In de loop der tijd hebben fundamentele rechten neergelegd in de Grondwet of in verdragen, zoals het EVRM, hun weg gevonden naar de (horizontale) privaatrechtelijke rechtsverhouding. Het hier te bespreken proefschrift zet aan tot nadere reflectie over de verhouding tussen het EVRM en het Nederlandse (aansprakelijkheids)recht in het algemeen en de handhavende functie van het aansprakelijkheidsrecht voor het EVRM in het bijzonder. |
Artikel |
Handhaving van EVRM-rechten via het aansprakelijkheidsrechtProefschrift van mr. J.M. Emaus |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, rechtsschending, EVRM |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Naasten, fundamentele rechten en het Nederlandse limitatief en exclusief werkende artikel 6:108 BW: één probleem, twee perspectieven |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | EVRM, recht op leven, schadevergoeding, overlijdensschade, nabestaanden |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Emaus en Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht onder het EVRM, zoals zich dat vormt in de rechtspraak van het EHRM, leidt tot inconsistenties in het Nederlandse schadevergoedingsrecht: een naaste van een persoon die slachtoffer is geworden van een schending van het recht op leven kan tegenwoordig immers alleen vergoeding van eigen immateriële schade vorderen als de schending is gepleegd door een overheidsorgaan. Deze inconsistentie verdient aandacht, maar men realisere zich dat we hier raken aan bredere problematiek. Wij menen daarom dat er in de discussie over de inconsistentie eerst aandacht moet zijn voor de bredere vragen: hoe werken fundamentele rechten door en welke derde verdient waarvan vergoeding? Centraal staan daarbij steeds de overkoepelende kernvragen: wie verdient rechtens een remedie en waarom? |
Artikel |
Een ‘nieuwe’ weg naar volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | derden, schade, affectieschade, medische aansprakelijkheid, overlijdensschade |
Auteurs | Mr. dr. R. Rijnhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof Den Bosch heeft een ‘nieuwe’ mogelijkheid tot volledige schadevergoeding voor derden in personenschadezaken toegevoegd aan het bestaande rijtje: de autonome vordering op grond van een toerekenbare niet-nakoming van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. Die mogelijkheid tot volledige schadevergoeding voor derden wordt echter sterk beperkt door het hof: de feitelijk derde moet aantonen dat zijn schade is veroorzaakt door de medische fout en niet door het overlijden (of letsel) van de direct gekwetste. Deze beperking vloeit voort uit de exclusieve werking van het bijzondere systeem van de artikelen 6:107-108 BW. In deze bijdrage wordt gesuggereerd om die exclusieve werking te heroverwegen. |
Artikel |
Schending van een verkeers- of veiligheidsnorm; wel of niet een vereiste voor toekenning van shockschade? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | shockschade, medische aansprakelijkheid, verkeers- of veiligheidsnorm, gewone zorgvuldigheidsnorm en art. 6:98 BW |
Auteurs | Mr. W.E. Noordhoorn Boelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Gerechtshof Arnhem wijst in zijn arrest van 15 maart 2011, LJN BP8479, een vordering van shockschade af omdat geen sprake was van schending van een verkeers- of veiligheidsnorm. Naar aanleiding hiervan wordt in dit artikel ingegaan op de vraag of het in het Taxibus-arrest gegeven gezichtspunt dat voor vergoeding van shockschade sprake dient te zijn van een schending van een verkeers- of veiligheidsnorm wel een (hard) vereiste betreft. Hiervoor wordt onder andere het belang van verkeers- en veiligheidsnormen in het aansprakelijkheidsrecht besproken. Kan shockschade wellicht ook aan de laedens worden toegerekend indien sprake is van een schending van een ‘gewone’ zorgvuldigheidsnorm? |
Artikel |
De Nederlandse privaatrechtswetenschap en de wetgever (1992-2012) |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, horizontale codificatie, sectorale wetgeving, privaatrecht, burgerlijk procesrecht |
