The judge has a very important task in reviewing cases of immigration-related detention and guaranteeing the alien’s safeguards. This study examines the legal practice of reviewing detention orders from the theoretical perspective of crimmigration. Analyses of cases and interviews with judges show that the alien’s criminal background is not important for the review of grounds, but still of significance in the balancing of interests. In addition, the data reveal a protective gap in the reviewing mechanisms for aliens arrested on the basis of identification requirements. Moreover, the ultimum remedium principle proves to be a hollow notion, but the responsibility for its erosion lies largely outside the judicial practice. |
Artikel |
Vreemdelingenbewaring in crimmigratieperspectiefOver de rol van strafrechtelijke antecedenten en het ultimum-remediumbeginsel voor de maatregel van bewaring in de rechtspraktijk |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | immigration detention, legal practice, crimmigration, ultimum remedium |
Auteurs | LLB. Jo-Anne Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Bemiddeling en conflicthantering in Vlaamse echtscheidingsovereenkomstenEen empirisch-juridische analyse |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | divorce agreements, mediation arrangements, content analysis, empirical-legal study |
Auteurs | Ruben Hemelsoen PhD |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this empirical-legal study, the mediation arrangements concluded in the context of a divorce by mutual consent are studied by using the social scientific method of content analysis. Within a representative sample of Flemish divorce agreements, these clauses are both quantitatively and qualitatively analyzed. The quantitative results show that the number of mediation arrangements and ADR clauses in the dataset are rather low. The qualitative content analysis reveals that most mediation provisions can be improved. Ultimately, this contribution contains suggestions to improve the terminology and stipulation of the investigated clauses. |
Artikel |
Wettelijke vormgeving van de regiefunctie betreffende kwaliteit van zorg; zijn we op de goede weg? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2012 |
Trefwoorden | Kwaliteitsinstituut, Kwaliteitswet zorginstellingen, professionele standaard, richtlijnen, Zorginstituut Nederland |
Auteurs | Prof. mr. J.K.M. Gevers en mr. dr. M.C. Ploem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het wetsvoorstel besproken dat strekt tot wettelijke vormgeving van de regiefunctie betreffende de kwaliteit van zorg (Kamerstukken II 33 243). Het voorstel om die rol neer te leggen bij een centraal orgaan – het Kwaliteitsinstituut (onderdeel van het Zorginstituut Nederland) – verdient ondersteuning, maar bij de wijze waarop aan de regiefunctie wordt vormgegeven, zijn nogal wat kanttekeningen te plaatsen. Die betreffen naast uitvoeringsaspecten onder meer het opgerekte begrip professionele standaard en de te grote rol van anderen dan professionals bij de totstandkoming en erkenning daarvan. |
Artikel |
Wetsvoorstel voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2012 |
Trefwoorden | medisch-specialistische zorg, Wet cliëntenrechten zorg, winstoogmerk, winstuitkering, zorgaanbieders |
Auteurs | Mr. dr. E. Plomp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na jarenlange debatten over dit onderwerp heeft de Minister van VWS op 9 februari 2012 een wetsvoorstel ingediend dat winstuitkering door aanbieders van medisch-specialistische zorg onder voorwaarden mogelijk maakt. In dit artikel worden enkele kritische kanttekeningen geplaatst bij de gestelde voorwaarden en wordt uiteengezet welke aspecten nadere regulering behoeven. Geconcludeerd wordt dat met name de normatieve aspecten van winstuitkering en de publieke belangen die het wetsvoorstel beoogt te dienen verder zouden moeten worden uitgewerkt en dat een meer gedifferentieerde regeling de voorkeur zou verdienen. |
Artikel |
Mededingingsbeleid en publieke belangen: een economisch perspectief |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Mededingingsrecht, Publieke belangen, Uitzonderingsgronden, Maatschappelijk verantwoord concurreren, Marktwerking |
Auteurs | Dr. Paul de Bijl en dr. Theon van Dijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Diverse commentatoren hebben recent geopperd dat de nieuwe Autoriteit Consument en Markt (ACM) meer rekening met de wisselwerking tussen mededinging en diverse publieke belangen (ook andere dan gerelateerd aan marktmacht) moet gaan houden. Publieke belangen anders dan gerelateerd aan marktmacht zijn echter al elders belegd: de mededingingsautoriteit hanteert de daaruit volgende wet- en regelgeving als randvoorwaarden. ‘Integraal’ mededingingsbeleid zou leiden tot intransparantie en reguleringsonzekerheid; het is niet verstandig die kant op te gaan. Sterker, beleidsmakers en politici kunnen bijdragen aan effectiever mededingingsbeleid door ‘overige’ publieke belangen scherp te articuleren. |
