamper the program’s effectiveness. However, further research is necessary to assess if the Prevention of Recidivism program successfully lowers recidivism rates amongst program participants. |
Artikel |
De klachtplicht onttroond – enige beschouwingen naar aanleiding van HR 8 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY4600 (Van de Steeg/Rabobank) |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2013 |
Auteurs | Prof. mr. R.P.J.L. Tjittes en J. Kampman LL.B. |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het voorstel voor een Omgevingswet – goed voor natuur en milieu? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | Omgevingswet, toetsversie, natuur en milieu |
Auteurs | Prof. dr. Ch.W. Backes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de in februari 2013 gepubliceerde toetsversie van de Omgevingswet gaat de auteur in op de gevolgen van het wetsvoorstel voor natuur en milieu. Er worden ook aandachtspunten benoemd die in het belang van natuur en milieu in acht moeten worden genomen bij de uitwerking van de onderliggende regelgeving. Daarbij wordt aandacht besteed aan de algemene systematiek van de wet, de normstelling door de formele wetgever, de projectprocedure, de programmatische aanpak, de rechtsbescherming, de handhaving, de m.e.r. en de zorgplichten in het wetsvoorstel. |
Artikel |
Het omgevingsplan en de omgevingsvergunning: de voor de praktijk belangrijkste ruimtelijke instrumenten van de Omgevingswet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Omgevingswet, ruimtelijke ordening, omgevingsplan, omgevingsvergunning, projectbesluit |
Auteurs | Mr. W.J. Bosma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van de toetsversie van de Omgevingswet van februari 2013 beoordeelt de auteur de ruimtelijke-ordeningsinstrumenten in het wetsvoorstel. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan het omgevingsplan en de omgevingsvergunning. Daarnaast komen ook het projectbesluit, de algemene regels en de provinciale omgevingsverordening aan bod. |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. A.R. Bosman, mr. E. Oude Elferink, mr. R.N.A. Nieuwmeyer e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2012 viel op het gebied van het nationaal mededingingsrecht het nodige te beleven. In deze kroniek passeren de interessantste zaken en ontwikkelingen de revue. Zoals gebruikelijk beperken de auteurs zich tot de bespreking van besluiten van de NMa en zaken die hun oorsprong vinden in een besluit van de NMa of daarmee verband houden. |
Artikel |
Het ex-Monti II-voorstel: ‘Paard van Troje’ of zege voor sociale grondrechten? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | grondrechten, vrij verkeer, stakingsrecht, proportionaliteitstoets, sociaal beleid, Monti II |
Auteurs | Mr. dr. S.A. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nu de poging van de EU-wetgever om met het zogenoemde Monti II-voorstel economische en sociale rechten te verzoenen voorlopig gestrand lijkt, wordt het juridisch kader voor de uitoefening van het recht op collectieve actie in grensoverschrijdende situaties in de EU nog steeds bepaald door de jurisprudentie van het Hof van Justitie, in het bijzonder door de Viking-, Laval- en Rüffert-zaken. |
Artikel |
Beroepenwetgeving: in de pas met de praktijk? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | beroepenwetgeving, indeling beroepen, titelbescherming, bescherming patiënt |
Auteurs | Mr. D.Y.A. van Meersbergen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de afgelopen jaren zijn bestaande beroepen in de individuele gezondheidszorg verder gedifferentieerd en zijn binnen beroepen en specialismen expertisegebieden, aandachtgebieden, subspecialisaties en specialistische aandachtsgebieden ontstaan. Hierdoor biedt de Wet BIG geen eenduidige regeling meer voor beroepen in de individuele gezondheidszorg. Door de veelheid aan beroepstitels is het de vraag of de burger nog wel in staat is om aan de hand daarvan de juiste deskundige te onderscheiden. Het gevaar bestaat dat het publiek in verwarring raakt. Als gekeken wordt naar het doel van de wet en het middel dat daarvoor gebruikt wordt, kan worden geconcludeerd dat deze niet meer in verhouding zijn en dat het systeem een update nodig heeft. |
Artikel |
Hudzinski: Verdere inbreuk op de exclusieve werking van de aanwijsregels van Verordening 2004/883/EG inzake de coördinatie van sociale zekerheid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2013 |
Trefwoorden | Sociale zekerheid migrerende werknemers, Aanwijsregels, Exclusieve werking, Aansluiting verzekering, Samenloop van uitkeringen |
Auteurs | Mr. A.P van der Mei en H. van der Most |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Hudzinski bevestigt het Hof van Justitie de in het arrest Bosmann getrokken conclusie dat de zogenoemde exclusieve werking van de aanwijsregels van het coördinatieregime voor de sociale zekerheid niet impliceert dat een andere dan de bevoegde staat geen uitkeringen mag toekennen. Het Hof van Justitie gaat in Hudzinski echter een stap verder door uit te maken dat de verdragsregels inzake vrij verkeer een niet-bevoegde lidstaat mogelijk zelfs kunnen gebieden uitkeringen toe te kennen. |
Artikel |