Auteurs | Prof. dr. W.H. van Boom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1992 werd het nieuwe vermogensrecht gecodificeerd in het nieuwe BW. Dat was een hoogtijdag in de verhouding tussen wetgever en privaatrechtswetenschappers. Maar hoe is het daarna gegaan? Hebben academici een rol van betekenis behouden in het wetgevingsproces? Het beeld is gemengd, zo is de indruk van de auteur. Het privaatrecht is om verschillende redenen een minder belangrijk object van wetgeving geworden. Zo is een aantal rechtsgebieden functioneel afgescheiden geraakt en veelal gereguleerd in sectorale regelingen. Bovendien is de rol van academici in het wetgevingsproces wisselend gebleken – dat heeft te maken met de dynamiek van wetgeving, maar ook met de ambivalenties van het wetenschapsbedrijf. De invloed van de privaatrechtswetenschap op het huidige wetgevingsgebeuren is veelal zeer indirect, zeker waar het grootse academische vergezichten en voorstellen voor radicale veranderingen betreft. |
Artikel |
Strafrecht voor civilisten deel II: over de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven en nog enkele opmerkingen over schadeverhaal via het strafproces |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Schadefonds geweldsmisdrijven, affectieschade, voeging in het strafproces, shockschade, voorschotregeling |
Auteurs | Mr. A.H. Sas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2012 is de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking getreden. Hierdoor is met name de mogelijkheid voor nabestaanden om een uitkering te krijgen uitgebreid. Meest in het oog springend is dat zij een uitkering voor affectieschade van het fonds kunnen krijgen. Daarnaast bespreekt de auteur enkele ontwikkelingen omtrent de vordering benadeelde partij in het strafproces (de zogenoemde voeging). Dit mede in het licht van de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces, die per 1 januari 2011 in werking is getreden. In dit verband wordt behandeld: het verruimde ontvankelijkheidscriterium, strafrechtelijke jurisprudentie omtrent shockschade en samenloop van de voeging met een civiele procedure. |
Artikel |
Regres in internationaal verbandEen bespreking van het leerstuk van regres in het internationale privaatrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | regres, subrogatie, internationaal privaatrecht, Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten |
Auteurs | Mevrouw mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als zich in een regressituatie internationale aanknopingspunten voordoen, rijzen vragen omtrent internationale rechtsmacht en toepasselijk recht. Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden worden in deze bijdrage de op subrogatie en wettelijk verhaal van toepassing zijnde regels van internationaal privaatrecht besproken. Het antwoord de vraag welk recht van toepassing is verschilt per deelaspect van de regressituatie. De rechtsgeldigheid van subrogatie wordt bijvoorbeeld beheerst door het recht op de verzekeringsovereenkomst van toepassing is, maar de omvang van de schade wordt bepaald door het recht dat op de onrechtmatige daad van toepassing is. Oplettendheid is dus geboden. |
Artikel |
Politieke rationaliteit in het wetgevingsproces |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | politieke rationaliteit, wetgevingsproces, juridische rationaliteit, economische doelmatigheid, wetenschappelijke effectiviteit |
Auteurs | D.P. van den Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een nieuw kabinet vraagt om nieuwe wetten. Het regeerakkoord zal zeker, zoals regeerakkoorden nu eenmaal plegen te doen, leiden tot nieuwe wetgevende arbeid. Maar niet alleen de kabinetsvoornemens doen dat. Beleidsterreinen hebben ook een eigen dynamiek die om actie vraagt. Het recht ordent de samenleving, maar het verkeer in de samenleving kan ook tot nieuwe rechtsverhoudingen leiden. Beleid komt tot stand aan de hand van ideeën en impulsen die afkomstig zijn uit de samenleving, of uit de behoefte van beleidsmakers en politici om zaken bij te sturen. Snellen heeft ons geleerd dat dat beleid tot stand komt aan de hand van verschillende rationaliteiten, de politieke opportuniteit, de economische doelmatigheid, de wetenschappelijke effectiviteit en de juridische rationaliteit. De vraag is, in hoeverre de politieke en de juridische rationaliteit randvoorwaarden voor elkaar zijn en of de rivaliteit tussen deze rationaliteiten, ook als er geen sprake is van ‘systematische overschrijding’ en ‘rampen of wantoestanden’, maatschappelijk gezien niet leidt tot suboptimale uitkomsten. Aan de hand van enkele recente voorbeelden wordt getracht te beredeneren hoe de juridische en de politieke rationaliteit in het wetgevingsproces zich tot elkaar verhouden en wat dat betekent voor de totstandkoming van de wetgeving. |
Artikel |