Artikel |
Over het denken en voelen achter straf- en herstel(recht) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | cognitive emotion theory, punishment, interconnectedness, (ir)rationality, mysticism |
Auteurs | Jacques Claessen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article attention is paid to the thoughts and feelings which underlie criminal law and restorative justice, as well as the question whether those thoughts and feelings have to be regarded as rational or irrational. For this purpose, the author has firstly examined the relationship between thinking and feeling from the perspective of the so-called cognitive emotion theory as put forth by the American philosopher Martha Nussbaum and the Dutch philosopher Mirjam van Reijen. In addition, this contribution also addresses the ideas of the Stoics, Spinoza and Schopenhauer, since the aforementioned theory goes back on the ideas of these philosophers. These philosophers depart from the view on man and world in which interconnectedness plays an important role – as the opposite of separateness. This view which reflects the mystic-religious perspective on man and world forms an important connecting thread in this article, as this turns out to have direct consequences for the idea about the (ir)rationality of certain thoughts and feelings, as well as for the (ir)rationality of criminal law and restorative justice. Special attention is paid to emotions that are relevant within the context of criminal law and restorative justice – which include anger, resentment, hatred, fear and compassion. After having explained – on the basis of the cognitive emotion theory – how thinking and feeling relate to each other and which thoughts and feelings – on the basis of the perspective of interconnectedness – have to be considered as (ir)rational, the article examines whether punishment is (ir)rational and whether the regular theories which legitimate punishment (i.e. retribution and prevention theories) are ‘rationalities of something irrational’. Furthermore, it is assessed whether the thoughts and feelings behind restorative justice are (ir)rational. The article concludes with a suggestion in which the main findings of this contribution are summarized, in order to stimulate discussion. |
Artikel |
De politierechter: na negentig jaar in het tij der verandering |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | politierechter, Openbaar Ministerie, rechterlijke macht |
Auteurs | Prof. dr. Arthur Hartmann |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1922 werd in Nederland binnen de rechterlijke macht de interne competentieverdeling aangepast. De enkelvoudige kamer onder de naam ‘politierechter’ werd ingevoerd. In de eerste jaargang van het Maandblad voor Berechting en Reclassering van Volwassenen en Kinderen (MBR) werd deze ontwikkeling enthousiast ontvangen. Negentig jaar na dato blijkt de politerechter nog steeds een levend instituut te zijn. Dat neemt niet weg dat er wel veranderingen op til zijn. Zo wordt ter vergroting van doelmatigheid en slagvaardigheid van het strafrecht onder meer met snelrecht gewerkt en inmiddels wordt aan het Opnebaar Ministerie ook een zelfstandige sanctiebevoegdheid toegekend in de vorm van een strafbeschikking. De toekomst moet leren hoe dergelijke ontwikkelingen het functioneren van de politierechter binnen de strafrechtspleging zal gaan beïnvloeden. |
Artikel |
Verbod op winstuitkering door aanbieders van medisch-specialistische zorg op gespannen voet met Europees recht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | winstoogmerk, winstuitkering, ziekenhuizen, gezondheidszorg, vrijheid van vestiging |
Auteurs | Mr. dr. E. Plomp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 9 februari 2012 is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend, waarmee beoogd wordt winstuitkering door aanbieders van medisch-specialistische zorg (i.e., ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra (ZBC’s)) mogelijk te maken.1x Voorstel tot wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren, Kamerstukken II 2011/12, 33 168, nr. 2. Hoewel het wetsvoorstel door de val van het kabinet-Rutte inmiddels controversieel is verklaard,2x Zie Kamerstukken II 2011/12, 33 285, nr. 5, p. 8. verdient het nadere aandacht. In dit artikel zal worden betoogd dat een van de argumenten waarom winstuitkering door ziekenhuizen en ZBC’s zou moeten worden toegestaan is, dat het winstverbod voor deze instellingen in de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en het voorstel voor de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) op gespannen voet staat met het Europees recht. Noten
|
Artikel |
Versnelling van wetgevingOver uiteenlopende ontwikkelingen en eigenwijze actoren |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | snelheid van wetgeving, wetgevingsproces, wetgevingsagenda, compacte overheid, efficiëntie |