Nog geen horizontale rechtstreekse werking van het vrije verkeer van goederen? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2012 |
Trefwoorden | artikel 34 VWEU, vrij verkeer van goederen, horizontale werking, normerings- en certificeringsactiviteiten, bijzondere redenen van particulier belang |
Auteurs | Mr. dr. H.J. van Harten en mr. T. Nauta |
SamenvattingAuteursinformatie |
In brede kring wordt aangenomen dat het vrij verkeer van diensten, werknemers en vestiging onder omstandigheden rechtstreeks doorwerken in horizontale relaties. In de zaak Fra.bo past het Hof van Justitie het leerstuk van de horizontale rechtstreekse werking niet expliciet toe op het vrije goederenverkeer. Zaakspecifiek maakt het Hof van Justitie echter duidelijk dat onder omstandigheden ook een particuliere organisatie als gedaante van ‘publieke macht’ kan worden aangemerkt waarmee haar activiteiten en voorschriften binnen de reikwijdte van het recht betreffende het vrije goederenverkeer vallen. Het Hof van Justitie lijkt hiermee impliciet aan te sluiten bij zijn collectiviteitsredenering inzake het vrij verkeer van diensten, werknemers en de vestigingsvrijheid. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Indonesian Muslims, migrants, citizenship, integration |
Auteurs | Jennifer Vos en Sandra van Groningen |
SamenvattingAuteursinformatie |
The policy document Integration, commitment and citizenship concludes that the Islam ‘worries parts of the Dutch society’ because of beliefs that according to them are incompatible with the democratic constitutional state. In this article we look at the relationship between Islam en citizenship from within the Indonesian Muslim community in the Netherlands. This article is based on research on positioning and self-definition of Indonesian Muslims in the Netherlands. Indonesian Muslims are in general well integrated in Dutch society. They work or study in the Netherlands and they are active in social life. Newcomers respect the pluriform and democratic legal order they already know from Indonesia. At the same time Indonesian Muslims are remarkably silent in the public debate on Islam. On the one hand this derives from their individualistic and inward interpretation of Islam, on the other hand it derives from their Indonesian national character and it partially comes from the changed political climate in the Netherlands. |
Artikel |
De veranderde positie van de verpleegkundige in de Wet BIGDe positie van de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist in de Wet BIG na invoering van de Wet taakherschikking |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | experimenteerartikel, taakherschikking, verantwoordelijkheidsverdeling, verpleegkundig specialist, voorschrijfverpleegkundige, Wet BIG |
Auteurs | Mr. D.Y.A. van Meersbergen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent is aan de Wet BIG een zogenaamd experimenteerartikel toegevoegd. Op grond daarvan mogen onder meer verpleegkundig specialisten tijdelijk bepaalde voorbehouden handelingen indiceren en verrichten. Een regeling via het experimenteerartikel lijkt echter niet goed toe te passen bij beroepen die reeds bestaan, zoals de verpleegkundig specialist. Dit roept verschillende vragen op waar de auteur in dit artikel nader op ingaat. Daarnaast behandelt dit artikel de uitwerking van het experimenteerartikel op de veranderde positie van de verpleegkundige in het beroepenspectrum en de nieuwe verantwoordelijkheden die daarbij horen. |
Artikel |
De opkomst van Eigen Kracht-conferenties in Nederland en Vlaanderen |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Family Group Conferences, economic potential, savings |
Auteurs | Annie de Roo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Since 2001 Family Group Conferences are being organised in the Netherlands, and in Flanders since 2006. The Eigen Kracht Centrale, the Dutch forum organising Family Group Conferences, supported in 2011 research into the economic potential of Family Group Conferences, particularly in multi problem families. The results of the research are promising, meaning that Family Group Conferences may contribute to savings of costs for youth care. |
Artikel |
Brüstle: embryonale fout met grote gevolgen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | menselijke embryo’s, octrooieerbaarheid, richtlijn 98/44/EG, artikel 6 lid 2 onder c, menselijke waardigheid |
Auteurs | Prof. mr. H. Somsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijn 98/44/EG verplicht lidstaten biotechnologische uitvindingen door middel van het octrooirecht te beschermen. De octrooieerbaarheid van dergelijke uitvindingen is echter controversieel. Allereerst zijn de traditionele vereisten voor het verkrijgen van een octrooi (nieuw, inventieve stap, industrieel toepasbaar) slechts moeizaam verenigbaar met biologisch materiaal dat doorgaans in de natuur al voorhanden is. Daarnaast bestaan ethische en morele bezwaren tegen zowel het idee als zodanig dat (menselijke) levende materie het onderwerp zou kunnen zijn van eigendomsrechten, als tegen de gevolgen van dergelijke octrooien. Tot die laatste categorie behoort ook het gebruik en dus vernietiging van menselijke embryo’s voor industriële doeleinden.Om