Fundamentele rechten in de personenschadepraktijkEen verslag van het jaarcongres van PEOPIL |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | PEOPIL, fundamentele rechten, persoonsschadepraktijk |
Auteurs | Mevrouw mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Pan European Organisation for Personal Injury Lawyers (PEOPIL) werd opgericht in 1997. Zij heeft zich onder andere ten doel gesteld op Europees niveau op te komen voor onder andere het recht op schadevergoeding en toegang tot het recht. PEOPIL organiseert regelmatig seminars en jaarlijks een congres. In juni van dit jaar vond het jaarcongres plaats in Genève, waar de fundamentele rechten in de personenschadepraktijk centraal stonden. In deze bijdrage wordt verslag gedaan van de lezingen die tijdens het congres werden gegeven. |
Artikel |
Een verklaring voor recht als vorm van genoegdoeningHeeft de Hoge Raad de deur opengezet? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2010 |
Trefwoorden | verklaring voor recht, genoegdoening, immateriële belangen, aansprakelijkheid, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. D. Haas |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in het veelbesproken Jeffrey-arrest bepaald dat een partij die een verklaring voor recht vordert om de aansprakelijkheid van de wederpartij vast te stellen haar vordering afgewezen zal zien als zij bij die verklaring geen materieel (financieel) belang heeft. In de recente Chipshol/Staat-beschikking wekt de Hoge Raad de indruk dat hij zich deze kritiek naar aanleiding van het Jeffrey-arrest aantrekt en dat hij thans een ruimer ontvankelijkheidsbeleid van de verklaring voor recht voorstaat. Een analyse van de Chipshol/Staat-uitspraak en beantwoording van de vraag of de Hoge Raad ‘om’ is. |
Artikel |
Wetsvoorstel affectieschade verworpen door de Eerste Kamer |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | Wetsvoorstel affectieschade, artikel 6:107 en 108, vergoeding van schade van derden personenschadezaken, affectieschade |
Auteurs | Mevrouw R. Rijnhout LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het vorige nummer van TVP spraken Lindenbergh en Van der Zalm over de eventuele invoering van het Wetsvoorstel affectieschade. Dit wetsvoorstel beoogde een erkenning te geven voor het leed van naasten en nabestaanden. Tot invoering is het echter niet gekomen: op 22 maart 2010 verwierp de Eerste Kamer het wetsvoorstel. |
Artikel |
Beroepsfout advocaat wegens niet doen van mededeling dat smartengeld wordt gevorderd?HR 3 februari 2006, NJ 2006, 121 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2006 |
Trefwoorden | patiënt, mededeling, vergoeding, schade, ziekenhuis, smartengeld, immateriële schade, vermogensschade, opeising, aansprakelijkstelling |
Auteurs | S.D. Lindenbergh |
Artikel |
Herijking van de vermogensrechtelijke karakteristieken van het recht op smartengeld |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2004 |
Auteurs | N. Frenk |
Artikel |
Wrongful lifeHof 's-Gravenhage 26 maart 2003, NJ 2003, 249 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2003 |
Auteurs | H.B. Krans |
Artikel |
Affectieschade: naar een wettelijke regeling |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2003 |
Auteurs | N. Frenk |
Artikel |
Toerekening van het slachtoffer bij shockschade: Hof Leeuwarden 8 mei 2002, LJN AE2690, Nieuwsbrief Personenschade 2002/12 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2003 |
Auteurs | C. van Roon-Seinen |
Artikel |
Schade door schrik, immateriële schade bij overlijden van een naaste: HR 22 februari 2002, RvdW 2002, 48 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2002 |
Auteurs | S.D. Lindenbergh |
Artikel |
Signaal Rechtspraak van de Week |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2002 |
Auteurs | J.A.M. Strens-Meulemeester |
Artikel |
Het Kindertaxi-arrest: de visie van de belangenbehartiger |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 02 2002 |
Trefwoorden | Vergoeding, Moeder, Affectieschade, Shockschade, Schadevergoeding, Erkenning, Dochter, Personenschade, Slachtoffer, Belangenbehartiger |
Auteurs | Van, A.J. |
Artikel |
Affectie, shock en geld: HR 22 februari 2002, NJ 2002, 240 (Kindertaxi) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 02 2002 |
Trefwoorden | Shockschade, Vergoeding, Moeder, Affectieschade, Smartengeld, Schade, Delinquent, Confrontatie, Slachtoffer, Psychische letselschade |
Auteurs | Hollander, H.J. den |