Auteurs | Mr. J.F.L. Roording |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wil de auteur – voorlopig, want de ontwikkeling gaat verder – de balans opmaken: waar staat het Nederlandse wetgevingsproces qua tempo en efficiency? Achtereenvolgens passeren daarbij de revue: cijfermatige gegevens, reeds getroffen maatregelen, enkele parallelle (c.q. paradoxale) ontwikkelingen en de positie van de diverse wetgevingsactoren in het versnellingsdebat. Om te eindigen met de vraag: kan het nog sneller? |
Artikel |
Effectiviteit van toezicht: tijd voor responsive evaluation |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | effectiviteit, toezicht, responsive evaluation, effectevaluatie |
Auteurs | Drs. P. Welp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toezichthouders staan onder toenemende druk om duidelijk te maken hoe resultaten van hun toezicht zich verhouden tot de lasten die het veroorzaakt. In de praktijk blijkt echter dat informatie over de effecten van toezicht vaak ontbreekt. De oorzaak daarvan wordt meestal gezocht in de complexiteit van het meten van effecten van toezicht. In dit artikel wordt een aantal aanvullende verklaringen gepresenteerd, zoals spanningsvelden rond publieke verantwoording, de organisatiecultuur en het belang van toezichtspecifieke waardeoriëntaties. Gepleit wordt voor een responsieve aanpak van evaluaties (responsive evaluation) waarbij deze factoren meer aandacht krijgen. Op die manier kunnen evaluaties een zinvolle bijdrage leveren aan de verbetering en legitimering van het toezicht. |
Artikel |
Over de effectiviteit van mediation in gevallen van geweld tussen partnersResultaten van een empirisch onderzoek in Oostenrijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | herstelrecht, slachtoffer-daderbemiddeling, huiselijk geweld, geweld tegen vrouwen |
Auteurs | Christa Pelikan |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Austrian social historian Christa Pelikan wrote in 2009 an article with the following title: On the efficacy of Victim-Offender-Mediation in cases of partnership violence in Austria, or: Men don’t get better, but women get stronger: Is it still true? |
Artikel |
Strafrecht voor civilisten deel II: over de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven en nog enkele opmerkingen over schadeverhaal via het strafproces |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Schadefonds geweldsmisdrijven, affectieschade, voeging in het strafproces, shockschade, voorschotregeling |
Auteurs | Mr. A.H. Sas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2012 is de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking getreden. Hierdoor is met name de mogelijkheid voor nabestaanden om een uitkering te krijgen uitgebreid. Meest in het oog springend is dat zij een uitkering voor affectieschade van het fonds kunnen krijgen. Daarnaast bespreekt de auteur enkele ontwikkelingen omtrent de vordering benadeelde partij in het strafproces (de zogenoemde voeging). Dit mede in het licht van de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces, die per 1 januari 2011 in werking is getreden. In dit verband wordt behandeld: het verruimde ontvankelijkheidscriterium, strafrechtelijke jurisprudentie omtrent shockschade en samenloop van de voeging met een civiele procedure. |
Artikel |
Menarini en KME: marginale of volle toetsing van mededingingsboetes door de rechter? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | mededinging, boetes, beoordelingsruimte, beleidsvrijheid, ambtshalve toetsing |
Auteurs | Mr. dr. R. Stijnen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Menarini heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat de toetsing van mededingingsboetes door de Italiaanse bestuursrechter voldoet aan de eisen van artikel 6 EVRM. Vlak daarna heeft het Hof van Justitie in de zaak KME geoordeeld dat het algemene wettigheidstoezicht tezamen met de volledige rechtsmacht van de unierechter bij door verordeningen bepaalde sancties voldoen aan de eisen van een effectieve rechtsbescherming als thans verankerd in artikel 47 Handvest. De vraag is of deze arresten gevolgen hebben voor de beoordelings- en beleidsruimte van de Europese Commissie of de nationale mededingingsautoriteit. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Kerk en staat, beleidsmodel, pragmatisme, Nederland |
Auteurs | Lars Nickolson |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the Netherlands, a national model for church-state relations is often put forward as the guiding light for authorities struggling with governance dilemmas related to religion. This model supposedly represents ‘The Dutch Way’ of dealing with religion and is, among other things, linked to multiculturalism, a pragmatic outlook, and typically Dutch historical processes like pillarization. This paper examines whether this model holds up in practice. It argues that the Dutch model does not suffice as an accurate description of current policy practices at the local level and that, given various underlying processes that influence this practice, this model also does not provide a credible normative guideline for the future. Dutch society has undergone significant changes, and the Dutch model should be rethought accordingly. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Law and Method, 2012 |