tegemoet te komen aan dergelijke bezwaren bepaalt de richtlijn in artikel 6 lid 1 dat uitvindingen waarvan de commerciële exploitatie strijdig zou zijn met de openbare orde of met de goede zeden van octrooieerbaarheid worden uitgesloten. Lid 2 maakt onder (c) duidelijk dat hieronder in ieder geval het gebruik van menselijke embryo’s voor industriële of commerciële doeleinden moet worden verstaan.In zaak C-34/10, Brüstle/Greenpeace, heeft het Hof van Justitie zich moeten uitlaten over de betekenis van het begrip ‘menselijk embryo’. Het antwoord op die vraag bepaalt de reikwijdte van de ethische uitzondering van artikel 6 lid 2 onder c, en daarmee wellicht de verdere ontwikkeling van stamceltherapie, waarbij door middel van het gebruik van embryo’s geneesmethodes worden ontwikkeld voor neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | verjaring, kennis omtrent de schade en de verantwoordelijke persoon, onmogelijkheid te ageren, contra non valentem-regel, Bemoti-zaak |
Auteurs | Prof. mr. E.J.H. Schrage |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het instituut van de verjaring beoogt mede de rechtszekerheid en de billijkheid te dienen. Aldus de Hoge Raad in een recent arrest, waarin het beroep op verjaring van de vordering wegens ernstig lichamelijk letsel werd gehonoreerd (de Bemoti-zaak). In het woordje en zit echter veel springstof verborgen. Het kan de grootst mogelijke eenheid suggereren (‘waar werd oprechter trouw dan tussen man en vrouw, ter wereld ooit gevonden?’, vroeg Vondel zich af); hetzelfde woordje en kan echter de grootst mogelijke tegenstelling verdoezelen (zoals in de uitdrukkingen water en vuur, hemel en hel). Dat laatste lijkt zich voor te doen in deze zaak. Misschien is de rechtszekerheid die met het arrest in de Bemoti-zaak is gediend, wel de zekerheid van onrecht. Aan de hand van enige buitenlandse voorbeelden, een tot op de veertiende eeuw teruggaand rechtsbeginsel dat heden ten dage een typerende karaktertrek van het instituut van de verjaring in Frankrijk en Louisiana vormt, en een recent rapport van de Zuid-Afrikaanse Law Commission betoogt de auteur dat toepassing van de korte verjaringstermijn er niet toe mag leiden dat de toegang tot de rechter wordt afgesloten in gevallen waarin gewichtige redenen het tijdig aanhangig maken van de vordering verhinderden. |
Artikel |
Collectief ontslag niet meer omzeild |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | collectief ontslag, WMCO, gelijkgesteld ontslag |
Auteurs | Dr. mr. J.H. Even en Mr. B. Filippo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage brengt het voorstel van wet ‘Wijziging van de Wet melding collectief ontslag in verband met de uitbreiding van de reikwijdte en ter bevordering van de naleving van deze wet’ in kaart. Dit wetsvoorstel wordt getoetst aan de Richtlijn collectief ontslag. In het bijzonder onderzoeken de auteurs van deze bijdrage (1) of de Richtlijn deze wetswijziging voorschrijft en, zo neen, (2) of de Richtlijn deze wetswijziging toestaat. Om deze vragen te kunnen beantwoorden analyseren de auteurs onder andere (1) de definitie van ontslag, (2) de definitie van gelijkgesteld ontslag, (3) het verschil in rechtsgevolgen tussen beide vormen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst, (4) het ontslag tijdens faillissement, en (5) de timing inclusief de verplichting tot het in acht nemen van de wachttijd. Deze analyse richt zich op zowel de Richtlijn als de WMCO. Zij concluderen dat de WMCO na de wetswijziging een stuk beter aansluit bij de Richtlijn dan dat deze wet nu doet. Sommige voorgestelde wetswijzigingen gaan verder dan de Richtlijn voorschrijft, andere aspecten van de (nieuwe) WMCO zullen (nog steeds) niet richtlijnconform zijn. |
Artikel |
Naar meer flexibiliteit in het omgevingsrecht: het compensatiebeginsel centraal? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | compensatiebeginsel, integrale belangenafweging, programmatische aanpak |
Auteurs | Mr. H.D. Tolsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het huidige stelsel van het omgevingsrecht is regelmatig doelwit van kritiek: te complex en te star. De minister van Infrastructuur en Milieu is voornemens om in het voorjaar van 2012 met een uitgewerkt wetsvoorstel te komen om deze problemen op te lossen. Flexibelere regelgeving is een van de vertrekpunten bij het opbouwen van deze ‘Raamwet omgevingsrecht’. In deze bijdrage wordt bezien welke rol het compensatiebeginsel kan vervullen om te komen tot de gewenste flexibiliteit. De achtergrond van het compensatiebeginsel komt aan bod. Verder wordt ter illustratie van het compensatiebeginsel de regeling uit de Richtlijn luchtkwaliteit, de Kaderrichtlijn water, de Interimwet stad- en milieubenadering en de Crisis- en herstelwet beschreven. Tot slot wordt ingegaan op een aantal juridische vraagstukken rond het compensatiebeginsel. Blijken zal dat de toepassing van het compensatiebeginsel het bestuur meer manoeuvreerruimte kan bieden om belangen af te wegen en prioriteiten te stellen. De verwachtingen over de flexibiliteit in de regelgeving moeten vanwege de vereiste juridische waarborgen (zoals rechtszekerheid, evenredigheid en rechtsbescherming) evenwel niet te hoog gespannen zijn. |