Trefwoorden | juridisch promotieonderzoek, probleemstelling, toetsingscriteria, aard van de rechtswetenschap |
Auteurs | Lisanne Groen |
SamenvattingAuteursinformatie |
A detailed description is offered of the debate concerning the question how – within the framework of a normative research question – relevant and operational test criteria can be formulated. |
Artikel |
Mijn en dijn in het huwelijkEen Europese oplossing ook voor Nederland? |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Europees eenvormig huwelijksvermogensrecht, internationaal huwelijksvermogens- en erfrecht, rechtsvergelijkend huwelijksvermogens- en erfrecht |
Auteurs | Prof. mr. A.L.G.A. Stille |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 februari 2010 is tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek een overeenkomst gesloten, waarin aan (aanstaande) gehuwden de mogelijkheid wordt geboden om het keuzestelsel van de Wahl-Zugewinngemeinschaft of de régime matrimonial optionnel de la participation aux acquêts als huwelijksvermogensstelsel te kiezen. In dit opstel wordt dit nieuwe stelsel inhoudelijk besproken. Ook de ermee verbonden erfrechtelijke regelingen naar Duits, Frans en Nederlands recht komen kort aan de orde. De auteur stelt dat dit stelsel mogelijk in de plaats van het huidige Nederlandse stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen kan komen en doet suggesties voor nader onderzoek. |
Artikel |
Voorbereiden van wetgeving: legislative manoeuvres in the dark |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | beleidsvoorbereiding, wetgevingsproces, uitvoerbaarheid, transparantie |
Auteurs | Mr. C. Riezebos en Mr. M.H.A.F. Lokin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2011 heeft het kabinet besloten tot invoering van het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK), een instrument om het proces van beleidsvorming en wetgeving te ondersteunen. De auteurs gaan in deze bijdrage in op de vraag wat het IAK daadwerkelijk zal bijdragen aan een transparante afweging van verschillende variabelen in de interdepartementale voorbereiding van beleid en wetgeving, en daarmee aan de kwaliteit daarvan. Ook gaan zij in op de vraag in hoeverre het IAK daarin verschilt van andere instrumenten en procedures op het gebied van ex-ante-evaluatie van beleid en wetgeving die sinds midden jaren negentig de revue passeerden. Zij focussen daarbij op het aspect uitvoerbaarheid: welke invloed heeft het IAK op de relatie tussen beleidsmakers en wetgevers enerzijds en uitvoeringsorganisaties anderzijds, waar schiet het nog tekort en hoe kunnen leemtes in die relatie (verder) worden ingevuld? |
Artikel |
De procedure na cassatie en verwijzing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | cassatie, verwijzing, bindende eindbeslissing, procesrecht |
Auteurs | Mr. N.T. Dempsey |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever is weinig concreet geweest in het regelen van het verdere verloop van een procedure nadat de Hoge Raad heeft gecasseerd en verwezen. In deze bijdrage wordt aan de hand van de jurisprudentie van de Hoge Raad en recente ontwikkelingen daarin een uiteenzetting gegeven van de beperkingen waarmee verwijzingsrechter en partijen rekening moeten houden bij de voortzetting van het geding na cassatie en verwijzing. |
Artikel |
De IGZ: van stille kracht naar publieke waakhond |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | fusietoets, governance, IGZ, tuchtrecht, verscherpt toezicht |
Auteurs | Prof. mr. J.H. Hubben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de IGZ is sprake van een verschuiving in aandacht voor risicovolle situaties naar aandacht voor kwaliteit van zorg in meer algemene zin. Het opsporen van echte risico’s in de gezondheidszorg behoort echter meer tot de taak van de IGZ dan het toezicht op de governance van zorginstellingen in algemene zin of het uitvoeren van een specifieke fusietoets. De oprichting van het Nationaal Kwaliteitsinstituut vormt een extra aanleiding voor een kritische toets van taakuitoefening en gebruik van bevoegdheden door de IGZ, waaronder de praktijk van het verscherpt toezicht en het indienen van klachten bij het tuchtcollege. |
Artikel |
Bezit te kwader trouw, verkrijgende en bevrijdende verjaring. Een leerstellige rechtsvergelijkende studie op historische grondslagProefschrift van mr. J.E. Jansen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | bezit te kwader trouw, verkrijgende verjaring, bevrijdende verjaring |
Auteurs | Mr. J.M. Milo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het proefschrift van mr. J.E. Jansen, Bezit te kwader trouw, verkrijgende en bevrijdende verjaring. |